11.3 Over Gods heiligheid

569. God werd vlees in de meest onderontwikkelde en smerige plaats, en alleen zo kan Hij de hele reikwijdte van Zijn heiligheid en rechtvaardige gezindheid laten zien. En hoe wordt Zijn rechtvaardige gezindheid getoond? Deze wordt getoond wanneer Hij over de zonden van de mens oordeelt, wanneer Hij over Satan oordeelt, wanneer Hij de zonde verafschuwt en wanneer Hij de vijanden veracht die zich tegen Hem verzetten en tegen Hem in opstand komen. Ik spreek de woorden van vandaag om over de zonden van de mens te oordelen, om over de onrechtvaardigheid van de mens te oordelen, om de ongehoorzaamheid van de mens te vervloeken. De valsheid en de bedrieglijkheid van de mens, de woorden en de daden van de mens − alles wat in strijd is met Gods wil moet aan het oordeel worden onderworpen en de ongehoorzaamheid van de mens moet als zonde aan de kaak worden gesteld. Zijn woorden draaien om de principes van het oordeel. Hij gebruikt het oordeel over de onrechtvaardigheid van de mens, de vervloeking van de opstandigheid van de mens en de ontmaskering van de lelijke gezichten van de mens om Zijn eigen rechtvaardige gezindheid zichtbaar te maken. Heiligheid is een weergave van Zijn rechtvaardige gezindheid. In feite is Gods heiligheid eigenlijk Zijn rechtvaardige gezindheid. Jullie verdorven gezindheden zijn de context van de woorden van vandaag − ik gebruik ze om te spreken en te oordelen en om het overwinningswerk uit te voeren. Alleen dit is het echte werk en laat de heiligheid van God volledig schijnen. Als er geen spoor van een verdorven gezindheid in jou is, dan zal God niet over je oordelen, en ook zal Hij je Zijn rechtvaardige gezindheid niet tonen. Maar omdat je een verdorven gezindheid hebt, laat God je niet gaan en hierdoor wordt Zijn heiligheid getoond. Als God zou zien dat de vuiligheid en opstandigheid van de mens te groot zijn, maar Hij niet met jou zou spreken of over jou zou oordelen en jou niet zou tuchtigen vanwege je onrechtvaardigheid, dan zou Hij daarmee bewijzen dat Hij God niet is, want Hij zou de zonde niet haten. Hij zou net zo smerig zijn als de mens. Vandaag oordeel ik over jou vanwege jouw smerigheid en tuchtig ik jou vanwege je verdorvenheid en opstandigheid. Ik pronk niet met mijn macht en onderdruk jullie niet met opzet. Ik doe deze dingen omdat jullie, die in dit land van smerigheid zijn geboren zo ernstig erdoor besmet zijn. Jullie hebben gewoon jullie integriteit en menselijkheid verloren en jullie zijn als varkens geworden die geboren zijn in de smerigste uithoeken van de wereld, en daarom worden jullie hierom geoordeeld en laat ik mijn toorn op jullie los. Juist vanwege dit oordeel hebben jullie kunnen zien dat God de rechtvaardige God is, dat God de heilige God is. Juist vanwege Zijn heiligheid en Zijn rechtvaardigheid oordeelt Hij over jullie en laat Hij Zijn toorn op jullie los. Omdat Hij Zijn rechtvaardige gezindheid kan openbaren wanneer Hij de opstandigheid van de mens ziet, en omdat Hij Zijn heiligheid kan openbaren als Hij de smerigheid van de mensheid ziet, volstaat dit om aan te tonen dat Hij God Zelf is, die heilig en smetteloos is, en toch in een land van smerigheid leeft. Als een mens zich met anderen in het slijk wentelt en er niets heiligs aan hem is en hij geen rechtvaardige gezindheid heeft, dan is hij niet geschikt de onrechtvaardigheid van een ander te oordelen of het oordeel over de mens uit te voeren. Als iemand een ander zou oordelen, zou het dan niet zijn alsof hij zichzelf in het gezicht slaat? Hoe kunnen mensen die ieder even smerig zijn, bevoegd zijn over degenen die op hen lijken te oordelen? Alleen de heilige God Zelf is in staat om de hele smerige mensheid te oordelen. Hoe kan de mens de zonden van de mens oordelen? Hoe kan de mens de zonden van de mens zien, en hoe kan de mens bevoegd zijn om over deze zonden te oordelen? Als God niet bevoegd zou zijn over de zonden van de mens te oordelen, hoe kan Hij dan de rechtvaardige God Zelf zijn? Als de verdorven gezindheid van de mens onthuld wordt, spreekt God om over de mensen te oordelen en pas dan zien de mensen dat Hij heilig is. Terwijl Hij de mens oordeelt en tuchtigt voor zijn zonden en steeds de zonden van de mens blootlegt, kan geen mens of ding aan dit oordeel ontsnappen; over alles wat smerig is wordt door Hem geoordeeld en alleen zo kan Zijn gezindheid als rechtvaardig worden bestempeld. Als het anders zou zijn, hoe zouden jullie dan zowel letterlijk als figuurlijk een contrast kunnen vormen?

[…] Het is door middel van mensen die uit het land van de smerigheid komen dat Gods heiligheid wordt getoond. Nu gebruikt Hij de smerigheid die in deze mensen van het land van de smerigheid wordt getoond, en Hij oordeelt, en dus wordt geopenbaard wat Hij is te midden van dit oordeel. Waarom oordeelt Hij? Hij kan de woorden van het oordeel uitspreken omdat Hij de zonde veracht. Hoe zou Hij zo boos kunnen zijn als Hij de opstandigheid van de mensheid niet verafschuwde? Als er geen walging in Hem zou zijn, geen weerzin, als Hij geen acht zou slaan op de opstandigheid van de mens, dan zou daaruit blijken dat Hij net zo vervuild is als de mens. Dat Hij de mens kan oordelen en tuchtigen is omdat Hij smerigheid verafschuwt, en omdat datgene wat Hij verafschuwt in Hem niet voorkomt. Als er in Hem ook tegenstand en opstandigheid zou zijn, zou Hij degenen die vijandig en opstandig zijn niet verachten. Als het werk van de laatste dagen in Israël zou worden uitgevoerd, zou dat geen betekenis hebben. Waarom wordt het werk van de laatste dagen uitgevoerd in China, de meest donkere en onderontwikkelde plek van allemaal? Dat is om Zijn heiligheid en rechtvaardigheid te tonen. Kortom, hoe donkerder de plek, hoe duidelijker de heiligheid van God kan worden aangetoond. In feite dient dit allemaal Gods werk.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe het resultaat van de tweede stap in het overwinningswerk wordt behaald

570. Ik heb allang de verschillende daden van kwade geesten duidelijk gezien. En mensen die gebruikt worden door kwade geesten (degenen met verkeerde bedoelingen, degenen die verlangen naar vlees of rijkdom, degenen die zichzelf verheffen, degenen die de kerk verstoren, etc.) zijn ook allen door mij doorzien. Ga er niet van uit dat alles is afgelopen zodra de kwade geesten weggejaagd zijn. Laat ik je dit zeggen! Vanaf nu zal ik mij een voor een van deze mensen ontdoen en ze nooit gebruiken! Dat wil zeggen, ieder die verdorven is door kwade geesten zal niet door mij worden gebruikt en zal worden verstoten! Denk niet dat ik geen gevoelens heb! Weet dit! Ik ben de heilige God en ik zal niet wonen in een vuile tempel. Ik gebruik alleen eerlijke en wijze mensen die volledig trouw zijn aan mij en rekening kunnen houden met mijn last. Dat is omdat zulke mensen voorbestemd zijn door mij. Er zijn absoluut geen kwade geesten in hen aan het werk. Laat me een ding duidelijk maken: vanaf nu heeft iedereen zonder het werk van de Heilige Geest het werk van kwade geesten. Ik herhaal: ik wil geen enkel mens in wie kwade geesten werken. Zij zullen allemaal in het dodenrijk gegooid worden samen met hun vlees!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 76

571. Het vlees dat de Geest van God draagt, is Gods eigen vlees. De Geest van God is oppermachtig; Hij is almachtig, heilig en rechtvaardig. Zo is ook zijn vlees oppermachtig, almachtig, heilig en rechtvaardig. Zulk vlees kan alleen datgene doen wat rechtvaardig en bevorderlijk is voor de mensheid, datgene wat heilig, schitterend en machtig is; Hij is niet in staat iets te doen wat de waarheid geweld aandoet, wat de moraal en gerechtigheid geweld aandoet, laat staan dat Hij in staat is tot iets wat de Geest van God zou verraden. De Geest van God is heilig, en daarom kan Satan Zijn vlees niet bederven; Zijn vlees is van een ander wezen dan het vlees van de mens. Want het is de mens, niet God, die door Satan verdorven wordt; Satan zou onmogelijk het vlees van God kunnen verderven. Daarom is het, ondanks het feit dat de mens en Christus in dezelfde ruimte leven, alleen de mens die door Satan in bezit genomen, gebruikt en in de val gelokt wordt. Christus daarentegen is voor eeuwig onvatbaar voor verderving door Satan, want Satan zal nooit naar de hoogste plek kunnen opstijgen en zal nooit dicht bij God kunnen komen. Jullie moeten tegenwoordig allemaal begrijpen dat het enkel de mensheid is, zo verdorven als ze is door Satan, die mij verraadt. Verraad zal nooit ook maar in het minst een kwestie zijn waarbij Christus betrokken is.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een heel ernstig probleem: verraad (2)

572. In God Zelf zijn er geen ongehoorzame elementen; Zijn wezen is goed. Hij is de uiting van schoonheid en goedheid, en van alle liefde. Zelfs in het vlees doet God niets wat God de Vader niet gehoorzaamt. Zelf wanneer Hij Zijn leven ervoor moet opofferen, wil Hij dit van ganser harte, en maakt geen andere keuze. In God zijn er geen elementen van zelfingenomenheid en gewichtigheid, of van ijdelheid of hoogmoed; Hij heeft geen onbetrouwbare elementen. Alles wat niet gehoorzaamt aan God komt van Satan; Satan is de bron van alles wat lelijk en kwaad is. De reden dat de mens kwaliteiten heeft zoals die van Satan, is omdat de mens door Satan is verdorven en bewerkt. Christus is niet verdorven door Satan, daarom heeft Hij alleen eigenschappen van God en geen enkele van Satan.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader

573. ‘De heiligheid van God’ betekent dat Gods essentie onberispelijk is, dat Gods liefde onzelfzuchtig is, dat alles wat God aan de mens schenkt onzelfzuchtig is en dat Gods heiligheid smetteloos en onberispelijk is. Deze essentie van God zijn niet alleen maar woorden die Hij gebruikt om met Zijn identiteit te pronken, maar in plaats daarvan gebruikt God Zijn essentie om in stilte en oprecht om te gaan met elk individu. Met andere woorden, de essentie van God is niet leeg, noch is het theoretisch of dogmatisch en het is zeker geen soort van kennis. Het is geen vorm van opvoeding voor de mens, maar in plaats daarvan de ware openbaring van Gods eigen daden en de geopenbaarde essentie van wat God heeft en is.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke VI

574. Waarnaar verwijst de heiligheid van God waar ik het over heb? Denk er even over na. Is de waarachtigheid van God Zijn heiligheid? Is de trouw van God Zijn heiligheid? Is de onbaatzuchtigheid van God Zijn heiligheid? Is de nederigheid van God Zijn heiligheid? Is de liefde van God voor de mens Zijn heiligheid? God schenkt vrijuit waarheid en leven aan de mens − is dit Zijn heiligheid? (Ja.) Al ditgene wat God openbaart, is uniek; ze bestaat niet binnen de verdorven mensheid, noch kan ze daar worden gezien. Niet het geringste spoor ervan is te zien tijdens het proces van Satans verderving van de mens, noch in de verdorven gezindheid van Satan, noch in de essentie of natuur van Satan. Alles wat God heeft en is, is uniek en alleen God Zelf heeft dit soort essentie, alleen God Zelf bezit dit soort essentie. […] De essentie van heiligheid is ware liefde, maar meer dan dat is het de essentie van waarheid, rechtvaardigheid en licht. Het woord ‘heilig’ is alleen gepast wanneer het wordt toegepast op God; niets in de schepping is waardig om heilig genoemd te worden. De mens moet dat begrijpen.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke VI

575. Toen God naar de aarde kwam, was Hij niet van de wereld en Hij is geen vlees geworden om van de wereld te genieten. De plaats waarop Zijn werk het best Zijn gezindheid zou onthullen en het meest betekenisvol zou zijn, is precies de plaats waar Hij werd geboren. Ongeacht of het nu een heilig of smerig land is, en ongeacht waar Hij werkt, Hij is heilig. Alles in de wereld werd door Hem geschapen, hoewel alles is verdorven door Satan. Toch zijn alle dingen nog altijd van Hem; ze zijn allemaal in Zijn handen. Hij komt naar een smerig land en werkt daar om Zijn heiligheid te openbaren; Hij doet dit alleen omwille van Zijn werk, dat wil zeggen, Hij ondergaat grote vernedering door op deze manier te werken om de mensen van dit smerige land te redden. Dat wordt gedaan om te getuigen, omwille van de hele mensheid. Dergelijk werk laat mensen Gods rechtvaardigheid zien en Gods oppergezag kan zo beter worden getoond. Zijn grootsheid en oprechtheid komen tot uiting in de redding van een groep lage mensen op wie anderen neerkijken. Dat Hij wordt geboren in een smerig land, bewijst helemaal niet dat Hij laag is; het stelt juist de hele schepping in staat om Zijn grootsheid en Zijn ware liefde voor de mensheid te zien. Hoe meer Hij op deze manier doet, hoe meer het Zijn zuivere liefde, Zijn onberispelijke liefde voor de mens openbaart. God is heilig en rechtvaardig. Hoewel Hij in een smerig land werd geboren en hoewel Hij leeft met die mensen die vol zijn van smerigheid, net zoals Jezus leefde met zondaars in het Tijdperk van Genade, is al Zijn werk soms niet in het belang van het overleven van de hele mensheid? Gaat het er niet om dat de mensheid grote redding kan ontvangen? Tweeduizend jaar geleden woonde Hij een aantal jaren bij zondaars. Dat was in het belang van verlossing. Vandaag leeft Hij in een groep smerige, eenvoudige mensen. Dat is in het belang van redding. Is niet al Zijn werk in het belang van jullie, de mensen? Als het niet was geweest om de mensheid te redden, waarom zou Hij dan, nadat Hij in een kribbe was geboren, zo veel jaren met zondaars hebben geleefd en geleden? En als het niet was om de mensheid te redden, waarom zou Hij dan voor de tweede keer terugkeren in het vlees, geboren in dit land waar demonen samenkomen, en leven met deze mensen die diep verdorven zijn door Satan? Is God soms niet trouw? Welk deel van Zijn werk is niet voor de mensheid geweest? Welk deel is niet voor jullie bestemming geweest? God is heilig. Dat verandert nooit. Hij is niet vervuild door smerigheid, hoewel Hij naar een smerig land is gekomen; dat kan alleen maar betekenen dat Gods liefde voor de mensheid zeer onbaatzuchtig is en het lijden en de vernedering die Hij doorstaat zeer groot zijn!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het belang van het redden van de afstammelingen van Moab

576. Je ideeën, je gedachten, je gedrag, je woorden en je daden − vormen al deze uitingen niet een contrast met Gods rechtvaardigheid en heiligheid? Zijn jullie uitingen niet een blijk van de verdorven gezindheid die door Gods woorden wordt geopenbaard? Je gedachten en ideeën, je motieven en de verdorvenheid die in jou wordt geopenbaard, tonen de rechtvaardige gezindheid van God, evenals Zijn heiligheid. Ook God is geboren in het land vol smerigheid, maar toch blijft Hij er onbevlekt door. Hij leeft in dezelfde smerige wereld als jij, maar Hij is in bezit van rede en inzicht, en Hij veracht de smerigheid. Misschien ben je zelfs niet in staat iets smerigs te ontdekken in je woorden en daden, maar Hij kan dat wel en Hij wijst je erop. Die vroegere dingen van jou − je gebrek aan beschaving, inzicht en verstand en je achterlijke manier van leven − zijn nu aan het licht gebracht door de huidige openbaringen. Alleen doordat God op aarde is gekomen om zo te werken, zien de mensen Zijn heiligheid en rechtvaardige gezindheid. Hij oordeelt en tuchtigt je, waardoor je begrip krijgt. Soms wordt je demonische aard duidelijk en dan wijst Hij je daarop. Hij kent het wezen van de mens op Zijn duimpje. Hij leeft onder jullie, Hij eet hetzelfde voedsel als jij, Hij leeft in dezelfde omgeving, maar toch weet Hij meer, Hij kan je ontmaskeren en de verdorven essentie van de mensheid doorzien. Hij veracht niets zozeer als valsheid, bedrieglijkheid en de filosofieën van de mens over het leven. Hij verafschuwt vooral de vleselijke interactie tussen mensen. Hij is dan misschien niet vertrouwd met de levensfilosofieën van de mens, maar Hij kan duidelijk de verdorven gezindheden die mensen laten zien, ontwaren en blootleggen. Hij werkt om door middel van deze dingen tot de mens te spreken en hem te onderwijzen, Hij gebruikt deze dingen om over de mens te oordelen en om Zijn eigen rechtvaardige en heilige gezindheid te laten zien. Zo vormen de mensen een contrast voor Zijn werk. Alleen de vleesgeworden God kan de verdorven gezindheid van de mens en alle lelijke gezichten van Satan duidelijk maken. Hoewel Hij je niet straft, en je alleen maar gebruikt als contrast voor Zijn rechtvaardigheid en heiligheid, schaam je je en weet je niet waar je je moet verstoppen, want je bent te smerig. Als Hij spreekt, gebruikt Hij die dingen die in de mens worden geopenbaard en pas als die aan het licht komen, worden de mensen er zich bewust van hoe heilig God is. Hij ziet zelfs de geringste onzuiverheid in de mensen niet over het hoofd, zelfs niet de smerige gedachten in hun hart. Als de woorden en daden van de mensen in strijd zijn met Zijn wil, neemt Hij hen dat kwalijk. In Zijn woorden is er geen plaats voor de smerigheid van mensen of van iets anders − alles moet aan het licht worden gebracht.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe het resultaat van de tweede stap in het overwinningswerk wordt behaald

577. Jullie zullen zien dat God dingen anders bekijkt dan mensen en bovendien zullen jullie Hem geen gebruik zien maken van menselijke gezichtspunten, kennis, wetenschap, filosofie of voorstellingen hoe dingen moeten worden aangepakt. In tegendeel, alles wat God doet en alles wat Hij openbaart is verbonden met waarheid. Dat wil zeggen, elk woord dat Hij spreekt en elke actie die Hij heeft ondernomen betreft de waarheid. Deze waarheid en deze woorden zijn niet zomaar een ongegronde fantasie, maar worden veeleer door God uitgedrukt omwille van Gods wezen en Zijn leven. Omdat deze woorden en het wezen van alles wat God heeft gedaan waarheid zijn, kunnen we zeggen dat Gods wezen heilig is. Met andere woorden, alles wat God zegt en doet, brengt mensen leven en licht; het stelt mensen in staat positieve dingen en de realiteit van deze positieve dingen te zien, en laat hen op het juiste pad wandelen. Deze dingen zijn bepaald vanwege Gods wezen en vastgesteld omwille van de essentie van Zijn heiligheid.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke V

578. Wanneer je de heiligheid van God gaat begrijpen, kun je echt in God geloven; wanneer je de heiligheid van God gaat begrijpen, dan kun je echt de ware betekenis van de woorden ‘God Zelf, de unieke’ beseffen. Je zult niet langer denken dat je ervoor kunt kiezen om andere wegen te bewandelen, en je zult niet langer bereid zijn om alles te verraden wat God voor je heeft geregeld. Omdat de essentie van God heilig is, betekent dit dat je alleen door God de heldere, juiste weg door het leven kunt bewandelen; alleen door God kun je de zin van het leven kennen, alleen door God kun je een waarachtig leven naleven, de waarheid bezitten, de waarheid kennen en alleen door God kun je een leven vanuit de waarheid verkrijgen. Alleen God Zelf kan je helpen het kwaad te mijden en je te bevrijden van de schade en overheersing door Satan. Naast God kan niemand en niets je redden van de zee van lijden zodat je niet langer lijdt: dit wordt bepaald door de essentie van God. Alleen God Zelf redt je zo onzelfzuchtig, alleen God is uiteindelijk verantwoordelijk voor je toekomst, je bestemming en je leven, en Hij regelt alle dingen voor je. Niets wat geschapen is of niet geschapen is kan dit voor elkaar krijgen. Omdat niets wat geschapen is of niet geschapen is een essentie van God zoals deze bezit, heeft geen enkele persoon en geen enkel ding het vermogen om jou te redden of te leiden. Dit is het belang van Gods essentie voor de mens.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke VI

579. Ik heb de mens altijd al aan een heel strenge norm gehouden. Als aan jouw loyaliteit achterliggende bedoelingen en voorwaarden verbonden zijn, heb ik je zogenaamde loyaliteit liever niet, want ik verafschuw mensen die mij met hun bedoelingen misleiden en mij met voorwaarden chanteren. Ik wil alleen dat de mens absoluut loyaal is aan mij, en dat hij alles doet omwille en ter bewijs van dat ene woord: geloof. Ik veracht de mooie woorden die jullie gebruiken om mij te verheugen. Ik behandel jullie immers met volkomen oprechtheid en dus wil ik dat jullie mij, op jullie beurt, waar geloof betonen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Ben jij iemand die waarlijk in God gelooft?

580. Je moet weten naar wat voor een soort mens ik verlang: de onreinen worden het koninkrijk niet binnengelaten, de onreinen mogen de heilige grond niet besmeuren. Al heb je misschien jarenlang veel werk verricht, als je uiteindelijk nog betreurenswaardig vies bent verdraagt de wet van de hemel jouw wens om binnen te komen in mijn koninkrijk niet! Vanaf de stichting van de wereld tot op heden heb ik nog nooit gemakkelijk toegang verschaft aan hen die bij mij in de gunst proberen te komen. Dit is een regel van de hemel, niemand kan deze regel overtreden! Je moet het leven nastreven. Vandaag de dag zijn diegenen die vervolmaakt worden van hetzelfde soort als Petrus: het zijn diegenen die streven naar veranderingen in hun gezindheid en die getuigenis aan God willen afleggen en hun plicht als schepsel van God wensen uit te voeren. Alleen zulke mensen zullen vervolmaakt worden. Als je alleen naar een beloning op zoek bent, en de gezindheid van je leven niet probeert te veranderen, dan zijn al je inspanningen tevergeefs. Dat is de onveranderlijke waarheid!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt

581. God is wat Hij is en Hij heeft wat Hij heeft. Alles wat Hij uitdrukt en openbaart is een weergave van Zijn wezen en Zijn identiteit. De mens kan niet vervangen wat Hij is en wat Hij heeft en evenmin Zijn wezen en Zijn identiteit. Zijn gezindheid omvat Zijn liefde voor de mensheid, troost voor de mensheid, haat jegens de mensheid en zelfs een grondig begrip van de mensheid. De persoonlijkheid van de mens kan echter optimistisch, levendig of ongevoelig zijn. De gezindheid van God is een gezindheid die aan de Heerser over alle dingen en levende wezens toebehoort, aan de Heer van de schepping. Zijn gezindheid vertegenwoordigt eer, macht, edelmoedigheid, grandeur en bovenal oppergezag. Zijn gezindheid is het symbool van gezag, het symbool van alles wat rechtvaardig is, het symbool van alles wat mooi en goed is. Sterker nog, deze is een symbool van Hem die niet door de duisternis of een vijandelijke macht overwonnen of binnengedrongen kan worden[a] en is een symbool van Hem die niet door een schepsel beledigd kan worden (maar ook geen belediging tolereert)[b]. Zijn gezindheid is het symbool van de hoogste macht. Geen mens kan of mag Zijn werk of Zijn gezindheid verstoren. De persoonlijkheid van de mens is daarentegen niet meer dan slechts een symbool van de geringe superioriteit van de mens over het dier. De mens heeft in en van zichzelf geen gezag, geen autonomie en geen vermogen zichzelf te overstijgen, maar is in wezen iemand die is overgeleverd aan de genade van allerlei mensen, gebeurtenissen en dingen. De vreugde van God is te danken aan het bestaan en het ontstaan van rechtvaardigheid en licht, vanwege de vernietiging van het duister en het kwaad. Hij schept er behagen in het licht en het goede leven aan de mensheid te geven, Zijn vreugde is een rechtvaardige vreugde, een symbool van het bestaan van alles wat positief is, en meer nog, een symbool van veelbelovendheid. Gods woede komt door de schade die Zijn mensheid wordt toegebracht door het bestaan en de inmenging van onrechtvaardigheid, door het bestaan van het kwaad en de duisternis, door het bestaan van dingen die de waarheid verdringen en meer nog door het bestaan van dingen die het goede en het mooie bestrijden. Zijn woede is er symbool van dat alle negatieve dingen niet meer bestaan. Sterker nog, het is een symbool van Zijn heiligheid. Zijn verdriet komt door de mensheid, voor wie Hij hoop koestert, maar die in duisternis is vervallen, omdat het werk dat Hij aan de mens verricht niet aan Zijn verwachtingen voldoet en omdat de mensheid die Hij liefheeft niet in zijn geheel in het licht kan leven. Hij voelt verdriet voor de onschuldige mensheid, voor de eerlijke maar onwetende mens, en voor de mens die goed is, maar die het aan een eigen visie ontbreekt. Zijn verdriet is een symbool van Zijn goedheid en Zijn genade, en symbool van schoonheid en vriendelijkheid. Zijn geluk haalt Hij uiteraard uit het verslaan van Zijn vijanden en het bereiken van oprechtheid van de mens. Maar meer nog wordt Hij gelukkig van het uitdrijven en de vernietiging van alle vijandelijke krachten en omdat de mensheid dan een goed en vredig leven krijgt. Gods geluk lijkt niet op de vreugde van de mens. Het is eerder het gevoel goede vruchten te oogsten, een gevoel dat vreugde zelfs overstijgt. Zijn geluk staat symbool voor het feit dat de mens van nu af aan ontsnapt aan het lijden en staat symbool voor het feit dat de mensheid de wereld van het licht binnentreedt. De emoties van de mensheid komen daarentegen allemaal op ten behoeve van haar eigenbelang, niet voor rechtvaardigheid, voor licht of voor wat mooi is en allerminst voor de genade die door de hemel is geschonken. De emoties van de mensheid zijn zelfzuchtig en behoren toe aan de wereld van de duisternis. Ze bestaan niet voor de wil, laat staan voor het plan van God. Daarom kunnen de mens en God nooit in één adem worden genoemd. God blijft altijd het hoogst verheven en eerzaam, terwijl de mens voor eeuwig minderwaardig en waardeloos blijft. Dit komt doordat God Zichzelf altijd opoffert en aan de mensheid wijdt, terwijl de mens altijd alleen voor zichzelf neemt en zich alleen voor zichzelf inspant. God doet altijd moeite voor de overleving van de mens, en toch draagt de mens nooit iets bij aan het licht of rechtvaardigheid. Zelfs als de mens enige tijd zijn best doet, is dit nog zo zwak dat het nooit tegen een stootje kan, want de inspanning van de mens is altijd voor zijn eigen belang en nooit voor anderen. De mens is altijd zelfzuchtig, terwijl God altijd onbaatzuchtig is. God is de bron van alles wat rechtvaardig, goed en mooi is, terwijl de mens degene is die alle lelijkheid en kwaad opvolgt en zichtbaar maakt. God zal Zijn wezen van rechtvaardigheid en schoonheid nooit veranderen, maar de mens is heel goed in staat op ieder moment en in iedere situatie de rechtvaardigheid te verraden en ver van God af te dwalen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het is heel belangrijk Gods gezindheid te begrijpen

582. Gods intolerantie voor belediging is Zijn exclusieve wezen; Gods toorn is Zijn exclusieve gezindheid; Gods majesteit is Zijn exclusieve wezen. Het principe achter Gods woede toont de identiteit en status aan die alleen Hij bezit. Je hoeft niet te vermelden dat het ook een symbool is van het wezen van de unieke God Zelf. Gods gezindheid is Zijn eigen inherente wezen. Deze verandert helemaal niet met het verstrijken van de tijd, en verandert ook niet telkens wanneer de locatie verandert. Zijn inherente gezindheid is Zijn intrinsieke wezen. Ongeacht aan wie Hij werkt, Zijn wezen verandert niet en Zijn rechtvaardige gezindheid evenmin. Wanneer iemand God kwaad maakt, is hetgeen Hij zendt Zijn inherente gezindheid; op zo’n moment verandert het principe achter Zijn woede niet, noch Zijn unieke identiteit en status. Hij wordt niet boos vanwege een verandering in Zijn wezen of omdat Zijn gezindheid verschillende elementen heeft voortgebracht, maar omdat de tegenstand van de mens tegen Hem Zijn gezindheid beledigt. Het onbeschaamde tarten van de mens tegenover God vormt een ernstige uitdaging van Gods identiteit en status. God is van mening dat de mens Hem betwist en Zijn toorn test, wanneer de mens Hem uitdaagt. Wanneer de mens zich tegen God verzet, wanneer de mens God betwist, wanneer de mens voortdurend de woede van God test – en dat is ook wanneer de zonde ongebreideld wordt – dan zal Gods toorn natuurlijk worden onthuld en zich presenteren. Daarom symboliseert Gods uitdrukking van Zijn toorn dat alle kwade machten zullen ophouden te bestaan; het symboliseert dat alle vijandige krachten zullen worden vernietigd. Dit is het unieke karakter van Gods rechtvaardige gezindheid en het is het unieke van Gods toorn. Wanneer Gods waardigheid en heiligheid in het geding zijn, wanneer rechtvaardige krachten worden belemmerd en niet worden gezien door de mens, dan zal God Zijn toorn zenden. Vanwege het wezen van God zijn alle krachten op aarde die God betwisten, en zich tegen Hem verzetten en met Hem strijden, slecht, verdorven en onrechtvaardig; ze komen van Satan en behoren hem toe. Omdat God rechtvaardig, behorend tot het licht en onberispelijk heilig is, zullen alle boze, verdorven en aan Satan toebehorende dingen verdwijnen na de vrijlating van Gods toorn.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke II

Voetnoten:

a. In de oorspronkelijke tekst staat: “het is een symbool van niet in staat zijn om te worden”.

b. In de oorspronkelijke tekst staat: “evenals een symbool van niet in staat zijn om beledigd te worden (en niet tolereren om beledigd te worden)”.

Vorige: 11.2 Over Gods rechtvaardige gezindheid

Volgende: 11.4 Over God als de levensbron voor alle dingen

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger