922 Geen mens of ding kan Gods gezag en kracht overtreffen
1 Hoewel Satan Job met begerige ogen aankeek, durfde hij zonder Gods toestemming geen haar op Jobs lichaam te krenken. Hoewel hij van nature slecht en wreed is, nadat God Zijn bevel daartoe had uitgevaardigd, had Satan geen andere keus dan zich aan Gods gebod te houden. Hieruit kan worden afgeleid dat Satan geen van de woorden van Jehova God durft te overtreden. Voor Satan is elk woord van God een bevel en een hemelse wet en een uitdrukking van Gods gezag − want achter elk woord van God wordt Gods straf voor degenen die de bevelen van God overtreden bedoeld, en degenen die ongehoorzaam zijn en zich tegen de hemelse wetten verzetten.
2 Satans daden tegenover Job waren slechts een microkosmos van zijn verdorvenheid van de mens en toen Satan deze daden uitvoerde, waren de grenzen die God stelde en de bevelen die Hij aan Satan gaf slechts een microkosmos van de principes achter alles wat hij doet. Bovendien was de rol en positie van Satan in deze zaak slechts een microkosmos van zijn rol en positie in het werk van Gods management, en Satans volledige gehoorzaamheid aan God in zijn verleiding van Job was slechts een microkosmos van hoe Satan zich niet ook maar een beetje durfde te verzetten tegen God in het werk van Gods management.
3 Onder alle dingen, inclusief Satan, is er geen persoon of ding dat de hemelse wetten en edicten van de Schepper kan overtreden en geen persoon of ding dat deze hemelse wetten en edicten durft te schenden, want geen enkele persoon of object kan veranderen of ontsnappen aan de straf die de Schepper toebrengt aan hen die ongehoorzaam zijn aan deze wetten. Alleen de Schepper kan hemelse wetten en edicten uitvaardigen, alleen de Schepper heeft de macht om ze in werking te stellen, en alleen de kracht van de Schepper kan door geen enkele persoon of ding worden overtreden. Dit is het unieke gezag van de Schepper, dit gezag is het allerhoogste onder alle dingen, en dus is het onmogelijk om te zeggen dat ‘God de grootste is en Satan nummer twee is’. Behalve de Schepper die dit unieke gezag bezit, is er geen andere God!
Naar Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke I