281 De mensheid kan haar eigen lot niet beheren
Vers 1
Waar in de wereld zal je elke dag heen gaan?
Wat zal je zeggen of doen?
Wie of wat zal je tegenkomen?
Kan dit ooit door je worden voorspeld?
Zal je alles zien wat gaat gebeuren?
Kan je het besturen?
Nee, dat kan je niet, je kan het niet zien.
Vele dingen gebeuren niet zoals je ze zou verwachten.
De mensheid kan haar eigen lot niet beheren.
Voor-refrein
Van triviale zaken tot het lot van haar hele leven.
Refrein
Er is niets in de wereld dat de plannen van de Schepper
en Zijn soevereiniteit niet onthuld,
Zijn gezag kan niet worden overtroffen.
Zijn gezag is ultiem, dat is een eeuwige waarheid.
De mensheid kan haar eigen lot niet beheren.
Vers 2
De kleine dingen in het leven,
en hoe deze zich ontwikkelen,
herinneren de mensheid voortdurend,
dat niets willekeurig gebeurt,
dat de ontwikkeling van deze dingen en hun onvermijdelijkheid
niet kan worden veranderd door de menselijke wil.
Het is ver boven haar kunnen.
De mensheid kan haar eigen lot niet beheren.
Refrein
Er is niets in de wereld dat de plannen van de Schepper
en Zijn soevereiniteit niet onthuld,
Zijn gezag kan niet worden overtroffen.
Zijn gezag is ultiem, dat is een eeuwige waarheid.
De mensheid kan haar eigen lot niet beheren.
Vers 3
Elke gebeurtenis is een waarschuwing van de Schepper aan de mensheid.
Het stuurt de boodschap dat de mens zijn eigen lot niet kan beheren.
En tegelijkertijd is elke gebeurtenis
een weerlegging van de menselijke zinloze en wilde ambities,
en vol van het verlangen om hun leven in eigen handen te nemen.
De mensheid kan haar eigen lot niet beheren.
Brug
Het zijn stevige klappen voor de mensheid,
de één na de ander, de één na de ander.
Het zijn stevige klappen voor de mensheid,
die mensen forceren om te herzien
wie uiteindelijk hun lot bestuurt,
en wie het uiteindelijk echt beheert.
Al hun verlangens worden herhaaldelijk verbrijzeld,
al hun ambities gedwarsboomd.
Ze kunnen niets dan hun lot accepteren
en alle realiteit accepteren.
Ze kunnen niets dan de wil van de Hemel accepteren
en de soevereiniteit van de Schepper.
Refrein
Er is niets in de wereld dat de plannen van de Schepper
en Zijn soevereiniteit niet onthuld,
Zijn gezag kan niet worden overtroffen.
Zijn gezag is ultiem, dat is een eeuwige waarheid.
De mensheid kan haar eigen lot niet beheren.
Naar Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke III