Waarom de Heer Jezus de farizeeën heeft vervloekt, en wat het wezen van de farizeeën was
Bijbelverzen ter referentie:
“En waarom overtreedt u het gebod van God, alleen om uw eigen traditie in stand te houden? Want God heeft gezegd: ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ en ook: ‘Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden.’ Maar u leert: ‘Wie tegen zijn vader of moeder zegt: “Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn, bestem ik tot offergave,” die hoeft zijn ouders geen eerbied te tonen.’ Zo ontkracht u het woord van God uit eerbied voor uw eigen traditie. Huichelaars, wat is Jesaja’s profetie toch toepasselijk op u: ‘Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij; tevergeefs vereren ze mij, want ze onderwijzen hun eigen leer, voorschriften van mensen’” (Mat. 15:3-9).
“Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. Andere handschriften hebben een extra vers: ‘Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over jullie zal strenger worden geoordeeld dan over anderen.’
“Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat.
“Wee jullie, blinde leiders, jullie zeggen: ‘Wanneer iemand zweert bij de tempel, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij het goud van de tempel, is aan die eed gebonden.’ Dwaas zijn jullie en blind, wat is nu van meer waarde: het goud of de tempel die het goud geheiligd heeft? Zo zeggen jullie ook: ‘Wanneer iemand zweert bij het altaar, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij de offergave die daarop ligt, is aan die eed gebonden.’ Blind zijn jullie, wat is nu van meer waarde: de offergave of het altaar dat de offergave heiligt? Wie dus zweert bij het altaar, zweert daarbij en bij alles wat daarop ligt. En wie zweert bij de tempel, zweert daarbij en bij degene die hem bewoont. En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij hem die daarop gezeten is.
“Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw, terwijl men het een zou moeten doen zonder het andere te laten. Blinde leiders zijn jullie, die uit hun drank de muggen ziften, maar een kameel wegslikken.
“Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, de buitenkant van bekers en schalen spoelen jullie af, maar de binnenkant blijft vol roofzucht en onmatigheid. Blinde farizeeër, spoel eerst de binnenkant van de beker om, dan wordt de buitenkant vanzelf ook schoon.
“Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden. Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn.
“Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bouwen grafmonumenten voor de profeten en versieren de graven van de rechtvaardigen, en jullie zeggen: ‘Als wij geleefd hadden in de tijd van onze voorouders, zouden wij ons niet zoals zij schuldig hebben gemaakt aan de moord op de profeten.’ Daarmee erkennen jullie zelf dat jullie kinderen zijn van hen die de profeten vermoord hebben. Maak de maat van jullie voorouders dan maar vol! Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna? Dat is de reden waarom ik profeten en wijzen en schriftgeleerden naar jullie zal sturen. Jullie zullen sommigen van hen doden, kruisigen zelfs, en anderen in jullie synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen. Al het onschuldige bloed dat op aarde is vergoten zal jullie worden aangerekend, vanaf het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zecharja, de zoon van Berechja, die jullie vermoord hebben tussen het heiligdom en het brandofferaltaar. Ik verzeker jullie: op deze generatie zal dit alles neerkomen” (Mat. 23:13-36).
Relevante woorden van God:
Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven zochten ze niet. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout om zich tevergeefs aan de naam van de Messias vast te klampen en zich ondertussen op alle mogelijke manieren tegen het wezen van de Messias te verzetten. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God is als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Zijn dit geen ongerijmde en belachelijk ideeën?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben
De Joodse farizeeën gebruikten de wet van Mozes om Jezus te veroordelen. Ze zochten niet naar verenigbaarheid met de Jezus van die tijd, maar volgden ijverig de wet naar de letter en gingen zelfs zo ver dat ze uiteindelijk de onschuldige Jezus aan het kruis nagelden, nadat ze Hem ervan beschuldigden dat Hij de Oudtestamentische wet niet naleefde en dat Hij de Messias niet was. Wat was hun essentie? Was het niet, dat ze niet zochten naar de weg van verenigbaarheid met de waarheid? Ze waren geobsedeerd door elk woord van de Schrift, terwijl ze geen aandacht schonken aan mijn wil en de stappen en methoden van mijn werk. Het waren geen mensen die de waarheid zochten, maar mensen die zich stevig aan woorden vastklampten; het waren geen mensen die in God geloofden, maar mensen die in de Bijbel geloofden. In wezen waren zij waakhonden van de Bijbel. Om de belangen van de Bijbel te beschermen en de waardigheid van de Bijbel te handhaven en de reputatie van de Bijbel te beschermen, gingen ze zo ver dat ze de genadige Jezus aan het kruis nagelden. Dit deden ze alleen om de Bijbel te verdedigen en om de status van elk woord van de Bijbel in de harten van mensen te handhaven. Dus gaven ze de voorkeur aan het verzaken van hun toekomst en het zondoffer, om Jezus, die Zich niet aan de doctrine van de Schrift hield, ter dood te veroordelen. Waren zij niet de lakeien van elk woord van de Schrift?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Je zou de weg van verenigbaarheid met Christus moeten zoeken
Het oordeel van de farizeeën over Jezus
Marc. 3:21-22 Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had hij zijn verstand verloren. Ook de schriftgeleerden die uit Jeruzalem gekomen waren, zeiden: ‘Hij is bezeten door Beëlzebul,’ en: ‘Dankzij de vorst der demonen kan hij demonen uitdrijven.’
De berisping van Jezus aan de farizeeën
Mat. 12:31-32 Daarom zeg ik u: elke zonde en elke godslastering kan de mensen worden vergeven, maar wie de Geest lastert kan niet worden vergeven. En iedereen die iets ten nadele van de Mensenzoon zegt, zal worden vergeven. Maar wie kwaadspreekt van de heilige Geest zal niet worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de komende.
…………
In de Bijbel was het oordeel van de farizeeën van Jezus Zelf en de dingen die Hij deed als volgt: “Want volgens hen had hij zijn verstand verloren. … ‘Hij is bezeten door Beëlzebul’ en: ‘Dankzij de vorst der demonen kan hij demonen uitdrijven’” (Marc. 3:21-22). Het oordeel van de schriftgeleerden en farizeeën over de Heer Jezus was geen napraterij of een voorstelling die zomaar uit de lucht kwam vallen – het was de conclusie over de Heer Jezus die ze trokken uit wat ze zagen en hoorden over Zijn handelingen. Hoewel hun conclusie ogenschijnlijk in de naam van het recht werd getrokken en de mensen goed gefundeerd leek, was de arrogantie met welke ze de Heer Jezus veroordeelden zelfs voor hen moeilijk te beteugelen. De bezeten kracht van hun haat tegen de Heer Jezus ontmaskerde hun eigen wilde ambities en hun boosaardig satanisch gezicht en toonde hun kwaadaardige natuur van verzet tegen God. Deze dingen die ze spraken bij hun veroordeling van de Heer Jezus werden gedreven door hun wilde ambities en jaloezie en door de lelijke en kwaadaardige natuur van hun vijandigheid ten opzichte van God en de waarheid. Ze onderzochten de bron van de handelingen van de Heer Jezus niet, noch onderzochten ze de essentie van wat Hij zei of deed. Maar ze vielen Hem blind, ongeduldig, waanzinnig en met weloverwogen kwaadaardigheid aan en maakte wat Hij had gedaan te schande. Dit ging zelfs zo ver dat ze willekeurig Zijn Geest, dat wil zeggen, de Heilige Geest, Gods Geest, te schande maakten. Dit is wat ze bedoelden toen ze zeiden: “Hij is buiten Zichzelf” en “Beëlzebul” en “de vorst der duivels”. Dat wil zeggen, ze zeiden dat de Geest van God Beëlzebul was en de vorst der demonen. Ze karakteriseerden het werk van het vlees als Gods Geest verkleed als waanzin. Ze lasterden Gods Geest niet alleen als Beëlzebul en de vorst der demonen, maar veroordeelden ook Gods werk. Ze veroordeelden en lasterden de Heer Jezus Christus. De essentie van hun verzet en lastering van God was geheel en al dezelfde als de essentie van Satan en het verzet tegen en lastering van God door de duivel. Ze representeerden niet alleen verdorven mensen, maar waren zelfs de belichaming van Satan. Ze waren een kanaal voor Satan onder de mensheid, ze waren de handlangers en lakeien van Satan. De essentie van hun lastering en vernedering van de Heer Jezus Christus was hun strijd met God om status, hun competitie met God, hun oneindige beproeven van God. De essentie van hun verzet tegen God en hun vijandige houding ten opzichte van Hem, alsmede hun woorden en hun gedachten, lasterden Gods Geest rechtstreeks en wekten Zijn toorn op. Aldus velde God een redelijk oordeel over wat ze zeiden en deden en bepaalde dat hun daden de zonde van lastering van de Heilige Geest waren. Deze zonde is onvergeeflijk in zowel deze wereld als het hiernamaals, precies zoals de volgende passage uit de Schrift zegt: “Wie de Geest lastert kan niet worden vergeven.” en “wie kwaadspreekt van de heilige Geest zal niet worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de komende.”
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III
In Israël was ‘farizeeër’ een soort titel. Waarom is het nu dan een etiket? Dat komt omdat de farizeeërs vertegenwoordigers zijn geworden van een bepaald type mens. Wat zijn de kenmerken van dat type mens? Ze zingen slogans en bezigen hoogdravende taal, ze zijn bedreven in het doen alsof, in het zichzelf verpakken, in het verbergen van hun ware zelf, en ze veinzen grote edelmoedigheid, grote heiligheid en oprechtheid, grote eerlijkheid en eer. Daardoor beoefenen ze de waarheid niet in het minst. Hoe handelen ze? Ze lezen de Heilige Schrift, ze prediken, ze leren anderen om goed te doen, om geen kwaad te doen, om God niet te weerstaan. Ze zeggen plezierige dingen en gedragen zich goed in het bijzijn van anderen, maar achter hun rug om stelen ze offergaven. De Heer Jezus zei dat ze “een mug eruit zeven maar een kameel doorslikken”. Dit betekent dat al hun gedrag oppervlakkig goed lijkt – ze zingen demonstratief slogans, ze uiten verheven theorieën en hun woorden klinken aangenaam, maar hun daden zijn een wanordelijke puinhoop, helemaal opstandig tegen God. Hun gedrag en uiterlijk voorkomen zijn allemaal schijn, allemaal bedrog; in hun hart hebben ze geen greintje liefde voor de waarheid of voor positieve dingen. Ze zijn ziek van de waarheid, ziek van alles wat van God komt, en ziek van positieve dingen. Waar houden ze van? Houden ze van eerlijkheid en rechtvaardigheid? (Nee.) Hoe weet je dat ze niet van deze dingen houden? (De Heer Jezus kwam om werk te doen en het evangelie van het koninkrijk van de hemel te verspreiden, en toch veroordeelden ze Hem.) Als ze Hem niet hadden veroordeeld, had je dat dan geweten? Hoe kon je voordat de Heer Jezus kwam om te werken, weten dat ze niet van eerlijkheid en gerechtigheid hielden? Je kon dat toch niet weten? Al hun gedrag is schijn en ze gebruiken dit schijnbaar goede gedrag om anderen hun vertrouwen te ontnemen. Is dat niet schijnheiligheid en bedrog? Kunnen zulke bedriegers van de waarheid houden? Wat is het verborgen doel van hun goede gedrag? Het ene deel van hun doel is om anderen te slim af te zijn; het andere deel is om anderen om de tuin te leiden, voor zich te winnen en door hen te worden aanbeden en uiteindelijk beloond te worden. Hoe slim zijn hun technieken niet dat ze zo’n grote zwendelarij voor elkaar krijgen? Houden dergelijke mensen dan van eerlijkheid en rechtvaardigheid? Natuurlijk niet. Ze houden van status, ze houden van roem en rijkdom en willen beloond worden. Brengen ze Gods begeleidende woorden voor de mensen in praktijk? Helemaal niet. Ze leven zelfs niet een beetje ervan uit; ze vermommen en verpakken zich gewoon om mensen te misleiden en voor zich te winnen, om hun eigen status te versterken, om hun eigen reputatie te versterken. Zodra die veilig zijn, gebruiken ze ze om kapitaal en een bron van inkomsten te verwerven. Is dat niet een verachtelijk? Uit al hun gedragingen blijkt dat het hun essentie is om niet van de waarheid te houden, want ze brengen de waarheid nooit in praktijk. Wat is het teken dat ze de waarheid niet in praktijk brengen? Dit was het grootste teken: de Heer Jezus kwam om werk te doen en alles wat Hij zei klopte, alles wat Hij zei was de waarheid. Hoe zijn ze daarmee omgegaan? (Ze hebben het niet geaccepteerd.) Hebben ze de woorden van de Heer Jezus niet geaccepteerd omdat ze geloofden dat ze niet klopten, of hebben ze ze niet geaccepteerd ondanks het feit dat ze wisten dat ze klopten? (Ze hebben het niet geaccepteerd ondanks het feit dat ze wisten dat ze klopten.) En waardoor kan dit veroorzaakt zijn? Ze houden niet van de waarheid en ze verafschuwen positieve dingen. Alles wat de Heer Jezus zei was juist, zonder enige fout, en hoewel ze niets verkeerds in de woorden van de Heer Jezus aantroffen om tegen Hem te kunnen gebruiken, zeiden ze: “Is dat niet de zoon van de timmerman?” Ze gingen op zoek iets verkeerds in de woorden van de Heer Jezus om tegen Hem te gebruiken, en toen ze die niet konden vinden, veroordeelden ze Hem en beraamden vervolgens: “Laat hem kruisigen. Het is of Hij of wij.” Zo keerden ze zich tegen de Heer Jezus. Hoewel zij niet geloofden dat de Heer Jezus de Heer was, was Hij een goed mens die noch de seculiere wet, noch de wet van Mozes overtrad. Waarom wilden ze de Heer Jezus veroordelen? Waarom behandelden ze de Heer Jezus zo? Het kan worden gezien in hoe slecht en kwaadaardig deze mensen zijn – ze zijn kwaadaardig in het extreme! Er kon geen groter verschil zijn tussen het lelijke gezicht dat de farizeeën lieten zien en hun camouflage van vriendelijkheid. Velen kunnen geen onderscheid maken tussen wat hun ware gezicht is en wat de onwaarheid, maar de verschijning en het werk van de Heer Jezus heeft hen allemaal ontmaskerd. Hoe goed de farizeeërs zich ook vermommen, hoe vriendelijk ze ook lijken aan de buitenkant – als de feiten niet aan het licht waren gekomen, zou niemand kunnen zien hoe ze echt zijn.
uit ‘Het belangrijkste deel van het geloof in God is de waarheid in praktijk brengen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.