Waarom elke nieuwe fase van Gods werk te maken krijgt met heftige weerstand en veroordeling door de religieuze wereld, en wat hiervan de grondoorzaak is
Relevante woorden van God:
Waarom zeg ik dat degenen in de religieuze wereld die niet in God geloven en boosdoeners zijn, van dezelfde soort zijn als de duivel? Wanneer ik zeg dat ze boosdoeners zijn, zeg ik dat omdat ze de wil van God niet begrijpen of Zijn wijsheid niet zien. God openbaart nooit Zijn werk aan hen, ze zijn blinde mensen die de daden van God niet zien. Ze zijn door God verlaten en bezitten de zorg en bescherming van God niet, laat staan het werk van de Heilige Geest. Degenen zonder het werk van God zijn boosdoeners en verzetten zich tegen God. Degenen waarvan ik zeg dat ze zich verzetten tegen God zijn: degenen die God niet kennen; degenen die God met lege woorden erkennen, maar Hem niet kennen; degenen die God volgen, maar Hem niet gehoorzamen; en, degenen die zich koesteren in de genade van God, maar toch niet van Hem kunnen getuigen. Zonder het doel van Gods werk en het werk van God in de mens te begrijpen, kan de mens niet in overeenstemming zijn met Gods hart en kan hij niet van God getuigen. De reden dat de mens zich tegen God verzet komt aan de ene kant voort uit de verdorven gezindheid van de mens en aan de andere kant uit zijn onwetendheid van God en gebrek aan begrip van de principes van Gods werk en Zijn wil ten opzichte van de mens. Deze twee aspecten samen vormen een geschiedenis van verzet van de mens tegen God. Nieuwelingen in het geloof verzetten zich tegen God omdat dit verzet in hun natuur ligt, terwijl het verzet tegen God van degenen die alle jaren geloven het resultaat is van hun onwetendheid van God en hun verdorven gezindheid.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten
In de tijd dat God nog niet vleesgeworden was, was de maat waarmee gemeten werd of de mens zich tegen God verzette gebaseerd op de vraag of de mens de onzichtbare hemelse God vereerde en naar Hem opkeek. De omschrijving verzet tegen God was toentertijd niet zo werkelijk, omdat de mens God noch kon zien, noch Zijn beeld kon kennen, noch kon weten hoe Hij werkte en sprak. De mens had geen opvattingen over God en geloofde op een vage wijze in God, Hij was immers nog niet aan de mens verschenen. Hoewel de mensen in de God van hun eigen voorstellingen geloofden, veroordeelde God de mens daarom niet en vroeg Hij ook niet veel van de mensen. De mens kon God immers nog helemaal niet zien. Wanneer God vlees wordt en onder de mensen gaat werken, zien allen God en horen Zijn woorden, en allen zien de daden van God in het vlees. Op dat moment gaan alle opvattingen van de mens op in schuim. Wat betreft degenen die God in het vlees zien verschijnen, geldt dat allen die gehoorzaamheid in hun harten hebben niet zullen worden veroordeeld, terwijl degenen die zich doelbewust tegen Hem verzetten zullen worden beschouwd als tegenstanders van God. Zulke mensen zijn antichristen en vijanden die zich moedwillig tegen God verzetten. Degenen die opvattingen over God hebben, maar toch met vreugde gehoorzamen, zullen niet worden veroordeeld. God veroordeelt de mens op basis van zijn bedoelingen en acties, nooit voor zijn gedachten en ideeën. Als de mens op deze basis zou worden veroordeeld, zou niemand aan de wraakzuchtige handen van God kunnen ontsnappen. Degenen die zich moedwillig tegen de geïncarneerde God verzetten, zullen worden gestraft voor hun ongehoorzaamheid. Hun moedwillige verzet tegen God komt voort uit hun opvattingen met betrekking tot Hem, die ertoe leiden dat ze het werk van God verstoren. Zulke mensen verzetten zich bewust tegen het werk van God en vernietigen het. Ze hebben niet alleen hun eigen opvattingen over God, ze doen ook datgene wat Zijn werk verstoort. Het is om deze reden dat zulk gedrag van de mens zal worden veroordeeld. Degenen die zich niet bezighouden met het bewust verstoren van het werk van God zullen niet als zondaars worden veroordeeld, omdat zij in staat zijn gewillig te gehoorzamen en geen wanorde en verstoring veroorzaken. Zulke mensen zullen niet worden veroordeeld.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten
Het werk van God gaat door. Het doel van Zijn werk blijft weliswaar onveranderd, maar de middelen waarmee Hij werkt veranderen voortdurend. Dus veranderen Zijn volgelingen ook. Hoe meer werk van God er is, hoe beter de mens God leert kennen, en de gezindheid van de mens verandert met Zijn werk mee. Maar omdat het werk van God steeds verandert, worden zij die het werk van de Heilige Geest niet kennen en de absurde mensen die de waarheid niet kennen, tegenstanders van God. Het werk van God zal nooit op de opvattingen van de mens worden afgestemd, want Zijn werk is altijd nieuw en nooit oud. Nooit herhaalt Hij Zijn oude werk, Hij werkt liever gestaag door aan wat nooit eerder is gedaan. Omdat God Zijn werk nooit herhaalt en de mens steevast Gods huidige werk op basis van Zijn werk in het verleden beoordeelt, is het bijzonder moeilijk voor God om ieder stadium van het werk van het nieuwe tijdperk uit te voeren. De mens werpt veel te veel hindernissen op! De mens denkt veel te bekrompen! Niemand kent het werk van God, maar toch definieert iedereen Zijn werk. Als de mens weg is bij God verliest hij zijn leven, de waarheid en de zegen van God. Toch aanvaardt de mens het leven en de waarheid niet, net zomin als de hogere zegeningen die God de mensheid schenkt. Alle mensen willen God winnen maar kunnen toch geen verandering in Gods werk verdragen. Zij die het nieuwe werk van God niet aanvaarden geloven dat het werk van God onveranderlijk is, en dat Gods werk voor eeuwig stil blijft staan. Zij geloven dat ze zich alleen maar aan de wet hoeven te houden om de eeuwige redding van God te ontvangen en dat zolang ze maar berouw tonen en hun zonden opbiechten Gods wil voor altijd tevreden gesteld zal zijn. Ze menen dat God voor de mens slechts de God van de wet en de God die aan het kruis was genageld kan zijn; ze menen ook dat God de Bijbel niet mag en kan ontstijgen. Juist deze meningen hebben hen stevig aan de oude wet verankerd en aan strikte regelingen vastgeketend. Zelfs nog meer mensen geloven dat wat het nieuwe werk van God ook is, het onderbouwd moet zijn door profetieën, en dat in ieder stadium van het werk aan iedereen die Hem met een oprecht hart volgt ook openbaringen getoond moeten worden, anders zou dat werk nooit van God kunnen zijn. Het is al geen gemakkelijke opgave voor de mens om God te leren kennen. Als je daarbij het absurde hart en de opstandige natuur van gewichtigheid en verwaandheid van de mens optelt, is het nog veel moeilijker voor de mens om het nieuwe werk van God te aanvaarden. De mens bestudeert het nieuwe werk van God niet zorgvuldig, maar accepteert het ook niet deemoedig; de mens neemt liever een geringschattende houding aan en wacht op de openbaring en begeleiding van God. Is dit niet het gedrag van een mens die tegen God in opstand komt en zich tegen Hem verzet? Hoe kan zo iemand Gods goedkeuring verkrijgen?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?
Omdat er altijd nieuwe ontwikkelingen zijn in Gods werk, is er werk dat achterhaald en oud wordt wanneer zich nieuw werk aandient. Deze verschillende soorten werk, oud en nieuw, spreken elkaar niet tegen, maar vullen elkaar aan. Elke stap gaat verder waar de vorige gebleven is. Omdat er nieuw werk is, moeten de oude dingen natuurlijk verwijderd worden. Zo zijn er bijvoorbeeld oude gebruiken en gebruikelijke uitspraken van de mens die samen met de vele jaren ervaring en onderwijs van de mens, in de gedachten van de mens vorm hebben gegeven aan allerlei opvattingen. Wat nog meer bijdraagt aan het vormen van opvattingen door de mens, is dat God Zijn ware gezicht en Zijn gezindheid ten opzichte van de mens nog volledig moet openbaren, dit samen met het feit dat de jarenlange verspreiding van traditionele theorieën uit de oudheid nog meer hebben bijgedragen aan het vormen van opvattingen door de mens. Het mag gezegd dat gedurende het geloof van de mens in God, de invloed van verschillende opvattingen bij mensen heeft geleid tot de continue vorming en evolutie van allerlei soorten begrippen over God, met als resultaat dat veel religieuze mensen die God dienen Zijn vijanden zijn geworden. Zo zijn ze, naarmate hun opvattingen sterker werden, zich meer gaan verzetten tegen God en meer Zijn vijand geworden. Het werk van God is altijd nieuw en nooit oud en het is nooit een doctrine, in plaats daarvan is het in meer of mindere mate continu onderhevig aan verandering en vernieuwing. Dit werk is de uiting van de inherente gezindheid van God Zelf. Het is ook het inherente principe van Gods werk en een van de manieren waarop God Zijn management vervult. Als God niet op deze manier zou werken, zou de mens niet veranderen of in staat zijn om God te kennen en zou Satan niet worden verslagen. Daarom komen er in Zijn werk continu veranderingen voor die willekeurig lijken, maar in feite regelmatig terugkeren. De manier waarop de mens in God gelooft is echter heel anders: hij houdt vast aan oude, bekende doctrines en systemen en hoe ouder ze zijn hoe aangenamer hij ze vindt. Hoe kan het onwetende verstand van de mens, een verstand dat zo onbuigzaam is als steen, zo veel ondoorgrondelijk nieuw werk en nieuwe woorden van God accepteren? De mens verafschuwt de God die altijd nieuw is en nooit oud. Hij houdt alleen van de oude God die lange tanden en wit haar heeft en zich vast op één plaats bevindt. Doordat God en de mens beide hun eigen voorkeur hebben, is de mens zo de vijand van God geworden. Veel van deze tegenstellingen bestaan nu nog, op het moment dat God gedurende bijna zesduizend jaar nieuw werk heeft verricht. Daar is geen oplossing voor.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen zij die het huidige werk van God kennen mogen God dienen
Komen niet juist veel mensen tegen God in opstand en werken zij het werk van de Heilige Geest niet juist tegen omdat ze het gevarieerde en veelzijdige werk van God niet kennen, en bovendien slechts een fractie bezitten aan kennis en doctrine waarmee het werk van de Heilige Geest gemeten kan worden? Hoewel de ervaringen van dergelijke mensen oppervlakkig zijn, zijn ze van nature arrogant en toegeeflijk en kijken zij met minachting naar het werk van de Heilige Geest, negeren ze de disciplines van de Heilige Geest en gebruiken ze bovendien hun onbeduidende, oude argumenten om het werk van de Heilige Geest te bevestigen. Zij spelen ook komedie en zijn helemaal overtuigd van hun eigen geleerdheid en uitgebreide kennis, en dat ze over de hele wereld kunnen reizen. Worden dergelijke mensen niet verafschuwd en verworpen door de Heilige Geest, en zullen ze niet geëlimineerd worden door het nieuwe tijdperk? Zijn zij die voor God komen en zich openlijk tegen Hem verzetten niet onwetende en ongeïnformeerde kleine mensen die alleen maar proberen te laten zien hoe briljant ze zijn? Met slechts weinig kennis van de Bijbel proberen zij zich tegenover de ‘academische wereld’ op te stellen. Met slechts een oppervlakkige doctrine om mensen wat bij te brengen, proberen ze het werk van de Heilige Geest om te keren en het in te passen in hun eigen denkpatroon; en kortzichtig als ze zijn, proberen ze in één vluchtige blik zesduizend jaar van Gods werk te zien. Deze mensen hebben geen enkel verstand van spreken! In feite is het zo dat hoe meer kennis mensen van God hebben, hoe langzamer ze zijn om Zijn werk te beoordelen. Bovendien praten ze maar weinig over hun kennis van Gods werk van vandaag en zijn ze niet lichtvaardig in hun oordeel. Hoe minder ze van God weten, hoe arroganter en overmoediger mensen zijn en hoe willekeuriger ze Gods wezen proclameren. Maar het is slechts theorie en ze bieden geen echt bewijs. Zulke mensen zijn geenszins van waarde. Zij die het werk van de Heilige Geest zien als een spelletje zijn onnozel! Zij die niet opletten als ze worden geconfronteerd met het nieuwe werk van de Heilige Geest, die hun woordje snel klaar hebben, snel zijn om te oordelen, die hun natuurlijke instinct de vrije teugel geven om de juistheid van het werk van de Heilige Geest te ontkennen, en dit ook te beledigen en te belasteren, zouden zulke respectloze mensen het werk van de Heilige Geest kennen? Zijn zij daarnaast niet ook degenen die arrogantie vertonen, die inherent trots en onbestuurbaar zijn? Zelfs als er een dag komt waarop zulke mensen het nieuwe werk van de Heilige Geest aanvaarden, zal God hen nog steeds niet tolereren. Ze kijken niet alleen neer op degenen die werken voor God, maar lasteren ook tegen God Zelf. Dergelijke onbezonnen mensen zullen geen vergeving ontvangen, noch in dit tijdperk noch in het komende, en zij zullen eeuwig vergaan in de hel! Dergelijke respectloze, toegeeflijke mensen doen alsof ze in God geloven en hoe meer ze dat doen, des te waarschijnlijker het is dat ze Gods bestuurlijke decreten zullen beledigen. Bewandelen al deze arrogante mensen, die van nature teugelloos zijn en nooit iemand gehoorzaamd hebben, niet dit pad? Keren zij zich niet dagelijks tegen God, tegen Hem die altijd nieuw is en nooit oud?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God
Elk van de drie werkfases wordt uitgevoerd op basis van de vorige fase. Die wordt niet onafhankelijk uitgevoerd, los van het reddingswerk. Hoewel er grote verschillen zijn in het tijdperk en het soort werk dat wordt verricht, gaat het in de kern telkens om de redding van de mensheid en elke fase van het reddingswerk gaat dieper dan de vorige. Elke werkfase gaat door op het fundament van de vorige, die niet is opgeheven. Op deze manier geeft God in Zijn werk, dat altijd nieuw is en nooit oud, voortdurend uitdrukking aan aspecten van Zijn gezindheid, die voor de mens eerder nooit tot uitdrukking zijn gebracht. Hierdoor wordt Zijn nieuwe werk en Zijn nieuwe wezen altijd aan de mens geopenbaard en hoewel de religieuze oude garde haar uiterste best doet om zich hiertegen te verzetten en er openlijk tegenin te gaan, doet God toch altijd het nieuwe werk dat Hij van plan is te doen. Zijn werk is altijd in beweging en daarom ondervindt het altijd weerstand van de mens. Zijn gezindheid is dus ook altijd aan verandering onderhevig, evenals het tijdperk en de ontvangers van Zijn werk. Bovendien verricht Hij altijd werk dat nog nooit eerder is verricht, zelfs werk waarvan het voor de mens lijkt alsof het in tegenspraak is met het werk dat eerder is verricht en daarmee in strijd is. De mens kan alleen maar één soort werk of één manier van praktiseren aanvaarden. Het is voor de mens moeilijk om werk of een manier van praktiseren te aanvaarden die hem vreemd is of hoger reikt dan hemzelf. Maar de Heilige Geest is altijd bezig met nieuw werk en dus verschijnen er steeds weer groepen van religieuze deskundigen die zich verzetten tegen het nieuwe werk van God. Deze mensen zijn juist experts geworden omdat de mens niet beseft dat God altijd nieuw is en nooit oud, en geen kennis heeft van de beginselen van Gods werk en, wat nog belangrijker is, geen kennis heeft van de vele manieren waarop God de mens redt. Als zodanig is de mens nauwelijks in staat om te weten of het het werk van de Heilige Geest is en of het het werk van God Zelf is. Veel mensen klampen zich vast aan een houding waarbij ze, indien het overeenkomt met de eerdere woorden, ze het aanvaarden en indien er verschillen zijn met het werk van daarvoor, ze ertegen zijn en het verwerpen. Houden jullie je vandaag de dag niet allemaal aan deze beginselen? […] Weet wel dat jullie tegen Gods werk ingaan of jullie eigen opvattingen erop na houden om het werk van vandaag te beoordelen, omdat jullie de beginselen van Gods werk niet kennen en omdat jullie het werk van de Heilige Geest niet serieus genoeg nemen. Jullie tegenstand tegen God en jullie obstructie van het werk van de Heilige Geest worden veroorzaakt door jullie opvattingen en inherente arrogantie. Het is niet omdat Gods werk verkeerd is, maar omdat jullie van nature te opstandig zijn. Nadat ze tot geloof in God zijn gekomen, kunnen sommige mensen zelfs niet met zekerheid zeggen wat de oorsprong van de mens is. Toch durven ze te komen met openbare toespraken waarbij ze vertellen wat er wel en niet klopt van het werk van de Heilige Geest. En ze lezen zelfs de apostelen de les, die het nieuwe werk van de Heilige Geest hebben. Ze leveren commentaar en spreken voor hun beurt. Qua menselijkheid zitten ze op een te laag peil en ze hebben niet het minste verstand. Zou de dag niet komen waarop zulke mensen door het werk van de Heilige Geest worden verworpen en zullen branden in het vuur van de hel? Ze kennen het werk van God niet, maar bekritiseren Zijn werk wel en willen God dan ook nog vertellen hoe Hij moet werken. Hoe kunnen zulke onredelijke mensen God kennen? Tijdens het proces van het zoeken en ervaren van God leert de mens Hem kennen. Hij leert God niet kennen door de verlichting van de Heilige Geest als hij Hem in een opwelling bekritiseert. Hoe accurater mensen God kennen, hoe minder ze tegen Hem opstaan. Hoe minder goed mensen God daarentegen kennen, des te waarschijnlijker het is dat ze tegen Hem in opstand komen. Je opvattingen, je oude natuur en je menselijkheid, karakter en morele zienswijze zijn het ‘kapitaal’ waarmee je tegen God in opstand komt, en hoe meer verdorven, gedegenereerd en verlaagd je bent, hoe meer je Gods vijand bent. Zij die gruwelijke opvattingen hebben en een gezindheid van zelfgenoegzaamheid leven zelfs in nog meer vijandschap met de vleesgeworden God en zulke mensen zijn de antichristen. Als je opvattingen niet worden rechtgezet, dan zullen deze altijd tegen God zijn. Je zult nooit verenigbaar met God zijn en je zult altijd los van Hem zijn.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God
Mensen die verdorven zijn leven allemaal in de valstrik van Satan, ze leven in het vlees, leven in zelfzuchtige verlangens en er is niemand onder hen die verenigbaar is met mij. Er zijn mensen die zeggen dat ze dat wel zijn, maar die allen vage idolen aanbidden. Hoewel ze mijn naam als heilig erkennen, begaan ze een pad dat tegengesteld loopt aan mij en hun woorden zijn vol arrogantie en zelfvertrouwen, omdat ze allemaal fundamenteel tegen mij zijn en niet verenigbaar met mij. Elke dag zoeken ze naar sporen van mij in de Bijbel en vinden willekeurig ‘passende’ passages die ze eindeloos lezen en die ze reciteren als geschriften. Ze weten niet hoe ze met mij verenigbaar kunnen zijn, weten niet wat het betekent om in vijandschap met mij te zijn en lezen de geschriften slechts blindelings. Ze beperken binnen de Bijbel een vage God die ze nooit hebben gezien en ze zijn niet bij machte om die te zien en ze kijken wel als ze eens vrije tijd hebben. Ze geloven alleen in mijn bestaan binnen de reikwijdte van de Bijbel. Voor hen ben ik hetzelfde als de Bijbel; zonder de Bijbel ben ik er niet en zonder mij is er geen Bijbel. Ze besteden geen aandacht aan mijn bestaan of daden, maar in plaats daarvan besteden ze extreme en speciale aandacht aan elk afzonderlijk woord van de Schrift en velen van hen geloven zelfs dat ik niets dat ik zou willen doen zou moeten doen, tenzij het door de Schrift is voorzegd. Ze hechten teveel waarde aan de Schrift. Je zou kunnen zeggen dat ze woorden en uitdrukkingen als te belangrijk zien en gaan zelfs zo ver dat ze verzen uit de Bijbel gebruiken om elk woord dat ik zeg af te wegen en om mij te veroordelen. Wat zij zoeken is niet de weg van verenigbaarheid met mij, of de weg van verenigbaarheid met de waarheid, maar de weg van verenigbaarheid met de woorden van de Bijbel en zij geloven dat alles wat niet overeenkomt met de Bijbel, zonder uitzondering, niet mijn werk is. Zijn zulke mensen niet de plichtsgetrouwe afstammelingen van de farizeeën? De Joodse farizeeën gebruikten de wet van Mozes om Jezus te veroordelen. Ze zochten niet naar verenigbaarheid met de Jezus van die tijd, maar volgden ijverig de wet naar de letter en gingen zelfs zo ver dat ze uiteindelijk de onschuldige Jezus aan het kruis nagelden, nadat ze Hem ervan beschuldigden dat Hij de Oudtestamentische wet niet naleefde en dat Hij de Messias niet was. Wat was hun essentie? Was het niet, dat ze niet zochten naar de weg van verenigbaarheid met de waarheid? Ze waren geobsedeerd door elk woord van de Schrift, terwijl ze geen aandacht schonken aan mijn wil en de stappen en methoden van mijn werk. Het waren geen mensen die de waarheid zochten, maar mensen die zich stevig aan woorden vastklampten; het waren geen mensen die in God geloofden, maar mensen die in de Bijbel geloofden. In wezen waren zij waakhonden van de Bijbel. Om de belangen van de Bijbel te beschermen en de waardigheid van de Bijbel te handhaven en de reputatie van de Bijbel te beschermen, gingen ze zo ver dat ze de genadige Jezus aan het kruis nagelden. Dit deden ze alleen om de Bijbel te verdedigen en om de status van elk woord van de Bijbel in de harten van mensen te handhaven. Dus gaven ze de voorkeur aan het verzaken van hun toekomst en het zondoffer, om Jezus, die Zich niet aan de doctrine van de Schrift hield, ter dood te veroordelen. Waren zij niet de lakeien van elk woord van de Schrift?
En hoe zit het met de mensen tegenwoordig? Christus is gekomen om de waarheid vrij te geven, maar zij willen Hem liever uit de mensheid verdrijven om zodoende de hemel binnen te gaan en genade te ontvangen. Ze zouden de komst van de waarheid liever volledig ontkennen om de belangen van de Bijbel te beschermen en zouden liever de Christus die het vlees weer aannam opnieuw aan het kruis nagelen om het eeuwige bestaan van de Bijbel te garanderen. Hoe kan de mens mijn redding ontvangen, wanneer zijn hart zo kwaadaardig is en zijn aard zo vijandig tegenover mij? Ik leef onder de mensen, maar de mensen weten niets van mijn bestaan. Wanneer ik mijn licht op de mens schijn, blijft hij nog steeds onwetend van mijn bestaan. Wanneer ik mijn toorn over de mens ontketen, ontkent hij mijn bestaan met nog grotere kracht. De mens zoekt naar verenigbaarheid met woorden, met de Bijbel, maar toch nadert geen enkele persoon tot mij om de weg van verenigbaarheid met de waarheid te zoeken. De mens kijkt naar mij op in de hemel en besteedt bijzondere zorg aan mijn bestaan in de hemel, maar niemand geeft om mij in het vlees, want ik die onder de mensen leef, ben gewoon te onbeduidend. Degenen die alleen naar verenigbaarheid met de woorden van de Bijbel zoeken en die alleen naar verenigbaarheid met een vage God zoeken, zijn voor mij een ellendige vertoning. Dat is omdat wat ze aanbidden dode woorden zijn en een God die in staat is om ze ongekende schatten te geven. Wat zij aanbidden is een God die Zichzelf overgeeft aan de genade van de mens en die niet bestaat. Wat kunnen zulke mensen dan van mij verkrijgen? De mens is simpelweg te min voor woorden. Degenen die tegen mij zijn, die ongebreidelde eisen aan mij stellen, die geen liefde voor de waarheid hebben, die opstandig zijn jegens mij – hoe zouden die verenigbaar met mij kunnen zijn?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Je zou de weg van verenigbaarheid met Christus moeten zoeken
Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven zochten ze niet. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout om zich tevergeefs aan de naam van de Messias vast te klampen en zich ondertussen op alle mogelijke manieren tegen het wezen van de Messias te verzetten. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God is als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Zijn dit geen ongerijmde en belachelijk ideeën? Ik wil jullie nogmaals vragen: is het niet heel makkelijk voor jullie om de fouten van de vroegste farizeeërs te begaan, omdat jullie niet het geringste begrip van Jezus hebben? Kun je de weg van de waarheid onderscheiden? Kun je echt garanderen dat je je niet zult verzetten tegen Christus? Kun je het werk van de Heilige Geest volgen? Als je niet weet of je je zult verzetten tegen Christus, dan zeg ik dat je al op de rand van de dood leeft. Zij die de Messias niet kenden waren allemaal in staat om zich tegen Jezus te verzetten, of om Jezus te verwerpen, of kwaad te spreken over Hem. Mensen die Jezus niet begrijpen, kunnen Hem allemaal ontkennen en beschimpen. Ze zijn bovendien in staat de terugkeer van Jezus als het bedrog van Satan te zien en meer mensen zullen de in het vlees teruggekeerde Jezus veroordelen. Maakt dit alles jullie niet bang? Jullie krijgen met blasfemie tegen de Heilige Geest te maken, de verwoesting van de woorden van de Heilige Geest aan de kerken, en de afwijzing van alles dat Jezus tot uitdrukking heeft gebracht. Als jullie zo verward zijn, wat kunnen jullie van Jezus krijgen? Hoe kunnen jullie het werk van Jezus begrijpen wanneer Hij naar het vlees terugkeert op een witte wolk, als jullie koppig blijven weigeren je je fouten te realiseren? Dit is wat ik jullie vertel: mensen die de waarheid niet aanvaarden, maar blind de komst van Jezus op een witte wolk afwachten, zullen zeker blasfemie plegen jegens de Heilige Geest, en zij behoren tot de categorie die vernietigd zal worden. Jullie willen slechts de genade van Jezus ontvangen en genieten van het zalige hemelrijk, maar jullie hebben de woorden die Jezus heeft gesproken nooit gehoorzaamd en jullie hebben de waarheid die Jezus heeft geuit toen Hij terugkeerde naar het vlees nooit ontvangen. Wat hebben jullie te bieden in ruil voor het feit dat Jezus op een witte wolk terugkomt? Is het de eerlijkheid waarmee jullie regelmatig zonden begaan en ze vervolgens opbiechten, steeds weer? Wat kunnen jullie als offer aanbieden aan Jezus die op een witte wolk terugkeert? Zijn het de jaren van werk waarmee jullie jezelf prijzen? Wat hebben jullie te bieden zodat de teruggekeerde Jezus jullie kan vertrouwen? Is het die arrogante natuur van jullie, die aan geen enkele waarheid gehoorzaamt?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.