Of religieuze voorgangers en ouderlingen echt door God worden aangesteld, en of het gehoorzamen van voorgangers en ouderlingen het gehoorzamen en volgen van God is
Bijbelverzen ter referentie:
“We dienen God te gehoorzamen in plaats van de mens” (Hand. 5:29).
Relevante woorden van God:
Degenen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken reciteren de Bijbel elke dag, maar toch begrijpt geen van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen kent God en niemand leeft in overeenstemming met Gods hart. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die alle vanuit de hoogte God onderwijzen. Hoewel ze met de naam van God schermen, verzetten ze zich moedwillig tegen Hem. Hoewel ze zichzelf gelovigen van God noemen, zijn ze degene die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofd-demonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. En hoewel ze van ‘stevig vlees’ zijn, hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze antichristen zijn die de mens leiden in zijn verzet tegen God? Hoe kunnen zij weten dat ze levende duivels zijn die er in het bijzonder op uit zijn hun zielen te verslinden?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten
Kijk naar de leiders van elke denominatie. Allemaal zijn ze arrogant en zelfgenoegzaam. Hun interpretaties van de Bijbel missen context en worden geleid door hun eigen verbeeldingen. Ze rekenen allemaal op gaven en belezenheid om hun werk te doen. Als zij totaal niet konden preken, zouden de mensen hen dan volgen? Want het is waar dat ze wat kennis hebben, dat ze over sommige doctrines kunnen preken, of dat ze weten hoe ze anderen kunnen overwinnen en gebruik kunnen maken van een aantal kunstgrepen. Ze gebruiken deze om mensen naar zich toe te trekken en te misleiden. Deze mensen geloven symbolisch in God, maar in werkelijkheid volgen ze hun leiders. Wanneer ze iemand tegenkomen die de ware weg preekt, dan zouden sommigen van hen zeggen: “We moeten onze leider raadplegen over ons geloof.” Hun geloof in God gaat via een mens. Is dat niet een probleem? Wat is er dan van deze leiders terechtgekomen? Zijn ze niet farizeeërs, valse herders, antichristen en struikelblokken geworden voor mensen in de aanvaarding van de ware weg? […]
Vroeger kon het zijn dat mensen die in God geloofden een persoon volgden of niet aan Gods wil voldeden; in deze laatste fase zullen ze voor God moeten verschijnen. Als je fundament bestaat uit je ervaring van deze fase van het werk en je toch een persoon blijft volgen, kun je niet worden vergeven en zul je net zo eindigen als Paulus.
uit ‘Alleen het najagen van de waarheid is het ware geloof in God’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’
Bij het volgen van God is het van het grootste belang dat alles is volgens de woorden van God van vandaag. Ongeacht of je er nu naar streeft om het leven binnen te treden of dat je streeft naar het volbrengen van Gods wil, tegenwoordig moet alles draaien om Gods woorden. Als bij wat je communiceert en nastreeft de woorden van God van vandaag niet centraal staan, dan ben je een vreemdeling voor de woorden van God en compleet verstoken van het werk van de Heilige Geest. Wat God wil, zijn mensen die in Zijn voetspoor treden. Ongeacht de pracht en puurheid van wat je voorheen begreep, God wil het niet, en als je niet in staat bent om zulke dingen terzijde te leggen, dan zal dat een enorm obstakel zijn voor je intrede in de toekomst. Allen die in staat zijn om het tegenwoordige licht van de Heilige Geest te volgen, zijn gezegend. De mensen van eeuwen geleden traden ook in het voetspoor van God. Maar zij konden niet volgen tot vandaag. Dit is de zegen van het volk van de laatste dagen. Zij die het tegenwoordige werk van de Heilige Geest kunnen volgen en in staat zijn om in het voetspoor van God te treden – waar hij hen maar naartoe leidt – zijn mensen die door God gezegend zijn. Zij die het tegenwoordige werk van de Heilige Geest niet volgen, zijn niet binnengegaan in het werk van Gods woorden en hoeveel zij ook maar werken of hoezeer zij ook maar lijden of hoeveel ze ook maar rondvliegen, het betekent allemaal niets voor God en Hij zal hen niet verheerlijken. Vandaag is iedereen die de huidige woorden van God volgt in de stroom van de Heilige Geest en staan mensen voor wie de woorden van God van vandaag vreemd zijn, buiten de stroom van de Heilige Geest en zulke mensen worden niet door God verheerlijkt. Dienstbaarheid die is afgescheiden van de tegenwoordige uitspraken van de Heilige Geest, is dienstbaarheid van het vlees en van opvattingen, en deze is onmogelijk in overeenstemming met Gods wil. Als mensen leven te midden van religieuze opvattingen, dan zijn ze niet in staat om iets te doen naar Gods wil, en hoewel ze God dienen, dienen ze naar hun verbeelding en opvattingen en zijn ze totaal ongeschikt om te dienen overeenkomstig Gods wil. Zij die het werk van de Heilige Geest niet kunnen volgen, begrijpen de wil van God niet en zij die de wil van God niet begrijpen, kunnen God niet dienen. God wil dienstbaarheid die naar Zijn eigen hart is. Hij wil geen dienstbaarheid die volgens opvattingen en naar het vlees zijn. Als mensen niet in staat zijn om de voetstappen van het werk van de Heilige Geest te volgen, dan leven ze te midden van opvattingen. De dienstbaarheid van zulke mensen is verstorend en hinderlijk, en dergelijke dienstbaarheid gaat in tegen God. Zodoende zijn zij, die niet in staat zijn om in Gods voetspoor te treden, niet in staat om God te dienen. Zij die niet in Gods voetspoor kunnen treden, gaan zeker tegen God in en zijn onverenigbaar met God. Het ‘volgen van het werk van de Heilige Geest’ betekent het begrijpen van Gods wil voor vandaag, het kunnen handelen in overeenstemming met de tegenwoordige eisen van God, het kunnen gehoorzamen en volgen van de God van vandaag, en het kunnen leven naar de meest recente uitspraken van God. Alleen zo iemand volgt het werk van de Heilige Geest en is in de stroom van de Heilige Geest. Zulke mensen zijn niet alleen in staat om Gods lof te ontvangen en God te zien, maar uit het nieuwste werk van God kunnen ze ook Gods gezindheid herleiden, en kennen ze de opvattingen en ongehoorzaamheid van de mens, en de natuur en het wezen van de mens. Bovendien kunnen ze in hun dienstbaarheid geleidelijk veranderingen in hun gezindheid teweegbrengen. Alleen zulke mensen kunnen God winnen en hebben echt de ware weg gevonden.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Ken Gods nieuwste werk en treed in Zijn voetspoor
Mensen die in God geloven, moeten God gehoorzamen en Hem aanbidden. Je moet geen enkele persoon verheerlijken of naar hem opkijken; je moet niet God op de eerste plaats, de mensen naar wie je opkijkt op de tweede en jezelf op de derde plaats zetten. Geen enkele persoon zou een plaats in jouw hart moeten hebben en je moet niet denken dat mensen – vooral hen die je vereert – op gelijk niveau staan met God, dat ze Zijn gelijke zijn. Dit is voor God onverdraaglijk.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De tien bestuurlijke decreten waaraan Gods uitverkoren volk moet gehoorzamen in het Tijdperk van het Koninkrijk
Sommige mensen verheugen zich niet in de waarheid en nog minder in het oordeel. In plaats daarvan verheugen ze zich in hun macht en rijkdommen. Dat soort mensen wordt machtzoekers genoemd. Zij komen uitsluitend af op die geloofsgemeenschappen in de wereld die invloed hebben en op die geestelijk leiders en leraren die van een theologische hogeschool komen. Ondanks dat ze de weg van de waarheid hebben aanvaard, blijven ze sceptisch en zijn ze niet in staat zichzelf volledig toe te wijden. Ze praten over offers brengen voor God, maar hun ogen zijn gericht op de grote geestelijk leiders en leraren, en Christus wordt opzijgeschoven. Hun hart is vol van roem, fortuin en glorie. Ze geloven er niets van dat zo'n onaanzienlijke man in staat is zovelen te overwinnen, dat iemand die zo onopvallend is, in staat is mensen te vervolmaken. Ze geloven er niets van dat deze stumperds die tussen het vuil en de mesthopen leven de mensen zijn die door God zijn uitverkoren. Als dát soort mensen door God gered zou worden, denken ze, zou het de wereld op zijn kop zijn en iedereen zou in een deuk liggen van het lachen. Ze geloven dat als God zulke sukkelaars uitkiest om te worden vervolmaakt, die hoge heren God Zelf zouden worden. Hun perspectief is besmet met ongeloof; sterker nog, het zijn belachelijke beesten. Want zij hechten alleen waarde aan positie, prestige en macht. Wat zij hoogachten, zijn grote groepen en geloofsgemeenschappen. Ze hebben geen enkel respect voor diegenen die geleid worden door Christus. Ze zijn niet meer dan verraders die zich van Christus, de waarheid en het leven hebben afgekeerd.
Wat jij bewondert, is niet de nederigheid van Christus, maar die valse herders met aanzien. Je houdt niet van de lieflijkheid of de wijsheid van Christus, maar van die lichtzinnige figuren die omgang hebben met de verachtelijke wereld. Je lacht om de pijn van Christus, die geen plaats heeft om Zijn hoofd neer te leggen, maar bewondert die levenloze wezens die offeranden wegkapen en zich wentelen in losbandigheid. Je bent niet bereid zij aan zij met Christus te lijden, maar stort je maar al te graag in de armen van die roekeloze antichristenen, hoewel ze je alleen maar vlees, alleen maar letters en alleen maar controle geven. Zelfs nu keert je hart zich nog steeds naar hen, hun reputatie, hun status en hun invloed. Maar je blijft bij een houding waarin je het werk van Christus moeilijk te verteren vindt en je bent niet bereid het te aanvaarden. Daarom zeg ik dat je niet het geloof hebt dat inhoudt dat je Christus erkent. De enige reden waarom je Hem tot op de dag van vandaag hebt gevolgd, is alleen omdat je geen andere keuze had. Een reeks imposante beelden rijzen altijd maar weer op in je hart. Je kunt alles wat ze zeggen en doen, hun invloedrijke woorden en handen, maar niet vergeten. In jullie hart zijn ze voor altijd oppermachtig en voor altijd helden. Maar de Christus van vandaag niet. Hij is altijd maar weer onbetekenend in je hart en altijd maar weer is Hij je eerbied niet waard. Want Hij is veel te gewoon, heeft veel te weinig invloed en is allesbehalve verheven.
Hoe dan ook, ik zeg dat al diegenen die de waarheid niet waarderen ongelovigen zijn en verraders zijn van de waarheid. Dat soort mensen zal nooit de goedkeuring van Christus ontvangen. Heb je nu vastgesteld hoeveel ongeloof er in je is? En hoeveel verraad van Christus? Ik doe een dringend beroep op je: aangezien je de weg van de waarheid hebt gekozen, moet je jezelf daar met je hele hart aan toewijden; wees niet ambivalent of halfslachtig. Je moet begrijpen dat God niet toebehoort aan de wereld of aan welke afzonderlijke persoon dan ook, maar aan al diegenen die echt in Hem geloven, al diegenen die Hem aanbidden en al diegenen die Hem toegewijd en trouw zijn.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Ben jij iemand die waarlijk in God gelooft?
Die mensen die beweren God te volgen zouden er het beste aan doen hun ogen te openen en eens goed te kijken, om precies te zien in wie ze geloven: is het werkelijk God in wie je gelooft, of is het Satan? Als je weet dat datgene waarin je gelooft, niet God is maar je eigen afgoden zijn, dan kun je beter niet beweren een gelovige te zijn. Als je werkelijk niet weet in wie je gelooft, ook dan kun je beter niet beweren een gelovige te zijn. Het zou godslasterlijk zijn om dat te zeggen! Niemand dwingt je om in God te geloven. Zeg niet dat jullie in mij geloven; ik heb genoeg gehad van zulke praat en wil die niet meer horen, want waar jullie in geloven, zijn de afgoden in jullie hart en de plaatselijke pestkoppen onder jullie. Zij die hun hoofd schudden wanneer ze de waarheid horen, die grijnzen wanneer ze over de dood horen praten, zijn allemaal Satansgebroed, en zij zijn degenen die geëlimineerd zullen worden. Velen in de kerk hebben geen onderscheidingsvermogen. Wanneer er iets misleidends gebeurt, staan ze onverwacht aan de kant van Satan; ze vinden het zelfs onrechtvaardig dat ze hielenlikkers van Satan worden genoemd. Hoewel mensen misschien zeggen dat ze geen onderscheidingsvermogen hebben, staan ze altijd aan de kant zonder waarheid; ze staan nooit aan de kant van de waarheid als puntje bij paaltje komt, ze staan nooit op om voor de waarheid te pleiten. Ontbreekt het hun werkelijk aan onderscheidingsvermogen? Waarom kiezen ze onverwacht partij voor Satan? Waarom zeggen ze nooit een enkel billijk en redelijk woord om de waarheid te ondersteunen? Is deze situatie werkelijk ontstaan als gevolg van hun tijdelijke verwarring? Hoe minder onderscheidingsvermogen mensen hebben, hoe kleiner hun vermogen om aan de kant van de waarheid te staan. Wat blijkt hieruit? Blijkt hieruit niet dat mensen zonder onderscheidingsvermogen van het kwaad houden? Blijkt hieruit niet dat ze trouw Satansgebroed zijn? Waarom is het zo dat ze altijd aan de kant van Satan kunnen staan en zijn taal kunnen spreken? Al hun woorden en daden, hun gezichtsuitdrukkingen, volstaan allemaal als bewijs dat ze op geen enkele manier van de waarheid houden; veeleer zijn ze mensen die de waarheid verachten. Dat ze aan de kant van Satan kunnen staan, is voldoende bewijs dat Satan echt houdt van deze kleinere duiveltjes die hun hele leven vechten omwille van Satan. Zijn al deze feiten niet overduidelijk? Als je werkelijk iemand bent die van de waarheid houdt, waarom heb je dan geen achting voor degenen die de waarheid beoefenen en waarom volg je onmiddellijk, als ze ook maar even een blik op je werpen, degenen die de waarheid niet beoefenen? Wat is dit voor probleem? Het kan me niet schelen of je wel of geen onderscheidingsvermogen hebt. Het kan me niet schelen hoe groot de prijs is die je hebt betaald. Het kan me niet schelen hoe groot je machten zijn, en het kan me niet schelen of je een plaatselijke pestkop bent of een vlagdragende leider. Als je machten groot zijn, komt dat alleen maar door de hulp van Satans kracht. Als je in hoog aanzien staat, komt dat louter doordat er om je heen te veel mensen zijn die de waarheid niet beoefenen. Als je niet verdreven bent, is dat omdat het nu niet het moment is voor het verdrijvingswerk; in plaats daarvan is het tijd voor het elimineringswerk. Er is geen haast om je nu te verdrijven. Ik wacht simpelweg op de dag waarop ik je zal straffen, nadat je geëlimineerd bent. Eenieder die de waarheid niet beoefent, zal worden geëlimineerd!
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een waarschuwing aan hen die de waarheid niet beoefenen
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.