346 Jullie kennen je status gewoon niet
Elk van jullie is gestegen tot het hoogste punt van de menigten; jullie zijn opgestegen om de voorouders van de massa’s te zijn. Jullie zijn uiterst arbitrair en jullie schoppen herrie onder alle maden; jullie zoeken een behaaglijke plek en proberen de maden die kleiner dan jezelf zijn te verorberen. Jullie zijn kwaadaardig en sinister in je hart en streven zelfs de geesten voorbij die naar de bodem van de zee zijn gezonken. Jullie leven op de bodem van de mest en verstoren de maden van boven tot onder tot ze geen rust kennen. Ze bevechten elkaar een tijdje en worden dan weer rustig. Jullie kennen je plaats niet en toch blijven jullie elkaar bestrijden in de mest. Wat valt er voor jullie te winnen met zo’n strijd? Hoe zouden jullie elkaar achter mijn rug om kunnen bevechten als jullie werkelijk eerbied voor mij in jullie hart hadden? Hoe hoog je status ook is, ben je niet nog altijd een stinkende kleine worm in de mest? Zul je vleugels kunnen ontwikkelen en een duif in de lucht kunnen worden?
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wanneer vallende bladeren terugkeren naar hun wortels, zul je spijt krijgen van al het kwaad dat je hebt gedaan