17. Door de dichte omsingeling van Satan breken
Afgelopen november was het in noordoost-China bitter koud. De sneeuw die was gevallen wilde niet smelten, en veel mensen die buiten liepen hadden het zo koud dat ze hun handen onder hun oksels staken en voorzichtig en voorovergebogen hun weg vervolgden. Op een dag, vroeg op de ochtend, kwam de wind uit het noordwesten. Mijn zwager en zijn vrouw, zo’n twaalf broeders en zusters en ik zaten bij mij thuis op het warme bed. Iedereen had een exemplaar van de Bijbel naast zich liggen, en iedereen had een exemplaar in handen van het boek van Gods woorden, ‘Oordeel begint met het huis van God’. Twee zusters van De Kerk van Almachtige God communiceerden over de waarheid rond de drie fasen van Gods werk. Onder de communicatie tekenden de beide zusters afbeeldingen van de drie fasen van het werk: “Gods werk voor de redding van de mensheid kan in drie fasen worden opgedeeld. Van het Tijdperk van de Wet, via het Tijdperk van Genade naar het Tijdperk van het Koninkrijk: elke werkfase is hoger en diepgaander dan de vorige. Het werk dat in de laatste dagen wordt gedaan, is de laatste werkfase, waarin God woorden verkondigt om over de mens te oordelen en hem te zuiveren …” We knikten terwijl we luisterden, en onze harten werden vervuld van licht: wie had kunnen denken dat Gods managementplan voor de redding van de mensheid zoveel mysteries kende! Wie kon er, naast God Zelf, zo duidelijk spreken over de mysteries van deze drie fasen van Gods werk? Dit is echt het werk van God! We bleven communiceren tot de avond van de volgende dag, en iedereen in onze groep sprak de bereidheid uit om het werk van de laatste dagen van de hand van Almachtige God te zoeken en onderzoeken.
Hierna communiceerden de twee zusters over de waarheid wat betreft de betekenis van de incarnatie van God. De rest van ons was hier aandachtig naar aan het luisteren, toen plotseling onze kerkleider Wang Ping arriveerde. Zodra ze het huis binnenkwam, wees ze naar de beide zusters van De Kerk van Almachtige God en vroeg ze me: “Wat doen deze twee hier?” Ik was er open over: “Dit zijn zuster Zhang en zuster Mu …” Maar voordat ik zelfs maar kon uitpraten, zei ze met irritatie in haar stem: “Wie zijn zuster Zhang en zuster Mu? Ik kan zien dat ze predikers van Bliksem uit het oosten zijn, ze zijn schapendieven …” Toen Wang Ping was uitgepraat, zaten we daar allemaal geschokt. Ik dacht: zuster Wang Ping heeft het bijna altijd gehad over het liefhebben van onze naasten als onszelf, en over het liefhebben van onze vijanden. Waarom komt ze hier vandaag zulke onredelijke dingen zeggen? Waarom oordeelt ze over en veroordeelt ze deze twee zusters? Ik was hierover aan het nadenken, toen ik zuster Zhang op kalme toon tegen Wang Ping hoorde zeggen: “Zuster, wij zijn hier vandaan niet met verborgen bedoelingen. De Heer Jezus is al teruggekeerd. We willen alleen maar Gods evangelie van de laatste dagen onder jullie verspreiden …” Wang Ping onderbrak zuster Zhang en riep uit: “De Heer is teruggekeerd? Niet eens degenen onder ons die als leiders dienen weten ook maar iets over de terugkeer van de Heer. Hoe zouden jullie er dan iets over kunnen weten? Dat is niet mogelijk! De Heer Jezus heeft gezegd: ‘Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd’ (Johannes 10:8). Jullie moeten allebei nu meteen weggaan en hier nooit meer terugkomen.” Toen ik Wang Ping dit hoorde zeggen, voelde ik walging: haar preken zijn vaak zo redelijk en zo goed beargumenteerd; hoe komt het dat ze plotseling geen greintje medeleven heeft? Daarom vroeg ik Wang Ping: “Zuster Wang, het is laat. Waar wil je dat ze heen gaan? De Heer leert ons dat we onze vijanden moeten liefhebben, om nog maar te zwijgen over deze twee zusters die in God geloven. Als we deze beiden zo zouden behandelen, zouden we totaal niet lijken op mensen die in de Heer geloven …” Maar voordat ik zelfs maar kon uitpraten, greep Wang Ping nerveus de hand van de vrouw van mijn zwager en zei tegen haar en haar man: “Als Zhao Gang niet wil dat deze twee vrouwen vertrekken, laten wij dan gaan. Luister niet langer naar ze!” Toen greep ze deze twee woedend vast en vertrok.
Toen ze vertrokken waren, keek zuster Mu ons aan en vroeg: “Broeders en zusters, wat vinden jullie allemaal van wat zich hier net heeft afgespeeld? Laten we er samen over praten.” De broeders en zusters keerden zich allemaal tot mij, zonder dat er een woord viel. Ik zei openhartig: “Zuster, na onze lezingen uit het woord van Almachtige God de afgelopen twee dagen, en door het luisteren naar jullie communicatie, geloof ik beslist dat de woorden van Almachtige God de waarheid zijn, en dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is. Maar er zit ook wat in de dingen die Wang Ping heeft gezegd. Ze is immers onze leidster, en ze gelooft al heel lang in de Heer. Ze is goed thuis in de Bijbel, en ze is altijd druk geweest voor God en heeft zich altijd voor Hem uitgeput. Als de Heer is teruggekeerd, zou zij de eerste moeten zijn die ervan afweet.” Zuster Zhang antwoordde op vriendelijke toon: “Mensen geloven dat de terugkeer van God eerst geopenbaard moet worden aan leiders, die de gelovigen er dan over vertellen. Maar geven de woorden van de Heer werkelijk enige aanleiding voor deze gedachtegang? Is dit in overeenstemming met de waarheid en met de feiten over Gods werk? De Heer Jezus heeft gezegd: ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij’ (Johannes 10:27). ‘Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt’ (Openbaring 2:7). De Heer Jezus vertelt ons duidelijk dat Hij bij Zijn komst met zekerheid woorden zal spreken en de waarheid zal verkondigen, en dat eenieder die Gods stem hoort en vervolgens zoekt en aanvaardt, de terugkomst van de Heer zal verwelkomen en opgenomen zal worden tot God. Heeft de Heer gezegd dat Hij, bij Zijn terugkomst, alle leiders zou verlichten met de kennis van Zijn komst? Nee, dat heeft Hij niet. Daarom is dit idee dat mensen hebben gewoonweg misleidend en verwarrend. Als ze op de Heer wachten om verlicht te worden zoals deze uitspraak wil, dan wachten ze alleen maar passief op het einde. Laten we kijken naar wat de woorden van Almachtige God zeggen. Almachtige God heeft gezegd: ‘Zelfs nog meer mensen geloven dat wat het nieuwe werk van God ook is, het onderbouwd moet zijn door profetieën, en dat in ieder stadium van het werk aan iedereen die Hem met een oprecht hart volgt ook openbaringen getoond moeten worden, anders zou dat werk nooit van God kunnen zijn. Het is al geen gemakkelijke opgave voor de mens om God te leren kennen. Als je daarbij het absurde hart en de opstandige natuur van gewichtigheid en verwaandheid van de mens optelt, is het nog veel moeilijker voor de mens om het nieuwe werk van God te aanvaarden. De mens bestudeert het nieuwe werk van God niet zorgvuldig, maar accepteert het ook niet deemoedig; de mens neemt liever een geringschattende houding aan en wacht op de openbaring en begeleiding van God. Is dit niet het gedrag van een mens die tegen God in opstand komt en zich tegen Hem verzet? Hoe kan zo iemand Gods goedkeuring verkrijgen?’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?). Uit Gods woorden maken we op dat, wat betreft de komst van de Heer, mensen de terugkeer van de Heer nooit zullen kunnen verwelkomen als ze zich blindelings vastklampen aan hun eigen opvattingen en verbeeldingen en, in plaats van de waarheid te zoeken of zich te richten op het horen van Gods stem, gewoon maar wachten tot God hen zal verlichten. Alleen zij die aandachtig naar Gods stem luisteren, kunnen de verschijning van de Heer verwelkomen. Het is zelfs zo dat geen van de mensen die de Heer Jezus volgden in het Tijdperk van Genade verlicht waren door God voordat ze Jezus volgden. Ze hoorden iemand anders getuigen van de Heer Jezus, of hoorden de Heer spreken of preken. Pas toen ze de stem van de Heer herkenden, gingen ze Hem volgen. Hoewel Petrus de verlichting van de Heer verkreeg en de Heer Jezus erkende als Christus en de Zoon van God, gebeurde dat pas nadat hij de Heer Jezus enige tijd had gevolgd. Pas toen hij enige kennis had verkregen over de Heer uit Diens woorden en werk, werd hij verlicht en geïllumineerd door de Heilige Geest. Dit is een feit. Nu, in de laatste dagen, verkondigt de vleesgeworden Almachtige God de waarheid en doet Hij het werk van het oordeel, de zuivering en de redding van de mensheid. Veel mensen aanvaarden en volgen Almachtige God, maar onder hen is er niemand die door God verlicht werd voordat hij Hem begon te volgen. God is rechtvaardig en trekt beslist niemand voor. God verheugt Zich in goedhartige mensen die snakken naar het vinden van de waarheid. Het is precies zoals de Heer Jezus zei: ‘Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden’ (Matteüs 5:6). ‘Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien’ (Matteüs 5:8). Almachtige God heeft ook gezegd: ‘God zoekt mensen die naar Zijn verschijning verlangen. Hij zoekt hen die in staat zijn om Zijn woorden te horen, hen die Zijn opdracht niet vergeten zijn en hun hart en hun lichaam aan Hem opofferen. Hij zoekt hen die zo gehoorzaam zijn als jonge kinderen en geen weerstand aan Hem bieden’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid). Hieruit kunnen we opmaken dat God de mens zal verlichten en hem de weg zal wijzen, zolang de mens maar de waarheid liefheeft en ernaar snakt, of hij nou enige status heeft of niet, en ongeacht hoeveel hij van de Bijbel begrijpt. God zal de mens in staat stellen Zijn stem te horen en getuige te zijn van Zijn verschijning. Als degenen die als leiders dienen denken dat God hen eerst moet verlichten bij Zijn terugkomst, toont dit aan dat ze geen enkel begrip hebben van het werk van God en dat ze Gods rechtvaardige gezindheid niet kennen. Het onthult ook hoe arrogant ze zijn. In het woord van Almachtige God staat: ‘Daarom zeg ik dat al die mensen die God en Zijn werk hebben “doorzien”, ondoeltreffend, arrogant en onwetend zijn. De mens moet het werk van God niet definiëren. De mens kán het werk van God zelfs niet definiëren. De mens is in de ogen van God kleiner dan een mier. Hoe kan de mens dan Gods werk doorgronden? Zijn zij die constant “God werkt niet op deze of die manier” of “God is zoals dit of dat” uitspreken niet allemaal arrogant?’ (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord). Gods almacht en wijsheid zijn onpeilbaar diep. Mensen zijn maar minuscule schepselen. Ons brein en onze gedachten zijn beperkt, dus hoe zouden we het werk van de Schepper kunnen doorgronden? Daarom moeten we, terwijl we wachten op de terugkomst van de Heer, eerbied voor God blijven voelen in ons hart, en zorgvuldig zoeken en onderzoeken. We moeten niet onze eigen opvattingen en verbeeldingen gebruiken om God te beperken en willekeurig over God te oordelen. Dit zal Gods gezindheid beledigen, en het verpest ook onze kans om ware redding te verkrijgen.”
Toen ik Gods woord had gehoord, begreep ik dat we enorm onbeduidend zijn in de aanwezigheid van God, zelfs nog onbeduidender dan een mier. Ook zijn we zozeer verdorven door Satan dat we vervuld zijn van de verdorven gezindheid van arrogantie en verwaandheid. We willen maar wat graag altijd vertrouwen op onze verbeeldingen en opvattingen om God in te perken. Telkens wanneer Gods werk niet overeenstemt met onze opvattingen, ontkennen, veroordelen en weerstaan we God zelfs. Het lijkt zo te zijn dat als de mens de waarheid niet begrijpt en in zijn hart geen greintje eerbied voor God heeft, hij het lef heeft om te doen wat hij maar wil. Dat is zo gevaarlijk! Hierdoor herinnerde ik me dat de Heer Jezus ooit heeft gezegd: “Ik loof u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt u het gewild” (Matteüs 11:25-26). Pas vandaag zag ik in dat dit echt is hoe het gesteld is! De openbaring van Gods woord en de communicatie van zuster Zhang lieten me inzien dat het een verkeerd en absurd idee is dat ‘leiders de eersten horen te zijn die verlicht worden met betrekking tot kennis van de terugkomst van de Heer’. Het stemt eenvoudigweg niet overeen met de waarheid, en het komt volledig voort uit de opvattingen en verbeeldingen van de mens. In werkelijkheid zullen alleen zij die smachten naar de waarheid en die de stem van God zoeken de kans hebben Gods werk en begeleiding te ontvangen, en voor God gebracht te worden. Hierdoor kreeg ik nieuw inzicht in de billijkheid en rechtvaardigheid van God. God zij gedankt!
Vroeg op de ochtend van de derde dag, toen zuster Zhang en zuster Mu waren vertrokken, kwam mijn mede-broeder Guan, een medewerker in de hogere regionen van onze kerk, naar me toe. Hij vroeg: “Broeder Zhao, ik heb gehoord dat jullie beiden nu in Bliksem uit het oosten geloven?” Ik zei oprecht: “Ja, ik heb het werk van Almachtige God in de laatste dagen aanvaard, want door de woorden van Almachtige God ben ik veel waarheden gaan begrijpen die ik eerder niet begreep. Neem bijvoorbeeld de mysteries van de drie fasen van Zijn werk, en de betekenis van de incarnatie van God. De woorden van God zijn ‘wat de Geest tegen de gemeenten zegt’, zoals is geprofeteerd; dat zie ik in.” Broeder Guan wierp een blik naar me en vroeg: “Broeder Zhao, ga je echt volgen wat deze mensen geloven? Weet je wat voor soort mensen het zijn?” Ik zei: “Ik zie dat ze allemaal een geweldige menselijke natuur hebben en dat ze heel duidelijk communiceren over de waarheid. Alles wat ze bespreken, heeft te maken met de waarheden van Gods werk. De afgelopen twee dagen heb ik werkelijk een heleboel gewonnen.” Kwaad zei broeder Guan tegen me: “Hoe kun je zo koppig zijn? In Hebreeën 6:6-8 lezen we: ‘[…] en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt. Land dat de overvloedige regen opneemt, en nuttige gewassen oplevert aan wie het bewerken, ontvangt Gods zegen, maar land dat dorens en distels voortbrengt, is waardeloos en rijp voor vervloeking; het zal uiteindelijk in vlammen opgaan.’ Jij bent predikant, je geniet Gods genade zozeer. Maar niet alleen zorg je er niet voor dat de broeders en zusters in de Heer geloven, je helpt hen zelfs onze kerk te verlaten. Ben je niet bang dat je zult worden gestraft? Als je niet terugkeert, verlies je de bescherming van de Heer en zul je geen gelukkig leven leiden. Je vroegere ziektes zullen terugkeren, en je beide kinderen zullen geen goede banen hebben …”
Toen broeder Guan was vertrokken, voelde ik me een beetje zenuwachtig. Ik dacht: de dingen die hij heeft gezegd, zijn wel enigszins logisch. Wat moet ik dan doen, puur in het geval dat ik door mijn geloof in Almachtige God de genade van de Heer verlies? Toen ik hierover nadacht, voelde ik dat mijn hart zwak werd, dus ging ik snel op de knieën en bad tot God: “Almachtige God! Door de woorden van broeder Guan voel ik me wat zwak. God! Zijn de dingen die hij heeft gezegd werkelijk waar of niet? Ik weet echt niet wat ik nu moet doen …” Terwijl ik tot God bad, kwam mijn vrouw terug. Ik vertelde haar wat er zojuist was gebeurd. Toen ze het had gehoord, vroeg ze nerveus: “Heeft hij dat echt gezegd?” Ik knikte. Bezorgd zei mijn vrouw: “Hij is een vooraanstaande leider geweest die al jaren in de Heer gelooft, en hij is goed thuis in de Bijbel. Ik denk niet dat hij zou liegen. Als het echt zal zijn zoals hij zegt, wat moeten we dan doen?” Juist op dat moment dacht ik plotseling aan de waarheid van de drie fasen van Gods werk waarover zuster Zhang en zuster Mu hadden gecommuniceerd. Gods werk voor de redding van de mensheid is in drie fasen verdeeld, maar alle drie werkfasen worden door één God uitgevoerd. Terwijl ik hierover nadacht, werd het me plotseling duidelijk. Tegen mijn vrouw bracht ik ineens uit: “Wat broeder Guan heeft gezegd, lijkt niet juist. Hij zei dat we, door Gods werk in de laatste dagen te aanvaarden, van de weg van de Heer afwijken en de Heer Jezus verraden. Maar de woorden van Almachtige God die we de afgelopen dagen hebben gelezen, zijn werkelijk de stem van God, en Almachtige God is de teruggekeerde Heer Jezus. Door Almachtige God te volgen, volgen we in feite in het voetspoor van het Lam. De wijze maagden, dat zijn wij. Waarom zou de Heer ons straffen …?” Terwijl we hierover aan het communiceren waren, kwamen zuster Zhang en zuster Mu binnen …
Mijn vrouw vertelde de zusters wat broeder Guan had gezegd toen hij naar ons huis kwam. Zuster Zhang vroeg me wat ik van dit alles dacht. Ik vertelde de zusters daarom over de zwakte die ik had gevoeld en over het begrip dat ik zojuist had verkregen. Zuster Zhang glimlachte en zei: “God zij gedankt! Dit is zo’n puur begrip, en dit is Gods verlichting en begeleiding!” In verwarring vroeg mijn vrouw: “Als we niet op een dwaalspoor zijn geraakt, waarom zegt broeder Guan die dingen dan? Hij is een vooraanstaande leider die al jaren in de Heer gelooft!” Ik keek mijn vrouw aan en zei: “Hij wil gewoon dat we terugkeren naar onze vroegere kerk!” Zuster Zhang glimlachte en zei: “Op dit moment kunnen we alleen hun uiterlijke verschijning zien, maar we hebben niet naar de inhoud van hun natuur gekeken! De Heer Jezus heeft eens gezegd: ‘Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe’ (Matteüs 23:13). ‘Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden’ (Matteüs 23:27). Aan hun uiterlijke verschijning te oordelen, waren de farizeeën erg trouw in hun dienst aan God. In de gedachten van de mensen waren de farizeeën vrome dienaren van God en waren ze de meest betrouwbare religieuze leiders. Maar toen de Heer Jezus kwam om Zijn werk te doen, werd de Godwerende natuur van de farizeeën onthuld. Het waren deze farizeeën die zich fanatiek verzetten tegen het werk van de Heer Jezus en die het fanatiek veroordeelden. Ze verzonnen allerlei geruchten en gaven valse getuigenis om het gewone volk te misleiden. Ze zeiden dat de Heer Jezus demonen had uitgedreven via Beëlzebub, de prins van de demonen. Toen de Heer Jezus eenmaal was herrezen, drie dagen nadat Hij aan het kruis was genageld, hebben ze soldaten omgekocht om geruchten te verspreiden, zoals het gerucht dat het lichaam van de Heer Jezus door Zijn discipelen was gestolen. De farizeeën verzonnen allerlei leugens en gebruikten alle mogelijke listen om mensen te weerhouden van het zoeken en onderzoeken van de ware weg. Hun doel was het verbieden van het werk van God, zodat ze voor altijd zouden kunnen blijven heersen over Gods uitverkorenen. Hoewel ze van buiten vroom leken, waren ze in de kern antichristen die de waarheid haatten en die in vijandschap tegenover God stonden. Toen de Heer Jezus hen ontmaskerde en veroordeelde, zei Hij: ‘Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna?’ (Matteüs 23:33). Dus laten we er eens over nadenken: verschillen deze religieuze leiders van tegenwoordig in ook maar iets van de farizeeën?” Vervolgens vroegen de zusters me een passage uit de woorden van Almachtige God te lezen: “Degenen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken reciteren de Bijbel elke dag, maar toch begrijpt geen van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen kent God en niemand leeft in overeenstemming met Gods hart. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die alle vanuit de hoogte God onderwijzen. Hoewel ze met de naam van God schermen, verzetten ze zich moedwillig tegen Hem. Hoewel ze zichzelf gelovigen van God noemen, zijn ze degene die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofd-demonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. En hoewel ze van ‘stevig vlees’ zijn, hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze antichristen zijn die de mens leiden in zijn verzet tegen God? Hoe kunnen zij weten dat ze levende duivels zijn die er in het bijzonder op uit zijn hun zielen te verslinden?” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). De zusters gaven ons een gedetailleerde communicatie aan de hand van deze woorden van God. Ze ontleedden alle handelingen van religieuze leiders en ook het wezen van hun natuur, tot ik uiteindelijk begreep dat ze ons aanhoudend hinderen en dwarsbomen in ons geloof in Almachtige God. Ze bedreigen en intimideren ons zelfs, niet om ons te beschermen, maar om te kunnen blijven heersen over Gods uitverkorenen; zodat we hen aanbidden en verheerlijken alsof ze God waren. Dus in feite zijn ze net als de farizeeën. Het zijn allemaal antichristen die de waarheid haten en zich verzetten tegen God. God is gekomen om ons te redden, maar zij bedenken elke mogelijke methode om tegen te houden dat we Gods werk aanvaarden en Gods woorden lezen. Trekken ze ons door dat te doen niet naar beneden, de hel in? Ze zijn echt enorm kwaadaardig! Als de woorden van Almachtige God niet de kern onthulden van hoe deze mensen zich tegen God verzetten en met God vechten om de mens, zou ik bijna voor hun listen zijn gevallen. Dan had ik mijn eigen kans op ware redding verkwanseld. Net op dat moment zei mijn vrouw verbijsterd: “Het blijkt dat ze hier zijn om ons kwaad te doen! Deze mensen zullen echt niet ophouden tot ze ons de hel in hebben gesleurd! Ik zal niet langer geloven wat ze zeggen.”
Vervolgens las zuster Mu een andere passage uit Gods woorden aan ons voor: “Elke stap van het werk dat God in mensen verricht, lijkt van buitenaf op interacties tussen mensen, alsof het voortkomt uit menselijke bepalingen of menselijke interventie. Maar achter de schermen is elke stap en alles wat gebeurt een weddenschap van Satan bij God en moeten mensen rechtop blijven staan in hun getuigenis van God. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar Job toen hij werd beproefd: achter de schermen ging Satan een weddenschap aan met God en wat er gebeurde met Job, waren daden van mensen en hun tussenkomst. Achter elke stap die God in jullie verricht, zit Satans weddenschap met God. Achter dit alles vindt er een strijd plaats” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen houden van God is werkelijk geloven in God). Daarna begon zuster Zhang te communiceren: “Door Gods woorden kunnen we zien dat, wat er ook met ons gebeurt, al lijkt het van buiten alsof de mens het doet, het in werkelijkheid Satan is die achter de schermen met God een weddenschap aangaat. Het is net als toen Job door Satan in verzoeking werd gebracht. Zijn vrouw vroeg hem om Jehova op te geven, maar Job was in staat Satans bedrog te doorzien. Hij vertrouwde op zijn geloof in God en gaf getuigenis van God. Job berispte zijn vrouw en zei dat ze een onwetende en koppige vrouw was. De ervaringen van Job leren ons dat als God iemand wil redden, Satan altijd fanatiek zal proberen die persoon in verzoeking te brengen en te hinderen. Hij zal alle listen die hem ter beschikking staan uitproberen om hen aan te vallen, zodat ze God verzaken en verraden, en uiteindelijk hun kans mislopen om ware redding te verkrijgen. Omdat Satan de mens voorgoed wil beheersen en verslinden, wil hij beslist niet dat de mens Gods redding verkrijgt.” Ook zuster Mu deelde communicatie: “Dat klopt. Keer op keer gebruikt Satan leiders om ons aan te vallen en te intimideren, met de bedoeling dat we God ontkennen en verraden en de ware weg verlaten. Dit zijn de listen van Satan. Wij moeten deze strijd die in de spirituele wereld wordt gevoerd duidelijk kunnen zien.” Toen ik naar de communicatie van deze twee zusters had geluisterd, dacht ik een tijdje na en zei toen: “Dus Satan gaat een weddenschap aan met God, en het is door de dingen die leiders zeggen dat Satan ons aanvalt wanneer we zwak zijn. Hij wil dat we de ware weg verlaten en God verlaten door onze lafheid! Satan is werkelijk verraderlijk!” Toen zei ook mijn vrouw: “Satan is zo afstotelijk! Als we niet naar Gods woorden en jullie communicatie luisterden, hoe hadden we dan kunnen weten dat dit een van Satans listen was?” Ik zei verrukt: “Nu we deze dingen begrijpen, moeten we op God vertrouwen om door de dichte omsingeling van Satan te breken, te getuigen van God en Satan te beschamen met onze praktische handelingen!” Toen zei zuster Zhang opgewekt: “Broeder, zuster, laten we van nu af aan vaker samenkomen om te communiceren over het woord van God. Alleen op deze manier kunnen we onszelf uitrusten met meer van de waarheid, zodat we op een dag zeker kunnen zijn over Gods werk in de laatste dagen en een fundering kunnen leggen op de ware weg. Dan zullen we niet langer misleid worden door allerhande geruchten en pure leugens van Satan.” Ik zei: “Geweldig! Het zou geweldig zijn als jullie vaker met ons konden komen communiceren.” Zuster Mu glimlachte en zei: “Dat zullen we dan doen.”
Een paar dagen later kwam ik vroeg in de ochtend uit bed en keek uit het raam. Ik zag dat er veel sneeuw was gevallen, en onbewust begon ik in mijn handen te wrijven. Vervolgens zette ik een wollen muts op, trok katoenen handschoenen aan en ging de binnenplaats op om sneeuw te vegen. Toen ik klaar was, ging ik weer naar binnen en opende het bovenste deel van de kachel om het vuur op te rakelen terwijl mijn vrouw het huis aan het opruimen was. Op dat moment kwam de oudere broer van mijn vrouw met zijn eigen vrouw binnen. Zodra mijn schoonzus binnenkwam, zei ze met ongeruste stem: “Leider Wang en medewerker Guan zijn hier gekomen en hebben zo veel met jullie gepraat. Hoe is het mogelijk dat jullie niet naar hebben geluisterd? Ze hebben ons specifiek gevraagd hier vandaag te komen en opnieuw te proberen jullie te overtuigen. Jullie moeten niet meer in Bliksem uit het oosten geloven. Het zijn onze leiders die verantwoordelijkheid nemen voor onze levens!” Toen ik haar dit had horen zeggen, zei ik stellig: “Als ze echt verantwoordelijkheid nemen voor onze levens, zouden ze ons moeten leiden bij het bestuderen van het werk van Almachtige God in de laatste dagen, en zouden ze de terugkeer van de Heer moeten verwelkomen!” Mijn vrouw zei botweg: “Dit doen ze niet omwille van ons. Ze zijn bang dat, als we allemaal in Almachtige God geloven, er niemand overblijft om naar hen te luisteren.” Toen mijn schoonzus dit hoorde, raakte ze een beetje geïrriteerd en zei: “Hoe kunnen jullie twee zulke dingen zeggen? Ze hebben jullie niet gevraagd om verder ook maar iets te doen. Willen ze niet alleen maar dat jullie naar de kerk terugkomen? Luister naar mij. Denken jullie dat ik het slecht met jullie voor heb, terwijl onze twee gezinnen zo nauw met elkaar omgaan?” Mijn zwager ging verder. “Denk eens na over hoe ik jullie in de loop van de jaren heb behandeld. Weten jullie wel hoeveel we voor jullie hebben gedaan? Kunnen jullie het werkelijk over je hart verkrijgen om je van ons af te scheiden? Voelen jullie je niet schuldig?” Toen ik hen beiden deze dingen had horen zeggen, voelde ik me erg van streek en dacht: het is waar dat ze ons erg veel geholpen hebben, en nu zien ze ons volharden in het volgen van Almachtige God. Ze moeten zich wel erg gekwetst voelen, maar wat valt daaraan te doen? Ze kunnen me vragen de ware weg te verlaten en God te verraden, maar dat zou ik onmogelijk kunnen doen. Ik weet immers dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is. Maar als ik sta op het geloof in Almachtige God, wat zullen ze dan wel niet van me denken? Zullen ze zeggen dat ik ondankbaar ben? Op dat moment voelde ik me van streek, alsof mijn hart in twee verschillende richtingen werd getrokken. In stilte bad ik tot God en vroeg Hem om me een uitweg te wijzen. Plotseling dacht ik aan deze woorden van God: “Alles wat er met mensen gebeurt, is wanneer God hen nodig heeft om stand te houden in hun getuigenis van God” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen houden van God is werkelijk geloven in God). Vervolgens dacht ik terug aan de woorden die zuster Zhang en zuster Mu een paar dagen eerder aan me gecommuniceerd hadden: alles wat er met je gebeurt, heeft te maken met de strijd die in de spirituele wereld wordt gevoerd. Het is Satan die een weddenschap aangaat met God. Ik dacht: vandaag hebben mijn zwager en zijn vrouw geprobeerd onze familiebanden te gebruiken om er bij ons op aan te dringen God te verraden en terug te keren naar de religie. Maar dit is een van Satans listen. God verraden om mijn eigen gevoelens te beschermen: dat zou echt ondankbaar zijn en aantonen dat ik geen geweten heb. Als ik mijn zwager niet wil teleurstellen, zou ik Gods evangelie van de laatste dagen met hen moeten delen, zodat ook zij een kans hebben om Gods redding te verkrijgen. Dit is de enige manier om de barmhartigheid te tonen die ik zou moeten hebben. Terwijl ik hierover nadacht, werd mijn hart plotseling vervuld van licht. Ik zei: “Broer, schoonzus, ik weet dat jullie allebei goed voor me zijn geweest. Het is om deze reden dat ik jullie moet vertellen dat Almachtige God echt de teruggekeerde Heer Jezus is. Alleen door het werk van Almachtige God in de laatste dagen te volgen, zullen we in staat zijn Gods redding te verkrijgen! Anders zal ons geloof in de Heer gedurende zoveel jaren voor niets zijn geweest en zullen we niets winnen! Hier, laat me jullie een passage uit Gods woorden voorlezen. Wanneer jullie dit hebben gehoord, zullen jullie weten of deze woorden de waarheid zijn en of ze Gods uitspraken zijn.” Ik pakte mijn boek met Gods woorden erbij en wilde net beginnen te lezen, toen mijn schoonzus abrupt opstond en bedroefd zei: “We zijn hier vandaag gekomen om te proberen jullie over te halen, maar in plaats dat jullie van gedachten veranderen, proberen jullie zelfs dit evangelie onder ons te verspreiden. Maar we zullen niet naar jullie luisteren.” Toen ze dit gezegd had, greep ze haar man vast en stormde kwaad naar buiten.
Ik volgde hen de binnenplaats op tot aan de ingang, maar zag dat ze al vrij ver weg waren. Ik voelde me hopeloos en bleef hoofdschuddend staan. Het was op dit moment dat ik zag dat het weer was opgeklaard en dat er warm licht viel op een pijnboom buiten de binnenplaats. De sneeuw die zich op de pijnboom had opgehoopt, begon te smelten, alsof de boom juist op dat moment een doop had ondergaan. In contrast met de grond, die met sneeuw was bedekt, zag de lange, rechte boom er bijzonder groen uit. Ik voelde me erg gelukkig, alsof ik net als de pijnboom een doop van wind en sneeuw had ondergaan, en door de voeding van het zonlicht gegroeid was. Ik wist dat het Gods woorden waren waardoor ik door deze dichte omsingeling was gebroken en van Hem getuigde. Dank zij Almachtige God!