1

Wanneer ik mijn plicht doe weg van huis,

denk ik aan u en bid ik tot u.

Door het lezen van uw woorden,

vertrouw ik meer op u en is mijn hart verzacht, oh.

Als ik getuig voor u, lijd ik veel pijn,

en weet ik nog beter hoe lieflijk u bent.

Bij het volgen van u, dan loop ik door tot aan het einde.

Wanneer u uw vorm verandert,

verwelkomen wij uw komst, whoa,

verwelkomen wij uw komst, whoa.

2

Het zijn uw woorden die mij voeden

en mij menselijk leven geven.

Denkend aan uw liefde, is mijn hart vol vreugde,

mijn hele lichaam is gevuld met kracht, met kracht.

Ik verlaat alles voor u en put ik me uit.

Het is u, u verheft mij.

Bij het volgen van u, dan loop ik door tot aan het einde.

Wanneer u uw vorm verandert,

verwelkomen wij uw komst, whoa,

verwelkomen wij uw komst.

Bij het volgen van u, dan loop ik door tot aan het einde.

Wanneer u uw vorm verandert,

verwelkomen wij uw komst, whoa,

verwelkomen wij uw komst.

3

Ontberingen en altijd onderweg zijn

doen mij geen pijn, want u bent bij mij.

Al kan ik uw gezicht niet zien,

houdt mijn hart nog steeds van u, en bent u in mijn hart.

Uw liefde heeft al wortels genesteld in mijn hart

en ik zal voor altijd trouw zijn aan u.

Bij het volgen van u, dan loop ik door tot aan het einde.

Wanneer u uw vorm verandert,

verwelkomen wij uw komst, whoa,

verwelkomen wij uw komst,

verwelkomen wij uw komst,

verwelkomen wij uw komst.