Vers 1

Als ik terugkeer, zullen landen verdeeld zijn

langs de grenzen gesteld door mijn brandend vuur.

Ik verschijn als de brandende zon, als de Heilige,

ik loop door landen als Jehova deed door Joodse stammen.

Ik zal de mens in hun leven leiden met een wolkkolom.

Ze zullen mijn glorie zien, omdat ik verschijn in heilige landen.

Ze zien mijn rechtvaardige dag en stralende verschijning,

wanneer ik op aarde regeer en mijn zonen in heerlijkheid breng, in heerlijkheid breng.

Refrein

De mens zal buigen, mijn tabernakel staat tussen hen,

opgericht op de rots van het werk dat ik vandaag doe.

Ik breek het altaar van drek en bouw een nieuwe.

In de tempel zal de mens mij dienen,

lammeren en kalveren op het altaar.

Jullie zullen de dag zien dat ik grote glorie ontvang,

dat ik de tempel afbreek en een nieuwe bouw.

Jullie zullen mijn tabernakel op aarde zien komen.

Het zal hetzelfde zijn als wanneer de mens mij ziet afdalen.

Vers 2

Ik verzamel de naties opnieuw na hun vernietiging,

ik zal mijn tempel bouwen en mijn altaar oprichten,

zodat allen kunnen offeren en mij dienen,

en zich wijden aan mijn werk in de heidense naties.

Ze zullen zijn als hedendaagse Israëlieten,

gekleed in priesterlijk gewaad en met een kroon,

die allen mijn glorie in hun midden hebben.

Mijn majesteit zweeft over hen en blijft bij hen, en blijft bij hen.

Refrein

De mens zal buigen, mijn tabernakel staat tussen hen,

opgericht op de rots van het werk dat ik vandaag doe.

Ik breek het altaar van drek en bouw een nieuwe.

In de tempel zal de mens mij dienen,

lammeren en kalveren op het altaar.

Jullie zullen de dag zien dat ik grote glorie ontvang,

dat ik de tempel afbreek en een nieuwe bouw.

Jullie zullen mijn tabernakel op aarde zien komen.

Het zal hetzelfde zijn als wanneer de mens mij ziet afdalen.

Brug

Ik zal vergelijkbaar werk doen in heidense naties

als ik heb gedaan in het land van Israël.

Want ik zal mijn werk in Israël uitbreiden

en het naar de naties verspreiden van de heidenen.

Refrein

De mens zal buigen, mijn tabernakel staat tussen hen,

opgericht op de rots van het werk dat ik vandaag doe.

Ik breek het altaar van drek en bouw een nieuwe.

In de tempel zal de mens mij dienen,

lammeren en kalveren op het altaar.

Jullie zullen de dag zien dat ik grote glorie ontvang,

dat ik de tempel afbreek en een nieuwe bouw.

Jullie zullen mijn tabernakel op aarde zien komen.

Het zal hetzelfde zijn als wanneer de mens mij ziet afdalen,

de mens mij ziet afdalen,

(de mens mij ziet afdalen, de mens mij ziet afdalen,)

de mens mij ziet afdalen.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het werk van het verspreiden van het evangelie is ook het werk van de redding van de mens