Vraag 2: Maar hoe zit het met Gods woorden in Genesis: “Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken” (Gen. 1:26). Dat begrijp ik niet helemaal. Als God de mens maakte naar Zijn evenbeeld, betekent dat dan niet dat we het beeld van God hebben? Als we naar Gods evenbeeld zijn gemaakt, zijn we dan mens of zijn we God?
Antwoord: In Genesis zei God: “Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken […]” (Gen. 1:26). Maar God heeft nooit gezegd dat Hij God maakte naar Zijn evenbeeld, naar Zijn gelijkenis. Het feit dat God de mens maakte naar Zijn evenbeeld en Zijn gelijkenis betekent niet dat Hij de mens tot God zou maken. God zei: “Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken […]” Waar verwijst “evenbeeld” in dit vers naar? “Evenbeeld” verwijst hier naar Gods gezindheid, wat God heeft en is, en het wezen van Gods leven. Dat verwijst ook naar de waarheid. Als we alle waarheid die God uitdrukt, naleven, zal dit beeld van de waarheid Gods beeld hebben. Maar we weten allemaal dat Gods gezindheid en Gods levenswezen heel rijk zijn. En wat God manifesteert door Zijn werk is heel beperkt. Durven jullie te zeggen dat Gods gezindheid en Zijn levenswezen kunnen worden samengevat en volledig beschreven door de woorden die God heeft uitgedrukt? Iemand die Gods werk in de laatste dagen heeft ervaren en God kent, zal zeker zeggen dat de waarheid en wat God heeft en is, en wat God heeft uitgedrukt, slechts één duizendste of één biljoenste is van Gods totale levensgezindheid. God is de Schepper en de bron van het leven van alle dingen. Vergeleken met Gods ware levensgezindheid zijn Zijn bezittingen en wezen die Hij heeft uitgedrukt slechts een druppel in de oceaan. Als we maar één druppel waarheid in die oceaan kunnen naleven, is dat al een hele prestatie. Zelfs als we ons hele leven de waarheid nastreven, is de waarheid die we kunnen naleven beperkt. We zullen nooit alle waarheid naleven die God uitdrukt. Iedereen die Gods werk heeft ervaren, zal dat feit erkennen. Als we op een dag, als Gods werk ten einde is, een klein beetje van Gods beeld en Zijn levenswezen hebben kunnen naleven, kun je nog steeds niet zeggen dat we God zijn geworden. Want God is de Schepper en het wezen van Zijn leven is ondoorgrondelijk voor ons mensen. God schiep en regeert het hele universum. Gods leven omvat en vervult alle dingen. De grootheid van God kan niet worden beschreven met onze woorden. Wat God heeft uitgedrukt in Zijn werk is maar een fractie van wat God heeft en is. Zelfs als we alle waarheid die God uitdrukt in Zijn werk zouden naleven, zou dat nog niet betekenen dat we echt Gods beeld hebben. En nog minder dat we de waarheid volledig bezitten en de waarheid hebben verkregen. Dus zelfs als we in staat waren een klein beetje van Gods beeld na te leven, hoe zouden we dan kunnen zeggen dat we God zijn geworden? Dat is absoluut onmogelijk. Daarom, is het idee dat “de mens Gods beeld heeft en dus God kan worden” volkomen ongegrond. Het is een absurde misvatting.
Zelfs als we er eindelijk in slagen om een beetje van Gods beeld na te leven door onze ervaring van Gods werk, kunnen we nooit God worden. Goed, ik zal een voorbeeld geven. Hoewel het niet het meest relevante voorbeeld is, zal het enig licht op dit probleem werpen. Uiterlijk kan een zoon veel op zijn vader lijken, maar hun persoonlijkheid en karakter zullen zeker verschillen. Hoewel hetzelfde bloed door hun aderen stroomt, kunnen hun karakter en persoonlijkheid niet identiek zijn en ze bewandelen ook ieder hun eigen weg. In sommige families is de vader een goed mens, maar is de zoon een slecht mens. Ze lijken op elkaar en hebben dezelfde stamboom, maar hun karakter verschilt enorm. En in sommige families verzet de vader zich tegen God, terwijl zijn zoon in Hem gelooft en Hem gehoorzaamt. Dit is afdoend bewijs dat als je hetzelfde uiterlijk en dezelfde stamboom hebt je persoonlijkheid of karakter niet hetzelfde hoeven te zijn. Dus zelfs als wij mensen een klein beetje van Gods beeld kunnen naleven, betekent dat nog niet dat we het wezen van Gods leven bezitten. De mens kan nooit God worden, dat is zeker.
uit het filmscenario van ‘Opname in Gevaar’