Vers 1

God zal het hemelrijk vervullen

met talrijke tekenen van Zijn werk,

zodat alles op aarde

onder Zijn opperste macht valt.

Zijn plan voor wereldomvattende eenheid zal in vervulling gaan,

en niet langer zullen de mensen zwerven op aarde,

maar ze zullen snel de juiste bestemming vinden.

Refrein

Zowel boven als beneden

heeft God Zijn nieuwe werk verricht;

alle mensen zijn verbijsterd

door Zijn plotselinge verschijning.

Zowel boven als beneden

wordt hun horizon weids

als nooit tevoren.

Dit is zeker hoe het is vandaag.

Vers 2

God denkt op veel manieren aan de mens,

zodat alle mensen binnenkort

in een land zullen leven van vrede en geluk,

waar ze niet meer droevig zullen zijn.

Zijn plan zal worden vervuld op de aarde.

Daar leeft de mens,

en zal God Zijn natie op de aarde bouwen,

want Zijn glorie wordt ook daar geopenbaard.

Refrein

Zowel boven als beneden

heeft God Zijn nieuwe werk verricht;

alle mensen zijn verbijsterd

door Zijn plotselinge verschijning.

Zowel boven als beneden

wordt hun horizon weids

als nooit tevoren.

Dit is zeker hoe het is vandaag.

Brug

Hij zal hemelse steden in orde brengen,

Hij zal alles overal nieuw maken,

en alles boven en beneden verenigen,

alle dingen op aarde en in de hemel.

Dit is Zijn (dit is Gods ultieme plan

om in het laatste tijdperk te volbrengen).

Laat niemand zich bemoeien met dit deel van Zijn werk!

Vers 3

God zal ervoor zorgen dat de mens in het universum

zich voor Zijn troon zal onderwerpen.

Hij zal oordelen en classificeren,

en hen onderbrengen bij hun eigen families.

Zo zal niemand Hem meer ongehoorzaam zijn,

en iedereen zal volmaakt gerangschikt zijn volgens Zijn orde;

waar niemand willekeurig rondloopt.

Refrein

Zowel boven als beneden

heeft God Zijn nieuwe werk verricht;

alle mensen zijn verbijsterd

door Zijn plotselinge verschijning.

Zowel boven als beneden

wordt hun horizon weids

als nooit tevoren.

Dit is zeker hoe het is vandaag.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 43