Werk en intrede (8)

Ik heb zo vaak gezegd dat het Gods werk van de laatste dagen wordt verricht om de geest van elke persoon te veranderen, om de ziel van elke persoon te veranderen, zodat hun hart, dat veel trauma heeft ondergaan, wordt hervormd en hun ziel aldus wordt gered, die zo diep door het kwaad is gekwetst; het is om de geest van mensen op te wekken, om hun kille hart te laten ontdooien en om ze tot vernieuwing te brengen. Dit is Gods grootste wens. Zet praatjes over hoe verheven of diepzinnig het leven en de ervaringen van de mens zijn aan de kant; wanneer het hart van mensen is opgewekt, wanneer ze uit hun dromen zijn ontwaakt en heel goed beseffen welk kwaad de grote rode draak heeft aangericht, zal het werk van Gods bediening zijn voltooid. De dag waarop Gods werk wordt voltooid, is ook de dag waarop de mens officieel begint op het juiste pad van geloof in God. Op dat moment zal Gods bediening tot een einde zijn gekomen: het werk van de vleesgeworden God zal volkomen zijn voltooid en de mens zal officieel de plicht gaan vervullen die hij behoort te vervullen – hij zal zijn bediening uitvoeren. Dit zijn de stappen van Gods werk. Dus jullie dienen jullie pad voor intrede tastend te zoeken op basis van jullie kennis van deze dingen. Dit alles dienen jullie te begrijpen. De intrede van de mens zal alleen verbeteren wanneer diep in zijn hart veranderingen hebben plaatsgevonden, want Gods werk is de complete redding van de mens – de mens die is verlost, die nog steeds onder de machten van duisternis leeft en die zichzelf nooit heeft opgewekt – van deze verzamelplaats van demonen; het is opdat de mens bevrijd mag worden van duizenden jaren aan zonde en door God te worden bemind, waarbij de grote rode draak volkomen wordt verslagen, Gods koninkrijk wordt gevestigd en Gods hart sneller rust krijgt; het is om de haat die in jullie opwelt zonder terughoudendheid te ventileren, om die beschimmelde ziektekiemen uit te roeien, om jullie dit leven te laten verlaten dat niet anders is dan dat van een os of een paard, om niet langer een slaaf te zijn, om niet langer vrijelijk vertreden of rond gecommandeerd te worden door de grote rode draak; jullie zullen niet langer van deze mislukte natie zijn, niet langer behoren tot de verschrikkelijke grote rode draak, en jullie zullen geen slaaf meer van hem zijn. Het demonennest zal zeker in stukken worden gereten door God en jullie zullen naast God staan – jullie behoren God toe en behoren niet tot dit imperium van slaven. God verafschuwt deze duistere maatschappij al lang tot op Zijn botten. Hij knarst Zijn tanden, verlangend om Zijn voeten te zetten op deze slechte, verschrikkelijke oude slang, opdat hij nooit meer op mag staan en de mens nooit meer kwaad zal doen; Hij zal geen pardon hebben met zijn vroegere daden, Hij zal zijn misleiding van de mens niet tolereren, en Hij zal afrekenen met elke zonde die hij door de eeuwen heen heeft begaan; God zal deze aanvoerder van al het kwaad[1] allerminst sparen, Hij zal hem volkomen vernietigen.

Duizenden jaren lang is dit het land van vuil geweest. Het is ondraaglijk smerig, ellende heerst alom, geesten waren overal ongebreideld rond met trucjes en misleiding, ze doen ongefundeerde beschuldigingen,[2] zijn meedogenloos en kwaadaardig, vertreden deze spookstad en laten de plaats bezaaid met dode lichamen achter; de stank van ontbinding bedekt het land en doordringt de lucht, en het wordt zwaar bewaakt.[3] Wie kan de wereld voorbij het uitspansel zien? De duivel knevelt het lichaam van de mens, versluiert beide ogen en sluit zijn lippen stevig toe. De koning van de duivels raast al enkele duizenden jaren, tot op de dag van vandaag, en houdt nog steeds de spookstad nauwlettend in de gaten, alsof deze een ondoordringbaar paleis van demonen was; deze horde waakhonden staren inmiddels met loerende ogen, ontzettend bang dat God ze onverhoeds zal vangen en ze allemaal zal wegvagen, zonder ze een plek van vrede en geluk te gunnen. Hoe kunnen de mensen van een spookstad zoals deze God ooit hebben gezien? Hebben zij ooit de genegenheid en liefde van God genoten? Welke waardering hebben zij voor de kwesties van de mensenwereld? Wie van hen kan Gods hunkerende wil begrijpen? Het is dan ook niet verwonderlijk dat de vleesgeworden God volslagen verborgen blijft: hoe zou de koning van de duivels die mensen vermoordt, zonder maar met een oog te knipperen, in een duistere samenleving zoals deze, waar de demonen meedogenloos en onmenselijk zijn, het bestaan van een God kunnen tolereren die liefdevol, vriendelijk en tevens heilig is? Hoe zou hij de komst van God kunnen verwelkomen en toejuichen? Deze lakeien! Zij betalen vriendelijkheid terug met haat, al heel lang geleden zijn zij God als vijand gaan bejegenen, zij mishandelen God, zij zijn beestachtig tot in het extreme, zij hebben geen greintje achting voor God, zij plunderen en roven, hun geweten is helemaal zoek, zij zijn onverenigbaar met welke vorm van geweten dan ook, en zij verleiden de onschuldigen tot gevoelloosheid. Voorvaderen van de alouden? Geliefde leiders? Zij keren zich allemaal tegen God! Hun bemoeienis heeft alles onder de hemel in een toestand van duisternis en chaos achtergelaten! Godsdienstvrijheid? De wettelijke rechten en belangen van burgers? Dat zijn allemaal trucjes om zonde te bedekken! Wie heeft het werk van God omarmd? Wie heeft ooit zijn leven gegeven of bloed vergoten voor het werk van God? Generatie na generatie, van ouders op kinderen, heeft de mens in slavernij God zonder pardon in slavernij gebracht – hoe zou dit geen woede kunnen ontketenen? Duizenden jaren van haat zijn samengebundeld in het hart, duizenden jaren van zonde zijn in het hart gegrift – hoe zou dit geen walging kunnen opwekken? Wreek God, schakel Zijn vijand compleet uit, laat hem niet langer als een razende rondrennen en als een tiran heersen! Dit is de tijd: de mens heeft reeds lang geleden al zijn kracht verzameld, hij heeft hiervoor al zijn inzet toegewijd en elke prijs betaald, om het afschrikwekkende gezicht van deze demon af te rukken en mensen, die verblind zijn en die allerlei leed en moeilijkheden hebben doorstaan, boven hun pijn uit te laten stijgen en deze boze oude duivel de rug toe te laten keren. Waarom zo’n ondoordringbaar obstakel voor het werk van God optrekken? Waarom diverse trucjes gebruiken om Gods volk te misleiden? Waar is de ware vrijheid en de wettelijke rechten en belangen? Waar is de billijkheid? Waar is de troost? Waar is de warmte? Waarom misleidende plannen gebruiken om Gods volk voor de gek te houden? Waarom de komst van God met dwang onderdrukken? Waarom God niet vrij laten rondgaan op de aarde die Hij heeft geschapen? Waarom God opjagen tot Hij nergens een rustplek voor Zijn hoofd heeft? Waar is de warmte onder de mensen? Waar is het welkom onder de mensen? Waarom zo’n hunkerend verlangen naar God veroorzaken? Waarom God mensen steeds weer tot de orde laten roepen? Waarom God dwingen Zich om Zijn geliefde Zoon zorgen te maken? Waarom laten de trieste waakhonden in deze duistere maatschappij God niet vrijelijk komen en rondgaan in de wereld die Hij heeft geschapen? Waarom heeft de mens geen begrip, de mens die leeft te midden van pijn en leed? God heeft ten behoeve van jullie grote kwelling doorstaan, met grote pijn heeft Hij Zijn geliefde Zoon, Zijn vlees en bloed, aan jullie gegeven – dus waarom sluiten jullie er nog steeds jullie ogen voor? Jullie verwerpen de komst van God en weigeren Gods vriendschap voor het oog van iedereen. Waarom zijn jullie zo gewetenloos? Zijn jullie bereid om het onrecht in een duistere maatschappij als deze te verduren? Waarom proppen jullie jezelf vol met de ‘rotzooi’ van de koning van de duivels in plaats van jullie buik te vullen met duizenden jaren van vijandigheid?

Hoe groot zijn de obstakels voor Gods werk? Heeft iemand dat ooit geweten? Met mensen die vastzitten aan diepgewortelde bijgelovige inkleuringen, wie is er in staat om Gods ware gezicht te kennen? Met deze achterlijke culturele kennis die zo oppervlakkig en absurd is, hoe zouden zij de door God gesproken woorden volledig kunnen begrijpen? Zelfs wanneer ze van aangezicht tot aangezicht worden toegesproken en van mond tot mond worden gevoed, hoe zouden ze het kunnen begrijpen? Soms is het alsof Gods woorden aan dovemansoren zijn gericht: mensen geven geen enkele reactie, zij schudden hun hoofd en begrijpen niets. Hoe zou dit niet zorgelijk kunnen zijn? Deze ‘verre,[4] oude culturele geschiedenis en culturele kennis’ hebben zo’n waardeloze groep mensen opgevoed. Deze oude cultuur – dit kostbare erfgoed – is een berg rommel! Het is lang geleden een blijvende schandvlek geworden en is het niet waard om vermeld te worden! Het heeft mensen de trucjes en technieken geleerd om tegen God op te staan en door de ‘verplichte, subtiele begeleiding’[5] van het nationale onderwijs zijn mensen nog ongehoorzamer aan God geworden. Elk onderdeel van Gods werk is extreem moeilijk en elke stap van Zijn werk op aarde heeft God zorgen gebaard. Wat is Zijn werk op aarde moeilijk! De stappen van Gods werk op aarde omvatten grote moeilijkheden: voor de zwakheid van de mens, zijn tekortkomingen, kinderlijkheid, onwetendheid en alles van de mens – maakt God zeer nauwgezette plannen en heeft Hij weloverwogen meningen. De mens is als een papieren tijger die men niet durft uit te dagen of te stangen; bij de geringste aanraking bijt hij terug of anders valt hij neer en raakt hij de weg kwijt, en het is alsof hij bij het geringste verlies aan concentratie terugvalt, of anders God negeert, of naar zijn ouders rent, die veel weghebben van varkens en honden, om zich over te geven aan de onreine dingen van hun lichaam. Wat een grote belemmering! Bij vrijwel elke stap van Zijn werk wordt God aan verleiding onderworpen en bij vrijwel elke stap riskeert God groot gevaar. Zijn woorden zijn oprecht en eerlijk en zonder kwaadwilligheid, maar wie is bereid ze aan te nemen? Wie is bereid zich volledig te onderwerpen? Het breekt Gods hart. Hij zwoegt dag en nacht voor de mens, Hij gaat gebukt onder zorgen voor het leven van de mens en Hij voelt mee met de zwakheid van de mens. Hij heeft veel kronkels doorstaan in elke stap van Zijn werk, voor elk woord dat Hij spreekt; Hij zit altijd tussen twee vuren en denkt aan de zwakheid, ongehoorzaamheid, kinderlijkheid en kwetsbaarheid van de mens … dag en nacht, steeds weer. Wie heeft dit ooit geweten? Wie kan Hij in vertrouwen nemen? Wie zou in staat zijn om Hem te begrijpen? Hij verafschuwt immer de zonden van de mens en het gebrek aan ruggengraat, de karakterloosheid van de mens, en Hij is altijd bezorgd om de kwetsbaarheid van de mens en overpeinst het pad dat vóór de mens ligt. Altijd wanneer Hij de woorden en daden van de mens waarneemt, wordt Hij met barmhartigheid en boosheid vervuld, en het zien van deze dingen doet Zijn hart altijd pijn. De onschuldigen zijn namelijk gevoelloos geraakt; waarom moet God dingen altijd moeilijk voor hen maken? De zwakke mens ontbreekt het volledig aan doorzettingsvermogen; waarom moet God altijd zo’n niet-aflatende boosheid jegens hem hebben? De zwakke en krachteloze mens heeft geen greintje vitaliteit meer; waarom moet God hem altijd berispen om zijn ongehoorzaamheid? Wie kan de dreigementen van God in de hemel weerstaan? De mens is uiteindelijk broos en God heeft ten einde raad Zijn boosheid diep in Zijn hart gestopt, zodat de mens zichzelf stilaan onder de loep kan nemen. Toch heeft de mens, die in ernstige moeilijkheden verkeert, geen greintje waardering voor Gods wil; de mens is vertreden onder de voet van de oude koning van de duivels, toch is hij zich daar volkomen onbewust van, hij stelt zichzelf altijd tegenover God op of anders is hij warm noch koud jegens God. God heeft zo veel woorden gesproken, maar wie heeft ze ooit serieus genomen? De mens begrijpt Gods woorden niet, toch blijft hij onverstoord en zonder hunkering, en hij heeft het wezen van de oude duivel nooit echt gekend. Mensen wonen in het dodenrijk, in de hel, maar geloven dat ze wonen in het paleis van de zeebodem; ze worden vervolgd door de grote rode draak, toch menen ze dat ze ‘in de gunst staan’[6] bij het land; ze worden belachelijk gemaakt door de duivel, toch denken ze de overtreffende artisticiteit van het vlees te genieten. Wat een stelletje vuile, lage misbaksels zijn ze! De mens heeft tegenspoed gehad, maar hij weet het niet, en in deze duistere maatschappij overkomt hem het ene ongeluk na het andere,[7] toch heeft hij dit nooit tot zich laten doordringen. Wanneer zal hij zich ontdoen van zijn zelfvriendelijkheid en slaafse gezindheid? Waarom geeft hij niets om Gods hart? Staat hij deze verdrukking en moeilijkheden zwijgend toe? Verlangt hij niet naar de dag waarop hij duisternis in licht kan veranderen? Verlangt hij er niet naar om het onrecht jegens gerechtigheid en waarheid nog eens te verhelpen? Is hij bereid om toe te kijken en niets te doen, terwijl mensen de waarheid verzaken en de feiten verdraaien? Is hij er gelukkig mee om deze slechte behandeling te blijven ondergaan? Is hij bereid om een slaaf te zijn? Is hij bereid om te komen door de handen van God samen met de slaven van deze mislukte staat? Waar is je vastberadenheid? Waar is je ambitie? Waar is je waardigheid? Waar is je integriteit? Waar is je vrijheid? Ben je bereid om je hele leven neer te leggen[8] voor de grote rode draak, de koning van de duivels? Of laat je je blijmoedig door hem tot de dood toe martelen? Het oppervlak van het diep is chaotisch en donker, terwijl het gewone volk, dat zo veel ellende meemaakt, de hemel aanroept en tot de aarde klaagt. Wanneer zal de mens in staat zijn om zijn hoofd hoog te houden? De mens is mager en uitgemergeld, hoe zou hij het tegen deze wrede en tirannieke duivel kunnen opnemen? Waarom geeft hij zijn leven niet aan God zodra hij dat kan? Waarom weifelt hij nog steeds? Wanneer kan hij Gods werk voltooien? Zo op de kop gezeten en verdrukt, zal zijn hele leven uiteindelijk zinloos zijn geweest; waarom heeft hij zo’n haast om te komen en wil hij zo snel weer vertrekken? Waarom houdt hij niet iets kostbaars om aan God te geven? Is hij de duizenden jaren van haat vergeten?

Misschien, veel mensen hebben een hekel aan sommige woorden van God, of misschien hebben ze er geen hekel aan maar ook geen belangstelling voor. Hoe dan ook, de feiten kunnen geen absurde redeneringen worden; niemand mag woorden spreken die in strijd zijn met de feiten. God is deze keer vleesgeworden om zulk werk te doen, om het werk te besluiten dat Hij nog moet voltooien, om dit tijdperk af te sluiten, om dit tijdperk te oordelen, om hen die diep in zonde leven te redden uit de wereld van de zee van lijden en ze grondig te veranderen. De Joden nagelden God aan het kruis en eindigden zo Gods reizen in Judea. Niet lang daarna kwam God persoonlijk nogmaals onder de mensen, Hij kwam stilletjes in het land van de grote rode draak. In feite had de religieuze gemeenschap van de Joodse staat al lang de beeltenis van Jezus aan hun muren hangen en mensen riepen met hun mond: “Heer Jezus Christus.” Ze wisten niet dat Jezus al lang geleden de opdracht van Zijn Vader had aanvaard om terug te keren onder de mensen om het tweede stadium van Zijn werk af te maken dat nog moest worden voltooid. Als gevolg daarvan werden mensen verrast toen ze Hem aanschouwden: Hij was geboren in een wereld waarin vele tijdperken voorbij waren gegaan en Hij verscheen onder de mensen met het uiterlijk van iemand die uitermate gewoon is. In feite zijn Zijn kleren en ganse uiterlijk met het verstrijken van de tijdperken veranderd, alsof Hij wedergeboren was. Hoe zouden mensen kunnen weten dat Hij dezelfde Heer Jezus Christus is die van het kruis af kwam en was herrezen? Hij is zonder enig spoor van letsel, net zoals Jezus geen gelijkenis vertoonde met Jehova. De Jezus van vandaag lijkt al lang niet meer op die in tijden van weleer. Hoe zouden mensen Hem kunnen kennen? De dubbelhartige ‘Thomas’ trekt altijd in twijfel dat Hij de herrezen Jezus is, en hij wil altijd de littekens van de spijkers in Jezus’ handen zien voordat hij de kwestie kan laten rusten; zonder die te hebben gezien, zou hij altijd op een wolk van achterdocht blijven zitten en niet in staat zijn om zijn voeten op vaste grond neer te zetten en Jezus te volgen. Arme ‘Thomas’ – hoe zou hij kunnen weten dat Jezus is gekomen om het door God de Vader opgedragen werk te doen? Waarom moet Jezus de littekens van de kruisiging dragen? Zijn de littekens van de kruisiging het merkteken van Jezus? Hij is gekomen om te werken voor de wil van Zijn Vader; waarom zou Hij gekleed en uitgedost als een Jood van enkele duizenden jaren geleden komen? Zou de vorm die God in het vlees aanneemt het werk van God belemmeren? Wiens theorie is dit? Waarom moet het, wanneer God werkt, stroken met de voorstelling die de mens ervan heeft? Het enige waar God Zich in Zijn werk op richt is dat het effect sorteert. Hij houdt Zich niet aan de wet en er zijn geen regels voor Zijn werk – hoe zou de mens het kunnen doorgronden? Hoe zou de mens het werk van God volledig kunnen doorgronden door zich te verlaten op zijn noties en fantasieën? Dus kunnen jullie het beste op gepaste wijze inbinden: maak jullie niet druk om kleinigheden en blaas dingen niet op die nieuw voor jullie zijn – zo zet je jezelf niet langer te kijk en lachen mensen je niet meer uit. Je hebt al die jaren in God geloofd, maar toch ken je God nog steeds niet. Uiteindelijk zul je tuchtiging ondergaan, jij, die als ‘beste van de klas’[9] wordt beschouwd, wordt onder degenen geschaard die getuchtigd worden. Je kunt maar beter geen slimmigheidjes gebruiken om met je ordinaire trucjes te pronken. Kan je kortzichtigheid God werkelijk onderscheiden, die van eeuwigheid tot eeuwigheid alles doorziet? Kunnen je oppervlakkige ervaringen ervoor zorgen dat je de wil van God volledig kunt doorzien? Wees niet verwaand. God is per slot van rekening niet van de wereld – dus zou dit werk kunnen zijn zoals jij had verwacht?

Voetnoten:

1. “Aanvoerder van al het kwaad” verwijst naar de oude duivel. Deze uitdrukking geeft extreme afkeur aan.

2. “Ze doen ongefundeerde beschuldigingen” verwijst naar de methoden waardoor de duivel mensen schade toebrengt.

3. “Zwaar bewaakt” geeft aan dat de methoden waardoor de duivel mensen leed berokkent bijzonder kwaadaardig zijn en mensen zozeer onder de duim houden dat ze geen ruimte hebben om te bewegen.

4. “Verre” wordt spottend gebruikt.

5. “Verplichte, subtiele begeleiding” wordt spottend gebruikt.

6. “In de gunst staan” wordt spottend gebruikt voor mensen die er stijfjes uitzien en geen zelfbewustzijn hebben.

7. “Overkomt hem het ene ongeluk na het andere” geeft aan dat de mensen geboren zijn in het land van de grote rode draak en dat ze hun hoofd niet omhoog kunnen houden.

8. “Je hele leven neer te leggen” wordt neerbuigend bedoeld.

9. “Beste van de klas” wordt spottend gebruikt voor hen die God vurig zoeken.

Vorige: Werk en intrede (7)

Volgende: Werk en intrede (9)

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger