Woorden voor jong en oud
Ik heb een enorme hoeveelheid werk op aarde verricht en ik heb vele jaren onder de mensheid rondgelopen, maar toch kennen mensen zelden mijn beeld en mijn gezindheid en kunnen maar weinig mensen het werk dat ik doe volledig uitleggen. Er ontbreken zoveel dingen bij mensen, ze hebben nooit begrip voor wat ik doe en altijd is hun hart waakzaam alsof ze intens bang zijn dat ik hun situatie zal veranderen en niet meer op hen zal letten. De houding van de mensen ten opzichte van mij is dus altijd lauw en gaat samen met een forse dosis voorzichtigheid. Dit komt omdat de mensen in het heden zijn aangekomen zonder dat ze het werk dat ik doe begrijpen, en ze zijn met name verbijsterd over de woorden die ik tot hen richt. Ze houden mijn woorden in hun handen, ze weten niet of ze zich moeten overgeven aan een onwrikbaar geloof erin of dat ze moeten kiezen voor besluiteloosheid en ze maar vergeten. Ze weten niet of ze de woorden in praktijk moeten brengen of afwachten, of ze alles aan de kant moeten zetten en dapper moeten volgen, of de vriendschap met de wereld moeten blijven volhouden zoals voorheen. De innerlijke werelden van de mensen zijn zo gecompliceerd en de mensen zijn zo sluw. Omdat mensen mijn woorden niet duidelijk of volledig kunnen zien, vinden velen van hen het moeilijk ze in praktijk te brengen en hebben ze moeite om hun hart voor mij te leggen. Ik begrijp jullie moeilijkheden heel goed. Veel zwakten zijn onvermijdelijk als je in het vlees leeft en veel objectieve factoren zorgen voor problemen bij jullie. Jullie geven je gezin te eten, brengen je dagen door met hard werken en de maanden en jaren gaan in lijden voorbij. Er zijn veel moeilijkheden als je in het vlees leeft – ik ontken dit niet – en natuurlijk worden mijn eisen aan jullie afgestemd op jullie moeilijkheden. De eisen bij het werk dat ik doe zijn allemaal gebaseerd op jullie werkelijke gestalte. Misschien waren in het verleden de eisen die mensen in hun werk aan jullie stelden vermengd met elementen van buitensporigheid, maar jullie moeten weten dat ik nooit buitensporige eisen aan jullie heb gesteld als ik iets zeg en doe. Alle eisen zijn gebaseerd op de natuur van de mensen, hun vlees, en wat ze nodig hebben. Jullie moeten weten, en ik kan het heel duidelijk tegen jullie zeggen, dat ik niet tegen bepaalde redelijke denkwijzen van mensen ben, en dat ik niet gekant ben tegen de inherente natuur van de mensheid. Alleen omdat mensen niet begrijpen wat de normen eigenlijk wel zijn die ik hun heb gesteld en ook de oorspronkelijke betekenis van mijn woorden niet begrijpen, hebben de mensen tot nu toe getwijfeld aan mijn woorden, en gelooft minder dan de helft van de mensen in mijn woorden. De rest zijn ongelovigen. En nog meer mensen willen me graag ‘verhalen horen vertellen’. Bovendien zijn er velen die genieten van de vertoning. Ik waarschuw jullie: veel van mijn woorden zijn al opengesteld voor degenen die in mij geloven en degenen die genieten van het prachtige uitzicht op het koninkrijk, maar door de poort zijn buitengesloten, zijn al door mij verstoten. Zijn jullie niet gewoon het kaf, verafschuwd en afgewezen door mij? Hoe kon je me zien vertrekken en dan blij zijn met mijn terugkeer? Ik zeg jullie, nadat de mensen van Ninevé de kwade woorden van Jehova hadden gehoord, zaten ze onmiddellijk berouwvol in zak en as. Ze waren vol angst en vrees omdat ze Zijn woorden geloofden en dus zaten ze berouwvol in zak en as. Wat betreft de mensen van vandaag, hoewel jullie ook mijn woorden geloven en, sterker nog, geloven dat Jehova vandaag de dag weer onder jullie is gekomen, is jullie houding slechts oneerbiedig, alsof jullie alleen naar de Jezus kijken die duizenden jaren geleden in Judea is geboren en die nu in jullie midden is neergedaald. Ik begrijp de bedrieglijkheid die in jullie harten bestaat zeer goed: de meesten van jullie volgen mij uit nieuwsgierigheid en zijn mij gaan zoeken uit de leegte. Wanneer jullie derde wens verbrijzeld is – jullie wens voor een vredig en gelukkig leven – verdwijnt jullie nieuwsgierigheid ook. De bedrieglijkheid die in elk van jullie harten bestaat, komt aan het licht door jullie woorden en daden. Om het recht voor zijn raap te zeggen, jullie zijn gewoon nieuwsgierig naar mij, maar jullie vrezen mij niet. Jullie letten niet op je taal en nog minder oefenen jullie terughoudendheid uit in je gedrag. Wat voor geloof hebben jullie dan eigenlijk? Is dat echt? Jullie gebruiken gewoon mijn woorden om je zorgen te verdrijven en je verveling te verlichten, om de resterende lege plekken in jullie leven op te vullen. Wie van jullie heeft mijn woorden in praktijk gebracht? Wie heeft er oprecht geloof? Jullie blijven roepen dat God een God is die diep in de harten van de mensen ziet, maar hoe is de God waarover jullie roepen in jullie hart met mij verenigbaar? Aangezien jullie zo roepen, waarom gedragen jullie je dan zo? Zou het kunnen dat dit de liefde is waarmee jullie me willen terugbetalen? Er is heel wat toewijding op jullie lippen, maar waar zijn jullie offers en jullie goede daden? Als jullie woorden mijn oren niet hadden bereikt, hoe kon ik jullie dan zo haten? Als jullie echt in mij geloofden, hoe konden jullie dan in zo’n ellende terechtkomen? Jullie hebben een neerslachtige blik op jullie gezicht alsof jullie in de Hades terecht staan. Jullie hebben nog geen greintje vitaliteit, en jullie praten zwakjes over jullie innerlijke stem. Jullie zitten zelfs vol met klachten en vloeken. Jullie hebben lang geleden het geloof in wat ik doe verloren en zelfs jullie oorspronkelijke geloof is verdwenen, dus hoe kunnen jullie ooit tot het einde volgen? Aangezien dit zo is, hoe kunnen jullie dan gered worden?
Hoewel mijn werk zeer nuttig is voor jullie, zijn mijn woorden altijd voor jullie verloren gegaan en hebben niets in jullie teweeggebracht. Het is moeilijk voor mij voorwerpen te vinden die ik kan vervolmaken en nu ben ik mijn hoop voor jullie bijna kwijt. Ik heb verschillende jaren onder jullie gezocht, maar het is moeilijk om iemand te vinden die mijn vertrouweling kan zijn. Ik heb het gevoel dat ik er geen vertrouwen meer in heb om in jullie te blijven werken en geen liefde meer om van jullie te blijven houden. Dit komt omdat ik lang geleden ben gaan walgen van jullie ‘prestaties’, minuscuul en zielig als ze zijn. Het lijkt alsof ik nooit onder jullie heb gesproken en nooit in jullie heb gewerkt. Jullie prestaties zijn zo misselijkmakend. Jullie roepen altijd ondergang en schaamte over jezelf af en jullie zijn nauwelijks van waarde. Ik kan nauwelijks gelijkenis met een mens in jullie vinden, noch het spoor van een mens ruiken. Waar is jullie verse spoor? Waar is de prijs die jullie vele jaren lang hebben betaald en waar zijn de resultaten? Hebben jullie er nooit enige gevonden? Mijn werk kent nu een nieuw begin, een nieuwe start. Ik ga grootse plannen uitvoeren en ik wil nog grootser werk volbrengen, maar toch zwelgen jullie nog steeds in de modder zoals voorheen, leven jullie in de smerige wateren van het verleden, en zijn jullie er praktisch niet in geslaagd om je te bevrijden uit jullie oorspronkelijke benarde situatie. Daarom hebben jullie nog steeds niets uit mijn woorden weten te halen. Jullie hebben je nog steeds niet bevrijd van jullie oorspronkelijke plek in de modder en het vuile water, en jullie kennen alleen mijn woorden, maar in feite zijn jullie het rijk van de vrijheid van mijn woorden niet binnengegaan, dus hebben mijn woorden zich nooit voor jullie geopend. Ze zijn als een boek der profetieën dat al duizenden jaren verzegeld is. Ik verschijn voor jullie in jullie leven, maar jullie zijn je daar nooit van bewust. Jullie herkennen me niet eens. Bijna de helft van de woorden die ik zeg is om over jullie te oordelen en bereikt slechts de helft van het effect dat zou moeten, namelijk om grote vrees in jullie op te wekken. De overige helft bestaat uit woorden om jullie te leren over het leven en hoe jullie je moeten gedragen. Het lijkt er echter op dat deze woorden wat jullie betreft niet eens bestaan, of dat jullie luisteren naar de woorden van kinderen, woorden waar jullie altijd besmuikt om glimlachen, maar nooit naar handelen. Jullie hebben je nooit met deze dingen beziggehouden, het is altijd in de eerste plaats uit nieuwsgierigheid geweest dat jullie mijn handelingen hebben bekeken, met als gevolg dat jullie nu in de duisternis zijn terecht gekomen en het licht niet kunnen zien. Daarom huilen jullie jammerlijk in het donker. Wat ik wil is jullie gehoorzaamheid, jullie onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, en, sterker nog, ik eis dat jullie volledig zeker zijn van alles wat ik zeg. Jullie mogen geen houding van verwaarlozing aannemen en al helemaal niet selectief omgaan met de dingen die ik zeg, noch onverschillig staan tegenover mijn woorden en mijn werk, zoals jullie dat zo vaak doen. Mijn werk is gedaan in jullie midden en ik heb jullie veel van mijn woorden geschonken, maar als jullie mij op deze manier behandelen, kan ik alleen aan heidense families weggeven wat jullie niet hebben gewonnen en niet in praktijk hebben gebracht. Wie van alle schepselen wordt niet door mij in mijn handen gehouden? De meesten onder jullie zijn van een ‘rijpe leeftijd’ en jullie hebben de energie niet om dit soort werk dat ik heb te aanvaarden. Jullie zijn als een Hanhao-vogel,[a] jullie doen nauwelijks voldoende moeite, en jullie hebben mijn woorden nooit serieus genomen. De jongeren zijn bijzonder ijdel en al te toegeeflijk en besteden nog minder aandacht aan mijn werk. Ze hebben geen interesse om zich te tegoed te doen aan de lekkernijen van mijn banket, ze zijn als een vogeltje dat uit zijn kooi is gevlogen om zich naar ver weg te wagen. Hoe kunnen zulke jonge en oude mensen nuttig zijn voor mij? Wie op gevorderde leeftijd is, is bereid om mijn woorden als pensioen te gebruiken tot aan het graf, zodat zijn ziel na zijn dood naar de hemel kan gaan; voor hem is dit genoeg. Deze ouderen voelen nu altijd ‘grote ambities’ en ‘onwrikbaar vertrouwen’. Ze hebben weliswaar veel geduld voor mijn werk en bezitten de kwaliteit van oude mensen, namelijk oprecht en onverzettelijk zijn, weigeren om te worden meegesleept of verslagen door wie of wat dan ook – ze zijn werkelijk als een onneembare vesting – maar is het geloof van deze mensen niet vol van de bijgelovige geur van een lijk? Waar is hun pad? Is hun pad voor hen niet te lang, te ver weg? Hoe konden ze mijn wil kennen? Ook al is hun vertrouwen prijzenswaardig, hoeveel van deze ouderen zijn er niet verward op het pad dat ze volgen, en eigenlijk op zoek naar het leven? Hoeveel van hen begrijpen werkelijk de echte betekenis van mijn werk? Wiens doel is het niet om mij te volgen in deze wereld van vandaag, zodat hij in de nabije toekomst niet naar de Hades zal afdalen, maar door mij naar een ander rijk zal worden gebracht? Denken jullie dat jullie bestemming zo eenvoudig is? Hoewel jullie jongeren allemaal als jonge leeuwen zijn, hebben jullie zelden de ware weg in je hart. Jullie jeugd geeft jullie geen recht op meer van mijn werk, integendeel, jullie roepen steeds mijn walging op. Hoewel jullie jong zijn, ontbreekt het jullie aan vitaliteit of ambitie en zijn jullie altijd vrijblijvend over jullie toekomst. Het lijkt alsof jullie onverschillig zijn en piekeren. Men zou kunnen zeggen dat de vitaliteit, de idealen en de standpunten die bij jongeren zouden moeten worden aangetroffen, absoluut niet in jullie te vinden zijn. Jullie, dit soort jongeren, zijn zonder standpunten en hebben geen vermogen om onderscheid te maken tussen recht en onrecht, goed en kwaad, schoonheid en lelijkheid. Het is onmogelijk om elementen in jullie te vinden die fris zijn. Jullie zijn bijna helemaal ouderwets, en jullie, dit soort jongeren, hebben ook geleerd om de menigte te volgen, om irrationeel te zijn. Jullie kunnen nooit duidelijk onderscheid maken tussen goed en kwaad, jullie zien geen verschil tussen waar en onwaar, jullie kunnen nooit streven naar voortreffelijkheid en jullie kunnen ook niet uitmaken wat goed en wat verkeerd is, wat waarheid en wat hypocrisie is. Er hangt een zwaardere en sterkere stank van religie om jullie heen dan bij ouderen. Jullie zijn zelfs arrogant en onredelijk, jullie wedijveren onderling en jullie voorliefde voor agressie is erg sterk – hoe zou dit soort jongere de waarheid kunnen bezitten? Hoe kan iemand die geen standpunt kan innemen ergens van getuigen? Hoe kan iemand die geen onderscheid kan maken tussen goed en kwaad een jongere worden genoemd? Hoe kan iemand die de vitaliteit, energie, frisheid, kalmte en stabiliteit van een jongere mist een volgeling van mij worden genoemd? Hoe kan iemand die geen waarheid heeft, geen gevoel voor rechtvaardigheid, maar die graag speelt en vecht, het waard zijn om mijn getuige te zijn? Jonge mensen zouden geen ogen vol bedrog en vooroordelen jegens anderen moeten hebben, en ze zouden geen destructieve, afschuwelijke daden moeten verrichten. Ze zouden niet zonder idealen, ambities en een enthousiast verlangen om zichzelf te verbeteren moeten zijn; ze zouden niet ontmoedigd moeten zijn over hun vooruitzichten, en ze zouden ook de hoop op het leven of het vertrouwen in de toekomst niet moeten verliezen. Ze zouden het doorzettingsvermogen moeten hebben om door te gaan op de weg van de waarheid die ze nu hebben gekozen: hun wens te realiseren om hun hele leven aan mij te besteden. Ze zouden niet zonder de waarheid moeten zijn, en evenmin zouden ze hypocrisie en onrechtvaardigheid moeten koesteren. Ze zouden standvastig de juiste houding moeten innemen. Ze zouden niet maar voort moeten kabbelen, maar de geestdrift moeten hebben om offers te brengen en te strijden voor gerechtigheid en waarheid. Jonge mensen zouden de moed moeten hebben om niet toe te geven aan onderdrukking door de duistere machten en om de betekenis van hun bestaan te veranderen. Jonge mensen zouden zich niet moeten neerleggen bij tegenslag, maar open en eerlijk moeten zijn, in de geest van vergeving voor hun broeders en zusters. Dit zijn natuurlijk mijn eisen aan iedereen, en het is mijn advies aan iedereen. Maar meer nog zijn dit mijn kalmerende woorden voor alle jongeren. Jullie zouden volgens mijn woorden moeten oefenen. Vooral zouden jongeren vastberaden moeten zijn om kwesties met onderscheidingsvermogen te benaderen, en om gerechtigheid en de waarheid te zoeken. Jullie moeten al het goeds en moois nastreven en de realiteit van alle positieve dingen verkrijgen. Jullie zouden verantwoordelijk moeten zijn voor jullie leven en het niet licht opvatten. Mensen komen op aarde en slechts zelden ontmoeten ze mij. Ook hebben ze maar zelden de kans de waarheid te zoeken of te verkrijgen. Waarom zouden jullie deze geweldige tijd niet waarderen als het juiste pad om in dit leven naar te streven? En waarom staan jullie altijd zo afwijzend tegenover de waarheid en gerechtigheid? Waarom vertrappen en ruïneren jullie jezelf altijd voor die ongerechtigheid en vuilheid die met mensen speelt? En waarom gedragen jullie je als die ouderen die zich bezighouden met wat de onrechtvaardigen doen? Waarom imiteren jullie de oude manieren van oude dingen? Jullie leven zou vol van rechtvaardigheid, waarheid en heiligheid moeten zijn, jullie leven zou niet zo verloederd moeten zijn op zo’n jonge leeftijd, waardoor je in de Hades terechtkomt. Hebben jullie niet het gevoel dat dit vreselijk ongelukkig zou zijn? Hebben jullie niet het gevoel dat dit vreselijk onrechtvaardig zou zijn?
Jullie zouden allemaal jullie uiterst volmaakt werk moeten doen en dit op mijn altaar offeren, zodat dit het ultieme, unieke offer wordt dat jullie aan mij geven. Jullie moeten allemaal stevig op je standpunt blijven staan en niet met elk voorbijgaand briesje als wolken door de lucht worden geblazen. Jullie werken je halve leven hard, waarom zouden jullie dus de bestemming die jullie zouden moeten hebben niet gaan zoeken? Jullie zwoegen een half leven lang, maar toch laten jullie die varkens- en hondachtige ouders van jullie de waarheid en de betekenis van jullie persoonlijke bestaan het graf in slepen. Denken jullie niet dat jullie een groot onrecht wordt aangedaan? Hebben jullie niet het gevoel dat op deze manier leven volkomen zinloos is? Als jullie op deze manier naar de waarheid en het juiste pad zoeken, zullen er uiteindelijk problemen ontstaan, zodat de buren bezorgd zijn en de hele familie ongelukkig is, wat tot fatale rampen zal leiden. Als je zo leeft, komt dat dan niet neer op een uiterst zinloos leven? Wiens leven zou gelukkiger kunnen zijn dan het jouwe en wiens leven zou nog belachelijker kunnen zijn dan het jouwe? Zoek je niet naar mij om mijn vreugde en mijn troostende woorden te krijgen voor jezelf? Maar nadat je een half leven lang hebt rondgerend, provoceer je mij tot ik vol van woede ben en geen aandacht meer voor je heb of je niet meer prijs. Betekent dit dan niet dat je hele leven tevergeefs is geweest? Hoe kon je de moed hebben om de zielen van die heiligen door de eeuwen heen te gaan zien die uit het vagevuur zijn vrijgelaten? Je staat onverschillig ten opzichte van mij en uiteindelijk roep je een fatale ramp over jezelf uit. Het zou beter zijn als je van deze gelegenheid gebruik maakte en een vreugdevolle reis over de uitgestrekte oceaan zou maken en vervolgens mijn ‘opdracht’ zou gehoorzamen. Ik heb jullie lang geleden gezegd dat je nu, zo onverschillig als je bent, maar niet bereid om te vertrekken, uiteindelijk zal worden ondergedompeld en opgeslokt door de golven die door mij zijn gecreëerd. Kunnen jullie jezelf echt beschermen? Ben je er echt zeker van dat je huidige manier van streven ervoor zal zorgen dat je vervolmaakt wordt? Is je hart niet erg hard? Dit soort volgen, dit soort streven, dit soort leven, en dit soort karakter – hoe zou het mijn lof kunnen verwerven?
Voetnoot:
a. Het verhaal van de Hanhao-vogel lijkt sterk op de fabel van de krekel en de mier van Aesopus. De Hanhao-vogel slaapt liever dan dat hij een nest bouwt terwijl het warm weer is, ondanks herhaalde waarschuwingen van zijn buurman, een ekster. Wanneer de winter aanbreekt, vriest de vogel dood.