1. Je moet de bron van het verzet van mensen tegen het nieuwe werk van God in hun geloof in God kennen
Relevante woorden van God:
De reden dat de mens zich tegen God verzet komt aan de ene kant voort uit de verdorven gezindheid van de mens en aan de andere kant uit zijn onwetendheid van God en gebrek aan begrip van de principes van Gods werk en Zijn wil ten opzichte van de mens. Deze twee aspecten samen vormen een geschiedenis van verzet van de mens tegen God. Nieuwelingen in het geloof verzetten zich tegen God omdat dit verzet in hun natuur ligt, terwijl het verzet tegen God van degenen die alle jaren geloven het resultaat is van hun onwetendheid van God en hun verdorven gezindheid.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten
Het werk van God gaat door. Het doel van Zijn werk blijft weliswaar onveranderd, maar de middelen waarmee Hij werkt veranderen voortdurend. Dus veranderen Zijn volgelingen ook. Hoe meer werk van God er is, hoe beter de mens God leert kennen, en de gezindheid van de mens verandert met Zijn werk mee. Maar omdat het werk van God steeds verandert, worden zij die het werk van de Heilige Geest niet kennen en de absurde mensen die de waarheid niet kennen, tegenstanders van God. Het werk van God zal nooit op de opvattingen van de mens worden afgestemd, want Zijn werk is altijd nieuw en nooit oud. Nooit herhaalt Hij Zijn oude werk, Hij werkt liever gestaag door aan wat nooit eerder is gedaan. Omdat God Zijn werk nooit herhaalt en de mens steevast Gods huidige werk op basis van Zijn werk in het verleden beoordeelt, is het bijzonder moeilijk voor God om ieder stadium van het werk van het nieuwe tijdperk uit te voeren. De mens werpt veel te veel hindernissen op! De mens denkt veel te bekrompen! Niemand kent het werk van God, maar toch definieert iedereen Zijn werk. Als de mens weg is bij God verliest hij zijn leven, de waarheid en de zegen van God. Toch aanvaardt de mens het leven en de waarheid niet, net zomin als de hogere zegeningen die God de mensheid schenkt. Alle mensen willen God winnen maar kunnen toch geen verandering in Gods werk verdragen. Zij die het nieuwe werk van God niet aanvaarden geloven dat het werk van God onveranderlijk is, en dat Gods werk voor eeuwig stil blijft staan. Zij geloven dat ze zich alleen maar aan de wet hoeven te houden om de eeuwige redding van God te ontvangen en dat zolang ze maar berouw tonen en hun zonden opbiechten Gods wil voor altijd tevreden gesteld zal zijn. Ze menen dat God voor de mens slechts de God van de wet en de God die aan het kruis was genageld kan zijn; ze menen ook dat God de Bijbel niet mag en kan ontstijgen. Juist deze meningen hebben hen stevig aan de oude wet verankerd en aan strikte regelingen vastgeketend. Zelfs nog meer mensen geloven dat wat het nieuwe werk van God ook is, het onderbouwd moet zijn door profetieën, en dat in ieder stadium van het werk aan iedereen die Hem met een oprecht hart volgt ook openbaringen getoond moeten worden, anders zou dat werk nooit van God kunnen zijn. Het is al geen gemakkelijke opgave voor de mens om God te leren kennen. Als je daarbij het absurde hart en de opstandige natuur van gewichtigheid en verwaandheid van de mens optelt, is het nog veel moeilijker voor de mens om het nieuwe werk van God te aanvaarden. De mens bestudeert het nieuwe werk van God niet zorgvuldig, maar accepteert het ook niet deemoedig; de mens neemt liever een geringschattende houding aan en wacht op de openbaring en begeleiding van God. Is dit niet het gedrag van een mens die tegen God in opstand komt en zich tegen Hem verzet? Hoe kan zo iemand Gods goedkeuring verkrijgen?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?
Omdat er altijd nieuwe ontwikkelingen zijn in Gods werk, is er werk dat achterhaald en oud wordt wanneer zich nieuw werk aandient. Deze verschillende soorten werk, oud en nieuw, spreken elkaar niet tegen, maar vullen elkaar aan. Elke stap gaat verder waar de vorige gebleven is. Omdat er nieuw werk is, moeten de oude dingen natuurlijk verwijderd worden. Zo zijn er bijvoorbeeld oude gebruiken en gebruikelijke uitspraken van de mens die samen met de vele jaren ervaring en onderwijs van de mens, in de gedachten van de mens vorm hebben gegeven aan allerlei opvattingen. Wat nog meer bijdraagt aan het vormen van opvattingen door de mens, is dat God Zijn ware gezicht en Zijn gezindheid ten opzichte van de mens nog volledig moet openbaren, dit samen met het feit dat de jarenlange verspreiding van traditionele theorieën uit de oudheid nog meer hebben bijgedragen aan het vormen van opvattingen door de mens. Het mag gezegd dat gedurende het geloof van de mens in God, de invloed van verschillende opvattingen bij mensen heeft geleid tot de continue vorming en evolutie van allerlei soorten begrippen over God, met als resultaat dat veel religieuze mensen die God dienen Zijn vijanden zijn geworden. Zo zijn ze, naarmate hun opvattingen sterker werden, zich meer gaan verzetten tegen God en meer Zijn vijand geworden. Het werk van God is altijd nieuw en nooit oud en het is nooit een doctrine, in plaats daarvan is het in meer of mindere mate continu onderhevig aan verandering en vernieuwing. Dit werk is de uiting van de inherente gezindheid van God Zelf. Het is ook het inherente principe van Gods werk en een van de manieren waarop God Zijn management vervult. Als God niet op deze manier zou werken, zou de mens niet veranderen of in staat zijn om God te kennen en zou Satan niet worden verslagen. Daarom komen er in Zijn werk continu veranderingen voor die willekeurig lijken, maar in feite regelmatig terugkeren. De manier waarop de mens in God gelooft is echter heel anders: hij houdt vast aan oude, bekende doctrines en systemen en hoe ouder ze zijn hoe aangenamer hij ze vindt. Hoe kan het onwetende verstand van de mens, een verstand dat zo onbuigzaam is als steen, zo veel ondoorgrondelijk nieuw werk en nieuwe woorden van God accepteren? De mens verafschuwt de God die altijd nieuw is en nooit oud. Hij houdt alleen van de oude God die lange tanden en wit haar heeft en zich vast op één plaats bevindt. Doordat God en de mens beide hun eigen voorkeur hebben, is de mens zo de vijand van God geworden. Veel van deze tegenstellingen bestaan nu nog, op het moment dat God gedurende bijna zesduizend jaar nieuw werk heeft verricht. […] Het is altijd Gods intentie geweest dat Zijn werk nieuw en levend is, niet oud en dood, en datgene waar Hij de mens zich stevig aan laat vasthouden, varieert met de tijd en de periode en is niet eeuwigdurend en onveranderlijk. Dat komt doordat Hij een God is die ervoor zorgt dat de mens leeft en nieuw is, in plaats van een duivel die ervoor zorgt dat de mens doodgaat en oud is. Begrijpen jullie dit nog steeds niet? Jullie hebben opvattingen over God en zijn niet in staat om ze los te laten omdat jullie bekrompen zijn. Het komt niet doordat Gods werk onbegrijpelijk is of doordat Gods werk niet in overeenstemming is met de wensen van mensen – noch komt het doordat God altijd nalatig is in Zijn taken. Het feit dat jullie die opvattingen niet los kunnen laten, komt doordat jullie niet voldoende gehoorzaam zijn en in niets lijken op een schepsel van God, het komt niet doordat God de dingen moeilijk maakt voor jullie. Dit alles is door jullie veroorzaakt en heeft niets te maken met God. Al het lijden en ongeluk zijn veroorzaakt door de mens. Gods intenties zijn altijd goed: Hij wil er niet voor zorgen dat je opvattingen vormt, maar Hij wil dat je verandert en vernieuwt bij het voorbijgaan van de tijd. Jullie vergelijken appels met peren en zijn altijd bezig met nauwkeurig onderzoek of analyse. God maakt het niet moeilijk voor jullie, maar jullie hebben geen eerbied voor God en jullie ongehoorzaamheid is te groot. Een klein wezen durft een triviaal deel te nemen van dat wat eerder door God werd gegeven en keert vervolgens op zijn schreden terug en gebruikt het om God mee aan te vallen – is dat geen ongehoorzaamheid van de mens? Het mag gezegd worden dat mensen volledig ongekwalificeerd zijn om hun ideeën voor God te uiten, en dat zij nog minder gekwalificeerd zijn om naar believen opzichtig te koop te lopen met hun waardeloze, stinkende, rottige, bloemrijke taal – om nog maar te zwijgen over die stoffige opvattingen. Zijn die niet nog waardelozer?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen zij die het huidige werk van God kennen mogen God dienen
Weet wel dat jullie tegen Gods werk ingaan of jullie eigen opvattingen erop na houden om het werk van vandaag te beoordelen, omdat jullie de beginselen van Gods werk niet kennen en omdat jullie het werk van de Heilige Geest niet serieus genoeg nemen. Jullie tegenstand tegen God en jullie obstructie van het werk van de Heilige Geest worden veroorzaakt door jullie opvattingen en inherente arrogantie. Het is niet omdat Gods werk verkeerd is, maar omdat jullie van nature te opstandig zijn. Nadat ze tot geloof in God zijn gekomen, kunnen sommige mensen zelfs niet met zekerheid zeggen wat de oorsprong van de mens is. Toch durven ze te komen met openbare toespraken waarbij ze vertellen wat er wel en niet klopt van het werk van de Heilige Geest. En ze lezen zelfs de apostelen de les, die het nieuwe werk van de Heilige Geest hebben. Ze leveren commentaar en spreken voor hun beurt. Qua menselijkheid zitten ze op een te laag peil en ze hebben niet het minste verstand. Zou de dag niet komen waarop zulke mensen door het werk van de Heilige Geest worden verworpen en zullen branden in het vuur van de hel? Ze kennen het werk van God niet, maar bekritiseren Zijn werk wel en willen God dan ook nog vertellen hoe Hij moet werken. Hoe kunnen zulke onredelijke mensen God kennen? Tijdens het proces van het zoeken en ervaren van God leert de mens Hem kennen. Hij leert God niet kennen door de verlichting van de Heilige Geest als hij Hem in een opwelling bekritiseert. Hoe accurater mensen God kennen, hoe minder ze tegen Hem opstaan. Hoe minder goed mensen God daarentegen kennen, des te waarschijnlijker het is dat ze tegen Hem in opstand komen. Je opvattingen, je oude natuur en je menselijkheid, karakter en morele zienswijze zijn het ‘kapitaal’ waarmee je tegen God in opstand komt, en hoe meer verdorven, gedegenereerd en verlaagd je bent, hoe meer je Gods vijand bent. Zij die gruwelijke opvattingen hebben en een gezindheid van zelfgenoegzaamheid leven zelfs in nog meer vijandschap met de vleesgeworden God en zulke mensen zijn de antichristen. Als je opvattingen niet worden rechtgezet, dan zullen deze altijd tegen God zijn. Je zult nooit verenigbaar met God zijn en je zult altijd los van Hem zijn.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God
Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven zochten ze niet. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout om zich tevergeefs aan de naam van de Messias vast te klampen en zich ondertussen op alle mogelijke manieren tegen het wezen van de Messias te verzetten. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God is als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Zijn dit geen ongerijmde en belachelijk ideeën? Ik wil jullie nogmaals vragen: is het niet heel makkelijk voor jullie om de fouten van de vroegste farizeeërs te begaan, omdat jullie niet het geringste begrip van Jezus hebben? Kun je de weg van de waarheid onderscheiden? Kun je echt garanderen dat je je niet zult verzetten tegen Christus? Kun je het werk van de Heilige Geest volgen? Als je niet weet of je je zult verzetten tegen Christus, dan zeg ik dat je al op de rand van de dood leeft. Zij die de Messias niet kenden waren allemaal in staat om zich tegen Jezus te verzetten, of om Jezus te verwerpen, of kwaad te spreken over Hem. Mensen die Jezus niet begrijpen, kunnen Hem allemaal ontkennen en beschimpen. Ze zijn bovendien in staat de terugkeer van Jezus als het bedrog van Satan te zien en meer mensen zullen de in het vlees teruggekeerde Jezus veroordelen. Maakt dit alles jullie niet bang? Jullie krijgen met blasfemie tegen de Heilige Geest te maken, de verwoesting van de woorden van de Heilige Geest aan de kerken, en de afwijzing van alles dat Jezus tot uitdrukking heeft gebracht. Als jullie zo verward zijn, wat kunnen jullie van Jezus krijgen? Hoe kunnen jullie het werk van Jezus begrijpen wanneer Hij naar het vlees terugkeert op een witte wolk, als jullie koppig blijven weigeren je je fouten te realiseren? Dit is wat ik jullie vertel: mensen die de waarheid niet aanvaarden, maar blind de komst van Jezus op een witte wolk afwachten, zullen zeker blasfemie plegen jegens de Heilige Geest, en zij behoren tot de categorie die vernietigd zal worden. Jullie willen slechts de genade van Jezus ontvangen en genieten van het zalige hemelrijk, maar jullie hebben de woorden die Jezus heeft gesproken nooit gehoorzaamd en jullie hebben de waarheid die Jezus heeft geuit toen Hij terugkeerde naar het vlees nooit ontvangen. Wat hebben jullie te bieden in ruil voor het feit dat Jezus op een witte wolk terugkomt? Is het de eerlijkheid waarmee jullie regelmatig zonden begaan en ze vervolgens opbiechten, steeds weer? Wat kunnen jullie als offer aanbieden aan Jezus die op een witte wolk terugkeert? Zijn het de jaren van werk waarmee jullie jezelf prijzen? Wat hebben jullie te bieden zodat de teruggekeerde Jezus jullie kan vertrouwen? Is het die arrogante natuur van jullie, die aan geen enkele waarheid gehoorzaamt?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben
De mens is door Satan verdorven, dat is de bron van zijn tegenstand en rebellie jegens God. Doordat de mens dus door Satan is verdorven, is zijn geweten gevoelloos geworden, is hij immoreel, zijn zijn gedachten ontaard en heeft hij een achterlijke mentale kijk. Voordat de mens door Satan was verdorven, volgde hij God van nature en gehoorzaamde hij Zijn woorden na ze gehoord te hebben. Hij had van nature een gezond verstand en geweten, en had een normale menselijkheid. Nadat hij door Satan werd verdorven, raakten zijn oorspronkelijke verstand, geweten en menselijkheid afgestompt en door Satan aangetast. Zo is hij zijn gehoorzaamheid en liefde jegens God kwijtgeraakt. Het verstand van de mens is abnormaal geworden en zijn gezindheid gelijk aan dat van een dier, en zijn rebellie jegens God wordt steeds frequenter en intenser. Toch weet of herkent de mens dit nog steeds niet, en blijft hij zich blind verzetten en rebels opstellen. De openbaring van de gezindheid van de mens is de uiting van zijn verstand, inzicht en geweten en aangezien zijn verstand en inzicht ondeugdelijk zijn en zijn geweten uitermate is afgestompt, is zijn gezindheid opstandig jegens God. […]
De bron van de openbaring van de verdorven gezindheid van de mens is niets meer dan zijn afgestompte geweten, zijn kwaadaardige natuur en zijn ondeugdelijke verstand. Als het geweten en het verstand van de mens weer normaal kunnen worden, zal hij geschikt worden om voor Gods aangezicht te worden gebruikt. Het komt simpelweg omdat het geweten van de mens altijd gevoelloos is geweest, het verstand van de mens nooit gezond is geweest en steeds afgestompter raakt, dat de mens steeds opstandiger wordt jegens God. Hij heeft Jezus zelfs aan het kruis genageld en heeft de vleesgeworden God van de laatste dagen toegang tot zijn huis geweigerd. Hij veroordeelt Gods vlees en ziet Gods vlees als onwaardig. Als de mens ook maar een beetje menselijkheid had, zou hij niet zo wreed zijn in zijn behandeling van Gods vleesgeworden vlees. Als hij ook maar een beetje verstand had, zou hij niet zo kwaadaardig zijn in zijn behandeling van het vlees van de vleesgeworden God. Als hij ook maar een beetje geweten had, zou hij de vleesgeworden God niet zo ‘dankbaar’ zijn op deze manier. De mens leeft in het tijdperk dat God vlees is geworden, toch is hij niet in staat om God te danken voor deze geweldige gelegenheid. In plaats daarvan vervloekt hij de komst van God of negeert hij het feit van Gods vleeswording volkomen, en is hij er schijnbaar op tegen en moe van. Hoe de mens ook tegen de komst van God aankijkt, God heeft, kort gezegd, Zijn werk altijd geduldig voortgezet – zelfs al heeft de mens Hem geenszins verwelkomd en stelt hij wel blindelings eisen aan Hem. De gezindheid van de mens is uitermate kwaadaardig geworden, zijn verstand is uitermate afgestompt en zijn geweten is volkomen vertrapt door de boze en is al heel lang niet meer als het oorspronkelijke geweten van de mens.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een onveranderde gezindheid betekent vijandschap jegens God