Antwoord: De Heer Jezus heeft de zonden van de mensheid vergeven, maar dat betekent niet dat de mens zonder zonde is. Het betekent niet dat de mens is bevrijd van de overheersing door hun zonden of heilig is geworden. De Heer Jezus vergeeft de zonden van mensen. Waar slaat “zonde” eigenlijk op in deze context? Het slaat op overspel, diefstal en meer. Alles dat wetten, geboden of de woorden van God met voeten treedt, is zonde. Elke daad van verzet, veroordeling of oordeel jegens God is ook zonde. Elke vorm van godslastering is zonde; zonde die niet vergeven kan worden. In het Tijdperk van Genade diende de Heer Jezus als zondoffer voor de mensheid. Alleen zij die baden tot de Heer en inkeer toonden, zouden niet worden veroordeeld of worden gedood. Dat betekent dat God ze niet langer zou zien als zondaars. Mensen wier zonden waren vergeven, konden direct tot de Heer bidden en in Zijn genade delen. Dat is de ware betekenis van “Zonden zijn vergeven.” Hoewel de zonden van de mens zijn vergeven dankzij het zondoffer van de Heer Jezus, betekent dat niet dat de mensen niet meer zondigen en zich niet meer tegen God verzetten. De zondige natuur van de mens blijft. Mensen kunnen zich nog steeds tegen God verzetten en Hem verraden en als vijand zien. Hoe kunnen zulke mensen dan geschikt zijn om het hemelse koninkrijk binnen te gaan? Het is zoals Almachtige God het zegt: “Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over titels en identiteit). Het verlossende werk van de Heer Jezus vergaf alleen de zonden van de mens, maar maakte geen eind aan hun verdorven gezindheid. De innerlijke arrogantie, zelfzuchtigheid, hebzucht, leugenachtigheid, en andere facetten van de satanische gezindheid van de mens zijn er nog. Deze verdorven gezindheid gaat dieper dan zonde en is hardnekkiger dan zonde. Het is de bron van onze zonden en ons verzet tegen God. Als deze verdorven satanische gezindheid niet wordt geëlimineerd, zal de mens blijven zondigen, zich tegen God verzetten en Hem beoordelen en veroordelen op basis van zijn eigen fantasie en opvattingen. Als mensen lijden en worden vervolgd, kunnen ze God ontkennen of zelfs verraden zoals Judas deed. Als ze machtsposities hebben, kunnen ze eigen koninkrijken stichten om zich tegen God te verzetten. Sommige mensen stelen zelfs offers aan God en beledigen Zijn gezindheid. Zij zullen worden veroordeeld en door God worden vernietigd. De meeste hedendaagse dominees en geloofsleiders houden zich niet aan de woorden van de Heer Jezus. Ze interpreteren de Bijbel op basis van hun eigen opvattingen. Ze beschouwen de woorden van mensen in de Bijbel als de woorden van God. Ze loven de woorden van mensen in plaats van te getuigen van de woorden van de Heer Jezus. Daardoor gaan gelovigen mensen aanbidden en volgen, en hebben ze in hun hart geen ruimte voor de Heer Jezus. Deze gelovigen raken onder controle van de geloofsleiders. Dat zal zeker gelden wanneer de Heer Jezus terugkeert om Zijn werk van oordeel te doen. Die dominees en leiders volgen en bestuderen Gods werk niet. In plaats daarvan veroordelen ze Zijn werk, ze oordelen over Hem en ze lasteren Hem. Ze verzinnen leugens om de gelovigen te bedriegen en de kerk af te sluiten. Ze nemen God openlijk aan als vijand en beledigen Gods gezindheid. Dat is het ergste verzet tegen God dat bestaat. Het is een zonde die niet kan worden vergeven. Hun kwaadaardige gedrag is nog schandelijker dan het verzet van de farizeeën tegen de Heer Jezus. Als dus de natuur van de mens die zich tegen God verzet niet wordt geëlimineerd en hun satanische, verdorven gezindheid niet wordt gezuiverd, is de mens in staat tot elk kwaadaardig gedrag om zich tegen God te verzetten. Hoe kunnen zulke mensen Gods koninkrijk binnengaan? Daarom drukt God op basis van Zijn managementplan om de mensheid te redden en van de feitelijke behoeften van de verdorven mensheid in de laatste dagen talrijke verschillende facetten van de waarheid uit, en doet Hij Zijn werk dat de Bijbelse profetie vervult dat “… het oordeel begint bij het huis van God.” Dat moet het kernprobleem oplossen: dat de verdorven mensheid wordt geregeerd door zijn satanische natuur. Zo zal de mens zich geleidelijk bevrijden van zijn verdorven, satanische gezindheid en stoppen met zijn rebellie en verzet tegen God waarna hij in staat is om God echt te gehoorzamen en vereren. Dan zal hij gereinigd worden en het hemelse koninkrijk binnengaan.

uit het filmscenario van ‘Pijnlijke herinneringen’