10.12 Over hoe God te dienen en van Hem te getuigen

469. Vanaf het begin van Zijn werk in het gehele universum heeft God vele mensen, uit alle rangen en standen, voorbestemd om Hem te dienen. Het is Zijn doel Zijn eigen wil te realiseren en ervoor te zorgen dat Zijn werk op aarde probleemloos wordt verwezenlijkt. Dit is Gods doel wanneer Hij mensen kiest om Hem te dienen. Ieder mens die God dient, moet deze wil van God begrijpen. Door middel van Zijn werk zijn mensen beter in staat Gods wijsheid en almacht te begrijpen en de principes van Zijn werk op aarde te zien. God komt daadwerkelijk naar de aarde om Zijn werk te doen en legt daarbij contact met mensen zodat zij Zijn daden duidelijker leren kennen. Vandaag de dag heeft jullie groep het geluk de praktische God te dienen. Dit is voor jullie een zegen van onschatbare waarde. In werkelijkheid is het God die jullie op een hoger niveau brengt. Wanneer God iemand uitkiest om Hem te dienen, hanteert Hij altijd Zijn eigen principes. God dienen is absoluut niet, zoals mensen het zich dat voorstellen, eenvoudig een kwestie van enthousiasme. Vandaag zien jullie dat hoe eenieder die God dient in Zijn aanwezigheid, dit doet omdat hij de begeleiding van God heeft en het werk van de Heilige Geest, en omdat zij mensen zijn die naar de waarheid zoeken. Dit zijn de minimumvereisten waaraan al degenen die God dienen moeten voldoen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Religieuze diensten moeten worden gezuiverd

470. Zij die God dienen, moeten Gods vertrouwelingen zijn, moeten God welgevallig zijn en moeten God uiterst trouw kunnen blijven. Of je nu privé of publiek handelt, je kunt in Gods bijzijn de vreugde van God verkrijgen, je kunt overeind blijven in Gods bijzijn en hoe andere mensen je ook behandelen, je bewandelt altijd het pad dat je moet gaan en schenkt alle aandacht aan Gods last. Alleen zulke mensen zijn vertrouwelingen van God. Dat Gods vertrouwelingen Hem direct kunnen dienen, komt doordat ze Gods grote opdracht en Gods last hebben ontvangen, zich Gods hart kunnen toe-eigenen, Gods last op zich kunnen nemen als hun eigen, en geen aandacht schenken aan hun toekomstperspectieven: zelfs wanneer ze geen perspectieven hebben en er voor hen geen winst in het verschiet ligt, zullen ze altijd in God geloven met een liefhebbend hart. Zodoende is dit soort persoon Gods vertrouweling. Gods vertrouwelingen zijn ook Zijn intimi; alleen Gods intimi kunnen Zijn rusteloosheid en Zijn gedachten delen, en hoewel hun vlees pijnlijk en zwak is, kunnen ze pijn verdragen en verzaken wat ze liefhebben om God tevreden te stellen. God geeft zulke mensen meer lasten en wat God wenst te doen, wordt bevestigd door de getuigenis van zulke mensen. Daarom zijn deze mensen aangenaam voor God. Ze zijn dienaren van God die naar Zijn eigen hart zijn, en alleen zulke mensen kunnen samen met God heersen. Wanneer je werkelijk Gods vertrouweling bent geworden, is precies het moment dat je samen met God zult heersen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe te dienen in harmonie met Gods wil

471. Iemand die God daadwerkelijk dient, is iemand naar het hart van God en geschikt om door God te worden gebruikt en dat is iemand die in staat is om zijn religieuze opvattingen los te laten. Als je wilt dat het eten en drinken van Gods woorden zinvol is, moet je je religieuze opvattingen loslaten. Als je God wilt dienen, is het nog belangrijker om religieuze opvattingen eerst los te laten en de woorden van God in alles wat je doet te gehoorzamen. Dit is wat iemand die God dient, hoort te doen. Als je deze kennis niet hebt, zal je op het moment dat je gaat dienen voor onderbrekingen en verstoringen zorgen en als je aan je opvattingen vast blijft houden, zal je onvermijdelijk neergeslagen worden door God en nooit meer overeind komen. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het heden. Veel van het huidige werk en de huidige uitspraken zijn onverenigbaar met de Bijbel en met het eerdere werk van God en als je niet wenst te gehoorzamen, kun je op ieder moment vallen. Als je wilt dienen in overeenstemming met de wil van God, moet je eerst de religieuze opvattingen loslaten en je eigen visies rechtzetten. Veel van wat er gezegd wordt in de toekomst zal onverenigbaar zijn met wat er gezegd werd in het verleden en als je nu niet de wil hebt om te gehoorzamen, zal je niet in staat zijn om het pad dat voor je ligt te bewandelen. Als één van Gods werkmethodes wortel heeft geschoten binnenin jou en je laat het nooit los, dan zal deze methode jouw religieuze opvatting worden. Als dat wat God is binnen in je wortel heeft geschoten, heb je de waarheid verworven en als de woorden en waarheid van God je leven kunnen worden, zal je niet langer opvattingen over God hebben. Zij die ware kennis van God hebben zullen geen opvattingen hebben en zullen zich niet bij een doctrine neerleggen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen zij die het huidige werk van God kennen mogen God dienen

472. God dienen is geen eenvoudige taak. Degenen wier verdorven gezindheid onveranderd blijft kunnen God nooit dienen. Als jouw gezindheid niet door Gods woord is geoordeeld en getuchtigd, vertegenwoordigt jouw gezindheid nog steeds Satan. Dit is voldoende om te bewijzen dat je God dient vanuit je eigen goede intentie. Dit is dienst die gebaseerd is op je satanische natuur. Je dient God met je natuurlijke karakter en volgens je persoonlijke voorkeuren, sterker nog, je blijft maar denken dat God zich verheugt in alles wat je maar wilt doen en alles haat wat je niet wilt doen, en je wordt in je werk geheel geleid door je eigen voorkeuren. Kan dit God dienen worden genoemd? Uiteindelijk zal de gezindheid van je leven er geen jota mee veranderen; in tegendeel, je zult nog koppiger worden omdat je God hebt gediend, en hierdoor raakt je verdorven gezindheid nog dieper geworteld. Op deze manier zul je van binnen regels over het dienen van God ontwikkelen die hoofdzakelijk zijn gebaseerd op je eigen karakter en de ervaring die je opdoet met het dienen volgens je eigen gezindheid. Deze les kan worden getrokken uit de menselijke ervaring. Het is de levensfilosofie van de mens. Zulke mensen behoren tot de farizeeën en de religieuze functionarissen. Wanneer zij niet op een gegeven moment wakker worden en berouw tonen, zullen zij beslist de valse christussen en de antichristen worden die de mensen in de laatste dagen misleiden. De valse christussen en de antichristen waarover is gesproken zullen voortkomen uit dergelijke mensen. Als degenen die God dienen hun eigen karakter volgen en naar hun eigen wil handelen, zullen ze op elk moment het gevaar lopen uitgedreven te worden. Degenen die de ervaring van vele jaren dienst doen aan God gebruiken om de harten van anderen te veroveren, hen neerbuigend de les te lezen en hen te beteugelen, en degenen die nooit berouw tonen, hun zonden nooit opbiechten, nooit de voordelen van hun positie opgeven, zullen allen voor God ten val komen. Deze mensen zijn van hetzelfde type als Paulus, mensen die zich voorstaan op hun senioriteit en pronken met hun kwalificaties. God zal zulke mensen niet tot volmaaktheid brengen. Dit soort dienst hindert het werk van God. Mensen klampen zich graag vast aan het oude. Ze klampen zich vast aan opvattingen uit het verleden, dingen uit het verleden. Dit is een enorm obstakel voor hun dienst. Als je deze dingen niet van je af kunnen schudden, zullen ze je hele leven verstikken. God zal je niet prijzen, in het geheel niet, zelfs niet als je je benen of rug breekt van het rondrennen of het harde werk, zelfs niet als je je leven geeft in dienst van God. Integendeel: Hij zal zeggen dat je een boosdoener bent.

Vanaf vandaag zal God degenen die geen religieuze opvattingen hebben formeel vervolmaken, degenen die gereed zijn afstand te doen van hun oude zelf en die God dienen in de eenvoud van hun hart, en Hij zal hen vervolmaken die verlangen naar het woord van God. Deze mensen zouden op moeten staan en God dienen. In God is eindeloze overvloed en grenzeloze wijsheid. Zijn geweldige werk en dierbare woorden staan klaar om door nog meer mensen te worden genoten. Zoals het er nu voorstaat is het voor degenen met religieuze opvattingen, degenen die zich voorstaan op hun senioriteit en degenen die zichzelf niet kunnen wegcijferen, moeilijk deze nieuwe dingen te accepteren. De Heilige Geest heeft geen kans deze mensen te vervolmaken. Als een mens niet vastbesloten is te gehoorzamen en geen dorst heeft naar het woord van God, dan zal deze persoon niet in staat zijn deze nieuwe dingen te ontvangen. Deze personen zullen alleen maar steeds opstandiger en listiger worden en uiteindelijk op het verkeerde spoor belanden. Door Zijn werk nu te doen, zal God meer mensen opwekken die Hem werkelijk liefhebben en die het nieuwe licht kunnen accepteren. En Hij zal de religieuze functionarissen die zich voorstaan op hun senioriteit volledig neermaaien. Degenen die zich koppig verzetten tegen verandering: Hij wil niemand van hen. Wil je een van deze personen zijn? Dien je volgens je eigen voorkeuren, of doe je wat God vraagt? Dit is iets dat je van jezelf moet weten. Ben je een van de religieuze functionarissen, of ben je een pasgeboren baby die door God is vervolmaakt? Hoe groot is het deel van je dienst dat wordt geprezen door de Heilige Geest? Hoe groot is het deel waarvan God niet eens de moeite neemt het te herdenken? Hoe zeer is je leven veranderd na al die jaren van dienst? Heb je hierover duidelijkheid? Als je echt geloof hebt, verwerp je je oude, voormalige religieuze opvattingen en dien je God beter op een nieuwe manier. Het is nog niet te laat om op te staan. Oude religieuze opvattingen verstikken het leven van een mens. De ervaring die mensen opdoen leidt hen weg van God en laat hen dingen op hun eigen manier doen. Als je geen afstand van deze dingen neemt zullen ze een struikelblok gaan vormen voor de groei in je leven. God heeft altijd degenen vervolmaakt die Hem dienen. Hij verwerpt ze niet snel. Als je het oordeel en de tuchtiging van Gods woord werkelijk accepteert, als je je oude religieuze praktijken en regels opzij kunt zetten en kunt stoppen met het gebruik van oude religieuze opvattingen als maatstaf voor Gods woord van vandaag de dag, alleen dan zul je een toekomst hebben. Maar als je je blijft vastklampen aan oude dingen, als je ze blijft koesteren, dan kun je onmogelijk worden gered. God heeft geen aandacht voor zulke mensen. Als je werkelijk vervolmaakt wilt worden, zul je moeten besluiten al het oude volledig achter je te laten. Zelfs als wat je hebt gedaan goed was, zelfs als het Gods werk was, zul je toch in staat moeten zijn het terzijde te schuiven en ophouden je eraan vast te klampen. Zelfs als het duidelijk het werk van de Heilige Geest was, rechtstreeks gedaan door de Heilige Geest, dan nog moet je het nu opzijzetten. Je moet je er niet aan vastklampen. Dit is wat God vereist. Alles moet worden vernieuwd. In Gods werk en Gods woord verwijst Hij niet naar de oude dingen van vroeger en hij graaft niet in het verre verleden. God is een God die altijd nieuw en nooit oud is. Hij klampt zich zelfs niet vast aan Zijn eigen woorden uit het verleden, waaruit blijkt dat God geen enkele regel volgt. In dit geval, als je je als mens altijd vastklampt aan de dingen uit het verleden, weigert er afscheid van te nemen en ze onbuigzaam, op een formalistische manier toepast, terwijl God niet langer op dezelfde manieren werkt als voorheen, hebben je woorden en acties dan geen storende invloed? Ben je dan geen vijand van God geworden? Ben je bereid je hele leven te verwoesten voor deze oude dingen? Deze oude dingen maken je tot een mens die Gods werk belemmert. Is dat het soort mens dat je wilt zijn? Als je dit echt niet wilt, stop dan snel met wat je aan het doen bent, draai je om en begin helemaal opnieuw. God onthoudt je dienst uit het verleden niet.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Religieuze diensten moeten worden gezuiverd

473. Iedereen die het zich heeft voorgenomen, kan God dienen – maar alleen wie in alle zorgvuldigheid met Gods wil omgaat en deze begrijpt, is bevoegd en gerechtigd om God te dienen. Ik heb dit onder jullie ontdekt: veel mensen geloven dat ze God dienen zolang ze het evangelie geestdriftig voor God verspreiden, voor God rondreizen, zichzelf volledig inzetten en dingen opgeven voor God enzovoorts. Nog meer religieuze mensen geloven dat ze God dienen door rond te rennen met een bijbel in de hand, het evangelie van het hemelse koninkrijk te verspreiden en mensen te redden door hen berouw te laten hebben en te laten biechten. Er zijn ook veel religieuze functionarissen die denken dat het dienen van God bestaat uit het preken in kapellen nadat ze hogere studies hebben gevolgd en in het seminarie zijn opgeleid, en het onderwijzen van mensen door het lezen van Schriftpassages. Bovendien zijn er mensen in arme gebieden die geloven dat het dienen van God betekent: zieken genezen, demonen uitdrijven onder hun broeders en zusters, voor hen bidden of hen dienen. Velen van jullie geloven dat jullie God dienen door dagelijks de woorden van God te eten en te drinken, dagelijks tot God te bidden en overal kerken te bezoeken en daarin werk te verrichten. Andere broeders en zusters geloven dat God dienen betekent dat men nooit trouwt of een gezin sticht en zijn volledige wezen aan God wijdt. Toch weten weinig mensen wat het werkelijk betekent om God te dienen. Hoewel er evenveel mensen zijn die God dienen als er sterren aan de hemel staan, is het aantal mensen dat direct kan dienen, en dat kan dienen naar Gods wil, schamel – armzalig klein. Waarom zeg ik dit? Ik zeg dit omdat jullie de inhoud van de uitdrukking ‘dienst aan God’ niet begrijpen en maar heel weinig begrijpen van hoe te dienen naar Gods wil. Het is hoog tijd dat mensen precies begrijpen hoe ze God kunnen dienen in overeenstemming met Zijn wil.

Als jullie willen dienen naar Gods wil, moeten jullie eerst begrijpen in welk soort mensen God genoegen schept, welk soort mensen God verafschuwt, welk soort mensen God vervolmaakt en welk soort mensen bekwaam is om God te dienen. Jullie zouden op zijn minst met deze kennis uitgerust moeten zijn. Bovendien moeten jullie de doelen van Gods werk kennen, en het werk dat God in het hier en nu zal doen. Als jullie dit hebben begrepen, en door de begeleiding van Gods woorden, moeten jullie eerst intreden hebben en eerst Gods opdracht ontvangen. Als jullie Gods woorden eenmaal werkelijk hebben ervaren en Gods werk echt kennen, zullen jullie bekwaam zijn om God te dienen. En het is wanneer jullie Hem dienen dat God jullie geestelijke ogen opent en jullie een beter begrip van Zijn werk en een duidelijkere blik op Zijn werk geeft. Wanneer je deze werkelijkheid binnengaat, zullen je ervaringen dieper en echter zijn. Iedereen die zulke ervaringen heeft gehad, zal in de kerken voor zijn broeders en zusters kunnen zorgen, zodat jullie elkaars sterke punten kunnen gebruiken om jullie eigen tekortkomingen te compenseren en rijkere kennis te verkrijgen in jullie geest. Pas als jullie dit effect hebben bereikt, zullen jullie kunnen dienen naar Gods wil en door God worden vervolmaakt in de loop van jullie dienst.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe te dienen in harmonie met Gods wil

474. Diegenen die kerken kunnen leiden, mensen van leven voorzien en een apostel zijn voor de mensen, moeten werkelijke ervaringen hebben en een correct begrip van spirituele dingen, een correcte waardering en ervaring van de waarheid. Alleen zulke mannen zijn geschikt om werkers of apostelen te zijn die de kerken leiden. Anders kunnen zij enkel volgen als de minsten en kunnen zij niet leiden, laat staan een apostel zijn die in staat is mensen van leven te voorzien. Dit komt doordat de functie van apostelen niet is om te rennen of te vechten; het is om het werk te verrichten van het zorgen voor het leven en om anderen te leiden bij het aanbrengen van veranderingen in hun gezindheid. Degenen die deze functie uitvoeren hebben een zware verantwoordelijkheden op hun schouders gekregen, een verantwoordelijkheid die niet iedereen aankan. Dit soort werk kan enkel worden ondernomen door diegenen met een wezen dat leeft, namelijk diegenen die de waarheid hebben ervaren. Het kan niet worden ondernomen door iedereen die op kan geven, kan rennen of bereid is uit te geven; mensen die geen ervaring hebben met de waarheid, die niet zijn gesnoeid of geoordeeld, zijn niet in staat om dit type werk te doen. Mensen zonder ervaring, namelijk mensen zonder realiteit, zijn niet in staat om de realiteit duidelijk te zien, omdat zij zelf in dit aspect geen wezen bezitten. Dus dit type persoon is niet alleen niet in staat leiderschapswerk te doen, maar zal worden geëlimineerd als zij langere tijd geen waarheid hebben.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en het werk van de mens

475. De mens verstaat onder werk overal heengaan voor God, in alle plaatsen prediken en zich uitputten voor God. Die opvatting klopt wel, maar is te eenzijdig. God vraagt van de mens namelijk niet alleen overal voor God heen te reizen, het gaat meer om de bediening en zorg in de geest. Veel broeders en zusters hebben zelfs na zoveel jaar ervaring nooit over werken voor God nagedacht. Mensen kijken namelijk heel anders tegen werk aan dan wat God van ze vraagt. De mens heeft dan ook geen enkele interesse in de kwestie van werk. Daarom is de intrede van de mens ook zo eenzijdig. Het binnengaan zou voor jullie allemaal moeten beginnen met werken voor God, zodat jullie alle aspecten ervan beter kunnen ervaren. Daar moeten jullie in opgaan. Werk betekent niet heen en weer rennen voor God, het gaat om de vraag of het leven van de mens en het leven dat hij naleeft God behaagt. Werk verwijst naar de trouw die mensen aan God betonen en de kennis die zij van God hebben om van God te getuigen en anderen te dienen. Dit is de verantwoordelijkheid van de mens en wat alle mensen dienen te beseffen. Met andere woorden: jullie intrede is jullie werk. Jullie proberen binnen te gaan tijdens jullie werk voor God. Gods werk ervaren betekent niet alleen dat je weet hoe je Zijn woord kunt eten en drinken. Wat nog belangrijker is: jullie moeten van God kunnen getuigen, God dienen, anderen dienen en voor hen zorgen. Dit is werk en ook jullie intrede. Dit is wat ieder mens dient te verwezenlijken. Er zijn er velen die zich alleen richten op overal naartoe reizen voor God en prediken op alle plaatsen. Toch zien ze hun persoonlijke ervaring over het hoofd en verwaarlozen ze hun intrede in het geestelijke leven. Daardoor worden zij die God dienen zij die God weerstaan. […]

Iemand werkt om de wil van God te vervullen, om allen die naar Gods hart zijn voor Zijn aangezicht te brengen, om de mens tot God te brengen en om het werk van de Heilige Geest en Gods leiding aan de mens te introduceren. Daarbij vervolmaakt hij de vruchten van Gods werk. Om die reden is het noodzakelijk dat jullie de essentie van werken vatten. Als mens die door God gebruikt wordt, zijn alle mensen waardig om voor God te werken. Dat wil zeggen: allen zijn in de gelegenheid om door de Heilige Geest te worden gebruikt. Er is echter één punt dat jullie moeten beseffen. Wanneer de mens Gods werk doet, is de mens in de gelegenheid om door God te worden gebruikt. Maar wat de mens zegt en weet, is niet geheel te danken aan de gestalte van de mens. Jullie kunnen alleen beter inzicht in jullie tekortkomingen in jullie werk verkrijgen en meer verlichting van de Heilige Geest ontvangen. Daarmee kunnen jullie een betere intrede in jullie werk verkrijgen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Werk en intrede (2)

476. Dienstbaarheid die is afgescheiden van de tegenwoordige uitspraken van de Heilige Geest, is dienstbaarheid van het vlees en van opvattingen, en deze is onmogelijk in overeenstemming met Gods wil. Als mensen leven te midden van religieuze opvattingen, dan zijn ze niet in staat om iets te doen naar Gods wil, en hoewel ze God dienen, dienen ze naar hun verbeelding en opvattingen en zijn ze totaal ongeschikt om te dienen overeenkomstig Gods wil. Zij die het werk van de Heilige Geest niet kunnen volgen, begrijpen de wil van God niet en zij die de wil van God niet begrijpen, kunnen God niet dienen. God wil dienstbaarheid die naar Zijn eigen hart is. Hij wil geen dienstbaarheid die volgens opvattingen en naar het vlees zijn. Als mensen niet in staat zijn om de voetstappen van het werk van de Heilige Geest te volgen, dan leven ze te midden van opvattingen. De dienstbaarheid van zulke mensen is verstorend en hinderlijk, en dergelijke dienstbaarheid gaat in tegen God. Zodoende zijn zij, die niet in staat zijn om in Gods voetspoor te treden, niet in staat om God te dienen. Zij die niet in Gods voetspoor kunnen treden, gaan zeker tegen God in en zijn onverenigbaar met God. Het ‘volgen van het werk van de Heilige Geest’ betekent het begrijpen van Gods wil voor vandaag, het kunnen handelen in overeenstemming met de tegenwoordige eisen van God, het kunnen gehoorzamen en volgen van de God van vandaag, en het kunnen leven naar de meest recente uitspraken van God. Alleen zo iemand volgt het werk van de Heilige Geest en is in de stroom van de Heilige Geest. Zulke mensen zijn niet alleen in staat om Gods lof te ontvangen en God te zien, maar uit het nieuwste werk van God kunnen ze ook Gods gezindheid herleiden, en kennen ze de opvattingen en ongehoorzaamheid van de mens, en de natuur en het wezen van de mens. Bovendien kunnen ze in hun dienstbaarheid geleidelijk veranderingen in hun gezindheid teweegbrengen. Alleen zulke mensen kunnen God winnen en hebben echt de ware weg gevonden.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Ken Gods nieuwste werk en treed in Zijn voetspoor

477. Als je tijdens het dienen van de huidige God vasthoudt aan zaken die in het verleden door de Heilige Geest zijn verlicht, zal jouw dienstdoen voor een onderbreking zorgen en zal jouw beoefening gedateerd en niet meer dan religieuze ceremonie zijn. Als je gelooft dat zij die God dienen van buiten nederig en geduldig moeten zijn … en als je dit soort kennis in het hier en nu in praktijk brengt, dan is dat soort kennis een religieuze opvatting en is deze beoefening een hypocriete uitvoering geworden. ‘Religieuze opvattingen’ verwijzen naar zaken die gedateerd en achterhaald zijn (inclusief het accepteren van woorden die eerder door God zijn uitgesproken en licht dat direct door de Heilige Geest is geopenbaard). Als deze zaken in het hier en nu in praktijk worden gebracht, dan vormen zij de onderbreking van Gods werk en hebben zij geen enkel nut voor de mens. Als de mens niet in staat is om interne zaken die tot religieuze opvattingen behoren te zuiveren, dan zullen deze opvattingen een grote belemmering vormen wanneer de mens God dient. Mensen met religieuze opvattingen zijn niet in staat om de stappen van het werk van de Heilige Geest bij te houden, zij lopen één stap achter en vervolgens twee. Deze religieuze opvattingen zorgen er namelijk voor dat de mens zelfingenomen en arrogant wordt. God voelt geen nostalgie voor wat Hij in het verleden heeft gesproken en gedaan. Als het achterhaald is, zal Hij het verwijderen. Je bent toch zeker wel in staat om je opvattingen los te laten? Als je je vastklampt aan de woorden die God in het verleden heeft gesproken, laat dat dan zien dat je het werk van God kent? Als je niet in staat bent om het huidige licht van de Heilige Geest te accepteren en in plaats daarvan je vastklampt aan het licht uit het verleden, laat dat dan zien dat je in de voetsporen van God treedt? Ben je nog steeds niet in staat om religieuze opvattingen los te laten? Als dat het geval is, dan word je iemand die zich tegen God verzet.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen zij die het huidige werk van God kennen mogen God dienen

478. Velen dienen God met de kracht van hun passie, maar hebben geen begrip van de bestuurlijke wetten van God, laat staan dat ze enig besef van de implicaties van Zijn woorden hebben. Met hun goede bedoelingen doen ze dan ook vaak dingen die Gods management verstoren. In ernstige gevallen worden ze uitgeworpen, verstoken van elke verdere kans om Hem te volgen. Ze worden dan in de hel geworpen zonder enige verdere binding met Gods huis. Deze mensen werken in het huis van God met de kracht van hun onnozele goede bedoelingen, wat uitloopt op het ontstemmen van Gods gezindheid. Mensen proberen de manier waarop ze ambtsdragers en heren dienen uit in het huis van God. Ze denken tevergeefs dat ze die hier ook moeiteloos kunnen toepassen. Ze hadden nooit gedacht dat God niet de gezindheid van een lam maar die van een leeuw heeft. Daarom zijn degenen die voor het eerst met God omgaan niet in staat om met Hem te communiceren. Gods hart is immers anders dan dat van de mens. Alleen nadat je veel waarheden hebt begrepen, zal je kennis over God voortdurend toenemen. Deze kennis bestaat niet uit woorden of leerstellingen, maar is te gebruiken als een schat waardoor je vertrouwelijk met God kunt omgaan, en als bewijs dat Hij behagen in je schept. Als je reële kennis ontbeert en niet met de waarheid bent uitgerust, kan je gepassioneerde dienstbaarheid je alleen maar de afkeer en afschuw van God opleveren.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen

479. In het domein van religie lijden veel mensen hun hele leven behoorlijk. Ze bedwingen hun lichaam of dragen hun kruis, ze lijden en volharden zelfs tot hun laatste ademtocht! Sommigen zijn nog op de ochtend van hun dood aan het vasten. Ze onthouden zich hun leven lang van heerlijk voedsel en fijne kleding, ze stellen het lijden voorop. Ze zijn in staat om hun lichaam te bedwingen en hun vlees te verzaken. Hun geest om lijden te verdragen is prijzenswaardig. Maar hun denkwijze, hun opvattingen, hun mentale houding en inderdaad hun oude natuur zijn helemaal niet aangepakt. Ze hebben geen werkelijk begrip van zichzelf. Hun mentale beeld van God is het traditionele beeld van een abstracte, vage God. Hun besluit om te lijden voor God komt door hun godsdienstijver en hun positieve natuur. Ook al geloven ze in God, ze begrijpen God niet en kennen evenmin Zijn wil. Ze werken en lijden alleen blind voor God. Ze hechten geen waarde aan enig onderscheidingsvermogen en malen er weinig om hoe ze ervoor kunnen zorgen dat hun dienst ook werkelijk aan Gods wil voldoet. Ze weten nog minder hoe ze begrip van God kunnen verkrijgen. De God die ze dienen, is niet God volgens Zijn oorspronkelijke beeld, maar een God die ze zelf hebben verzonnen, een God van wie ze gehoord hebben of een legendarische God die je in geschriften kunt vinden. Ze gebruiken vervolgens hun levendige verbeelding en hun godvrezende hart om te lijden voor God en voor God het werk op te pakken dat God wil doen. Hun dienst is te onnauwkeurig, zodat vrijwel niemand van hen werkelijk in staat is om volgens Gods wil te dienen. Hoe gewillig ze ook zijn om te lijden, hun oorspronkelijke kijk op dienen en hun mentale beeld van God blijven onveranderd omdat ze Gods oordeel en tuchtiging en Zijn loutering en volmaking niet hebben ondergaan, en omdat niemand ze met de waarheid heeft geleid. Ook al geloven ze in Jezus de Heiland, niemand van hen heeft de Heiland ooit gezien. Ze kennen Hem alleen uit legendes en van horen zeggen. Hun dienst heeft dus niets meer om het lijf dan willekeurig dienen met gesloten ogen, zoals een blinde zijn eigen vader dient. Wat valt er uiteindelijk met een dergelijke dienst te bereiken? En wie zou ermee instemmen? Hun dienst verandert van begin tot eind helemaal niet. Ze krijgen alleen door de mens bedachte lessen en baseren hun dienst alleen op hun natuurlijkheid en waar ze zelf dol op zijn. Wat voor beloning kan dit oogsten? Zelfs Petrus, die Jezus zag, wist niet hoe hij zo moest dienen dat hij aan Gods wil voldeed. Pas op het eind, op zijn oude leeftijd, ging hij het begrijpen. Wat zegt dit over die blinde mensen die geen enkele aanpak of snoeiing hebben ondervonden en die door niemand zijn geleid? Lijkt de dienst van velen onder jullie vandaag niet veel op die van deze blinde mensen? Allen die geen oordeel hebben ontvangen, geen snoeiing en aanpak hebben ondervonden, en niet veranderd zijn – zijn zij niet de ten dele overwonnenen? Wat heb je aan zulke mensen? Als je denkwijze, je begrip van het leven en je begrip van God geen nieuwe verandering laten zien en niet echt iets opleveren, zul je nooit iets opmerkelijks in je dienst tot stand brengen! Zonder visie en zonder nieuw begrip van Gods werk kun je geen overwonnen persoon zijn. Je manier om God te volgen zal dan lijken op die van de mensen die lijden en vasten – die zal van weinig waarde zijn! Juist omdat er weinig getuigenis is in wat ze doen, zeg ik dat hun dienst zinloos is!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (3)

480. Jezus kon Gods opdracht – het werk van de verlossing van de hele mensheid – voltooien omdat Hij alle aandacht schonk aan Gods wil, zonder enige plannen of regelingen voor Zichzelf te maken. Zo was Hij ook de vertrouweling van God – God Zelf – wat jullie allemaal goed begrijpen. (In feite was Hij de God Zelf van wie God had getuigd. Ik zeg dit hier om met het feit van Jezus de kwestie toe te lichten.) Hij was in staat van Gods managementplan het exacte middelpunt te maken, bad altijd tot de hemelse Vader en zocht de wil van de hemelse Vader. Hij bad en zei: “God de Vader! Volbreng dat wat uw wens is en handel niet naar mijn wensen, maar naar uw plan. De mens mag dan zwak zijn, maar waarom zou u om hem geven? Hoe kan de mens uw bezorgdheid waardig zijn, de mens die als een mier in uw hand is? In mijn hart wens ik alleen uw wil te volbrengen, en ik wil dat u in mij kunt doen wat u zou doen in overeenstemming met uw eigen wensen.” Op weg naar Jeruzalem leed Jezus hevige pijn, alsof er een mes werd rondgedraaid in Zijn hart, en toch had Hij niet het geringste voornemen om Zijn woord te breken. Steeds was er een sterke kracht die Hem voortdreef naar waar Hij zou worden gekruisigd. Uiteindelijk werd Hij aan het kruis genageld, werd Hij de gelijkenis van zondig vlees en voltooide Hij het werk van de verlossing van de mens. Hij brak los uit de ketens van de dood en het dodenrijk. Tegenover Hem verloren de sterfelijkheid, de hel en het dodenrijk hun kracht en werden door Hem overwonnen. Hij leefde drieëndertig jaar en gedurende die tijd spande Hij Zich altijd tot het uiterste in om aan Gods wil te voldoen in overeenstemming met Gods werk destijds. Hij dacht nooit aan Zijn eigen winst of verlies en had altijd de wil van God de Vader voor ogen. Daarom zei God na Zijn doop: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Vanwege Zijn dienst aan God die in harmonie was met Gods wil, legde God de zware last van de verlossing van de hele mensheid op Zijn schouders en zorgde ervoor dat Hij die volbracht, en Hij was bekwaam en gerechtigd om deze belangrijke taak te voltooien. Zijn hele leven verdroeg Hij onmetelijk lijden voor God en talloze malen werd Hij verzocht door Satan, maar nooit verloor Hij de moed. God gaf Hem zo’n immense taak omdat Hij Hem vertrouwde en liefhad, en daarom zei God persoonlijk: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Alleen Jezus kon destijds deze opdracht volbrengen, en dit was één praktisch aspect van Gods voltooiing van Zijn werk van verlossing van de hele mensheid in het Tijdperk van Genade.

Als jullie net als Jezus alle aandacht kunnen schenken aan de last van God en jullie vlees de rug kunnen toekeren, zal God jullie Zijn belangrijke taken toevertrouwen, zodat jullie zullen voldoen aan de voorwaarden om God te dienen. Alleen onder zulke omstandigheden zullen jullie durven zeggen dat jullie Gods wil doen en Zijn opdracht vervullen, en alleen dan zullen jullie durven zeggen dat jullie God werkelijk dienen. Durf je, met het voorbeeld van Jezus, te zeggen dat je Gods vertrouweling bent? Durf je te zeggen dat je Gods wil doet? Durf je te zeggen dat je God werkelijk dient? Tegenwoordig begrijp je niet hoe je God moet dienen; durf je te zeggen dat je Gods vertrouweling bent? Als je zegt dat je God dient, is dat dan geen godslastering? Denk er eens over na: dien je God of dien je jezelf? Je dient Satan en toch zeg je koppig dat je God dient – is dat geen godslastering? Achter mijn rug om begeren veel mensen de zegen van een hoge status. Ze doen zich tegoed aan eten, slapen graag en besteden veel zorg aan het vlees; ze zijn altijd bang dat er voor het vlees geen uitweg is. In de kerk doen ze niet hun geëigende taak, ze klaplopen ten koste van de kerk of lezen anders hun broeders en zusters de les met mijn woorden en spelen de baas over anderen vanuit gezaghebbende functies. Deze mensen zeggen steeds dat ze Gods wil doen en Gods vertrouwelingen zijn – is dat niet absurd? Als je de juiste bedoelingen hebt, maar niet kunt dienen naar Gods wil, gedraag je je dwaas; maar als je bedoelingen niet goed zijn en je nog steeds zegt dat je God dient, dan ben je iemand die zich tegen God verzet en zou God je moeten straffen! Met zulke mensen heb ik geen medelijden! Ze klaplopen in het huis van God, begeren altijd de gemakken van het vlees en houden geen rekening met de belangen van God. Ze zoeken altijd wat goed voor hen is en schenken geen aandacht aan Gods wil. Ze aanvaarden niet het toezicht van Gods Geest in alles wat ze doen. Voortdurend intrigeren ze en misleiden ze hun broeders en zusters. Ze zijn achterbaks als een vos in een wijngaard die altijd druiven steelt en de wijngaard vertrapt. Kunnen zulke mensen Gods vertrouwelingen zijn? Ben je het waardig om Gods zegen te ontvangen? Je neemt geen last aan voor je leven en de kerk, ben je het dan waardig om Gods opdracht te ontvangen? Wie zou iemand als jij durven vertrouwen? Als je op deze manier dient, zou God je dan een grotere taak durven toevertrouwen? Zou dit geen vertragingen opleveren voor het werk?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe te dienen in harmonie met Gods wil

481. Jullie hebben meer meegemaakt en gezien dan de vroegere heiligen en profeten, maar zijn jullie in staat om een grotere getuigenis af te leggen dan de woorden van deze voormalige heiligen en profeten? Wat ik jullie geef is meer dan Mozes en beter dan David, daarom vraag ik eveneens dat jullie getuigenis die van Mozes overtreft en dat jullie woorden beter zijn dan die van David. Ik geef jullie het honderdvoudige, dus vraag ik jullie om met gelijke munt terug te betalen. Jullie moeten weten dat ik degene ben die leven schenkt aan de mensheid, en jullie zijn het die leven van mij ontvangen en moeten getuigen van mij. Dit is jullie plicht, die ik jullie opdraag en die jullie voor mij moeten doen. Ik heb al mijn glorie aan jullie geschonken en jullie het leven gegeven dat het uitverkoren volk, de Israëlieten, nooit heeft ontvangen. Eigenlijk moeten jullie voor mij getuigen, jullie jeugd aan mij wijden en jullie leven prijsgeven. Aan wie ik ook mijn glorie schenk, die zal getuigenis van mij afleggen en zijn leven voor mij geven. Dit is al lang voorbestemd. Het is jullie geluk dat ik mijn glorie aan jullie schenk, en jullie plicht is om van mijn glorie te getuigen. Als jullie alleen in mij geloven om geluk te vergaren, dan zou mijn werk niet veel betekenen, en zouden jullie je plicht niet vervullen. De Israëlieten zagen alleen mijn genade, liefde en grootheid en de Joden waren alleen getuige van mijn geduld en verlossing. Ze zagen slechts heel weinig van het werk van mijn Geest; het kan zo zijn dat hun niveau van begrip slechts één tienduizendste was van wat jullie hebben gehoord en gezien. Jullie hebben zelfs meer gezien dan de belangrijkste priesters onder hen. Heden overtreft de waarheid die jullie hebben begrepen die van hen; wat jullie heden hebben gezien is meer dan er in het Tijdperk van de Wet is gezien, en in het Tijdperk van Genade, en jullie hebben zelfs meer meegemaakt dan Mozes en Elia. Want wat de Israëlieten begrepen, was alleen de wet van Jehova en wat zij zagen was slechts de aanblik van Jehova’s rug; wat de Joden begrepen was slechts de verlossing van Jezus, wat zij ontvingen was alleen de genade die door Jezus werd geschonken, en wat zij zagen was slechts het beeld van Jezus in het huis van de Joden. Wat jullie vandaag de dag zien is de glorie van Jehova, de verlossing van Jezus en al mijn daden van tegenwoordig. Jullie hebben ook de woorden van mijn Geest gehoord, mijn wijsheid gewaardeerd, mijn wonder leren kennen en over mijn gezindheid geleerd. Ik heb jullie ook alles over mijn managementplan verteld. Wat jullie hebben gezien, is niet alleen een liefhebbende en genadige God, maar een die vervuld is van gerechtigheid. Jullie hebben mijn wonderbaarlijke werk gezien en geweten dat ik vervuld ben van heftige woede en majesteit. Verder hebben jullie geweten dat ik eens mijn ziedende woede over het huis van Israël bracht en heden is het tot jullie gekomen. Jullie hebben meer van mijn mysteriën in de hemel begrepen dan zowel Jesaja als Johannes; jullie weten meer van mijn liefelijkheid en eerbaarheid dan alle heiligen van vorige generaties. Wat jullie hebben ontvangen, is niet alleen mijn waarheid, mijn weg, mijn leven, maar de visie en openbaring groter dan die van Johannes. Jullie hebben nog veel meer mysteriën begrepen en hebben ook mijn ware gelaat aanschouwd; jullie hebben meer van mijn oordeel aanvaard en meer van mijn rechtvaardige gezindheid gekend. Dus, hoewel jullie werden geboren in de laatste dagen, is jullie begrip dat van het vroegere en het verleden; jullie hebben ook ervaren wat er vandaag de dag is, en dat werd volbracht door mijn hand. Wat ik van jullie vraag is niet onredelijk, want ik heb jullie te veel gegeven en veel hebben jullie van mij gezien. Daarom vraag ik jullie om voor mij te getuigen zoals vroegere heiligen hebben gedaan, en dit is het enige verlangen van mijn hart.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wat weet jij over het geloof?

482. Wat ik nu zoek is je loyaliteit en gehoorzaamheid, je liefde en getuigenis. Zelfs als je op dit moment niet weet wat een getuigenis is of wat liefde is, zou je alles van jou tot mij moeten brengen, en de enige schatten die je hebt aan mij overdragen: je loyaliteit en gehoorzaamheid. Je moet weten dat het bewijs van mijn vernietiging van Satan ligt in de loyaliteit en gehoorzaamheid van de mens, evenals het bewijs van mijn volledige overwinning van de mens. De plicht van je geloof in mij is om van mij te getuigen, om loyaal te zijn aan mij en niemand anders, en om tot het einde gehoorzaam te zijn. Hoe kun je voor mij getuigen, voordat ik aan de volgende stap van mijn werk begin? Hoe zul je loyaal en gehoorzaam zijn aan mij? Wijd je al je loyaliteit aan je functie of geef je gewoon op? Zou je je liever aan mijn schikking onderwerpen (zij het dood of vernietiging) of halverwege vluchten om mijn tuchtiging te vermijden? Ik tuchtig je zodat je voor mij getuigt en loyaal en gehoorzaam bent aan mij. Ook is de huidige tuchtiging om de volgende stap van mijn werk te ontvouwen en om het werk ongehinderd door te laten gaan. Daarom spoor ik je aan om wijs te zijn en niet je leven of de betekenis van je bestaan te behandelen als waardeloos zand. Kun je precies weten wat mijn toekomstige werk zal zijn? Weet je hoe ik de komende tijd zal werken en hoe mijn werk zal verlopen? Je zou de betekenis van je ervaring betreffende mijn werk moeten kennen, en bovendien, de betekenis van je geloof in mij. Ik heb zoveel gedaan; hoe kon ik halverwege opgeven zoals jij je voorstelt? Ik heb zo’n uitgebreid werk verricht; hoe kan ik het dan vernietigen? Inderdaad, ik ben gekomen om dit tijdperk tot een einde te brengen. Dat is waar, maar bovendien moet je weten dat ik een nieuw tijdperk ga beginnen, nieuw werk ga beginnen en vooral het evangelie van het koninkrijk ga verspreiden. Dus je moet weten dat het werk nu alleen is om een tijdperk te beginnen en om in de komende tijd de basis te leggen voor het verspreiden van het evangelie en in de toekomst het tijdperk ten einde te brengen. Mijn werk is niet zo eenvoudig als je denkt, en het is evenmin waardeloos of zinloos zoals je misschien gelooft. Daarom moet ik nog steeds tegen je zeggen: je behoort je leven te geven aan mijn werk, en bovendien zou je je moeten wijden aan mijn glorie. Verder, je getuigenis voor mij is datgene waar ik lang op heb gewacht, en nog meer heb ik ernaar verlangd dat je mijn evangelie verspreidt. Je behoort te weten wat er in mijn hart leeft.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wat weet jij over het geloof?

483. Ben je in staat om op een concrete manier de gezindheid die door God in elk tijdperk wordt uitgedrukt over te brengen in een taal waarmee de betekenis van het tijdperk op een geschikte manier wordt overgebracht? Ben jij, die Gods werk in de laatste dagen ervaart, in staat om Gods rechtvaardige gezindheid in detail te beschrijven? Kun je op een duidelijke en nauwkeurige manier getuigen van Gods gezindheid? Hoe zul je datgene wat je hebt gezien en ervaren doorgeven aan die erbarmelijke, arme en vrome religieuze gelovigen die hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid en erop wachten dat jij hen hoedt? Wat voor soort mensen wachten erop dat jij hen hoedt? Kun je het je voorstellen? Ben je je bewust van de last op je schouders, je opdracht en je verantwoordelijkheid? Waar is je besef van een historische missie? Hoe zul je in het volgende tijdperk naar behoren dienen als een meester? Heb je een sterk gevoel van meesterschap? Hoe zou jij de meester van alle dingen uitleggen? Is het werkelijk de meester van alle levende wezens en van alle fysieke dingen ter wereld? Welke plannen heb je voor de voortgang van de volgende fase van het werk? Hoeveel mensen wachten erop dat jij hun herder wordt? Is je taak zwaar? Zij zijn arm, erbarmelijk, blind, ten einde raad, ze jammeren in de duisternis; waar is de weg? Hoezeer verlangen ze ernaar dat het licht plotseling neerdaalt als een vallende ster en de machten van de duisternis verdrijft die de mens zo veel jaren hebben onderdrukt. Wie kan weten hoezeer zij hier dag en nacht gespannen op hopen en naar smachten? Zelfs op een dag waarop het licht voorbijflitst, blijven deze zwaar lijdende mensen gevangen in een donkere kerker zonder hoop op vrijlating; wanneer zullen zij niet langer wenen? Vreselijk is de tegenspoed van deze broze geesten die het nooit vergund is te rusten, en al lang zijn zij in deze gesteldheid gebonden door meedogenloze ketens en de bevroren geschiedenis. En wie heeft het geluid van hun geweeklaag gehoord? Wie heeft hen aanschouwd in hun ellendige gesteldheid? Is het ooit in je opgekomen hoe gegriefd en ongerust Gods hart is? Hoe kan Hij het verdragen om de onschuldige mensheid, die Hij met Zijn eigen handen geschapen heeft, zulke kwelling te zien ondergaan? Menselijke wezens zijn immers de slachtoffers die vergiftigd zijn. En, al heeft de mens tot de dag van vandaag overleefd, wie zou hebben geweten dat de mensheid al lang vergiftigd is door de boze? Ben je vergeten dat je een van de slachtoffers bent? Ben je niet bereid om, vanwege je liefde voor God, te proberen deze overlevenden te redden? Ben je niet bereid om al je energie eraan te wijden om God terug te betalen, die de mensheid liefheeft als Zijn eigen vlees en bloed? Hoe zou jij, alles in overweging nemend, uitleggen dat je door God gebruikt wordt om je buitengewone leven te leiden? Heb je werkelijk de vastberadenheid en het vertrouwen om het betekenisvolle leven van een vrome, God dienende persoon te leiden?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe hoor je aandacht te besteden aan je toekomstige missie?

484. Getuigenis geven van God is voornamelijk een kwestie van vertellen over je kennis van Gods werk, over hoe God mensen overwint, over hoe Hij mensen redt, over hoe Hij mensen verandert; het is een kwestie van vertellen over hoe Hij mensen begeleidt om de werkelijkheid van de waarheid binnen te gaan, waardoor ze door Hem overwonnen, vervolmaakt en gered kunnen worden. Getuigenis geven betekent vertellen van Zijn werk en alles wat je hebt meegemaakt. Alleen Zijn werk kan Hem vertegenwoordigen, en alleen Zijn werk kan Hem publiekelijk en volledig onthullen; Zijn werk geeft getuigenis van Hem. Zijn werk en uitspraken vertegenwoordigen de Geest rechtstreeks; het werk dat Hij doet wordt uitgevoerd door de Geest en de woorden die Hij spreekt worden gesproken door de Geest. Deze dingen worden slechts uitgedrukt door het geïncarneerde vlees van God; toch zijn het in werkelijkheid uitdrukkingen van de Geest. Al het werk dat Hij doet en alle woorden die Hij spreekt, staan voor Zijn essentie. Als God, na Zich met vlees te hebben bekleed en onder de mensen te verschijnen, niet sprak of werkte en jullie dan vroeg Zijn echtheid, Zijn normaalheid en Zijn almacht te kennen, zou je die dan kunnen kennen? Zou je kunnen weten wat de essentie van de Geest is? Zou je kunnen weten wat de eigenschappen van Zijn vlees zijn? Het is alleen omdat jullie elke stap van Zijn werk hebben ervaren dat Hij jullie vraagt van Hem te getuigen. Als jullie dergelijke ervaring niet hadden, zou Hij er niet op staan dat jullie getuigenis geven. Wanneer je van God getuigt, getuig je dus niet alleen van Zijn uiterlijk van normale menselijkheid, maar ook van het werk dat Hij doet en het pad dat Hij aanvoert; je moet getuigen van hoe je door Hem overwonnen bent en in welke opzichten je vervolmaakt bent. Dit is het soort getuigenis dat je moet geven. […] Stapje voor stapje heb je tuchtiging, oordeel, loutering, beproevingen, tegenslagen en tegenspoed ondergaan en ben je overwonnen; je hebt de vooruitzichten van het vlees, je persoonlijke beweegredenen en de intieme belangen van het vlees opzijgezet. Met andere woorden: Gods woorden hebben je hart volledig overwonnen. Hoewel je in je leven niet zo veel gegroeid bent als Hij vereist, weet je al deze dingen en ben je volslagen overtuigd van wat Hij doet. Daarom mag dit een getuigenis genoemd worden, een getuigenis die echt en waar is. Het werk dat God is komen doen, het werk van oordeel en tuchtiging, is bedoeld om de mens te overwinnen, maar Hij is Zijn werk ook aan het voltooien, het tijdperk aan het beëindigen en het werk van de afsluiting aan het uitvoeren. Hij is het volledige tijdperk aan het beëindigen, de gehele mensheid aan het redden, de mensheid voor altijd van de zonde aan het bevrijden; Hij is de mensheid die Hij geschapen heeft volledig aan het winnen. Van dit alles moet je getuigenis geven. Je hebt zo veel van Gods werk ervaren, je hebt het met eigen ogen gezien en persoonlijk meegemaakt; wanneer je helemaal aan het einde bent aangekomen, moet het je niet onmogelijk zijn de taak te verrichten die je hoort te verrichten. Wat jammer zou dat zijn! In de toekomst, wanneer het evangelie verspreid is, zou je moeten kunnen spreken over je eigen kennis, getuigen van alles wat je in je hart gewonnen hebt en jezelf geen moeite besparen. Dit is wat een geschapen wezen moet bereiken. Wat is de werkelijke betekenis van deze fase van Gods werk? Wat is het effect ervan? En hoeveel ervan wordt er in de mens verricht? Wat moeten mensen doen? Wanneer jullie duidelijk kunnen spreken over al het werk dat de vleesgeworden God heeft gedaan sinds Hij naar de aarde is gekomen, zal jullie getuigenis volledig zijn. Wanneer je duidelijk kunt spreken over deze vijf dingen: de betekenis van Zijn werk, de inhoud ervan, de kern ervan, de gezindheid die het vertegenwoordigt en de principes ervan, dan zal dat bewijzen dat je in staat bent te getuigen van God, dat je werkelijk kennis bezit. Mijn eisen aan jullie zijn niet erg hoog en daaraan kan worden voldaan door iedereen die werkelijk streeft. Als je vastberaden bent een van Gods getuigen te zijn, moet je begrijpen wat God verafschuwt en waar God van houdt. Je hebt veel van Zijn werk ervaren; via dit werk moet je Zijn gezindheid leren kennen, Zijn wil en Zijn vereisten ten aanzien van de mensheid begrijpen, en deze kennis gebruiken om van Hem te getuigen en je plicht te doen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Praktijk (7)

485. Wanneer jullie van God getuigen, zouden jullie vooral moeten spreken over hoe God mensen oordeelt en tuchtigt, welke beproevingen Hij gebruikt om mensen te louteren en hun gezindheid te veranderen. Jullie moeten ook spreken over hoeveel verdorvenheid in jullie ervaring is geopenbaard, hoeveel jullie hebben doorstaan en hoe jullie uiteindelijk door God zijn overwonnen, en spreken over hoeveel echte kennis jullie hebben van Gods werk en hoe jullie van God zouden moeten getuigen en Hem terug zouden moeten betalen voor Zijn liefde. Jullie moeten stevige taal gebruiken en op een eenvoudige manier spreken. Praat niet over lege theorieën. Spreek meer gewone taal; spreek uit jullie hart. Op die manier moeten jullie dingen ervaren. Maak geen gebruik van diepzinnig klinkende, lege theorieën om met jezelf te pronken. Dat maakt een arrogante en onzinnige indruk. Jullie moeten wat meer over werkelijke dingen spreken vanuit je ware ervaring, dingen die echt zijn en uit het hart komen. Daar hebben anderen het meest profijt van en het is voor hen het meest geschikt om te zien. Jullie waren mensen die zich het meest tegen God verzetten, en waren het minst geneigd je aan God te onderwerpen, maar nu zijn jullie overwonnen – vergeet dat nooit. Over deze dingen moeten jullie meer peinzen en nadenken. Zodra mensen die duidelijk begrepen hebben, zullen ze weten hoe ze getuigenis af moeten leggen; anders lopen ze de kans om schandelijke en onzinnige handelingen te plegen.

Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Alleen door de waarheid na te streven kan iemand een verandering in gezindheid verkrijgen

486. Om te getuigen van Gods werk moet je afgaan op je ervaring, je kennis en de prijs die je hebt betaald. Alleen zo kun je aan Zijn wil voldoen. Ben je iemand die van Gods werk getuigt? Bezit je dit streven? Als je kunt getuigen van Zijn naam en bovendien van Zijn werk, en als je het beeld kunt naleven dat Hij van Zijn volk vereist, dan ben je een getuige voor God. Hoe getuig je eigenlijk van God? Dat doe je door te zoeken en ernaar te verlangen Gods woord na te leven, en door, middels het getuigen met je woorden, mensen in staat te stellen Zijn werk te kennen en Zijn handelingen te zien. Als je dit allemaal echt zoekt, zal God je vervolmaken. Als alles wat je zoekt is om door God vervolmaakt te worden en helemaal op het einde gezegend te worden, dan is het perspectief van je geloof in God niet puur. Je zou moeten nastreven hoe je Gods daden in het echte leven kunt zien, hoe je Hem kunt tevredenstellen wanneer Hij Zijn wil aan je openbaart, en je zou moeten zoeken hoe je hoort te getuigen van Zijn wonderlijkheid en wijsheid, en hoe je moet getuigen van hoe Hij je disciplineert en behandelt. Dit zijn allemaal dingen die je nu zou moeten overdenken. Als je liefde voor God er alleen is om te kunnen delen in de glorie van God nadat Hij je vervolmaakt, dan is deze nog steeds ontoereikend en kan ze niet voldoen aan Gods vereisten. Je moet in staat zijn op een praktische manier te getuigen van Gods werk, Zijn eisen te bevredigen en het werk te ervaren dat Hij aan de mensen heeft verricht. Of het pijn, tranen of verdriet betreft, je moet al deze dingen in je beoefening ervaren. Ze zijn bedoeld om je te vervolmaken als iemand die van God getuigt.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Degenen die vervolmaakt zullen worden, moeten loutering ondergaan

487. Hoewel jullie geloof zeer oprecht is, kan niemand onder jullie mij volkomen verklaren. Niemand onder jullie kan volledig getuigen van de werkelijkheden die jullie zien. Sta daar eens bij stil. De meesten van jullie nemen jullie plichten op dit moment niet zo nauw, jagen in plaats daarvan dingen van het vlees na, verzadigen het vlees en genieten gulzig van het vlees. Jullie bezitten maar weinig waarheid. Hoe kunnen jullie dan getuigen van alles wat jullie gezien hebben? Zijn jullie echt overtuigd dat jullie mijn getuige kunnen zijn? Als je op een dag niet kunt getuigen van alles wat je vandaag hebt gezien, dan zul je de functie van een geschapen wezen verloren hebben. Je bestaan zal dan geen enkele betekenis hebben. Je bent dan onwaardig om een mens te zijn. Je kunt zelfs stellen dat je dan geen mens bent! Ik heb oneindig veel werk ten behoeve van jullie gedaan. Maar omdat je momenteel niets leert, niets weet en voor niets werkt, staar je voor je uit, ben je sprakeloos en volslagen nutteloos wanneer ik mijn werk moet uitbreiden. Maakt dat je niet tot een zondaar van alle tijden? Wanneer die tijd komt, zou je dan niet de diepste spijt voelen? Zou de ontmoediging niet bij je toeslaan? Al mijn werk van vandaag wordt niet gedaan uit luiheid of uit verveling, maar om een fundament te leggen voor mijn toekomstige werk. Het is niet zo dat ik in een impasse zit en iets nieuws moet verzinnen. Je moet het werk dat ik doe begrijpen; het is niet iets dat door een op straat spelend kind wordt gedaan, maar het gebeurt namens mijn Vader. Jullie moeten weten dat ik dit niet allemaal op eigen houtje doe. Integendeel, ik vertegenwoordig mijn Vader. Intussen is het jullie rol om strikt te volgen, te gehoorzamen, te veranderen en te getuigen. Wat jullie moeten begrijpen is waarom jullie in mij moeten geloven. Dit is de belangrijkste vraag die ieder van jullie moet begrijpen. Mijn Vader heeft jullie allemaal omwille van Zijn glorie voor mij voorbestemd vanaf het moment dat Hij de wereld schiep. Het was uitsluitend omwille van mijn werk en omwille van Zijn glorie dat Hij jullie voorbestemd heeft. Het is dankzij mijn Vader dat jullie in mij geloven; het is dankzij mijn Vaders voorbestemming dat jullie mij volgen. Daar kiezen jullie allemaal zelf niet voor. Het is zelfs nog belangrijker dat jullie begrijpen dat mijn Vader jullie aan mij gegeven heeft zodat jullie van mij kunnen getuigen. Omdat Hij jullie aan mij heeft gegeven, moeten jullie de wegen bewandelen die ik aan jullie geef en de manieren en de woorden die ik jullie leer, want het is jullie plicht om mijn wegen na te leven. Dit is het oorspronkelijke doel van jullie geloof in mij. Dus ik zeg tot jullie dat jullie eenvoudigweg mensen zijn die mijn Vader aan mij gegeven heeft om mijn wegen na te leven. Jullie geloven echter alleen in mij; jullie behoren niet tot mij omdat jullie niet van de Israëlische familie zijn maar wel van de soort van de oude slang. Ik vraag jullie alleen om te getuigen voor mij, maar nu moeten jullie mijn wegen bewandelen. Dit alles is ten behoeve van toekomstige getuigenissen. Als jullie functioneren als mensen die mijn wegen alleen aanhoren, dan zullen jullie geen waarde hebben en gaat de betekenis verloren van het feit dat mijn Vader jullie aan mij gegeven heeft. Wat ik jullie duidelijk wil maken, is dit: “Jullie moeten mijn wegen bewandelen.”

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wat is jouw begrip van God?

Vorige: 10.11 Over hoe kennis van God te bereiken

Volgende: 10.13 Over de invloed van Satan te verwerpen en redding te bereiken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger