5. Waarom wordt er gezegd dat het kennen van de drie fasen van Gods werk het pad naar het kennen van God is?
(Een geselecteerd hoofdstuk uit Gods woord)
Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God
Het managementwerk van de mensheid is verdeeld in drie fases, wat betekent dat het werk van het redden van de mensheid is verdeeld in drie fases. Deze drie fases betreffen niet de schepping van de wereld maar eerder de drie werkfases van het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk. De schepping van de wereld was het voortbrengen van de gehele mensheid. Het betrof niet het reddingswerk van de mensheid en het heeft niets te maken met het redden van de mens, want toen de wereld werd geschapen, was de mensheid niet door Satan verdorven en hoefde het reddingswerk van de mensheid dus niet uitgevoerd te worden. Het werk van het redden van de mensheid begon pas toen de mensheid verdorven was door Satan en dus begon het managementwerk van de mensheid ook pas toen de mensheid was verdorven. Met andere woorden: Gods management van de mens begon als gevolg van het reddingswerk van de mensheid en kwam niet voort uit het scheppingswerk van de wereld. Pas nadat de mens een verdorven gezindheid kreeg, kwam het managementwerk tot stand en dus omvat het managementwerk van de mensheid drie onderdelen in plaats van vier fases of vier tijdperken. Alleen dit is de juiste manier om te verwijzen naar Gods management van de mensheid. Wanneer het einde van het laatste tijdperk daar is, zal het managementwerk van de mensheid tot een volledig einde gekomen zijn. De afsluiting van het managementwerk betekent dat het reddingswerk van de gehele mensheid volledig is afgesloten en dat de mensheid het einde van zijn reis heeft bereikt. Zonder het reddingswerk van de gehele mensheid zou het managementwerk van de mensheid niet bestaan, noch zouden de drie werkfases er zijn. Juist vanwege de verdorvenheid van de mensheid en omdat de mensheid zo dringend behoefte had aan redding, stopte Jehova met de schepping van de wereld en begon Hij met het werk van het Tijdperk van de Wet. Pas toen begon het managementwerk van de mensheid, hetgeen betekent dat pas toen het reddingswerk van de mensheid begon. “Het management van de mensheid” betekent niet het leiding geven aan het leven van de mensheid, pas geschapen, op aarde (alsof het een mensheid betreft die nog niet verdorven is). Het is echter de redding van een mensheid die door Satan is verdorven; dat wil zeggen: het gaat om de transformatie van deze verdorven mensheid. Dit is de betekenis van het management van de mensheid. Het werk van de redding van de mensheid omvat niet het scheppingswerk van de wereld, en dus omvat het managementwerk van de mensheid niet het scheppingswerk van de wereld en het managementwerk omvat slechts drie werkfases die los staan van de schepping van de wereld. Om inzicht te krijgen in het managementwerk van de mensheid is het noodzakelijk dat men zich bewust is van de geschiedenis van de drie werkfases. Hiervan moet iedereen zich bewust zijn om gered te kunnen worden. Als schepselen van God moeten jullie erkennen dat de mens door God geschapen is en moeten jullie de bron erkennen van de verdorvenheid van de mensheid en bovendien moeten jullie het proces van de redding van de mens erkennen. Als jullie alleen maar volgens de doctrine weten hoe jullie moeten handelen om Gods gunst te verkrijgen, maar geen benul hebben hoe God de mensheid redt of van de bron van de verdorvenheid van de mensheid, dan is dit wat jullie ontbreekt als schepselen van God. Je moet niet slechts tevreden zijn met het begrijpen van die waarheden, die in de praktijk gebracht kunnen worden, terwijl je onwetend blijft van het bredere perspectief van Gods managementwerk. Als dat het geval is, ben je te dogmatisch. De drie werkfases vormen de kern van het verhaal van Gods management van de mens, de komst van het evangelie van het gehele universum, het grootste mysterie van de gehele mensheid, en deze zijn ook het fundament van de verspreiding van het evangelie. Als je je alleen richt op het begrijpen van eenvoudige waarheden die betrekking hebben op je leven en hier niets van weet, het grootste van alle mysteries en visies, is je leven dan niet te vergelijken met een defect product, dat nergens goed voor is en waar je alleen maar naar kunt kijken?
Als de mens zich alleen maar concentreert op de praktijk en het werk van God en de kennis van de mens als secundair beschouwt, is dat dan niet hetzelfde als geheel in beslag te worden genomen door minder belangrijke details, zonder aandacht te schenken aan de meer belangrijke zaken? Wat je moet weten, moet je weten en wat je in praktijk moet brengen, moet je in praktijk brengen. Pas dan ben je iemand die weet hoe je de waarheid moet najagen. Wanneer de dag voor je aanbreekt om het evangelie te verkondigen en je alleen kunt zeggen dat God een groot en rechtvaardig God is, dat Hij de allerhoogste God is, een God met wie geen enkel groot man zich kan vergelijken en dat niemand verhevener is … Als je alleen maar deze irrelevante en oppervlakkige woorden kunt spreken, en nauwelijks in staat bent om woorden te spreken die van cruciaal belang zijn en die een inhoud hebben, als je niets te zeggen hebt over het kennen van God of over het werk van God, en bovendien de waarheid niet kan uitleggen of voorzien wat er aan de mens ontbreekt, dan is iemand zoals jij niet in staat om zijn plicht goed te vervullen. Getuigen van God en de verkondiging van het evangelie van het koninkrijk is geen eenvoudige zaak. Je moet eerst worden uitgerust met de waarheid en de visies die moeten worden begrepen. Wanneer de visies en de waarheid van de verschillende aspecten van Gods werk duidelijk voor je zijn, leer je in je hart het werk van God kennen. Ongeacht wat God doet – of dat nu een rechtvaardig oordeel is of loutering van de mens – je hebt de grootste visie als basis en de correcte waarheid om in praktijk te brengen, waardoor je God helemaal tot het einde toe zult kunnen volgen. Je moet weten dat – ongeacht wat voor werk Hij doet – het doel van Gods werk niet verandert, het hart van Zijn werk niet verandert en Zijn wil voor de mens niet verandert. Hoe streng Zijn woorden ook zijn, hoe vijandig de omgeving ook is, de principes van Zijn werk veranderen niet en Zijn voornemen om de mens te redden verandert niet. Mits er geen openbaring is van het einde van de mens of van de bestemming van de mens, en het niet het werk van de laatste fase betreft en het werk van Gods algehele managementplan niet tot een einde gebracht wordt, en mits het is gedurende de periode dat Hij werkt aan de mens, dan zal het hart van Zijn werk niet veranderen. Het gaat altijd om de redding van de mensheid. Dit zou de basis moeten zijn van jullie geloof in God. Het doel van de drie werkfases is de redding van de gehele mensheid, wat betekent de volledige redding van de mens uit het domein van Satan. Hoewel elk van de drie werkfases een ander doel en een andere betekenis heeft, is elk een onderdeel van het reddingswerk van de mensheid en een ander reddingswerk dat wordt uitgevoerd zoals de mensheid daar behoefte aan heeft. Als je je eenmaal bewust bent van het doel van deze drie werkfases, dan ben je je ook bewust van de waarde van elke werkfase en weet je hoe je moet handelen om aan de wens van God te voldoen. Als je dit punt kunt bereiken, dan zal dit – de grootste van alle visies – je fundament worden van je geloof in God. Je moet niet alleen kijken hoe je dingen eenvoudig in praktijk kunt brengen of alleen zoeken naar diepe waarheden, maar je moet visies combineren met de praktijk, zodat er zowel waarheden zijn die je in praktijk kunt brengen als kennis die op visies gebaseerd is. Pas dan ben je iemand die de waarheid helemaal najaagt.
De drie werkfases vormen het hart van Gods algehele management en daarin wordt de gezindheid van God uitgedrukt en wat Hij is. Zij die de drie fases van Gods werk niet kennen, zijn niet in staat om zich te realiseren hoe God Zijn gezindheid uitdrukt, noch kennen zij de wijsheid van Gods werk en zij blijven onwetend over de vele manieren waarop Hij de mensheid redt en zij zullen Zijn wil voor de gehele mensheid niet kennen. De drie werkfases zijn de volledige uitdrukking van het werk van de redding van de mensheid. Zij die de drie werkfases niet kennen, zullen de diverse methoden en principes van het werk van de Heilige Geest niet kennen. Zij die rigide alleen vasthouden aan doctrine die is overgebleven uit één werkfase zijn mensen die God beperken tot doctrine en van wie het geloof in God vaag en onzeker is. Zulke mensen zullen Gods redding nooit ontvangen. Alleen de drie fases van Gods werk kunnen Gods algehele gezindheid, Gods intentie om de gehele mensheid te redden en het gehele proces van de redding van de mensheid volledig uitdrukken. Dit bewijst dat Hij Satan heeft verslagen en de mensheid heeft gewonnen. Het bewijst Gods overwinning en is de uitdrukking van Gods algehele gezindheid. Zij die slechts één van de drie fases van Gods werk begrijpen, kennen slechts een deel van Gods gezindheid. In de opvatting van de mens kan deze enkelvoudige werkfase makkelijk een doctrine worden. Het is waarschijnlijk dat de mens regels over God zal vaststellen en de mens gebruikt dit enkele onderdeel van Gods gezindheid als iets dat Gods algehele gezindheid voorstelt. Bovendien vindt er in de verbeelding van de mens een dusdanige vermenging plaats, dat hij de gezindheid, het wezen en de wijsheid van God op een rigide manier beperkt, en eveneens de principes van Gods werk afbakent in de overtuiging dat, als God eens zo was, Hij altijd dezelfde zal blijven en nooit ofte nimmer zal veranderen. Alleen zij die de drie werkfases kennen en waarderen kunnen God volledig en zuiver kennen. Zij zullen God allerminst definiëren als de God van de Israëlieten of de Joden en zullen Hem niet zien als een God die voor altijd genageld is aan het kruis omwille van de mens. Als je God alleen maar leert kennen vanuit één fase van Zijn werk, dan is je kennis veel te beperkt. Je kennis is maar een druppel in de oceaan. Als dat niet zo was, waarom zouden velen van de religieuze oude garde God dan levend aan het kruis nagelen? Is dat niet omdat de mens God afbakent binnen bepaalde parameters? Komen niet juist veel mensen tegen God in opstand en werken zij het werk van de Heilige Geest niet juist tegen omdat ze het gevarieerde en veelzijdige werk van God niet kennen, en bovendien slechts een fractie bezitten aan kennis en doctrine om het werk van de Heilige Geest mee te meten? Hoewel de ervaringen van dergelijke mensen oppervlakkig zijn, zijn ze van nature arrogant en toegeeflijk en kijken ze met minachting naar het werk van de Heilige Geest, negeren ze de disciplines van de Heilige Geest en gebruiken ze bovendien hun onbeduidende, oude argumenten om het werk van de Heilige Geest te ‘bevestigen’. Zij spelen ook komedie en zijn helemaal overtuigd van hun eigen geleerdheid en uitgebreide kennis, en overtuigd dat ze over de hele wereld kunnen reizen. Worden dergelijke mensen niet verafschuwd en verworpen door de Heilige Geest, en zullen ze niet verstoten worden door het nieuwe tijdperk? Zijn zij die voor God komen en zich openlijk tegen Hem verzetten niet onwetende en weinig geïnformeerde schurken die alleen maar proberen te laten zien hoe briljant ze zijn? Met slechts weinig kennis van de Bijbel proberen zij de ‘academische wereld’ op stelten te zetten; met slechts een oppervlakkige doctrine om mensen wat bij te brengen, proberen ze het werk van de Heilige Geest om te keren en het in te passen in hun eigen denkpatroon. Kortzichtig als ze zijn, proberen ze in één vluchtige blik zesduizend jaar van Gods werk te zien. Deze mensen hebben geen noemenswaardig verstand! In feite is het zo dat hoe meer kennis mensen van God hebben, hoe langzamer ze zijn om Zijn werk te beoordelen. Bovendien praten ze maar weinig over hun kennis van Gods werk van vandaag en zijn ze niet lichtvaardig in hun oordeel. Hoe minder ze van God weten, hoe arroganter en overmoediger mensen zijn en hoe willekeuriger ze Gods wezen proclameren. Maar het is slechts theorie en ze bieden geen echt bewijs. Zulke mensen zijn geenszins van waarde. Zij die het werk van de Heilige Geest zien als een spelletje zijn onnozel! Zij die niet opletten als ze worden geconfronteerd met het nieuwe werk van de Heilige Geest, die hun woordje snel klaar hebben, snel oordelen, die hun temperament de vrije loop laten om de juistheid van het werk van de Heilige Geest te ontkennen, en die dit ook beledigen en belasteren, zouden zulke respectloze mensen het werk van de Heilige Geest kennen? Zijn zij daarnaast niet ook heel arrogante mensen; mensen die inherent trots en onbestuurbaar zijn? Zelfs als er een dag komt waarop zulke mensen het nieuwe werk van de Heilige Geest aanvaarden, zal God hen nog steeds niet tolereren. Ze kijken niet alleen neer op degenen die werken voor God, maar ze belasteren ook God Zelf. Dergelijke wanhopige mensen zullen geen vergeving ontvangen, noch in dit tijdperk noch in het komende, en zij zullen eeuwig vergaan in de hel! Dergelijke respectloze, toegeeflijke mensen doen alsof ze in God geloven en hoe meer mensen zo zijn, des te waarschijnlijker het is dat ze Gods bestuurlijke decreten zullen beledigen. Bewandelen al deze arrogante mensen, die van nature teugelloos zijn en die nooit iemand gehoorzaamd hebben, niet dit pad? Keren zij zich niet dagelijks tegen God – God die altijd nieuw is en nooit oud? Nu zouden jullie moeten begrijpen waarom je het belang van de drie fases van Gods werk moet kennen. De woorden die ik spreek, zijn in jullie voordeel. Het zijn niet slechts lege woorden. Als jullie ze alleen maar lezen alsof je aan het genieten bent van bloemen terwijl je aan het paardrijden bent, is al mijn harde werk dan voor niets geweest? Iedereen zou zijn eigen natuur moeten kennen. De meesten van jullie kunnen goed argumenteren. De antwoorden op theoretische vragen rollen uit je mond, maar jullie kunnen niets zeggen als het gaat over wezenlijke zaken. Zelfs vandaag geven jullie je over aan lichtzinnige conversaties, niet in staat om je oude natuur te veranderen, om verandering aan te brengen in de manier waarop jullie dingen najagen om een hogere waarheid te bereiken. Jullie leven maar halfslachtig. Hoe zijn zulke mensen in staat om God helemaal tot het einde te volgen? Zelfs als jullie aan het einde van de weg zouden aankomen, welk voordeel hebben jullie er dan van? Het is beter om je ideeën bij te stellen voor het te laat is: hetzij echt doorzetten of anders de handdoek al vroeg in de ring gooien. Na verloop van tijd zullen jullie klaplopers zijn. Willen jullie zo’n lage en onwaardige rol spelen?
De drie werkfases vormen een overzicht van het gehele werk van God. Ze zijn een overzicht van Gods redding van de mensheid en ze zijn niet denkbeeldig. Als jullie Gods gezindheid echt helemaal willen kennen, dan moeten jullie de drie werkfases die door God worden uitgevoerd kennen en, wat nog belangrijker is, jullie moeten geen fase weglaten. Dit is het minste dat door hen, die God willen kennen, gedaan moet worden. De mens kan vanuit zichzelf geen ware kennis over God bedenken. Het is niet iets dat de mens zichzelf kan inbeelden. Het is ook niet het gevolg van een speciale voorkeur van de Heilige Geest voor één persoon. Het is daarentegen een kennis die voortkomt uit het ervaren door de mens van het werk van God en het kennen van God dat alleen voortkomt na een ervaring te hebben gehad met de feiten van Gods werk. Een dergelijke kennis kan niet worden bereikt in een opwelling, noch is het iets dat kan worden onderwezen. Het heeft alles te maken met persoonlijke ervaring. Gods redding van de mensheid vormt de kern van deze drie werkfases. Maar het reddingswerk bevat verschillende werkmethoden en middelen die Gods gezindheid uitdrukken. Voor de mens is dit het moeilijkst om te signaleren en moeilijk om te begrijpen. De scheiding van de tijdperken, de veranderingen in Gods werk, de veranderingen in de locatie van het werk, de veranderingen in de ontvangers van dit werk, enzovoort; deze zijn allemaal inbegrepen in de drie werkfases. Met name het verschil in de manier waarop de Heilige Geest werkt, evenals veranderingen in Gods gezindheid, beeld, naam, identiteit en andere veranderingen maken allemaal deel uit van de drie werkfases. Eén werkfase kan maar één deel vertegenwoordigen en is beperkt binnen een bepaalde reikwijdte. Het betreft niet de scheiding van de tijdperken of veranderingen in Gods werk, nog veel minder de andere aspecten. Dit is een duidelijk feit. De drie werkfases zijn het geheel van Gods reddingswerk van de mensheid. Men moet Gods werk en Gods gezindheid in het reddingswerk kennen. Als dit niet het geval is, bestaat je kennis van God alleen maar uit lege woorden en is het niet meer dan belerend optreden van uit een leunstoel. Met zulke kennis kun je de mens niet winnen of hem overtuigen. Zulke kennis staat los van de werkelijkheid en is niet waarheid. Het kan zeer overvloedig zijn en prettig om naar te luisteren, maar als het in strijd is met Gods eigen gezindheid, dan zal God je niet sparen. Niet alleen zal Hij je kennis niet prijzen, maar Hij zal het je ook vergelden omdat je een zondaar bent die Hem heeft belasterd. Zeggen dat je God kent, is geen lichtvaardige daad. Hoewel je misschien welbespraakt en rad van tong bent, en hoewel je woorden zo slim zijn, dat je van zwart wit en van wit zwart kunt maken, toch weet je niet waar je het over hebt als het gaat over de kennis van God. God is niet iemand die je overhaast kunt oordelen of terloops kunt prijzen of nonchalant kunt denigreren. Je prijst alles en iedereen, maar je kunt de juiste woorden niet vinden om het heil en de goedheid van God te beschrijven, en dit is wat elke verliezer geleerd heeft. Ook al zijn er veel taalkundigen die in staat zijn om God te beschrijven, de exactheid van wat zij beschrijven is maar een honderdste van de waarheid die wordt gesproken door mensen, die God toebehoren en slechts een beperkte woordenschat hebben maar rijk zijn aan ervaring. Hieruit blijkt dat kennis van God ligt in nauwkeurigheid en werkelijkheid, en niet in het slimme gebruik van woorden of een rijke woordenschat, en dat de kennis van de mens en de kennis van God niets met elkaar te maken hebben. Het leren kennen van God is belangrijker dan elke natuurwetenschap van de mensheid. Het is een les die alleen kan worden geleerd door een zeer klein aantal mensen dat God wil leren kennen en niet door iedereen die maar talentvol is. En jullie moeten dus niet denken dat het kennen van God en het nastreven van de waarheid iets is dat zelfs door een kind kan worden verwezenlijkt. Misschien ben je wel heel succesvol in je gezinsleven of in je carrière of in je huwelijk, maar als het gaat om de waarheid en het leren kennen van God, heb je niets om te laten zien: je hebt niets bereikt. Het kan wel worden gezegd dat het in praktijk brengen van de waarheid zeer moeilijk voor jullie is en het kennen van God zelfs nog een groter probleem is. Dit is een probleem voor jullie en ook voor de gehele mensheid die ermee geconfronteerd wordt. Onder hen die op weg naar het kennen van God enigszins succesvol zijn, is er bijna niemand die aan de norm voldoet. Men weet niet wat het betekent om God te kennen of waarom het nodig is om God te kennen of hoever je moet komen om te kunnen zeggen dat je het kennen van God hebt bereikt. Dit is wat zo verwarrend is voor de mensheid en het is simpelweg het grootste raadsel waarmee de mensheid wordt geconfronteerd. Niemand is in staat om deze vraag te beantwoorden, noch is iemand bereid om deze vraag te beantwoorden, want tot op heden is niemand van de mensheid ook maar enigszins succesvol geweest in de studie van dit werk. Misschien, als het raadsel van de drie werkfases bekend is gemaakt aan de mensheid, zal er achtereenvolgens een groep talenten verschijnen die God kent. Natuurlijk hoop ik dat dat het geval is en, sterker nog, ik ben bezig met de uitvoering van dit werk en hoop meer van dergelijke talenten te zien in de nabije toekomst. Zij zullen degenen zijn die getuigen van het feit van deze drie werkfases en natuurlijk zullen zij ook de eersten zijn om van deze drie werkfases te getuigen. Als zulke talenten er niet zijn op de dag dat Gods werk ten einde loopt, of als er slechts een of twee zijn en zij persoonlijk hebben aanvaard om vervolmaakt te worden door de vleesgeworden God, dan is er niets pijnlijker en betreurenswaardiger dan dit, hoewel dit het slechtst denkbare scenario is. Wat het ook maar mag zijn, ik hoop toch dat degenen die dit echt nastreven deze zegen kunnen ontvangen. Sinds het begin van de tijd is er nooit eerder zo’n werk geweest als dit. Zo’n onderneming heeft in de menselijke geschiedenis nog nooit plaatsgevonden. Als je echt een van de eersten kunt zijn van hen die God kennen, zou dit dan niet de hoogste eer zijn onder alle schepselen? Zou enig schepsel onder de mensheid meer geprezen worden door God? Zo’n prestatie is niet eenvoudig behaald, maar zal uiteindelijk wel vruchten afwerpen. Ongeacht geslacht of nationaliteit, zullen allen die in staat zijn om God te leren kennen uiteindelijk Gods grootste eer ontvangen en de enigen zijn die het gezag van God bezitten. Dit is het werk van vandaag en ook het werk van de toekomst. Het is het laatste en hoogste werk dat in zesduizend jaar werken volbracht dient te worden en het is een manier van werken waarbij elke categorie van de mens wordt geopenbaard. Door het werk waarmee de mens God leert kennen, worden verschillende posities van de mens geopenbaard: zij die God kennen, zijn geschikt om Gods zegeningen te ontvangen en Zijn beloften te aanvaarden, terwijl zij die God niet kennen, niet geschikt zijn om Gods zegeningen te ontvangen en Zijn beloften te aanvaarden. Zij die God kennen, zijn de vertrouwelingen van God en zij die God niet kennen, kunnen niet Gods vertrouwelingen genoemd worden. De vertrouwelingen van God kunnen elke zegen van God ontvangen, maar zij die Zijn vertrouwelingen niet zijn, zijn Zijn werk niet waardig. Of het nu verdrukking, loutering of oordeel betreft, het is allemaal bedoeld om het voor de mens mogelijk te maken om uiteindelijk enige kennis van God te verkrijgen en wel dusdanig dat de mens zich aan God onderwerpt. Dit is het enige resultaat dat uiteindelijk zal worden bereikt. Niets van de drie werkfases is verborgen en dat is gunstig voor de mens om God te leren kennen en het helpt de mens om een volledigere en grondigere kennis van God te verkrijgen. Al dit werk is gunstig voor de mens.
Het werk van God Zelf is de visie die de mens moet kennen, want het werk van God kan niet worden bereikt door de mens en hij bezit het niet. De drie werkfases vormen de totaliteit van Gods management en er is geen grotere visie die bij de mens bekend moet zijn. Als de mens deze geweldige visie niet kent, dan is het niet eenvoudig om God te kennen en niet eenvoudig om Gods wil te begrijpen, en bovendien wordt het pad dat de mens bewandelt steeds moeizamer. Zonder visies zou de mens niet zo ver hebben kunnen komen. Het zijn de visies die de mens tot op de dag van vandaag hebben behoed en die hebben voorzien in de grootste bescherming voor de mens. In de toekomst moeten jullie een diepere kennis verkrijgen en moeten jullie het geheel van Zijn wil en de essentie van Zijn wijze werk in de drie werkfases leren kennen. Alleen dit is jullie ware gestalte. De laatste werkfase staat niet op zichzelf maar is onderdeel van het geheel, samen met de twee vorige fases. Dat wil zeggen dat het onmogelijk is om het hele reddingswerk te voltooien door middel van slechts een van de drie werkfases. Hoewel de laatste werkfase in staat is om de mens volledig te redden, wil dit niet zeggen dat het alleen nodig is om deze ene fase uit te voeren en dat de twee vorige werkfases niet nodig zijn voor het redden van de mens uit de invloed van Satan. Geen enkele fase van de drie fases kan worden aangewezen als de enige visie die bij alle mensen bekend moet zijn, want de totaliteit van het reddingswerk is de drie werkfases, niet één enkele fase daarvan. Zolang het reddingswerk niet volbracht is, zal het management van God niet tot een volledig einde gebracht kunnen worden. Gods wezen, gezindheid en wijsheid worden uitgedrukt in de totaliteit van het reddingswerk en deze zijn niet helemaal aan het begin aan de mens geopenbaard. Ze zijn echter geleidelijk in het reddingswerk tot uitdrukking gekomen. Elke fase van het reddingswerk drukt een onderdeel uit van de gezindheid van God en een onderdeel van Zijn wezen. Niet elke werkfase kan de totaliteit van Gods wezen rechtstreeks en volledig uitdrukken. Als zodanig kan het reddingswerk alleen maar volledig worden afgesloten wanneer de drie werkfases zijn afgerond en de kennis van de mens van de totaliteit van God is dus onlosmakelijk verbonden met de drie fases van Gods werk. Wat de mens uit één werkfase haalt, is slechts de gezindheid van God die wordt uitgedrukt in één onderdeel van Zijn werk. Het kan de gezindheid en het wezen dat wordt uitgedrukt in de fases daarvoor of daarna niet vertegenwoordigen. Dat komt doordat het redden van de mensheid niet in één periode of op één locatie kan worden afgerond, maar het wordt langzamerhand dieper al naar gelang de mate waarin de mens zich op verschillende plaatsen en op verschillende tijden heeft ontwikkeld. Het gaat om werk dat gefaseerd wordt uitgevoerd en niet in één fase wordt afgerond. En Gods algehele wijsheid wordt dus veeleer in de drie werkfases uitgekristalliseerd, in plaats van gedurende één afzonderlijke fase. Zijn gehele wezen en gehele wijsheid komen in deze drie fases tot uitdrukking, en elke fase bevat Zijn wezen en is een verslag van de wijsheid van Zijn werk. De mens moet de volledige gezindheid van God kennen die in deze drie fases wordt uitgedrukt. Dit alles van Gods wezen is van het allergrootste belang voor de gehele mensheid en als mensen dit niet weten wanneer zij God aanbidden, dan zijn ze niet anders dan zij die Boeddha aanbidden. Gods werk te midden van de mensheid is niet verborgen voor de mens en moet bekend zijn bij allen die God aanbidden. Aangezien God de drie fases van het reddingswerk onder de mensheid heeft uitgevoerd, moet de mens de uitdrukking weten van wat Hij heeft en is tijdens deze drie werkfases. Dit is wat de mens moet doen. Wat God voor de mens verbergt, is wat de mens niet kan bereiken en niet moet weten, terwijl dat wat God aan de mens laat zien, hetgeen is wat de mens wel moet weten en moet bezitten. Elk van de drie werkfases wordt uitgevoerd op basis van de vorige fase. Die wordt niet onafhankelijk uitgevoerd, los van het reddingswerk. Hoewel er grote verschillen zijn in het tijdperk en het soort werk dat wordt verricht, gaat het in de kern telkens om de redding van de mensheid en elke fase van het reddingswerk gaat dieper dan de vorige. Elke werkfase gaat door op het fundament van de vorige, die niet is opgeheven. Op deze manier geeft God in Zijn werk, dat altijd nieuw is en nooit oud, voortdurend uitdrukking aan aspecten van Zijn gezindheid, die voor de mens eerder nooit tot uitdrukking zijn gebracht. Hierdoor wordt Zijn nieuwe werk en Zijn nieuwe wezen altijd aan de mens geopenbaard en hoewel de religieuze oude garde haar uiterste best doet om zich hiertegen te verzetten en er openlijk tegenin te gaan, doet God toch altijd het nieuwe werk dat Hij van plan is te doen. Zijn werk is altijd in beweging en daarom ondervindt het altijd weerstand van de mens. Zijn gezindheid is dus ook altijd aan verandering onderhevig, evenals het tijdperk en de ontvangers van Zijn werk. Bovendien verricht Hij altijd werk dat nog nooit eerder is verricht, zelfs werk waarvan het voor de mens lijkt alsof het in tegenspraak is met het werk dat eerder is verricht en daarmee in strijd is. De mens kan alleen maar één soort werk of één manier van praktiseren aanvaarden. Het is voor de mens moeilijk om werk of een manier van praktiseren te aanvaarden die hem vreemd is of hoger reikt dan hemzelf. Maar de Heilige Geest is altijd bezig met nieuw werk en dus verschijnen er steeds weer groepen van religieuze deskundigen die zich verzetten tegen het nieuwe werk van God. Deze mensen zijn juist experts geworden omdat de mens niet beseft dat God altijd nieuw is en nooit oud, en geen kennis heeft van de beginselen van Gods werk en, wat nog belangrijker is, geen kennis heeft van de vele manieren waarop God de mens redt. Als zodanig is de mens nauwelijks in staat om te weten of het het werk van de Heilige Geest is en of het het werk van God Zelf is. Veel mensen klampen zich vast aan een houding waarbij ze, indien het overeenkomt met de eerdere woorden, ze het aanvaarden en indien er verschillen zijn met het werk van daarvoor, ze ertegen zijn en het verwerpen. Houden jullie je vandaag de dag niet allemaal aan deze beginselen? De drie fases van het reddingswerk hebben niet bepaald veel invloed op jullie gehad en er zijn mensen die vinden dat de vorige twee werkfases een last zijn die je gewoonweg niet hoeft te kennen. Ze vinden dat deze fases niet aan de menigte bekendgemaakt moeten worden en zo snel mogelijk herroepen dienen te worden, zodat mensen niet het gevoel hebben dat ze overweldigd worden door de vorige twee fases van de drie werkfases. De meesten geloven dat het bekendmaken van de vorige twee werkfases een stap te ver gaat en niet bijdraagt aan het leren kennen van God. Dat is wat jullie denken. Nu denken jullie allemaal dat het goed is om op deze manier handelen, maar de dag zal komen waarop jullie het belang van mijn werk beseffen: weet dat ik geen werk verricht dat niet van betekenis is. Ik maak de drie werkfases aan jullie bekend, opdat jullie er voordeel van hebben; deze drie werkfases vormen het hart van Gods algehele management, opdat iedereen in het hele universum ze centraal stelt. Op een dag zullen jullie allemaal besef hebben van het belang van dit werk. Weet wel dat jullie tegen Gods werk ingaan of jullie eigen opvattingen erop na houden om het werk van vandaag te beoordelen, omdat jullie de beginselen van Gods werk niet kennen en omdat jullie het werk van de Heilige Geest niet serieus genoeg nemen. Jullie tegenstand tegen God en jullie obstructie van het werk van de Heilige Geest worden veroorzaakt door jullie opvattingen en inherente arrogantie. Het is niet omdat Gods werk verkeerd is, maar omdat jullie van nature te opstandig zijn. Nadat ze tot geloof in God zijn gekomen, kunnen sommige mensen zelfs niet met zekerheid zeggen wat de oorsprong van de mens is. Toch durven ze te komen met openbare toespraken waarbij ze vertellen wat er wel en niet klopt van het werk van de Heilige Geest. En ze lezen zelfs de apostelen de les, die het nieuwe werk van de Heilige Geest hebben. Ze leveren commentaar en spreken voor hun beurt. Qua menselijkheid zitten ze op een te laag peil en ze hebben niet het minste verstand. Zou de dag niet komen waarop zulke mensen door het werk van de Heilige Geest worden verworpen en zullen branden in het vuur van de hel? Ze kennen het werk van God niet, maar bekritiseren Zijn werk wel en willen God dan ook nog vertellen hoe Hij moet werken. Hoe kunnen zulke onredelijke mensen God kennen? Tijdens het proces van het zoeken en ervaren van God leert de mens Hem kennen. Hij leert God niet kennen door de verlichting van de Heilige Geest als hij Hem in een opwelling bekritiseert. Hoe accurater mensen God kennen, hoe minder ze tegen Hem opstaan. Hoe minder goed mensen God daarentegen kennen, des te waarschijnlijker het is dat ze tegen Hem in opstand komen. Je opvattingen, je oude natuur en je menselijkheid, karakter en morele zienswijze zijn het ‘kapitaal’ waarmee je tegen God in opstand komt, en hoe meer verdorven, gedegenereerd en verlaagd je bent, hoe meer je Gods vijand bent. Zij die gruwelijke opvattingen hebben en een gezindheid van zelfgenoegzaamheid leven zelfs in nog meer vijandschap met de vleesgeworden God en zulke mensen zijn de antichristen. Als je opvattingen niet worden rechtgezet, dan zullen deze altijd tegen God zijn. Je zult nooit verenigbaar met God zijn en je zult altijd los van Hem zijn.
Alleen door je oude opvattingen opzij te schuiven kun je nieuwe kennis verwerven, maar oude kennis is niet noodzakelijkerwijs oude opvattingen. ‘Opvattingen’ verwijzen naar de dingen die door de mens bedacht worden en in strijd zijn met de werkelijkheid. Als de oude kennis al in het oude tijdperk achterhaald was en deze de mens hinderde bij het ingaan in het nieuwe werk, dan is deze kennis ook een opvatting. Als de mens in staat is om dergelijke kennis op een juiste manier te benaderen en God vanuit verschillende aspecten te leren kennen door het oude en het nieuwe te combineren, dan komt de oude kennis de mens te hulp en wordt deze de basis via welke de mens het nieuwe tijdperk binnengaat. De les van het leren kennen van God vereist dat je veel principes zult moeten leren beheersen: hoe betreed je het pad waarop je God leert kennen, welke waarheden moet je begrijpen om God te leren kennen en hoe je je opvattingen en oude natuur moet wegdoen, zodat je je kunt onderwerpen aan alle afspraken van Gods nieuwe werk. Als je deze principes gebruikt als basis voor het binnengaan in de les van het leren kennen van God, dan wordt je kennis steeds dieper en dieper. Als je de drie werkfases goed kent – te weten Gods volledige managementplan – en als je volledig de samenhang kunt zien van de vorige twee werkfases van God met de huidige fase en kan zien dat het het werk van één God is, dan heb je geen steviger fundament. De drie werkfases werden door één God verricht. Dit is de grootste visie en dit is de enige weg naar het kennen van God. De drie werkfases konden alleen door God Zelf worden verricht en geen mens kon zo’n werk namens Hem verrichten. Dat wil zeggen dat alleen God Zelf Zijn eigen werk vanaf het begin tot nu toe gedaan kan hebben. Hoewel de drie werkfases van God zijn uitgevoerd in verschillende tijdperken en op verschillende locaties, en hoewel het werk van elk anders is, is het allemaal het werk van één God. Van alle visies is dit de grootste visie waar de mens kennis van moet hebben en als deze volledig kan worden begrepen door de mens, dan zal hij kunnen standhouden. Vandaag de dag is het grootste probleem waar verscheidene religies en denominaties mee geconfronteerd worden, dat ze het werk van de Heilige Geest niet kennen en geen onderscheid kunnen maken tussen het werk van de Heilige Geest en werk dat niet van de Heilige Geest is. Daarom kunnen zij niet zeggen of deze werkfase, zoals de laatste twee werkfases, ook door Jehova God is verricht. Hoewel mensen God volgen, kunnen de meesten nog steeds niet zeggen of het de juiste weg is. De mens maakt zich zorgen of deze weg de weg is die persoonlijk door God Zelf wordt begeleid en of Gods incarnatie echt is. De meeste mensen hebben nog steeds geen idee hoe zij onderscheid kunnen maken als het om zulke dingen gaat. Zij die God volgen, zijn niet in staat om de weg vast te stellen. Daarom hebben de gesproken woorden slechts gedeeltelijk effect op deze mensen en kunnen deze niet volledig doeltreffend zijn, en dit heeft dus invloed op het binnengaan van het leven van deze mensen. Als men kan inzien dat de drie werkfases door God Zelf zijn uitgevoerd op verschillende tijden, op verschillende plaatsen en bij verschillende mensen, als de mens kan inzien dat, hoewel het werk anders is, het allemaal wordt verricht door één God, en dat aangezien het werk is dat door één God wordt uitgevoerd, het juist moet zijn en zonder fouten, en dat, hoewel het in strijd is met de opvattingen van de mens, het niet valt te ontkennen dat het het werk is van één God – als men met zekerheid kan stellen dat het het werk is van één God, dan worden de opvattingen van de mens teruggebracht tot louter kleinigheden die de moeite van het vermelden niet waard zijn. Omdat de mens geen duidelijke visie heeft en alleen Jehova kent als God en Jezus als de Heer, en in tweestrijd is over de geïncarneerde God van vandaag, blijven veel mensen toegewijd aan het werk van Jehova en Jezus en zijn overrompeld door opvattingen over het werk van vandaag. De meeste mensen leven altijd in twijfel en nemen het werk van vandaag niet serieus. De mens heeft geen opvattingen over de vorige twee werkfases, die onzichtbaar waren. Dat is omdat de mens de werkelijkheid van de vorige twee werkfases niet begrijpt en er niet persoonlijk getuige van is geweest. Dat is omdat niet kan worden ingezien dat de mens zich van alles kan inbeelden. Waar hij maar mee komt aanzetten, er zijn geen feiten om het te bewijzen en er is niemand om het te corrigeren. De mens laat zijn natuurlijke instinct de vrije teugel, gooit alle voorzichtigheid overboord en laat zijn verbeelding de vrije loop, want er zijn geen feiten om deze te verifiëren en dus worden de verbeeldingen van de mens ‘feiten’, ongeacht of er enig bewijs voor is. Zo gelooft de mens in de God die hij zich in zijn verstand zelf heeft ingebeeld en is hij niet op zoek naar de God van de werkelijkheid. Als een persoon een soort geloof heeft, dan hebben honderd mensen honderd soorten geloof. De mens is bezeten van dergelijke overtuigingen omdat hij de werkelijkheid van Gods werk niet heeft gezien. Hij heeft deze alleen met zijn oren gehoord en niet met zijn ogen aanschouwd. De mens heeft gehoord van legendes en verhalen, maar zelden heeft hij gehoord van de feiten van Gods werk. Dus het is door hun eigen opvattingen dat mensen die slechts een jaar gelovig zijn in God geloven, en hetzelfde geldt voor hen die hun hele leven in God hebben geloofd. Zij die de feiten niet kunnen zien, zullen nooit kunnen ontsnappen uit een geloof met opvattingen over God. De mens gelooft dat hij zichzelf bevrijd heeft van de banden van zijn oude opvattingen en nieuw grondgebied is binnengegaan. Weet de mens niet dat de kennis van degenen die het ware gezicht van God niet kunnen zien, niets anders is dan opvattingen en geruchten? De mens denkt dat zijn opvattingen kloppen en foutloos zijn, en dat deze opvattingen van God afkomstig zijn. Wanneer men nu getuige is van het werk van God, laat hij zijn opvattingen los die hij gedurende vele jaren heeft verzameld. De verbeeldingen en ideeën uit het verleden hielden het werk van deze fase tegen, en het is moeilijk voor de mens om dergelijke opvattingen los te laten en dergelijke ideeën te weerleggen. De opvattingen ten aanzien van dit stapsgewijze werk van velen die God tot op vandaag hebben gevolgd, zijn telkens erger geworden en deze mensen hebben, langzaam maar zeker, een hardnekkige vijandelijkheid opgebouwd ten opzichte van de geïncarneerde God. De bron van deze haat ligt in de opvattingen en verbeeldingen van de mens. De opvattingen en de verbeeldingen van de mens zijn de vijand geworden van het werk van vandaag, werk dat niet strookt met de opvattingen van de mens. De exacte reden waarom dit heeft plaatsgevonden is dat de feiten de mens niet toestaan zijn fantasie de vrije teugel te laten en bovendien niet gemakkelijk kunnen worden weerlegd door de mens, en de opvattingen en verbeeldingen van de mens geen feiten dulden, en verder omdat de mens de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van feiten niet in overweging neemt, en doelbewust zijn opvattingen de vrije loop laat en zijn eigen verbeelding gebruikt. Er kan alleen maar worden gezegd dat dit de schuld is van de opvattingen van de mens en niet dat het de schuld is van het werk van God. De mens kan zich inbeelden wat hij wenst, maar hij kan niet zomaar elke werkfase van God of ook maar een deel ervan weerleggen. Het feit dat het Gods werk is is onschendbaar voor de mens. Je kunt je fantasie de vrije teugel geven en zelfs mooie verhalen over het werk van Jehova en Jezus samenstellen, maar je kunt de feiten van elke werkfase van Jehova en Jezus niet weerleggen. Dit is een principe, maar ook een bestuurlijk decreet. Het belang van deze punten zouden jullie moeten inzien. De mens vindt dat deze werkfase onverenigbaar is met zijn opvattingen en dat dit niet geldt voor de vorige twee werkfases. De mens kan zich niet inbeelden dat het werk van de twee vorige fases gelijk is aan werk van vandaag. Maar heb je weleens bedacht dat de principes van Gods werk allemaal hetzelfde zijn, dat Zijn werk altijd praktisch is en dat er, ongeacht het tijdperk, altijd een stroom van mensen zal zijn die zich tegen Zijn werk verzet en daar tegenin gaat? Iedereen die zich heden ten dage tegen deze werkfase verzet en er tegenin gaat zou zich ongetwijfeld ook in vroegere tijden hebben verzet tegen God, want zulke mensen zullen altijd Gods vijanden zijn. De mensen die de feiten van Gods werk kennen, zullen de drie werkfases als het werk van één God beschouwen en zullen hun opvattingen terzijde schuiven. Dit zijn mensen die God kennen en dergelijke mensen volgen God echt. Wanneer Gods algehele management ten einde loopt, zal God alles classificeren naar zijn soort. De mens is gemaakt door de hand van de Schepper en uiteindelijk moet Hij de mens volledig terugbrengen onder Zijn heerschappij. Dit is de afsluiting van de drie werkfases. De werkfase van de laatste dagen en de vorige twee fases in Israël en Judea zijn Gods managementplan in het gehele universum. Niemand kan dit ontkennen en het is de waarheid van Gods werk. Hoewel mensen niet veel van dit werk hebben ervaren of er getuige van zijn geweest, zijn de feiten nog altijd de feiten en dat valt door niemand te ontkennen. Mensen in elk land in dit universum die in God geloven, zullen de drie werkfases aanvaarden. Als je maar één bepaalde werkfase kent en de twee andere fases niet begrijpt, het werk van God in vroegere tijden niet begrijpt, dan kun je de volledige waarheid van Gods algehele managementplan niet verwoorden en is je kennis van God eenzijdig, want in je geloof in God ken je Hem niet, begrijp je Hem niet en ben je dus niet geschikt om van God te getuigen. Ongeacht of je huidige kennis van deze dingen diepgaand is of oppervlakkig, uiteindelijk moeten jullie kennis bezitten en volledig overtuigd zijn. Dan zullen alle mensen de totaliteit van Gods werk inzien en zich onderwerpen aan de heerschappij van God. Tegen het einde van dit werk zullen alle denominaties een worden, zullen alle schepselen teruggebracht worden onder de heerschappij van de Schepper, zullen alle schepselen de ene ware God aanbidden en zullen alle kwade religies verdwijnen om nooit meer tevoorschijn te komen.
Waarom deze voortdurende verwijzing naar de drie werkfases? Het voorbijgaan van de tijdperken, de sociale ontwikkeling en het veranderen van de natuur volgen allemaal de veranderingen van de drie werkfases. In de loop van de tijd verandert de mensheid samen met het werk van God. Ze ontwikkelt zich niet vanuit zichzelf. Het noemen van de drie fases van Gods werk is bedoeld om alle schepselen en mensen vanuit elke religie en denominatie onder de heerschappij van één God te brengen. Tot welke godsdienst je ook behoort, uiteindelijk zullen jullie je allemaal onderwerpen aan de heerschappij van God. Alleen God Zelf kan dit werk uitvoeren. Een religieuze overste kan dat niet doen. Er zijn meerdere grote godsdiensten in de wereld en elk heeft zijn eigen hoofd of leider. De volgelingen zijn verspreid over verschillende landen en regio’s in de wereld. Bijna elk land, groot of klein, heeft verschillende religies binnen zijn grenzen. Echter, ongeacht hoeveel godsdiensten er over de hele wereld zijn, alle mensen in dit universum bestaan uiteindelijk onder leiding van één God en hun bestaan wordt niet geleid door leiders of hoofden van een religie. Dat betekent dat de mensheid niet wordt geleid door een bepaalde leider of een bepaald hoofd van die godsdienst. Het is eerder zo, dat de gehele mensheid wordt geleid door de Schepper, die de hemel en de aarde en alle dingen heeft geschapen, dat is een feit. Hoewel de wereld meerdere grote godsdiensten heeft, hoe groot ze ook mogen zijn, ze bestaan allemaal onder de heerschappij van de Schepper en geen enkele daarvan kan de reikwijdte van deze heerschappij overtreffen. De ontwikkeling van de mensheid, de stopzetting van de samenleving, de ontwikkeling van natuurwetenschappen, deze zijn allemaal onlosmakelijk verbonden met de regelingen van de Schepper. Het is geen werk dat door een willekeurig hoofd van een bepaalde religie kan worden gedaan. Iemand die aan het hoofd staat van een religie is slechts de leider van een bepaalde religie en kan God niet vertegenwoordigen of Degene die de hemel en de aarde en alle dingen schiep. Iemand die aan het hoofd staat van een religie kan leidinggeven aan iedereen binnen een gehele religie, maar hij kan niet alle schepselen onder de hemelen aansturen. Dit is een algemeen erkend feit. Iemand die aan het hoofd staat van een religie is slechts een leider en kan niet op gelijke voet staan met God (de Schepper). Alle dingen zijn in de hand van de Schepper en uiteindelijk zal alles terugkeren tot de hand van de Schepper. De mensheid is gemaakt door God en ongeacht de religie zal elke persoon terugkeren onder de heerschappij van God. Dit is onvermijdelijk. Alleen God is de hoogst verhevene onder alle dingen en ook de hoogste heerser onder alle schepselen moet terugkeren onder Zijn heerschappij. Hoe hoog de status van een mens ook is, die mens kan de mensheid niet naar een geschikte bestemming brengen en niemand is in staat om alle dingen naar zijn soort te classificeren. Jehova Zelf schiep de mensheid en deelde ieder in naar zijn soort en wanneer de eindtijd aantreedt, zal Hij Zijn eigen werk nog steeds Zelf doen en alle dingen indelen naar zijn soort. Niemand anders kan dit doen dan God alleen. De drie werkfases die vanaf het begin tot vandaag zijn uitgevoerd, zijn allemaal door God Zelf uitgevoerd, en zijn uitgevoerd door de ene God. Het feit van de drie werkfases is het feit van Gods leiderschap over de hele mensheid, een feit dat niemand kan ontkennen. Aan het einde van de drie werkfases zullen alle dingen naar hun soort worden ingedeeld en terugkeren onder de heerschappij van God, want in het hele universum bestaat alleen deze ene God en er zijn geen andere religies. Hij die niet in staat is om de wereld te scheppen, zal niet in staat zijn om deze te beëindigen, terwijl Hij die de wereld schiep, deze zeker zal kunnen beëindigen. Daarom zal iemand die het tijdperk niet kan beëindigen, maar alleen maar in staat is om de mens te helpen bij zijn educatieve ontwikkeling, zeker God niet zijn en zal zeker niet de Heer van de mensheid zijn. Hij zal zo’n geweldig werk niet kunnen doen. Er is er maar één die zulk werk kan uitvoeren en allen die dit werk niet kunnen verrichten, zijn zeker vijanden en niet God. Alle kwade religies zijn onverenigbaar met God en aangezien ze onverenigbaar zijn met God, zijn ze de vijanden van God. Al het werk wordt verricht door deze ene waarachtige God en het hele universum wordt aangestuurd door deze ene God. Ongeacht of het Zijn werk in Israël is of in China, ongeacht of het werk wordt uitgevoerd door de Geest of door het vlees, alles wordt door God Zelf gedaan en kan door niemand anders gedaan worden. Het is juist omdat Hij de God is van de gehele mensheid dat Hij vrijelijk werkt, ongehinderd door enige voorwaarde. Dit is de grootste van alle visies. Als schepsel van God, als je de plicht van een schepsel van God wilt doen en de wil van God wilt begrijpen, moet je het werk van God begrijpen, moet je Gods wil ten aanzien van schepselen begrijpen, moet je Zijn managementplan begrijpen en moet je de volledige waarde inzien van het werk dat Hij doet. Zij die dit niet begrijpen, zijn niet geschikt als schepselen van God! Als je als schepsel van God niet begrijpt waar je vandaan komt, wat de geschiedenis van de mensheid is en al het werk dat God heeft gedaan niet begrijpt en bovendien niet begrijpt hoe de mensheid zich tot op de dag van vandaag heeft ontwikkeld en niet begrijpt wie de gehele mensheid aanstuurt, dan ben je niet in staat om je plicht te doen. God heeft de mensheid tot op de dag van vandaag geleid en sinds Hij de mens op de aarde heeft geschapen, heeft Hij hem nooit verlaten. De Heilige Geest stopt nooit met werken, is nooit gestopt met het leiden van de mensheid en heeft de mens nooit verlaten. Maar de mensheid beseft niet dat er een God is, nog veel minder kent hij God. Is er voor alle schepselen van God iets vernederender dan dit? God leidt de mens persoonlijk, maar de mens begrijpt het werk van God niet. Je bent een schepsel van God, maar je begrijpt je eigen geschiedenis niet en je bent je niet bewust wie je op je reis heeft begeleid. Je bent je niet bewust van het werk van God en je kan God dus niet kennen. Als je het nu niet weet, dan zul je nooit geschikt zijn om van God te getuigen. Nu leidt de Schepper persoonlijk alle mensen weer en zorgt dat alle mensen Zijn wijsheid, almacht, redding en pracht aanschouwen. Maar je beseft of begrijpt het nog steeds niet. Ben je dus niet degene die de redding niet zal ontvangen? Zij die Satan toebehoren, begrijpen de woorden van God niet en zij die God toebehoren, kunnen de stem van God horen. Allen die de woorden die ik spreek, beseffen en begrijpen, zijn degenen die worden gered en die van God getuigen. Allen die de woorden die ik spreek, niet begrijpen, kunnen niet van God getuigen en zijn degenen die verstoten zullen worden. Zij die Gods wil niet begrijpen en geen besef hebben van het werk van God, zijn niet in staat om de kennis van God te verkrijgen en deze mensen zullen niet getuigen van God. Als je van God wilt getuigen, dan moet je God kennen en de kennis van God wordt verkregen door het werk van God. Al met al: als je God wilt leren kennen, dan moet je Gods werk leren kennen. Het kennen van Gods werk is van het allergrootste belang. Wanneer de drie werkfases worden afgerond, zal er een groep worden samengesteld van hen die getuigen van God, een groep van hen die God kennen. Al deze mensen zullen God kennen en in staat zijn om de waarheid in praktijk te brengen. Zij zullen menselijkheid bezitten en verstand, en allemaal de drie fases van Gods reddingswerk kennen. Dit is het werk dat aan het einde zal worden volbracht, en deze mensen zijn de uitkristallisering van het werk van zesduizend jaar management, en zijn de krachtigste getuigenis van de definitieve nederlaag van Satan. Zij die van God kunnen getuigen, kunnen Gods belofte en zegen ontvangen en zijn de groep die tot het einde blijft. Zij bezitten Gods gezag en getuigen van God. Misschien kunnen jullie allemaal lid zijn van deze groep, of misschien de helft van jullie, of maar een paar. Het hangt af van jullie wil en van wat jullie nastreven.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God