We geloven al zo lang in de Heer, en we houden Zijn naam levend. We lezen vaak in de Bijbel, bidden, en belijden onze zonden voor de Heer; we zijn gedienstig, geduldig en liefdevol tegenover anderen. We geven aan goede doelen, en offeren al het andere op om voor de Heer te werken en het evangelie te verkondigen om van Hem te getuigen. Is het niet zo dat we de woorden van de Heer in praktijk brengen en Zijn weg volgen? Hoe kun je dan zeggen dat we niet werkelijk in de Heer geloven, of ongelovigen zijn? In de Bijbel zegt Paulus: “Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid [...]” (2 Tim. 4:7-8). Daarom denk ik dat ons geloof in de Heer Hem welgevallig zal zijn. Als de Heer komt, zal Hij ons zeker opnemen in het koninkrijk der hemelen.

23 maart 2020

Antwoord: Veel gelovigen denken dat ze, zolang ze de naam van de Heer hoog houden, de Bijbel lezen, bidden en vaak bijeenkomen, alles opofferen voor de Heer en hard werken voor de Heer, dan ware gelovigen zijn. Zolang ze op deze manier in de Heer geloven, denken ze, worden ze in het koninkrijk der hemelen opgenomen wanneer Hij terugkeert. Is geloven in God dan zo makkelijk als mensen denken? Als mensen op deze manier in God geloven, zijn zij God dan welgevallig? De farizeeërs die beschuldigd en veroordeeld werden door de Heer Jezus, geloofden zij ook niet op die manier in God? Zij baden vaak en werkten hard en reisden zelfs de hele wereld over om het evangelie te verkondigen. Waarom is hun geloof de Heer dan niet welgevallig en heeft Hij dat juist veroordeeld en vervloekt? Mensen die de Bijbel hebben gelezen, begrijpen dat de farizeeërs, hoewel ze de Bijbel goed kenden, vaak baden, het werk van God verspreidden, zwaar te lijden hadden, anderen liefhadden, en vroom leken te zijn - ware gelovigen dus op het eerste gezicht – in werkelijkheid God niet in hun hart hadden; zij verheerlijkten God niet. In hun geloof probeerden ze niet de waarheid in Gods woorden te zoeken of Zijn wil te begrijpen, laat staan dat ze Zijn woorden in praktijk brachten en zich aan Zijn geboden hielden. Ze waren alleen bezig met het verspreiden van kennis over de Bijbel en theologische theorie; ze richtten zich alleen op het uitvoeren van religieuze ceremonies, waarbij ze de regels volgden ter meerdere glorie van zichzelf, en zelf aanbeden wilden worden door anderen. Op die manier bleven ze jarenlang in God geloven, zonder enige kennis van God. Ze gehoorzaamden en eerbiedigden God absoluut niet. Daarom zochten zij niet naar de waarheid toen de Heer Jezus Zijn werk deed. Ze beoordeelden de Heer Jezus enkel aan de hand van hun eigen opvattingen en denkbeelden. Hoe diepzinnig de Heer Jezus ook predikte of hoeveel gezag en kracht Zijn werk ook had, zij zochten er niet naar en ze bestudeerden het niet. Ze bleven zich verzetten tegen de Heer Jezus en veroordeelden Hem, en kruisigden Hem vervolgens. Ze werden vervloekt en gestraft. Kan het geloof van de farizeeërs een waar geloof in God worden genoemd? Accepteerde God het geloof van de farizeeërs? De Heer Jezus keurde hen niet alleen af, maar Hij veroordeelde en vervloekte hen ook en zei: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars(Mat. 23:13-36). Nietwaar? De farizeeërs vertrouwden alleen op hun eigen opvattingen en denkbeelden; ze geloofden alleen in de vage God in de hemel. Ze geloofden niet in de vleesgeworden Heer Jezus die de waarheid vertelde. Ze vonden de waarheid saai en hadden er een hekel aan. Ze geloofden in God, maar tegelijk verzetten ze zich ook tegen God.

Laten we eens naar de geloofsgemeenschappen van vandaag kijken. Veel dominees en ouderlingen houden de naam van de Heer hoog; ze bidden in naam van de Heer, ze lezen in de Bijbel, laten alles voor Hem vallen, en werken hard voor Hem, maar als Almachtige God de waarheid verkondigt om in de laatste dagen het werk van Zijn oordeel te verrichten, omschrijven ze Gods werk aan de hand van hun eigen opvattingen en denkbeelden. Ze denken dat Gods woorden en werk in de Bijbel te vinden zijn en dat alles wat niet in de Bijbel staat, ketterij is. Ze weten heel goed dat de woorden van Almachtige God de waarheid zijn; ze weten dat deze woorden mensen kunnen overwinnen, maar ze zoeken er niet naar en ze bestuderen ze niet. Ze blijven allerlei geruchten en leugens verspreiden, en belasteren, veroordelen en beledigen Almachtige God fanatiek. Ze zijn tot alles in staat om te voorkomen dat gelovigen de ware weg zoeken. Ze gaan zelfs zover dat ze diegenen die in de laatste dagen van Gods werk getuigen bij de politie aangeven, zodat zij gearresteerd worden. Vertel eens, hoe verschillen deze dominees en ouderlingen van de farizeeërs die zich tegen de Heer Jezus verzetten? Zijn het niet allemaal mensen die de ware weg kennen, maar zich daar toch tegen verzetten? Zijn het niet allebei vijanden van God, die de waarheid haten? Daarom zien we dit: als mensen in de Heer geloven, maar alleen Zijn naam hoog houden, hard werken voor Hem en vroom lijken, wil dat nog niet zeggen dat ze de woorden van de Heer in praktijk brengen of de weg van de Heer volgen. Het betekent ook niet dat ze ware gelovigen zijn die de Heer dienen. Het feit dat ze vroom lijken, betekent niet dat ze de Heer in hun hart verheerlijken, Hem aanbidden of gehoorzamen; het betekent zeker niet dat ze de waarheid begrijpen of Hem kennen. Als mensen in de Heer geloven, maar niet de waarheid zoeken, de waarheid in praktijk brengen of de woorden van de Heer ervaren, hoe lang die mensen ook al in de Heer geloven, of hoe hard ze ook voor Hem werken, zij zullen Hem niet welgevallig zijn. Dit geldt vooral voor dominees en ouderlingen in de geloofsgemeenschappen. Hoewel ze hun best doen voor het werk van de Heer, verzetten ze zich nog steeds fanatiek tegen Almachtige God, Christus van de laatste dagen, en veroordelen Hem. Daarmee is voldoende bewezen dat ze kwaad doen en zich tegen God verzetten. Zij worden zij door Gods werk in de laatste dagen aan de kaak gesteld als antichrist. Zij zullen zeer zeker vervloekt en gestraft worden door God. Zoals de Heer Jezus zei: “Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ‘Heer, Heer, hebben we niet in uw naam geprofeteerd? En in uw naam duivelen uitgeworpen? En in uw naam vele wonderlijke werken gedaan?’ En dan zal ik hun verklaren: ‘Ik heb u nooit gekend. Ga weg van mij, u die zonde begaat’” (Mat. 7:22-23). De woorden van Almachtige God in de laatste dagen zijn ook bijzonder duidelijk. Almachtige God zegt: “Het maakt mij niet uit hoe verdienstelijk je harde werk is, hoe indrukwekkend je kwalificaties zijn, hoe nauwgezet je mij volgt, hoe beroemd je bent of hoe je gedrag is verbeterd − zolang je niet hebt gedaan wat ik heb vereist, zul je mijn lof nooit kunnen krijgen. Zet al die ideeën en berekeningen van jullie zo snel mogelijk uit jullie hoofd en neem mijn eisen serieus. Anders maak ik as van alle mensen om een einde te maken aan mijn werk, of in het beste geval mijn jaren werk en lijden op niets te laten uitlopen. Ik kan mijn vijanden en mensen aan wie kwaad kleeft naar het model van Satan immers niet in mijn koninkrijk, in het volgende tijdperk brengen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Door overtredingen gaan mensen naar de hel). Gods woorden zijn een onveranderlijke waarheid. Of gelovigen Hem welgevallig zijn, hangt niet af van hoe hard ze werken of hoe zwaar ze het hebben; het hangt er vooral van af of ze Gods woorden in praktijk brengen of Hem gehoorzamen. Paulus zei echter: “Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid [...]” (2Tim. 4:7-8). Deze woorden heeft Paulus zelf bedacht. Ze komen totaal niet overeen met Gods woorden of de waarheid. Ze zijn juist het tegenovergestelde van Gods woorden!

Hoe moeten we echt geloven in God en hoe kunnen we met ons geloof Zijn goedkeuring verkrijgen? Dat is een cruciale vraag. Het raakt direct aan de vraag of we door ons geloof in God gered kunnen worden en Zijn koninkrijk binnen mogen gaan. Vroeger beleden we ons geloof vooral door te werken voor de Heer zodat we Zijn koninkrijk konden binnengaan als Hij terugkeerde. Nu beseft iedereen dat dit de verkeerde manier is om te geloven. Niemand in de religieuze gemeenschap weet wat echt geloven in God inhoudt. Noch hoe we in God moeten geloven om Zijn goedkeuring te ontvangen. Niemand begrijpt de antwoorden op deze vragen. Almachtige God, Christus van de laatste dagen, heeft alle waarheden en mysteries omtrent geloof in God geopenbaard. Almachtige God is heel duidelijk over de vraag: Wat is waar geloof in God? Almachtige God zegt: “Er zijn veel mensen die in God geloven, maar toch zijn er maar weinig die beseffen wat het geloof in God inhoudt en wat ze moeten doen om een mens naar Gods hart te zijn. Dit komt doordat, hoewel mensen wel het woord ‘God’ kennen en frases zoals ‘het werk van God’, zij God toch niet kennen – laat staan Zijn werk. Het is dan ook geen wonder dat iedereen die God niet kent een warrig geloof bezit. Mensen nemen het geloof in God niet serieus omdat geloven in God te onbekend en te vreemd voor ze is. Ze voldoen daardoor niet aan de eis van God. Met andere woorden: als mensen God en Zijn werk niet kennen, zijn ze niet geschikt om door God te worden gebruikt en kunnen ze nog veel minder aan de wens van God voldoen. ‘Geloof in God’ betekent geloven dat er een God is. Dit is het meest eenvoudige concept van het geloof in God. Geloven dat er een God is, is bovendien niet hetzelfde als oprecht in God geloven. Zoiets is eerder een simpele overtuiging waarmee religie sterk wordt geïmpliceerd. Oprecht geloof in God houdt in dat je het woord en werk van God ervaart op basis van een overtuiging dat God in alle dingen soeverein is. Daardoor word je bevrijd van je verdorven gezindheid, voldoe je aan de wens van God en leer je God kennen. Alleen door zo’n traject kan er worden gezegd dat je in God gelooft. Toch zien mensen het geloof in God vaak als iets eenvoudigs en onbelangrijks. Mensen die op die manier in God geloven zijn kwijt wat het betekent om in God te geloven en al blijven ze wellicht tot aan het einde toe geloven, ze zullen nooit Gods goedkeuring ontvangen, omdat deze mensen het verkeerde pad bewandelen. Er zijn vandaag de dag nog steeds mensen die volgens de letter in God geloven, die geloven in inhoudsloze doctrines. Ze zijn zich er niet van bewust dat hun geloof in God geen essentie heeft en dat ze niet de goedkeuring van God kunnen winnen. Niettemin bidden ze tot God om vrede en overvloedige genade. We moeten hierbij stilstaan en onszelf de vraag stellen: Kan geloven in God echt het gemakkelijkste op aarde zijn? Betekent geloven in God niets meer dan het ontvangen van veel genade van God? Kunnen personen die in God geloven, maar die Hem niet kennen en die in God geloven maar Hem toch tegenwerken écht aan de wens van God voldoen?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord).

Je denkt misschien dat geloven in God gaat over lijden, of het doen van allerlei dingen voor Hem; je denkt misschien dat het doel van geloven in God is dat je vlees vrede kan hebben, of dat alles in je leven op rolletjes loopt, of dat je gerieflijk en gerust kunt zijn in alle dingen. Maar geen van deze dingen zijn doeleinden die door mensen verbonden moeten worden met hun geloof in God. Als je vanwege deze doeleinden gelooft, is je zienswijze onjuist en is het gewoonweg onmogelijk voor je om vervolmaakt te worden. Gods handelingen, Gods rechtvaardige gezindheid, Zijn wijsheid, Zijn woorden en Zijn wonderlijkheid en ondoorgrondelijkheid zijn allemaal dingen die mensen zouden moeten begrijpen. Dit begrip dat je hebt, moet je gebruiken om alle persoonlijke eisen, hoop en noties uit je hart te verwijderen. Alleen door deze dingen te elimineren, kun je voldoen aan de voorwaarden die God stelt, en alleen door dit te doen, kun je leven hebben en God tevredenstellen. Het doel van geloven in God is Hem tevredenstellen en de gezindheid die Hij vereist naleven, zodat Zijn handelingen en glorie gemanifesteerd kunnen worden door deze groep onwaardige mensen. Dit is de juiste zienswijze om in God te geloven en ook het doel dat je moet zoeken. Je moet het juiste standpunt hebben over het geloven in God en je moet proberen Gods woorden te verkrijgen. Je moet Gods woorden eten en drinken en je moet in staat zijn om de waarheid na te leven, en in het bijzonder moet je in staat zijn om Zijn praktische daden, Zijn geweldige daden in het hele heelal te zien, evenals het praktische werk dat Hij in het vlees verricht. Door hun feitelijke ervaringen kunnen mensen begrijpen hoe God Zijn werk aan hen precies verricht en wat Zijn wil jegens hen is. Het doel van dit alles is om de verdorven satanische gezindheid van mensen te elimineren. Als je alle onreinheid en onrechtvaardigheid uit jezelf hebt verstoten, en als je je verkeerde voornemens hebt verstoten, en als je waar geloof in God hebt ontwikkeld – alleen met waar geloof kun je waarlijk van God houden. Je kunt God alleen oprecht liefhebben op basis van je geloof in Hem. Kun je bereiken dat je van God houdt zonder in Hem te geloven? Omdat je in God gelooft, kun je hier niet verward over zijn. Sommige mensen raken van energie vervuld zodra ze zien dat het geloof in God hun zegeningen zal brengen, maar verliezen vervolgens alle energie zodra ze zien dat ze louteringen moeten ondergaan. Is dat geloven in God? Uiteindelijk moet je volledige en totale gehoorzaamheid aan Hem bereiken. Je gelooft in God, maar stelt nog steeds eisen aan Hem, hebt veel religieuze noties die je niet kunt afleggen, persoonlijke interesses die je niet kunt loslaten en toch zoek je zegeningen van het vlees en wil je dat God je vlees redt, je ziel redt – dit zijn allemaal gedragingen van mensen met de verkeerde zienswijze. Hoewel mensen met religieuze overtuigingen geloof in God hebben, proberen ze niet hun gezindheden te veranderen en streven ze geen kennis van God na, maar zoeken ze in plaats daarvan alleen de belangen van hun vlees. Velen onder jullie hebben geloofsovertuigingen die behoren tot de categorie religieuze overtuigingen; dit is geen waar geloof in God. Om in God te geloven, moeten mensen een hart bezitten dat bereid is voor Hem te lijden en de wil om zichzelf op te geven. Tenzij mensen aan deze twee voorwaarden voldoen, is hun geloof in God ongeldig en zullen ze geen verandering van gezindheid kunnen bereiken. Alleen mensen die oprecht de waarheid nastreven, kennis van God zoeken en het leven nastreven, zijn degenen die echt in God geloven(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Degenen die vervolmaakt zullen worden, moeten loutering ondergaan).

Almachtige God heeft alle mysteries en waarheden omtrent geloof in God geopenbaard. Veel mensen geloven in God maar weten nog niet wat waar geloof in God is, noch kennen ze God of Zijn werk. Als je op zo'n verwarde manier gelooft, verdien je nooit Gods lof. Almachtige God zegt duidelijk wat waar geloof is. “Oprecht geloof in God houdt in dat je het woord en werk van God ervaart op basis van een overtuiging dat God in alle dingen soeverein is. Daardoor word je bevrijd van je verdorven gezindheid, voldoe je aan de wens van God en leer je God kennen. Alleen door zo’n traject kan er worden gezegd dat je in God gelooft.” Almachtige God is heel duidelijk over waar geloof. Wie in God gelooft, gelooft in Gods woorden. brengt Zijn woorden in de praktijk en ervaart Zijn werk. Dat leidt uiteindelijk tot echt begrip van de waarheid en echte kennis van God. Dat is waar geloof in God. In de religieuze gemeenschap praten we alleen over werken en lijden voor de Heer. Niet over hoe je het woord van de Heer ervaart en in praktijk brengt. Dus hoe lang we ook in God geloven, we zullen niet de waarheid begrijpen, noch zullen we God kennen. Als we zo in God geloven, hoe kan God ons dan erkennen? De Heer Jezus zei: “Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ‘Heer, Heer, hebben we niet in uw naam geprofeteerd? En in uw naam duivelen uitgeworpen? En in uw naam vele wonderlijke werken gedaan?’” (Mat. 7:22). Wat zei de Heer Jezus daarna? “En dan zal ik hun verklaren: ‘Ik heb u nooit gekend. Ga weg van mij, u die zonde begaat’” (Mat. 7:23). Dit toont aan dat als we voor de Heer offers brengen en voor Hem werken, dat onze wil is. We brengen de woorden van de Heer niet in praktijk en ervaren ze niet. Zulk geloof heeft niet alleen niet Gods goedkeuring, God veroordeelt het zelfs. Als ik terugdenk aan toen ik geloofde binnen de religieuze gemeenschap, zie ik dat ik niet de woorden van de Heer in praktijk bracht of Zijn werk ervoer. Ik toonde Hem alleen berouw als ik had gezondigd en smeekte Hem om vergeving. Als ik in de problemen zat, bad ik tot de Heer. Ik vroeg Hem om hulp. Ik dacht dat ik alleen wat Bijbelteksten moest kennen en me aan de woorden en wetten van de Bijbel moest houden om in God te geloven. Ik dacht dat als ik ijverig voor de Heer werkte en offers bracht, ik ook in de Heer geloofde. Ik dacht dat ik van de Heer hield en dat ik Hem trouw was. Ik dacht dat ik bij de terugkeer van de Heer zeker Zijn koninkrijk zou binnengaan. Dat bleef zo totdat ik het werk van Almachtige God in de laatste dagen aanvaardde en zag wat Hij zegt: “Veel volgelingen van God maken zich alleen druk over de vraag hoe ze zegeningen kunnen verkrijgen of rampspoed kunnen vermijden. […] Zulke mensen volgen God met één eenvoudig doel: om zegeningen te verkrijgen, en dat doel is om zegeningen te verkrijgen. Dergelijke mensen kunnen niet de moeite nemen om aan iets anders aandacht schenken als het niet rechtstreeks met dat doel te maken heeft. Geloven in God om zegeningen te verkrijgen is voor hen een uiterst legitiem streven, iets wat hun geloof de moeite waard maakt. Ze trekken zich verder niets aan van alles wat dit doel niet volbrengt. Dat is het geval met de meeste mensen die tegenwoordig in God geloven. Hun doel en motivatie lijken legitiem, want ze geloven niet alleen in God, maar zij putten zich ook uit voor God, wijden zich toe aan God en vervullen hun plicht. Ze geven hun jeugd op, laten familie en carrière achter zich en spannen zich zelfs jarenlang weg van huis in. […] Daarin ontwaren we een niet eerder vastgesteld probleem: de relatie van de mens met God is puur gebaseerd op naakt eigenbelang. Het gaat om de relatie tussen de ontvanger en gever van zegen. Het valt goed te vergelijken met de relatie tussen werknemer en werkgever. De werknemer werkt alleen om de beloningen van de werkgever te ontvangen. In een dergelijke relatie is er geen sprake van affectie, alleen van een deal. Er is geen sprake van liefde geven en liefde ontvangen, alleen van liefdadigheid en barmhartigheid. Er is geen sprake van begrip, alleen van onderdrukte verontwaardiging en bedrog. Er is geen sprake van intimiteit, alleen van een onoverbrugbare kloof. Wie kan het tij keren als men op dit punt is beland? En hoeveel mensen kunnen werkelijk inzien hoe wanhopig deze relatie is geworden? Wanneer mensen zich compleet richten op de vreugde van hun gezegende toestand, kan niemand zich volgens mij indenken hoe beschamend en afzichtelijk een dergelijke relatie met God is(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 3: De mens kan alleen gered worden onder Gods management). Almachtige God komt ter zake en openbaart de ware natuur van de mensen. Ze geloven in Hem omdat ze zegeningen willen krijgen. Ze willen een dealtje met Hem sluiten. Ik besef net dat mijn motieven om te geloven niet zuiver waren. Ik streefde naar zegeningen, genade, beloningen, opname in het hemelse koninkrijk. Om van de zegeningen van het hemelse koninkrijk te kunnen genieten, was ik bereid om zwaar te lijden. Geen prijs was me te hoog. Maar ik probeerde niet de woorden van de Heer te beoefenen en ervaren. Ik probeerde niet God te leren kennen. Daarom had mijn leven niets te maken met de waarheid in Gods woorden. Ik heb jarenlang in de Heer geloofd zonder ook maar iets van Hem te weten. Ik dacht dat God me om mijn geloof zou prijzen... en dat Hij me bij Zijn terugkeer in het hemelse koninkrijk zou opnemen. Dat was schaamteloos en onwetend. God is twee keer geïncarneerd om het werk van de verlossing en de redding van de mens uit te voeren. Hij deed dit om de mens de waarheid te geven. Daardoor kan de mens Gods woorden aanvaarden als zijn leven, waardoor hij bevrijd wordt van de ketenen van de zonde... en gehoorzaam worden aan God. Ik begreep Gods wil niet. Ik zocht niet naar de waarheid, laat staan naar kennis van God. Het ging me alleen om genade en om beloningen. Zelfs als ik iets opofferde, was het alleen maar in ruil voor de zegeningen van het hemelse koninkrijk. Zo geloofde ik toch niet in God? Zo toonde ik God toch geen liefde en geloof? Ik probeerde gewoon een dealtje te sluiten met God. Ik probeerde Hem te gebruiken en te bedriegen. Door het oordeel in Almachtige God Zijn woorden begrijp ik eindelijk hoe die Satan mij heeft verdorven. Wat egoïstisch en slinks van me. Ik toonde totaal geen menselijkheid. Ik was een verachtelijke schurk die alleen om zichzelf gaf. Ik was onwaardig om voor God te leven. God is de Schepper van alle dingen. Hij heeft mij geschapen. Het is juist en gepast om in God te geloven en alles voor Hem op te offeren. Dat is mijn plicht. Dat is mijn verantwoordelijkheid als schepsel. Ik had verstand noch geweten. Als ik iets opofferde of als ik leed, was het omdat ik een dealtje met God wilde sluiten. Ik wilde dat Hij me schadeloos zou stellen. Ik wilde zegeningen. Mijn geloof was een poging God te bedriegen. Hoe kan Hij nou geen haat en walging voor me voelen? Hoe kan God een satanisch wezen als ik Zijn koninkrijk laten binnengaan? Dit keer knielde ik voor God, ik bad berouwvol. Hoe God me ook behandelt of wat de uitkomst ook is, ik zal Gods plan gewillig gehoorzamen. Zelfs als ik God alleen maar dien, zal ik de waarheid zoeken. Ik zal mijn plicht als Zijn schepsel vervullen. Door achtereenvolgens Almachtige Gods oordelen, tuchtigingen, louteringen en beproevingen van het woord te doorstaan, ben ik anders tegen mijn geloof in Hem gaan aankijken. Ik ben de waarheid gaan zoeken en beoefenen. Geleidelijk aan begon ik aan de juiste weg van het geloof, die redding kan brengen. Dat komt omdat ik Almachtige Gods oordeel in de laatste dagen heb ervaren. Dank Almachtige God dat Hij me heeft gered.

Nu ik het oordeel en de tuchtiging van Almachtige God in de laatste dagen heb ondergaan, besef ik eindelijk dat Satan me grondig heeft verdorven. Ik was arrogant en ik had geen verstand. Van buiten leek het of ik het evangelie kon verspreiden, werk kon doen, kon lijden, kon praten over de Bijbel, wat teksten op kon dreunen. Ik dacht dat ik God kende en ik was arrogant, alsof ik alles beter wist. Maar ik bad eigenlijk niet tot God, ik zocht niet naar de waarheid en naar principes. Ik volgde gewoon blindelings mijn eigen opvattingen. Dat was vooral zo op het gebied van de terugkeer van de Heer. Ik beperkte God tot wat in de Bijbel stond, op basis van mijn opvattingen en ideeën. Ik dacht dat al Gods woorden en werk in de Bijbel stonden en dat er buiten de Bijbel geen woorden of werk van Hem bestonden. Halsstarrig geloofde ik dat wie in de Heer gelooft, aan de Bijbel moet vasthouden. Ik dacht: hoe kan wie dat niet doet, in de Heer geloven? Dus toen ik in aanraking kwam met Almachtige Gods werk in de laatste dagen, deed ik er geen onderzoek naar. Sterker nog, in navolging van de dominees en ouderlingen loochende en veroordeelde ik het. Ik was arrogant en ik was m'n verstand kwijt, en dat voor God. Mijn gedrag, was dat geloof in God? Nee, het was kwaadaardig. Ik verschil toch in niets van de farizeeën die zich tegen de Heer Jezus verzetten?

Ik zag een uitspraak van Almachtige God: “Aangezien je gelooft in God, moet je geloof stellen in al de woorden van God en in al Zijn werken. Ik bedoel hiermee, aangezien je gelooft in God, moet je Hem gehoorzamen. Als je niet in staat bent om dit te doen, dan maakt het niet uit of je in God gelooft. Als je al vele jaren in Hem hebt gelooft, maar Hem desalniettemin nooit hebt gehoorzaamd of al Zijn woorden hebt aanvaard, maar in plaats daarvan God hebt gevraagd Zich aan jou te onderwerpen en te handelen in overeenstemming met jouw opvattingen, dan ben je de meest opstandige van alle mensen en ben je een ongelovige. Hoe is zo iemand in staat om te gehoorzamen aan het werk en de woorden van God die niet in overeenstemming zijn met de opvattingen van de mens? De meest opstandige mens is degene die opzettelijk God weerstaat en zich tegen Hem verzet. Deze is de vijand van God en is de antichrist(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Zij die God met een oprecht hart gehoorzamen, zullen zeker door God worden gewonnen). “Zij die niet opletten als ze worden geconfronteerd met het nieuwe werk van de Heilige Geest, die hun woordje snel klaar hebben, snel zijn om te oordelen, die hun natuurlijke instinct de vrije teugel geven om de juistheid van het werk van de Heilige Geest te ontkennen, en dit ook te beledigen en te belasteren, zouden zulke respectloze mensen het werk van de Heilige Geest kennen? Zijn zij daarnaast niet ook degenen die arrogantie vertonen, die inherent trots en onbestuurbaar zijn? […] Dergelijke respectloze, toegeeflijke mensen doen alsof ze in God geloven en hoe meer ze dat doen, des te waarschijnlijker het is dat ze Gods bestuurlijke decreten zullen beledigen. Bewandelen al deze arrogante mensen, die van nature teugelloos zijn en nooit iemand gehoorzaamd hebben, niet dit pad? Keren zij zich niet dagelijks tegen God, tegen Hem die altijd nieuw is en nooit oud?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God). Elke zin van Almachtige God Zijn woorden verankerde zich in m’n hart. Zijn oordeel heeft m’n natuur en wezen blootgelegd: Ik geloof in God, maar ik verzet me tegen Hem. Ik voelde Gods toorn op me neerdalen. Ik voelde Zijn rechtvaardige en majesteitelijke gezindheid die niet beledigd mag worden. Ik beefde van vrees, ik kon niet anders dan knielen uit schaamte over mijn eigen slechte daden. Ik had al die jaren in de Heer geloofd, dus hoe kon ik nog zo arrogant en verwaand zijn? Waarom vereerde ik God totaal niet? Als Gods werk niet overeenstemde met m’n opvattingen, oordeelde ik dat het niet van toepassing was. Ik zocht helemaal niet naar de waarheid, noch gehoorzaamde ik God. Was ik geen arrogant iemand die in God gelooft, maar zich nog altijd tegen Hem verzette? Mijn gedrag beledigde Gods gezindheid al lange tijd. Zonder Gods genade en redding was ik al lang naar de hel gestuurd. Hoe had ik dan Gods stem kunnen horen en Zijn oordeel en reiniging in de laatste dagen kunnen aanvaarden? Ik voelde me waarlijk gered door God. Ik haatte en vervloekte mezelf meer dan ooit tevoren. Ik besloot, dat hoe God me ook over me oordeelt, me tuchtigt, snoeit, behandelt, beproeft of loutert, ik het gewillig zal aanvaarden en Hem zal gehoorzamen. Door steeds Almachtige Gods woorden te lezen en Zijn oordeel en tuchtiging te ervaren, begrijp ik nu vele waarheden die ik eerst niet begreep. Ik ga steeds meer begrijpen van mijn satanische natuur die zich tegen God verzet en Hem verraadt. Ik heb nu ook enige ware kennis over Gods heilige wezen en rechtvaardige gezindheid die geen belediging toestaat. Onbewust ben ik God gaan vereren en naar de waarheid gaan dorsten. Ik hou me veel meer op de vlakte dan vroeger. Ik ben minder arrogant en verwaand. Ik ben nu in staat mezelf weg te cijferen en de waarheid te zoeken en in praktijk te brengen. Mijn levensgezindheid is geleidelijk aan veranderd. Dat komt omdat ik het oordeel en de tuchtiging van Gods woord heb ervaren. Nu begrijp ik eindelijk wat waar geloof in God is. Ik begrijp de echte waarde en betekenis van geloof in God. Dat hebben gelovigen in het Tijdperk van Genade nooit bereikt. In het Tijdperk van Genade deed het merendeel van de gelovigen Paulus na. We werkten en leden voor de Heer. We zuchtten liever in de gevangenis dan de Heer Zijn naam te loochenen. Kan door zo te geloven in God onze levensgezindheid veranderen? Kunnen we zo echt God gehoorzamen en liefhebben? Kunnen we door zo te geloven uiteindelijk Satan verslaan? Kan het God echt tevredenstellen? God verkondigt de waarheid en verricht Zijn werk op mensen, Hij vraagt ze Zijn woorden in praktijk te brengen en te ervaren. Waarom doet Hij dit? Om de levensgezindheid van de mens te veranderen en hem van Satans invloed te redden. Uiteindelijk zorgt het dat mensen Hem kennen en gehoorzamen. Dat is wat waar geloof in God kan bereiken. Maar de meeste gelovigen denken dat ze door alles op te geven en hard te werken voor de Heer, een mens naar Gods hart zijn. En dat Hij ze bij Zijn terugkeer in het hemelse koninkrijk zal opnemen. Denk hier eens over na, mensen: God verricht Zijn werk op ons. Is dat zodat we als we Zijn werk hebben verspreid, en hebben geleden, Hem kunnen vragen: “Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid [...]?” Is dat wat God van mensen vraagt? Is dat Gods wil? Als we denken dat dit geloof in God is, begrijpen we Hem dan niet verkeerd?

Begrijpen jullie nu we dit alles verteld hebben wat waar geloof in God is? Is het goed om in God te geloven maar niet Zijn oordeel of reiniging in de laatste dagen te ontvangen? Kunnen we God kennen als we in Hem geloven maar niet het oordeel en de tuchtiging van Zijn woord ervaren? Kunnen we Gods wil begrijpen en Hem echt gehoorzamen en aanbidden als we in Hem geloven maar niet Zijn woorden in praktijk brengen of Zijn werk ervaren? Dus als we God echt willen kennen en onze gezindheid willen veranderen, is het heel belangrijk om Almachtige Gods werk van het oordeel in de laatste dagen te aanvaarden en ervaren. Almachtige God zegt: “Als mensen in het Tijdperk van Genade blijven, zullen ze nooit vrij zijn van hun verdorven gezindheid – laat staan dat ze de inherente gezindheid van God zouden kennen. Als mensen altijd uit een overvloed aan genade leven maar niet beschikken over de weg van het leven, waardoor ze God kunnen kennen en bevredigen, zullen ze Hem nooit echt winnen, hoewel ze in Hem geloven. Wat een zielig soort geloof is dat. […] als je iedere stap van het werk van de vleesgeworden God in het Tijdperk van het Koninkrijk hebt ervaren, zul je voelen dat je langjarige hoop eindelijk is uitgekomen. Je zult voelen dat je God nu pas echt van aangezicht tot aangezicht aan hebt kunnen kijken; nu heb je God pas in het gezicht kunnen zien, de persoonlijke uitspraak van God kunnen horen, de wijsheid van Gods werk op waarde weten te schatten en ervaren hoe echt en almachtig God is. Je zult merken dat je veel gewonnen hebt, dingen die mensen in het verleden nooit hebben gezien of gehad. Op dat moment zul je duidelijk weten wat het is om in God te geloven, en wat het betekent om naar Gods hart te zijn. Natuurlijk, als je je vastklampt aan oude zienswijzen, en het feit van de tweede incarnatie van God afwijst of ontkent, blijf je met lege handen achter en win je niets. Uiteindelijk maak je je dan schuldig aan verzet tegen God. Diegenen die de waarheid gehoorzamen en zich aan het werk van God onderwerpen zullen worden geschaard onder de naam van de tweede vleesgeworden God – de Almachtige. Zij zullen de persoonlijke leiding van God kunnen aanvaarden, en meer en hogere waarheid verkrijgen en een waarlijk menselijk leven ontvangen. […](Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord).

uit het filmscenario van ‘Geloof in God’

Volgende: We geloven al vele jaren, Al preken we, werken we voor de Heer en lijden we zelfs, we zijn nog steeds in staat om te liegen, te bedriegen en te zwendelen. Elke dag rechtvaardigen we ons. Dus we zijn vaak eigenwijs, opschepperig en neerbuigend. We leven in een oneindige cyclus van zonde en berouw, niet bij machte om aan de boeien van het vlees te ontsnappen. zonder het woord van de Heer te ervaren en in praktijk te brengen. We hebben de werkelijkheid van het woord van de Heer niet nageleefd. Is er enige kans dat we naar het koninkrijk van de hemel worden gebracht? Sommige mensen zeggen, dat de Heer ons als vrij van zonden ziet, hoe we ook zondigen en worden beheerst door het vlees. Ze richten zich naar het woord van Paulus: “In een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen” (1 Kor. 15:52). Deze mensen veronderstellen dat de Heer onze vorm in een oogwenk zal veranderen als Hij komt en ons naar het koninkrijk van de hemel zal brengen. Anderen accepteren dit argument niet en denken dat zij die zijn gered door hun geloof maar voortdurend zondigen het koninkrijk van de hemel niet kunnen binnengaan. Ze richten zich vooral naar het woord van de Heer Jezus: “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; Ja. maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is” (Mat. 7:21). “[…] jullie moeten dus heilig zijn, want ik ben heilig” (Lev. 11:45).

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

We geloven al vele jaren, Al preken we, werken we voor de Heer en lijden we zelfs, we zijn nog steeds in staat om te liegen, te bedriegen en te zwendelen. Elke dag rechtvaardigen we ons. Dus we zijn vaak eigenwijs, opschepperig en neerbuigend. We leven in een oneindige cyclus van zonde en berouw, niet bij machte om aan de boeien van het vlees te ontsnappen. zonder het woord van de Heer te ervaren en in praktijk te brengen. We hebben de werkelijkheid van het woord van de Heer niet nageleefd. Is er enige kans dat we naar het koninkrijk van de hemel worden gebracht? Sommige mensen zeggen, dat de Heer ons als vrij van zonden ziet, hoe we ook zondigen en worden beheerst door het vlees. Ze richten zich naar het woord van Paulus: “In een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen” (1 Kor. 15:52). Deze mensen veronderstellen dat de Heer onze vorm in een oogwenk zal veranderen als Hij komt en ons naar het koninkrijk van de hemel zal brengen. Anderen accepteren dit argument niet en denken dat zij die zijn gered door hun geloof maar voortdurend zondigen het koninkrijk van de hemel niet kunnen binnengaan. Ze richten zich vooral naar het woord van de Heer Jezus: “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; Ja. maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is” (Mat. 7:21). “[…] jullie moeten dus heilig zijn, want ik ben heilig” (Lev. 11:45).

Antwoord: We beschouwden de woorden van apostelen zoals Paulus als Gods woorden en volgden het woord van Paulus terwijl we geloofden in de...

Neem contact op via Messenger