Toen de Heer Jezus aan het kruis werd genageld, nam Hij onze zonden op Zich en vergaf Hij ze. Dus wij zijn al onderscheiden als heilig en niet zondig meer, en wij kunnen het koninkrijk van de hemel betreden zonder dat het nodig is dat wij Gods werk van oordeel en zuivering in de laatste dagen aanvaarden. Is het terecht dat wij dit geloven?

13 januari 2021

Bijbelverzen ter referentie:

“Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten, maar dan gaat het niet meer om de zonde” (Hebr. 9:28).

“Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig’” (Joh. 8:34-35).

“Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien” (Hebr. 12:14).

“Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het boek van het leven staan, het boek van het lam” (Op. 21:27).

Relevante woorden van God:

Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens. Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus de zonden van de mensheid als zondoffer op Zich nam, maar ook dat God nog belangrijker werk uitvoerde om de mens volledig te ontdoen van zijn gezindheid die door Satan was verdorven. Daarom keerde God nadat de zonden van de mensen waren vergeven terug in het vlees om de mens naar een nieuw tijdperk te leiden. Hij begon het werk van tuchtiging en oordeel, waardoor de mens in een hogere sfeer terechtkwam. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en een rijkere zegen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en de waarheid, de weg en het leven verkrijgen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord

Jezus’ werk was in die tijd het werk om heel de mensheid te verlossen. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren. Op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De visie van Gods werk (2)

Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over titels en identiteit

Het werk van de laatste dagen is het spreken van woorden. Woorden kunnen grote veranderingen teweegbrengen in de mens. De veranderingen die in deze mensen plaatsvinden na het aanvaarden van deze woorden, zijn veel groter dan de veranderingen die plaatsvinden na het aanvaarden van de wonderen en tekenen in het Tijdperk van Genade. Want in het Tijdperk van Genade werden demonen uitgedreven door gebed en oplegging van handen, maar de verdorven gezindheid binnenin de mens bleef aanwezig. De mens werd genezen van ziekte en zijn zonden werden hem vergeven, maar het werk moest nog worden verricht om de mens vrij te maken van de verdorven satanische gezindheid binnenin hem. Alleen vanwege zijn geloof werd de mens gered en werden zijn zonden hem vergeven, maar de zondige natuur van de mens was niet weggevaagd en bleef nog steeds in hem. De zonden van de mens werden vergeven door bemiddeling van de vleesgeworden God, maar dit wil niet zeggen dat de mens geen zonde meer in zich heeft. De zonden van de mens konden door het zondoffer worden vergeven, maar voor het probleem hoe de mens dan niet meer tot zonde kan worden gebracht, en hoe zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en getransformeerd, voor dat probleem heeft hij geen oplossing. De zonden van de mens werden vergeven en dit is het gevolg van het werk van Gods kruisiging, maar de mens bleef leven in de verdorven satanische gezindheid van weleer. Dit is de reden dat de mens volledig moet worden gered van zijn verdorven satanische gezindheid, zodat zijn zondige natuur volledig kan worden weggevaagd en niet meer zal opkomen, waardoor de gezindheid van de mens kan worden getransformeerd. Hiertoe moet de mens het pad naar groei in het leven, de weg van leven en de weg naar verandering van gezindheid begrijpen. Bovendien moet de mens handelen in overeenstemming met dit pad, zodat zijn gezindheid geleidelijk kan veranderen en hij kan leven in het schijnende licht, zodat al wat hij doet in overeenstemming is met de wil van God, zodat hij zijn verdorven satanische gezindheid kan uitbannen en hij kan losbreken van Satans duistere invloed en volledig van de zonde zal loskomen. Alleen dan zal de mens volledige redding ontvangen. Toen Jezus Zijn werk deed, had de mens nog maar een vage en onduidelijke kennis over Hem. De mens heeft altijd gedacht dat Hij de zoon van David was en verkondigde Hem als een grote profeet, de liefdadige Heer die de mens van zijn zonden verloste. Sommigen werden, door de kracht van hun geloof, alleen al genezen door het aanraken van Zijn mantel: de blinden konden zien en zelfs de doden konden tot leven worden gewekt. De mens was echter niet in staat om de diepgewortelde verdorven satanische gezindheid in zichzelf te ontdekken, noch wist hij hoe hij zich ervan kon ontdoen. De mens ontving veel genade, zoals de vrede en het geluk van het vlees, het geloof van een lid dat zegen bracht aan een hele familie, de genezing van ziekte, enzovoort. De rest bestond uit de goede daden van de mens en zijn goddelijke verschijning. Als de mens zo kon leven, werd hij beschouwd als een aanvaardbare gelovige. Alleen dit soort gelovigen kan na de dood de hemel binnengaan, wat betekent dat ze gered zijn. Maar tijdens hun leven hebben deze mensen de weg van het leven absoluut niet begrepen. Alles wat ze deden, was zondigen om vervolgens hun zonden te belijden. Dit gebeurde in een constante cyclus zonder dat er een pad was voor het veranderen van hun gezindheid. Dit was de toestand van de mens in het Tijdperk van Genade. Heeft de mens volledige redding ontvangen? Nee! Daarom bleef na beëindiging van die werkfase het werk van het oordeel en tuchtiging over. Deze fase is bedoeld om de mens te zuiveren door middel van het woord en hem daarmee op een weg te leiden die hij volgen kan. Deze fase zou niet vruchtbaar en zinvol zijn als het verder ging met het uitdrijven van demonen, want de mens zou niet worden bevrijd van zijn zondige natuur en zou blijven stilstaan bij de vergeving van de zonde. Door het zondoffer zijn de zonden van de mens vergeven, want het werk van de kruisiging is reeds beëindigd en God heeft gezegevierd over Satan. Maar omdat de verdorven gezindheid van de mens nog steeds in hem is, kan de mens nog steeds zondigen en tegen God in opstand komen, en heeft God de mensheid niet gewonnen. Daarom gebruikt God in deze werkfase het woord om de verdorven gezindheid van de mens bloot te leggen, waardoor hij praktiseert in overeenstemming met het juiste pad. Deze fase heeft meer betekenis dan de vorige en is eveneens vruchtbaarder, want nu is het het woord dat het leven van de mens rechtstreeks voedt en dat het mogelijk maakt dat de gezindheid van de mens volledig wordt vernieuwd. Het is een veel grondigere werkfase. De incarnatie in de laatste dagen heeft de betekenis van Gods incarnatie dus compleet gemaakt en heeft Gods managementplan voor de redding van de mens volledig afgerond.

[…] Tijdens het werk van de laatste dagen is het woord machtiger dan de manifestatie van wonderen en tekenen en het gezag van het woord overtreft dat van wonderen en tekenen. Het woord brengt de verdorven gezindheid die diep begraven ligt in het hart van de mens helemaal aan het licht. Je kunt haar absoluut niet vanuit jezelf herkennen. Wanneer zij door het woord voor je wordt blootgelegd, zul je haar als vanzelfsprekend ontdekken. Je zal haar niet kunnen ontkennen en je zal rotsvast overtuigd zijn. Is dit niet het gezag van het woord? Dit is het resultaat dat tegenwoordig door het werk van het woord bereikt wordt. Daarom is het dus niet door de genezing van ziekte en het uitdrijven van demonen dat de mens volledig kan worden gered van zijn zonden. Evenmin kan hij compleet gemaakt worden door de manifestatie van wonderen en tekenen. Het gezag om ziekte te genezen en demonen uit te drijven levert de mens alleen maar genade op, maar het vlees van de mens behoort nog steeds tot Satan en de verdorven satanische gezindheid is nog steeds in de mens achtergebleven. Met andere woorden: dat wat nog niet gereinigd is, behoort nog steeds tot zonde en vuiligheid. Pas nadat hij met behulp van het woord is gereinigd, kan hij worden gewonnen door God en een geheiligd mens worden. Toen de demonen uit de mens waren verdreven en hij was verlost, betekende dit alleen dat hij uit de handen van Satan was gerukt en terug bij God was gekomen. Zonder reiniging of verandering door God blijft hij echter een verdorven mens. Er is nog steeds vuil, verzet en ongehoorzaamheid in de mens. De mens is alleen teruggekeerd tot God door Zijn verlossing, maar hij heeft niet de geringste kennis van God en is nog steeds in staat zich tegen Hem te verzetten en Hem te verraden. Voordat de mens werd verlost, waren al heel wat soorten vergif van Satan bij hem ingebracht en na duizenden jaren door Satan verdorven te zijn, is er bij hem een natuur ontstaan die zich tegen God verzet. Dat betekent dat toen de mens was verlost, dat niets meer dan een zaak van verlossing was, waarbij de mens tegen een hoge prijs gekocht was, maar waarbij de giftige natuur binnenin hem niet was geëlimineerd. De mens die zo bezoedeld is, moet een verandering ondergaan voordat hij het waard is om God te dienen. Door middel van dit werk van oordeel en tuchtiging zal de mens volledig de vuile en verdorven essentie van zichzelf leren kennen en hij zal volledig kunnen veranderen en gezuiverd kunnen worden. Alleen op deze manier kan de mens waardig worden om voor de troon van God terug te keren. Al het werk dat op deze dag wordt gedaan, is dusdanig dat de mens gezuiverd en veranderd kan worden. Door het oordeel en de tuchtiging door het woord en door de loutering kan de mens zijn verdorvenheid uitdelgen en rein worden gemaakt. Beter nog dan deze werkfase als een fase van redding te beschouwen, zou het treffender zijn om te zeggen dat deze het werk is van zuivering. Waarachtig, deze fase is een fase van overwinning, en ook de tweede fase in het reddingswerk. Het is door het oordeel en de tuchtiging van het woord dat de mens kan worden gewonnen door God en het is door het gebruik van het woord om te louteren, te oordelen en te onthullen, zodat alle onzuiverheden, opvattingen, motieven en persoonlijke aspiraties in het hart van de mens volledig bekend worden. Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. De meeste mensen zondigen overdag en belijden dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven. Toen de mensen bijvoorbeeld beseften dat ze van Moab afstamden, gingen zij zich beklagen, wilden ze het leven niet meer nastreven en werden zij volkomen negatief. Toont dit niet aan dat de mensheid zich nog steeds niet geheel kan onderwerpen aan de heerschappij van God? Is dit niet precies hun verdorven satanische gezindheid? Toen je niet aan tuchtiging werd onderworpen, reikten je handen hoger dan de anderen, zelfs die van Jezus. En je riep met luide stem: “Wees een geliefde zoon van God! Wees een intieme vriend van God! Wij zouden nog liever sterven dan zwichten voor Satan! Kom in opstand tegen de oude Satan! Kom in opstand tegen de grote rode draak! Moge de grote rode draak op een ellendige manier ten val komen! Moge God ons compleet maken!” Jouw geroep was harder dan dat van alle anderen. Maar toen kwamen de tijden van tuchtiging en opnieuw werd de verdorven gezindheid van de mens geopenbaard. Toen stopten zij met roepen en hun voornemen mislukte. Dit is de verdorvenheid van de mens. Deze gaat dieper dan de zonde. Ze is aangebracht door Satan en zit diepgeworteld in de mens. Het is niet gemakkelijk voor de mens om zich van zijn zonden bewust te worden. Hij kan zijn eigen diepgewortelde natuur niet herkennen en moet vertrouwen op het oordeel van het woord om dit te bereiken. Alleen zo kan de mens geleidelijk vanaf dit punt veranderen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)

In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid

Degenen die in staat zijn stand te houden tijdens Gods werk van oordeel en tuchtiging gedurende de laatste dagen – dat wil zeggen, tijdens het afsluitende zuiveringswerk – zullen diegenen zijn die de definitieve rust met God in zullen gaan; daarom zullen degenen die de rust ingaan allemaal bevrijd zijn van de invloed van Satan en pas gewonnen worden door God nadat ze Zijn afsluitende zuiveringswerk hebben ondergaan. Deze mensen die uiteindelijk door God zijn gewonnen, zullen de definitieve rust ingaan. De essentie van Gods werk van tuchtiging en oordeel is om de mensheid te zuiveren en het is voor de dag van definitieve rust. Anders zal de hele mensheid niet in staat zijn haar eigen soort te volgen of de rust binnen te gaan. Dit werk is de enige weg van de mensheid om de rust in te gaan. Alleen Gods zuiveringswerk zal de mensheid van haar ongerechtigheid reinigen en alleen Zijn werk van tuchtiging en oordeel zal die ongehoorzame dingen onder de mensheid aan het licht brengen en daardoor degenen scheiden die gered kunnen worden van hen die dat niet kunnen, en zij die zullen overblijven van degenen die dat niet zullen. Wanneer dit werk klaar is, zullen de mensen die mogen blijven bestaan allen worden gezuiverd en een hogere staat van mensheid binnengaan waarin zij zullen genieten van een meer wonderbaarlijk tweede menselijk leven op aarde; met andere woorden, ze zullen de rustdag van de mensheid ingaan en samenleven met God. Nadat degenen die niet kunnen blijven tuchtiging en oordeel hebben ondergaan, zullen hun oorspronkelijke vormen volledig worden geopenbaard, waarna ze allemaal vernietigd zullen worden en, net als Satan, niet meer op de aarde mogen overleven. De mensheid van de toekomst zal niet langer dit soort mensen bevatten; deze mensen zijn niet geschikt om het land van de definitieve rust binnen te gaan, noch zijn ze geschikt om de dag van rust in te gaan die God en de mens zullen delen, omdat ze het mikpunt van straf zijn, ze zijn goddeloos en ze zijn geen rechtvaardige mensen. […] Zijn uiteindelijke werk om kwaad te straffen en goed te belonen, strekt geheel en al tot doel de hele mensheid volledig te zuiveren, zodat Hij een volstrekt heilige mensheid in eeuwige rust kan brengen. Deze fase van Zijn werk is Zijn meest cruciale werk. Het is de laatste fase van Zijn volledige managementwerk.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God en de mens zullen gezamenlijk de rust ingaan

Degenen die het leven willen verkrijgen zonder te vertrouwen op de waarheid gesproken door Christus zijn de meest belachelijke mensen op aarde en zij die de weg van het leven die door Christus is gebracht niet accepteren, zijn verloren in fantasie. En dus zeg ik dat de mensen die Christus van de laatste dagen niet accepteren, voor eeuwig veracht worden door God. Christus is gedurende de laatste dagen voor de mens de poort tot het koninkrijk, die niemand mag omzeilen. Niemand zal door God worden vervolmaakt dan alleen door Christus. Je gelooft in God en dus moet je Zijn woorden accepteren en Zijn weg gehoorzamen. Je moet niet alleen denken aan het verkrijgen van zegeningen zonder de waarheid te ontvangen, of zonder de voorziening van het leven te aanvaarden. Christus komt tijdens de laatste dagen zodat iedereen die echt in Hem gelooft, van leven kan worden voorzien. Zijn werk is bedoeld om het oude tijdperk te beëindigen en het nieuwe binnen te gaan en is het pad dat moet worden gevolgd door iedereen die het nieuwe tijdperk zou binnengaan. Als je niet in staat bent Hem te erkennen en in plaats daarvan Hem veroordeelt, lastert of zelfs vervolgt, dan ben je bestemd om te branden in eeuwigheid en zul je nooit het koninkrijk van God binnengaan. Want deze Christus is Zelf de uitdrukking van de Heilige Geest, de uitdrukking van God, Degene die God Zijn werk op aarde heeft toevertrouwd. En dus zeg ik dat als je niet alles kunt accepteren wat gedaan is door Christus van de laatste dagen, je de Heilige Geest lastert. De vergelding die moet worden geleden door hen die de Heilige Geest lasteren, is voor iedereen vanzelfsprekend. Ik zeg je ook dat als je je verzet tegen Christus van de laatste dagen en Hem verloochent, er niemand is die de gevolgen voor jou kan dragen. Bovendien zul je vanaf deze dag geen nieuwe kans meer hebben om de goedkeuring van God te krijgen; zelfs als je het goed probeert te maken, zul je nooit meer het aangezicht van God zien. Want waar je tegen bent is geen mens, wat je veracht, is niet een nietig wezen, maar Christus. Ben je je bewust van deze consequentie? Je hebt geen kleine fout gemaakt, maar een gruwelijke misdaad begaan. En daarom adviseer ik iedereen om niet je tanden te laten zien aan de waarheid, of achteloze kritieken te uiten, want alleen de waarheid kan je het leven brengen en niets anders dan de waarheid kan je in staat stellen om herboren te worden en het aangezicht van God te aanschouwen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger