Hoofdstuk 8 De afloop voor verschillende soorten mensen en Gods belofte aan de mens
Relevante woorden van God:
Mijn werk duurt niet meer dan zesduizend jaar en ik heb beloofd dat de controle van de boze over de mens zich niet zou uitstrekken tot meer dan zesduizend jaar. En de tijd is dus op. Ik ga niet langer door en stel het niet langer uit: Tijdens de laatste dagen zal ik Satan verslaan, al mijn glorie terugvorderen en al de zielen die op aarde aan mij toebehoren terugeisen, zodat deze bedroefde zielen zullen ontsnappen aan de zee van lijden en aldus zal mijn gehele werk op aarde worden voltooid. Vanaf deze dag zal ik nooit meer vlees worden op aarde en zal mijn allesbeheersende Geest nooit meer op aarde werken. Ik zal nog maar een ding op aarde doen: ik zal de mensheid herstellen, een mensheid die heilig is en die mijn trouwe stad op aarde vormt. Maar weet dat ik niet de gehele aarde zal vernietigen, noch zal ik de gehele mensheid vernietigen. Ik behoud dat overgebleven derde deel – het derde deel dat mij liefheeft en grondig door mij is overwonnen, en ik zal er voor zorgen dat dit derde deel vruchtbaar is en zich zal vermenigvuldigen op aarde, net zoals de Israëlieten dit deden onder de wet; ik zal hen voeden met overvloedige aantallen schapen en vee en alle rijkdommen van de aarde. Deze mensheid zal voor altijd bij mij blijven. Dit is echter niet de betreurenswaardige, vuile mensheid van vandaag, maar een mensheid die de verzameling vormt van allen die door mij zijn gewonnen. Zo’n mensheid zal niet door Satan worden beschadigd, verstoord of belegerd, en zal de enige mensheid zijn die op aarde bestaat nadat ik over Satan heb getriomfeerd. Het is de mensheid die vandaag door mij is overwonnen en mijn belofte heeft ontvangen. En dus is de mensheid die tijdens de laatste dagen is overwonnen ook de mensheid die zal worden gespaard en mijn eeuwige zegeningen zal ontvangen. Dit zal het enige bewijs zijn van mijn triomf over Satan, en de enige buit die ik overhoud aan mijn strijd met Satan. Deze oorlogsbuit wordt door mij van Satans domein gered en vormt de enige kristallisatie en vrucht van mijn zesduizendjarige managementplan.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Niemand die van vlees en bloed is kan ontsnappen aan de dag van toorn
De mensen die God waarlijk volgen, zijn in staat om de test van hun werk te doorstaan, terwijl mensen die God niet waarlijk volgen, niet in staat zijn welke van Gods beproevingen dan ook te doorstaan. Vroeg of laat zullen ze verbannen worden, terwijl de overwinnaars in het koninkrijk zullen blijven. Of de mens God waarlijk zoekt of niet, wordt bepaald door de test van zijn werk, dat wil zeggen door Gods beproevingen, en heeft niets van doen met het besluit van de mens zelf. God wijst niemand in een opwelling af; alles wat Hij doet, kan de mens volledig overtuigen. Hij doet niets dat voor de mens onzichtbaar is, noch enig werk dat de mens niet kan overtuigen. Of het geloof van de mens oprecht is of niet, wordt bewezen door de feiten en kan niet door de mens beslist worden. Dat ‘tarwe geen onkruid kan worden en onkruid geen tarwe kan worden’, staat vast. Allen die God werkelijk liefhebben, zullen uiteindelijk in het koninkrijk blijven en God zal niemand verkeerd behandelen die Hem waarlijk liefheeft. De overwinnaars in het koninkrijk zullen op basis van hun verschillende functies en getuigenissen dienen als priester of als volgeling en allen die te midden van verdrukking zegevieren, zullen samen het lichaam van priesters worden in het koninkrijk. Het lichaam van priesters zal worden gevormd wanneer het werk van het evangelie in het hele universum voleindigd is. Wanneer die tijd komt, zal wat de mens behoort te doen de vervulling van zijn plicht in het koninkrijk van God zijn en samenleven met God in het koninkrijk. In het lichaam van priesters zullen er hogepriesters en priesters zijn en de overigen zullen de zonen en het volk van God zijn. Dit wordt allemaal bepaald door hun getuigenis van God tijdens hun verdrukking; het gaat niet om titels die willekeurig worden verleend. Zodra de status van de mens is vastgesteld, zal het werk van God ophouden, want ieder wordt naar zijn soort ingedeeld en keert terug naar zijn oorspronkelijke positie. Dit markeert de voleinding van Gods werk, dit is het eindresultaat van het werk van God en de praktijk van de mens, de kristallisatie van de visies van Gods werk en de medewerking van de mens. De mens zal uiteindelijk rust vinden in het koninkrijk van God en ook God zal terugkeren naar Zijn woonplaats om te rusten. Dit is het eindresultaat van 6000 jaar samenwerking tussen God en de mens.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en de praktijk van de mens
Begrijp je nu wat oordeel is en wat waarheid is? Als je het begrepen hebt, dan vermaan ik je om je gehoorzaam te onderwerpen om geoordeeld te worden, anders zul je nooit de gelegenheid krijgen om door God geprezen te worden of door Hem Zijn koninkrijk binnengebracht te worden. Zij die enkel oordeel aanvaarden maar nooit gezuiverd kunnen worden, namelijk, zij die vluchten midden in het werk van oordeel, zullen voor altijd worden verafschuwd en afgewezen door God. Hun zonden zijn talrijker en zwaarder dan die van de farizeeën, want ze hebben God verraden en zijn rebellen tegen God. Zulke mensen die zelfs niet waardig zijn om dienst te doen zullen zwaardere straffen ondergaan, straffen die bovendien eeuwig duren. God zal geen enkele verrader sparen die ooit trouw beleed met woorden maar Hem vervolgens verraadde. Mensen zoals deze zullen vergelding ontvangen door bestraffing van de geest, de ziel en het lichaam. Is dit niet precies een openbaring van de rechtvaardige gezindheid van God? Is dit niet het doel van God bij het oordelen van de mens en het ontmaskeren van hem? God brengt al degenen die allerlei slechte daden verrichten gedurende de tijd van oordeel naar een plaats besmet met boze geesten, en laat die boze geesten hun vleselijke lichamen naar believen vernietigen. Hun lichamen geven een stank van lijken af, en zulks is hun passende vergelding. God schrijft in hun rapportage-boeken over iedere zonde van die ontrouwe valse gelovigen, valse apostelen en valse arbeiders; dan, als de tijd ervoor is aangebroken werpt Hij hen te midden van de onreine geesten, laat die onreine geesten naar believen hun gehele lichaam verontreinigen, zodat zij nooit meer vlees kunnen worden en nooit meer het licht kunnen zien. Die huichelaars die ooit dienst gedaan hebben maar niet in staat zijn om tot het einde toe getrouw te zijn worden door God tot de goddelozen gerekend, zodat zij meegaan met wie kwaad doen en deel gaan uitmaken van hun onordelijke gespuis; op het einde zal God hen vernietigen. God gooit degenen die nooit trouw geweest zijn aan Christus of geen enkele moeite voor Hem gedaan hebben terzijde en schenkt geen aandacht aan hen, en zal hen allen tijdens de verandering van de tijdperken vernietigen. Zij zullen niet langer op aarde bestaan, laat staan toegang verkrijgen tot het koninkrijk Gods. Zij die nooit oprecht geweest zijn tegen God maar door omstandigheden gedwongen worden oppervlakkig met Hem om te gaan worden gerekend tot hen die dienst doen voor Zijn volk. Slechts een klein aantal van zulke mensen kan het overleven, terwijl het grootste gedeelte zal vergaan samen met hen die nog niet eens bevoegd zijn dienst te doen. Uiteindelijk zal God al degenen tot Zijn koninkrijk brengen die van dezelfde gedachten zijn als God, het volk en de zonen van God, evenals zij die voorbestemd zijn door God om priester te zijn. Dat is het distillaat dat door God verkregen wordt door Zijn werk. Wat betreft hen die niet in staat zijn onder een van deze categorieën te vallen die door God opgesteld zijn, die zullen gerekend worden tot de ongelovigen. Jullie kunnen je zeker wel voorstellen hoe het met hen zal aflopen. Ik heb jullie al alles gezegd wat ik moet zeggen; de beslissing, welke weg jullie kiezen zal aan jullie zijn. Wat jullie moeten begrijpen is het volgende: Het werk van God wacht nooit op iemand die Hem niet kan bijhouden, en de rechtvaardige gezindheid van God laat geen enkele mens genade zien.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid
Zij die alleen maar aan hun vlees denken en die van comfort genieten; zij die lijken te geloven, maar niet echt geloven; zij die zich inlaten met kwaadaardige geneeskunde en tovenarij; zij die promiscue, haveloos en sjofel zijn; zij die offers aan Jehova en Zijn eigendommen stelen; zij die van omkoping houden; zij die ijdel dromen van het opstijgen naar de hemel; zij die arrogant en verwaand zijn, die alleen maar naar persoonlijke roem en rijkdom streven; zij die onbeschaamde woorden verspreiden; zij die God Zelf belasteren; zij die uitsluitend oordelen ten nadele van God en Hem belasteren; zij die klieken vormen en onafhankelijkheid nastreven; zij die zichzelf verheerlijken boven God; die lichtzinnige mannen en vrouwen van jongere, middelbare en oudere leeftijd die verstrikt zijn in de losbandigheid; die mannen en vrouwen die onder andere mensen persoonlijke roem en rijkdom genieten en persoonlijke status nastreven; die onboetvaardige mensen die in de zonde gevangenzitten – is het voor hen allen niet zo dat zij niet meer gered kunnen worden? Losbandigheid, zondigheid, kwaadaardige geneeskunde, tovenarij, godslastering en onbeschaamde woorden hebben allemaal vrij spel onder jullie; en waarheid en de woorden des levens worden onder jullie vertrapt, en de heilige taal wordt onder jullie bezoedeld. Jullie heidenen, opgezwollen van de vuiligheid en ongehoorzaamheid! Wat zal jullie uiteindelijke uitkomst zijn? Hoe kunnen zij die het vlees liefhebben, die tovenarij van het vlees begaan en die verstrikt zitten in losbandige zonde het lef hebben om te blijven leven! Weet je niet dat mensen zoals jullie maden zijn die niet meer gered kunnen worden? Wat geeft jullie het recht om dit en dat te eisen? Tot de dag van vandaag is er niet de geringste verandering geweest onder hen die niet van de waarheid houden en alleen van het vlees houden – hoe kunnen zulke mensen gered worden? Zij die niet van de weg van het leven houden, die God niet verheerlijken en geen getuigenis van Hem geven, die plannetjes maken omwille van hun eigen status, die zichzelf ophemelen – zijn zij niet nog altijd hetzelfde, zelfs vandaag? Wat voor waarde heeft het om hen te redden? Of je gered kunt worden, hangt niet af van je mate van senioriteit of hoeveel jaar je gewerkt hebt, en al helemaal niet van hoeveel accreditaties je hebt opgebouwd. Veeleer hangt het ervan af of jouw streven vrucht heeft gedragen. Je behoort te weten dat zij die gered zijn de ‘bomen’ zijn die vrucht dragen, niet de bomen met rijkelijk gebladerte en uitbundige bloemen waar echter geen fruit aan groeit. Zelfs als je vele jaren langs de wegen hebt gezworven, wat maakt dat uit? Waar is je getuigenis? Je eerbied voor God is veel kleiner dan je liefde voor jezelf en je wellustige verlangens – is dit soort persoon niet ontaard? Hoe zouden zij een voorbeeld en een model van redding kunnen zijn? Je natuur is onverbeterlijk, je bent te opstandig, er is geen redding meer voor je mogelijk! Zijn zulke mensen niet degenen die geëlimineerd zullen worden? Is de tijd waarop mijn werk voltooid is niet de tijd van het aanbreken van je laatste dag? Ik heb onder jullie zo veel werk gedaan en zo veel woorden gesproken – hoeveel ervan is echt jullie oren binnengegaan? Hoeveel ervan hebben jullie ooit gehoorzaamd? Wanneer mijn werk eindigt, zal dat de tijd zijn waarop je je niet langer tegen mij opstelt, waarop je je niet langer tegenover mij opstelt. Terwijl ik werk, handelen jullie voortdurend tegen mij; mijn woorden gehoorzamen jullie nooit. Ik doe mijn werk, en jij doet je eigen ‘werk’; je schept je eigen kleine koninkrijk. Jullie zijn niets dan een troep vossen en honden, die alles doen vanuit verzet tegen mij! Voortdurend proberen jullie hen die jullie hun onverdeelde liefde bieden in jullie omhelzing te nemen – waar is jullie eerbied? Alles wat jullie doen is bedrieglijk! Jullie kennen geen gehoorzaamheid of eerbied, en alles wat jullie doen is bedrieglijk en godslasterlijk! Kunnen zulke mensen gered worden? Mannen die seksueel immoreel en wellustig zijn, willen altijd kokette hoeren naar zich toe trekken voor hun eigen plezier. Zulke seksueel immorele demonen zal ik beslist niet redden. Ik haat jullie, vuile demonen, en jullie wellust en koketheid zal jullie in de hel storten. Wat hebben jullie daarop te zeggen? Jullie vuile demonen en kwade geesten zijn weerzinwekkend! Jullie zijn walgelijk! Hoe zou zulk uitschot gered kunnen worden? Kunnen zij die in de zonde verstrikt zitten nog altijd gered worden? Vandaag trekken deze waarheid, deze weg en dit leven jullie niet aan; in plaats daarvan worden jullie aangetrokken door zondigheid, geld, aanzien, roem en gewin, door de geneugten van het vlees, door de knapheid van mannen en de charmes van vrouwen. Wat kwalificeert jullie om mijn koninkrijk binnen te gaan? Jullie beeld is nog groter dan dat van God, jullie status is nog hoger dan die van God, om nog maar te zwijgen van jullie aanzien onder de mensen – jullie zijn een idool geworden dat door de mensen wordt vereerd. Ben je niet de aartsengel geworden? Wanneer de uitkomsten van mensen worden onthuld, en dat zal zijn wanneer ook het reddingswerk ten einde zal lopen, zullen velen onder jullie lijken zijn die niet meer gered kunnen worden en geëlimineerd moeten worden. Tijdens het reddingswerk ben ik aardig en goed voor alle mensen. Wanneer het werk een einde neemt, zullen de uitkomsten van verschillende soorten mensen onthuld worden, en tegen die tijd zal ik niet langer aardig en goed zijn, want de uitkomsten van mensen zullen zijn onthuld, en eenieder zal zijn ingedeeld naar zijn soort, en het zal geen nut meer hebben nog enig reddingswerk te doen, want het tijdperk van de redding zal voorbij zijn en zal, eens voorbij, niet weerkeren.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Praktijk (7)
Maar zolang de oude wereld blijft bestaan, zal ik mijn woede uitstorten over de naties, mijn bestuurlijke decreten openlijk afkondigen in het hele universum en eenieder die deze overtreedt tuchtigen:
Als ik mijn gezicht naar het universum wend om te spreken, hoort de hele mensheid mijn stem, en ziet vervolgens alle werken die ik heb volbracht in het hele universum. Zij die zich verzetten tegen mijn wil, dat wil zeggen, zij die zich met de daden van de mens tegen mij verzetten, zullen door mijn tuchtiging worden geveld. Ik neem de talrijke sterren in de hemel en vernieuw ze, en dankzij mij worden zon en maan vernieuwd – het firmament zal niet meer zijn zoals het was; de talloze dingen op aarde zullen vernieuwd zijn. Door mijn woorden wordt alles voltooid. De vele naties in het universum zullen opnieuw worden ingedeeld en door mijn natie worden vervangen, zodat de naties op aarde voor altijd verdwijnen en één natie vormen die mij aanbidt; alle naties op aarde zullen vernietigd worden en ophouden te bestaan. Van alle mensen in het universum zullen zij die aan de duivel toebehoren uitgeroeid worden; allen die Satan aanbidden zullen verslagen worden door mijn brandend vuur – dat wil zeggen: behalve zij die zich nu in de stroom bevinden, de anderen zullen in as veranderen. Als ik de vele volkeren tuchtig, zullen zij die in de religieuze wereld leven, in verschillende gradaties, tot mijn koninkrijk terugkeren, overwonnen door mijn werken, omdat zij de komst van de Heilige die op een witte wolk rijdt hebben aanschouwd. De hele mensheid volgt haar eigen soort en ontvangt tuchtiging naar gelang haar daden. Zij die tegen mij stelling hebben genomen zullen omkomen. Als de daden van mensen op aarde geen betrekking hebben gehad op mij, zullen deze mensen, gezien de manier waarop zij zich van hun taak hebben gekweten, blijven voortbestaan op aarde onder heerschappij van mijn zonen en mijn volk. Ik zal mijzelf aan de talloze volken en de talloze naties openbaren, en mijn eigen stem laten klinken op aarde om de voltooiing te verkondigen van mijn grote werk zodat alle mensen het met hun eigen ogen kunnen aanschouwen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 26
Ik wandel nu temidden van mijn volk, ik woon onder mijn volk. Degenen die mij nu ware liefde betonen zijn gezegend. Gezegend zijn zij die zich aan mij onderwerpen, zij zullen zeker in mijn koninkrijk verblijven; gezegend zijn zij die mij kennen, zij zullen macht hebben in mijn koninkrijk; gezegend zijn zij die naar mij op zoek zijn, zij zullen zeker aan de ketenen van Satan ontsnappen en zich in mijn zegen verheugen; gezegend zijn zij die zichzelf kunnen verloochenen, zij zullen zeker mijn bezit worden en de overvloed van mijn koninkrijk erven. Zij die druk in de weer zijn voor mij zal ik gedenken, zij die kosten noch moeite sparen voor mij zal ik met blijdschap omarmen, zij die mij offers brengen zal ik vreugde schenken. Zij die vreugde vinden in mijn woorden zal ik zegenen; zij vormen beslist de pilaren waar de nokbalk van mijn koninkrijk op steunt, ze krijgen beslist ongekende overvloed in mijn huis en niemand kan bij hen in de schaduw staan. Hebben jullie ooit de zegeningen aanvaard die jullie zijn gegeven? Hebben jullie ooit naar de beloften gestreefd die er vanwege jullie gedaan zijn? Onder leiding van mijn licht zullen jullie de wurggreep van de duistere krachten doorbreken. In het donker zullen jullie zeker het licht dat jullie begeleidt niet uit het oog verliezen. Jullie zullen beslist meester van de schepping zijn. Jullie overwinnen Satan beslist. Als het koninkrijk van de grote rode draak ten onder gaat, zullen jullie ongetwijfeld opstaan tussen de talloze massa’s om mijn overwinning te bewijzen. Jullie zullen beslist resoluut en standvastig zijn in het land van Sinim. Door jullie lijden zullen jullie de zegen erven die van mij komt, en zullen jullie mijn glorie door het hele universum uitstralen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 19
Sta op en werk met me mee! Eenieder die zich oprecht voor mij inzet, zal ik beslist niet slecht behandelen. Wat degenen betreft die zich oprecht aan mij toewijden: ik zal al mijn zegeningen aan je schenken. Geef jezelf volledig aan mij! Wat je eet, wat je draagt en je toekomst, het ligt allemaal in mijn handen; ik zal alles goed regelen, zodat je eindeloos genot kunt hebben, dat je nooit zult opmaken. Dit komt doordat ik heb gezegd: “Aan wie zich oprecht voor mij inzet: ik zal jullie stellig groots zegenen.” Alle zegeningen zullen komen tot eenieder die zichzelf oprecht voor mij inzet.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 70
Wat ik voor jullie heb voorbereid, namelijk zeldzame en kostbare schatten van over de hele wereld, zal allemaal aan jullie worden gegeven. Jullie kunnen je van dit alles geen denkbeeld vormen of het je voorstellen op dit moment en niemand heeft dit eerder ervaren. Als jullie deze zegeningen ontvangen, zullen jullie eindeloos in vervoering zijn, maar vergeet niet dat dit allemaal mijn macht, mijn daden, mijn rechtvaardigheid en vooral mijn majesteit is. (Ik zal genadig zijn jegens degenen voor wie ik genadig wil zijn en barmhartig jegens degenen voor wie ik barmhartig wil zijn.) Op dat moment zullen jullie geen ouders hebben en er zullen geen bloedverwanten zijn. Jullie zijn allemaal mensen die ik liefheb, mijn geliefde zonen. Niemand zal jullie vanaf dat moment durven te onderdrukken. Het zal tijd zijn voor jullie om op te groeien tot volwassenen en tijd om de naties te regeren met een ijzeren roede! Wie durft mijn geliefde zonen tegen te werken? Wie durft mijn geliefde zonen aan te vallen? Ze zullen allemaal ontzag hebben voor mijn geliefde zonen omdat de Vader verheerlijkt is. Alle dingen die niemand zich ooit heeft kunnen voorstellen zullen voor jullie ogen verschijnen. Ze zullen onbegrensd, onuitputtelijk, eindeloos zijn. Binnenkort zullen jullie niet meer verbrand worden door de zon en de verzengende hitte moeten verdragen. Noch zullen jullie kou lijden of zullen regen, sneeuw of wind jullie bereiken. Dat is zo omdat ik van jullie houd en het zal helemaal de wereld van mijn liefde zijn. Ik zal jullie alles geven wat jullie willen en ik zal alles wat jullie nodig hebben voor jullie bereiden. Wie durft te zeggen dat ik niet rechtvaardig ben? Ik zal je onmiddellijk doden omdat ik eerder heb gezegd dat mijn toorn (tegen de slechten) tot in eeuwigheid zal duren en ik zal niet toegeven, zelfs niet een beetje. Echter mijn liefde (voor mijn geliefde zonen) zal ook tot in eeuwigheid duren; ik zal haar niet inhouden, ook niet enigszins.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 84
Wanneer het werk van overwinning is voltooid, zal de mens in een prachtige wereld worden gebracht. Dit leven zal natuurlijk op aarde plaatsvinden, maar het zal totaal anders zijn dan het menselijke leven van vandaag de dag. Het is het leven dat de mensheid zal hebben nadat de gehele mensheid is overwonnen. Het zal een nieuw begin zijn voor de mens op aarde en het hebben van een dergelijk leven zal bewijzen dat de mensheid een nieuw en prachtig koninkrijk is binnengegaan. Het zal het begin zijn van het leven van de mens met God op aarde. Het uitgangspunt van een dergelijk prachtig leven moet zijn dat, nadat de mens is gezuiverd en overwonnen, hij zich onderwerpt aan de Schepper. Daarom is het werk van overwinning de laatste fase in Gods werk, voordat de mens de geweldige bestemming binnengaat. Een dergelijk leven is het toekomstige leven van de mens op aarde, het is het meest prachtige leven op aarde, het soort leven waar de mens naar verlangt, het soort dat de mens nooit heeft bereikt in de geschiedenis van de wereld. Het is de uiteindelijke uitkomst van het 6000-jarig werk van beheer, het is waar de mensheid het meest naar verlangt en het is tevens Gods belofte aan de mens. Maar deze belofte kan niet direct geschieden: de mens zal de toekomstige bestemming binnengaan, enkel wanneer het werk van de laatste dagen is voltooid en hij volledig is overwonnen, dat wil zeggen wanneer Satan volkomen verslagen is. De mens zal zonder een zondige natuur zijn, nadat hij is gelouterd, omdat God Satan zal hebben verslagen, wat betekent dat er geen inbreuk zal zijn door vijandige machten en dat geen enkele vijandige macht het vlees van de mens kan aanvallen. Zo zal de mens vrij zijn en heilig – hij zal de eeuwigheid zijn binnengegaan.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het normale leven van de mens herstellen en hem meenemen naar een geweldige bestemming
Wanneer de mensheid in haar oorspronkelijke gelijkenis is hersteld, wanneer de mensheid haar respectievelijke plichten kan vervullen, haar eigen plaats kan behouden en aan alle regelingen van God gehoorzaam kan zijn, zal God een groep mensen op aarde hebben verkregen die Hem aanbidt en Hij zal ook een koninkrijk op aarde hebben opgericht dat Hem aanbidt. Hij zal eeuwige overwinning op aarde hebben en zij die tegen Hem zijn zullen voor eeuwig te gronde gaan. Dit zal Zijn oorspronkelijk bedoeling om de mens te scheppen herstellen; het zal Zijn oorspronkelijke bedoeling om alle dingen te scheppen herstellen, het zal ook Zijn gezag over de aarde herstellen, Zijn gezag over alle dingen en Zijn gezag over Zijn vijanden. Dit zijn de tekenen van Zijn totale overwinning. Voortaan zal de mensheid de rust ingaan en een leven ingaan dat de juiste weg volgt. God zal ook de eeuwige rust met de mens ingaan en een eeuwig leven binnengaan, gedeeld door God en de mens. De vuiligheid en ongehoorzaamheid op aarde zullen verdwijnen, evenals het gehuil op aarde. Allen op aarde die tegen God zijn, zullen niet meer bestaan. Alleen God en de mensen die Hij heeft gered zullen overblijven; alleen Zijn schepping zal overblijven.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God en de mens zullen gezamenlijk de rust ingaan
Alleen zij die van God houden, kunnen van God getuigen, alleen zij zijn Gods getuigen, alleen zij zijn door God gezegend en alleen zij zijn in staat Gods beloften te ontvangen. Degenen die God liefhebben zijn Gods vertrouwelingen, zij zijn de mensen die door God geliefd zijn en zij kunnen samen met God zegeningen genieten. Alleen mensen zoals deze zullen tot in eeuwigheid leven, en alleen zij zullen voor altijd leven onder Gods zorg en bescherming. God is om lief te hebben voor mensen en Hij is de liefde van alle mensen waardig, maar niet alle mensen zijn in staat God lief te hebben en niet alle mensen kunnen van God getuigen en met God de macht behouden. Omdat zij in staat zijn om van God te getuigen en al hun inspanningen aan Gods werk te wijden, kunnen zij die echt van God houden overal onder de hemelen rondlopen zonder dat iemand tegen hen durft op te staan en zij kunnen de macht op aarde uitoefenen en over alle mensen van God heersen. Deze mensen zijn samengekomen van over de hele wereld, ze spreken verschillende talen en hebben verschillende huidskleuren, maar hun bestaan heeft dezelfde betekenis, ze hebben allemaal een hart dat God liefheeft, ze geven allemaal dezelfde getuigenis en hebben hetzelfde voornemen en dezelfde wens. Degenen die van God houden kunnen vrij rondlopen over de hele wereld, zij die van God getuigen kunnen door het hele heelal reizen. Deze mensen zijn geliefd door God, ze zijn gezegend door God en ze zullen voor altijd in Zijn licht leven.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Zij die God liefhebben zullen voor altijd in Zijn licht leven
Degenen die vervolmaakt zullen worden door God zijn zij die Gods zegeningen en Zijn erfenis zullen ontvangen. Dat wil zeggen, ze nemen in wat God heeft en is, zodat het wordt wat ze innerlijk hebben; ze hebben alle woorden van God in hen gesmeed; wat het wezen van God ook is, jullie zijn in staat om alles op te nemen zoals het is en daardoor naar de waarheid te leven. Dit is het soort mens dat door God vervolmaakt en gewonnen is. Alleen zo’n persoon komt in aanmerking voor het erven van deze zegeningen die door God zijn geschonken:
1. Het ontvangen van de ganse liefde van God.
2. Handelen in overeenstemming met Gods wil in alle dingen.
3. Het ontvangen van de leiding van God, leven onder het licht van God en verlicht worden door God.
4. Leven op aarde naar het door God geliefde beeld; God oprecht liefhebben zoals Petrus deed, gekruisigd voor God en waardig om te sterven als beloning voor Gods liefde; dezelfde glorie hebben als Petrus.
5. Geliefd zijn, gerespecteerd en bewonderd door iedereen op aarde.
6. Het overwinnen van alle gebondenheid van de dood en Hades, geen gelegenheid geven aan Satans werk, doordrongen zijn met God, leven in een frisse en levendige geest en geen gevoel van vermoeidheid hebben.
7. Het hebben van een onuitsprekelijk gevoel van opgetogenheid en opwinding te allen tijde in het leven, alsof men de komst van de dag van Gods heerlijkheid heeft gezien.
8. Het ontvangen van Gods glorie en een gelaatsuitdrukking hebben vergelijkbaar met Gods geliefde heiligen.
9. Het worden van hetgeen God liefheeft op aarde, dat is de geliefde zoon van God.
10. Het veranderen van vorm en met God naar de derde hemel opstijgen, het vlees overstijgen.
Alleen degenen die in staat zijn om de zegeningen van God te erven zijn degenen die door God zijn vervolmaakt en door God zijn gewonnen. Heb jij iets gewonnen? In welke mate heeft God je vervolmaakt? God vervolmaakt de mens niet willekeurig. Er zijn omstandigheden en duidelijke resultaten die door de mens gezien kunnen worden. Het is niet zoals de mens gelooft, dat zolang hij geloof in God heeft, hij door God kan worden vervolmaakt en gewonnen en op aarde de zegeningen en erfenissen van God kan ontvangen. Zulke zaken zijn buitengewoon moeilijk en nog veel meer als het gaat om het veranderen van vorm. Op dit moment is datgene wat jullie in de eerste plaats moeten zoeken, door God te worden vervolmaakt in alle dingen en door God te worden vervolmaakt middels alle mensen, zaken en dingen waarmee jullie worden geconfronteerd, zodat wat God is meer in jullie zal worden opgenomen. Jullie moeten eerst de erfenis van God op aarde ontvangen voordat jullie in aanmerking komen om meer en grotere zegeningen van God te erven. Alle dergelijke dingen zijn hetgeen waarnaar jullie zouden moeten zoeken en dat wat jullie eerst moeten begrijpen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Beloften aan hen die vervolmaakt zijn