Vers 1

Zij, die accepteren dat God toekijkt

zijn zij die kennis van God nastreven.

Zij accepteren graag Gods woorden.

Ze zullen Gods erfenis en zegeningen krijgen.

Dit zijn de meest gezegenden.

God vervloekt degenen zonder plaats voor Hem.

Hij tuchtigt hen en verlaat hen.

Als je al Gods werk koestert,

Zijn verlichting koestert,

als je Gods aanwezigheid koestert,

en Zijn bescherming,

en al Gods woorden koestert

als je eigen werkelijkheid en je levensvoorziening,

dan ben je het meest naar Gods hart.

Als je al Gods werk aan jou koestert,

zal Hij je zegenen, wat je bezit zal groeien.

Vers 2

God werkt in hen die zijn woorden nastreven,

en Hij werkt in hen die Z’n woorden koesteren.

Hoe meer je ze koestert, hoe meer Hij werkt.

Hoe meer iemand Gods woord koestert,

hoe groter zijn kans op perfectie.

God perfectioneert hen die echt van Hem houden,

hen, wiens hart met Hem in harmonie is.

Als je al Gods werk koestert,

Zijn verlichting koestert,

als je Gods aanwezigheid koestert,

en Zijn bescherming,

en al Gods woorden koestert

als je eigen werkelijkheid en je levensvoorziening,

dan ben je het meest naar Gods hart.

Als je al Gods werk aan jou koestert,

zal Hij je zegenen, wat je bezit zal groeien.

Vers 3

Tracht Gods woorden je realiteit te maken,

stel Hem tevreden, wees naar Zijn hart.

Tracht niet enkel Zijn genade te genieten.

Ontvang Gods werk en word perfecter,

word iemand die Zijn wil uitvoert.

Niets is belangrijker dan dit.

Als je al Gods werk koestert,

Zijn verlichting koestert,

als je Gods aanwezigheid koestert,

en Zijn bescherming,

en al Gods woorden koestert

als je eigen werkelijkheid en je levensvoorziening,

dan ben je het meest naar Gods hart.

Als je al Gods werk aan jou koestert,

zal Hij je zegenen, wat je bezit zal groeien.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God vervolmaakt diegenen die naar Zijn eigen hart zijn