Het blootleggen van religieuze opvattingen

Dagelijkse woorden van God Fragment 281

God en de mens kunnen niet als twee gelijken worden gezien. Zijn wezen en Zijn werk zijn zeer onbegrijpelijk en ondoorgrondelijk voor de mens. Als God Zijn werk niet persoonlijk doet en Zijn woorden niet spreekt in de wereld waarin de mens leeft, zal de mens de wil van God nooit begrijpen. Daardoor zouden zelfs die mensen die hun hele leven aan God hebben gewijd nooit Zijn goedkeuring kunnen winnen. Zonder het werk van God zal al het werk van de mens, hoe goed in zichzelf ook, niet meetellen. De gedachten van God zijn immers altijd hoger dan de gedachten van de mens en de wijsheid van God is ondoorgrondelijk voor de mens. Daarom zeg ik dat al die mensen die God en Zijn werk hebben ‘doorzien’, ondoeltreffend, arrogant en onwetend zijn. De mens moet het werk van God niet definiëren. De mens kán het werk van God zelfs niet definiëren. De mens is in de ogen van God kleiner dan een mier. Hoe kan de mens dan Gods werk doorgronden? Zijn zij die constant ‘God werkt niet op deze of die manier’ of ‘God is zoals dit of dat’ uitspreken niet allemaal arrogant? We moeten allemaal weten dat de mensen, die uit het vlees zijn, door Satan zijn bedorven. Het ligt in hun natuur om God tegen te werken. Ze staan niet op gelijke voet met God en kunnen al helemaal geen raad geven over het werk van God. De manier waarop God de mens leidt, is het werk van God Zelf. De mens moet zich onderwerpen en moet niet een bepaalde visie vasthouden, want de mens is niets dan stof. Omdat we God proberen te zoeken, moeten we niet onze opvattingen toevoegen aan het werk van God en dat in de plaats stellen van de overweging van God. Nog minder moeten we onze verdorven gezindheid aanwenden om het werk van God welbewust tegen te staan. Daardoor worden we immers juist allemaal antichrist? Hoe kunnen zulke mensen zeggen dat ze in God geloven? We geloven dat er een God is en we willen Hem tevreden stellen en zien. Daarom moeten we de weg van de waarheid zoeken en uitzien naar een weg waarop we verenigbaar zijn met God. We moeten niet koppig tegenover God staan, want wat voor goeds kan daaruit voortkomen?

God heeft vandaag nieuw werk. Mogelijk kun je deze woorden niet accepteren en vind je ze vreemd. Toch raad ik je aan om niet je natuurlijke aanleg te laten zien, want alleen zij die echt naar de gerechtigheid voor God hongeren en dorsten kunnen de waarheid verkrijgen. Alleen zij die echt godvruchtig zijn, kunnen door God worden verlicht en geleid. Het zoeken naar de waarheid door middel van gekibbel levert niets op. We kunnen alleen resultaat verkrijgen door rustig te zoeken. Als ik beweer dat “God vandaag nieuw werk heeft,” bedoel ik daarmee de terugkeer van God in het vlees. Misschien maak je je niet druk over deze woorden of verwerp je ze. Misschien zijn ze voor jou iets waar je veel belangstelling in kunt stellen. Hoe het ook zij, ik hoop dat iedereen die oprecht naar de verschijning van God verlangt dit feit onder ogen kan zien en het zorgvuldig overweegt. Je kunt maar beter niet gelijk een conclusie trekken. Dat is niet de manier waarop wijze mensen zouden moeten handelen.

uit ‘Voorwoord’ tot ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 282

Hoe moet je God kennen binnen je geloof in God? Je moet God leren kennen op basis van de huidige woorden en het werk van God, zonder afwijkingen of dwalingen. En bovenal moet je het werk van God kennen. Dit is de basis voor het kennen van God. Al die verschillende dwalingen waarbij een pure acceptatie van Gods woorden afwezig is, zijn religieuze opvattingen. Zij zijn acceptaties die afwijkend en verkeerd zijn. De grootste vaardigheid van religieuze figuren is om Gods woorden die in het verleden geaccepteerd werden, te vergelijken met Gods huidige woorden. Als je tijdens het dienen van de huidige God vasthoudt aan zaken die in het verleden door de Heilige Geest zijn verlicht, zal jouw dienstdoen voor een onderbreking zorgen en zal jouw beoefening gedateerd en niet meer dan religieuze ceremonie zijn. Als je gelooft dat zij die God dienen van buiten nederig en geduldig moeten zijn … en als je dit soort kennis in het hier en nu in praktijk brengt, dan is dat soort kennis een religieuze opvatting en is deze beoefening een hypocriete uitvoering geworden. ‘Religieuze opvattingen’ verwijzen naar zaken die gedateerd en achterhaald zijn (inclusief het accepteren van woorden die eerder door God zijn uitgesproken en licht dat direct door de Heilige Geest is geopenbaard). Als deze zaken in het hier en nu in praktijk worden gebracht, dan vormen zij de onderbreking van Gods werk en hebben zij geen enkel nut voor de mens. Als de mens niet in staat is om interne zaken die tot religieuze opvattingen behoren te zuiveren, dan zullen deze opvattingen een grote belemmering vormen wanneer de mens God dient. Mensen met religieuze opvattingen zijn niet in staat om de stappen van het werk van de Heilige Geest bij te houden, zij lopen één stap achter en vervolgens twee. Deze religieuze opvattingen zorgen er namelijk voor dat de mens zelfingenomen en arrogant wordt. God voelt geen nostalgie voor wat Hij in het verleden heeft gesproken en gedaan. Als het achterhaald is, zal Hij het verwijderen. Je bent toch zeker wel in staat om je opvattingen los te laten? Als je je vastklampt aan de woorden die God in het verleden heeft gesproken, laat dat dan zien dat je het werk van God kent? Als je niet in staat bent om het huidige licht van de Heilige Geest te accepteren en in plaats daarvan je vastklampt aan het licht uit het verleden, laat dat dan zien dat je in de voetsporen van God treedt? Ben je nog steeds niet in staat om religieuze opvattingen los te laten? Als dat het geval is, dan word je iemand die zich tegen God verzet.

Als de mens religieuze opvattingen los kan laten dan zal hij niet zijn verstand gebruiken om de huidige woorden en het werk van God te meten en zal hij in plaats daarvan direct gehoorzamen. Al is het hedendaagse werk van God duidelijk anders dan in het verleden kun je toch de vroegere ideeën loslaten en het hedendaagse werk van God rechtstreeks gehoorzamen. Als je tot zulke kennis in staat bent, dat je voorrang geeft aan het huidige werk van God, ongeacht hoe Hij in het verleden heeft gewerkt, dan ben jij iemand die zijn opvattingen heeft losgelaten, iemand die God gehoorzaamt en iemand die in staat is om het werk en de woorden van God te gehoorzamen en in de voetsporen van God te treden. Op die manier zal je iemand zijn die God daadwerkelijk gehoorzaamt. Je analyseert of bestudeert het werk van God niet. Het is alsof God Zijn eerdere werk is vergeten en jij bent het ook vergeten. Het heden is het heden en het verleden is het verleden en aangezien God in het hier en nu datgene wat Hij in het verleden deed aan de kant heeft geschoven, moet jij er niet aan vasthouden. Alleen dan zal je iemand zijn die God volledig gehoorzaamt en die zijn religieuze opvattingen heeft losgelaten.

uit ‘Alleen zij die het huidige werk van God kennen mogen God dienen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 283

Omdat er altijd nieuwe ontwikkelingen zijn in Gods werk, is er werk dat achterhaald en oud wordt wanneer zich nieuw werk aandient. Deze verschillende soorten werk, oud en nieuw, spreken elkaar niet tegen, maar vullen elkaar aan. Elke stap gaat verder waar de vorige gebleven is. Omdat er nieuw werk is, moeten de oude dingen natuurlijk verwijderd worden. Zo zijn er bijvoorbeeld oude gebruiken en gebruikelijke uitspraken van de mens die samen met de vele jaren ervaring en onderwijs van de mens, in de gedachten van de mens vorm hebben gegeven aan allerlei opvattingen. Wat nog meer bijdraagt aan het vormen van opvattingen door de mens, is dat God Zijn ware gezicht en Zijn gezindheid ten opzichte van de mens nog volledig moet openbaren, dit samen met het feit dat de jarenlange verspreiding van traditionele theorieën uit de oudheid nog meer hebben bijgedragen aan het vormen van opvattingen door de mens. Het mag gezegd dat gedurende het geloof van de mens in God, de invloed van verschillende opvattingen bij mensen heeft geleid tot de continue vorming en evolutie van allerlei soorten begrippen over God, met als resultaat dat veel religieuze mensen die God dienen Zijn vijanden zijn geworden. Zo zijn ze, naarmate hun opvattingen sterker werden, zich meer gaan verzetten tegen God en meer Zijn vijand geworden. Het werk van God is altijd nieuw en nooit oud en het is nooit een doctrine, in plaats daarvan is het in meer of mindere mate continu onderhevig aan verandering en vernieuwing. Dit werk is de uiting van de inherente gezindheid van God Zelf. Het is ook het inherente principe van Gods werk en een van de manieren waarop God Zijn management vervult. Als God niet op deze manier zou werken, zou de mens niet veranderen of in staat zijn om God te kennen en zou Satan niet worden verslagen. Daarom komen er in Zijn werk continu veranderingen voor die willekeurig lijken, maar in feite regelmatig terugkeren. De manier waarop de mens in God gelooft is echter heel anders: hij houdt vast aan oude, bekende doctrines en systemen en hoe ouder ze zijn hoe aangenamer hij ze vindt. Hoe kan het onwetende verstand van de mens, een verstand dat zo onbuigzaam is als steen, zo veel ondoorgrondelijk nieuw werk en nieuwe woorden van God accepteren? De mens verafschuwt de God die altijd nieuw is en nooit oud. Hij houdt alleen van de oude God die lange tanden en wit haar heeft en zich vast op één plaats bevindt. Doordat God en de mens beide hun eigen voorkeur hebben, is de mens zo de vijand van God geworden. Veel van deze tegenstellingen bestaan nu nog, op het moment dat God gedurende bijna zesduizend jaar nieuw werk heeft verricht. Daar is geen oplossing voor. Misschien komt het door de koppigheid van de mens of de onaantastbaarheid van Gods bestuurlijke decreten voor de mens – maar de geestelijken houden nog steeds vast aan stoffige oude boeken en documenten, terwijl God doorgaat met Zijn onvoltooide managementwerk alsof Hij niemand aan Zijn zijde heeft. Hoewel deze tegenstellingen vijanden maken van God en de mens en ze zelfs onverzoenbaar zijn, schenkt God er geen aandacht aan, alsof ze er wel zijn en er tegelijkertijd niet zijn. De mens houdt zich echter aan zijn geloof en opvattingen en laat ze nooit los. Maar er is één ding dat duidelijk is: zelfs al wijkt de mens niet af van zijn standpunt, Gods voeten zijn altijd in beweging en Hij verandert altijd Zijn standpunt in overeenstemming met de omgeving en uiteindelijk zal het de mens zijn die wordt verslagen zonder slag of stoot. God is ondertussen de grootste vijand van al Zijn vijanden die zijn verslagen en is ook de overwinnaar op allen onder de mensheid die zijn verslagen en zij die nog verslagen moeten worden. Wie kan er met God strijden en zegevieren? De opvattingen van de mens lijken afkomstig te zijn van God omdat veel van deze opvattingen werden gevormd in het kielzog van Gods werk. Toch zal God de mens daarom niet vergeven, noch zal Hij de mens prijzen voor het steeds opnieuw produceren van producten ‘voor God’ die buiten het werk van God vallen. In plaats daarvan walgt Hij ontzettend van de opvattingen van de mens en de oude, vrome geloofsovertuigingen en is zelfs niet van plan om zelfs maar de datum te bevestigen waarop deze opvattingen voor het eerst naar boven kwamen. Hij accepteert absoluut niet dat deze opvattingen veroorzaakt zijn door Zijn werk, want de opvattingen van de mens worden door de mens verspreid. Ze ontstaan in de gedachten en de geest van de mens en ze komen niet van God, maar van Satan. Het is altijd Gods intentie geweest dat Zijn werk nieuw en levend is, niet oud en dood, en datgene waar Hij de mens zich stevig aan laat vasthouden, varieert met de tijd en de periode en is niet eeuwigdurend en onveranderlijk. Dat komt doordat Hij een God is die ervoor zorgt dat de mens leeft en nieuw is, in plaats van een duivel die ervoor zorgt dat de mens doodgaat en oud is. Begrijpen jullie dit nog steeds niet? Jullie hebben opvattingen over God en zijn niet in staat om ze los te laten omdat jullie bekrompen zijn. Het komt niet doordat Gods werk onbegrijpelijk is of doordat Gods werk niet in overeenstemming is met de wensen van mensen – noch komt het doordat God altijd nalatig is in Zijn taken. Het feit dat jullie die opvattingen niet los kunnen laten, komt doordat jullie niet voldoende gehoorzaam zijn en in niets lijken op een schepsel van God, het komt niet doordat God de dingen moeilijk maakt voor jullie. Dit alles is door jullie veroorzaakt en heeft niets te maken met God. Al het lijden en ongeluk zijn veroorzaakt door de mens. Gods intenties zijn altijd goed: Hij wil er niet voor zorgen dat je opvattingen vormt, maar Hij wil dat je verandert en vernieuwt bij het voorbijgaan van de tijd. Jullie vergelijken appels met peren en zijn altijd bezig met nauwkeurig onderzoek of analyse. God maakt het niet moeilijk voor jullie, maar jullie hebben geen eerbied voor God en jullie ongehoorzaamheid is te groot. Een klein wezen durft een triviaal deel te nemen van dat wat eerder door God werd gegeven en keert vervolgens op zijn schreden terug en gebruikt het om God mee aan te vallen – is dat geen ongehoorzaamheid van de mens? Het mag gezegd worden dat mensen volledig ongekwalificeerd zijn om hun ideeën voor God te uiten, en dat zij nog minder gekwalificeerd zijn om naar believen opzichtig te koop te lopen met hun waardeloze, stinkende, rottige, bloemrijke taal – om nog maar te zwijgen over die stoffige opvattingen. Zijn die niet nog waardelozer?

uit ‘Alleen zij die het huidige werk van God kennen mogen God dienen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 284

Het werk van God gaat door. Het doel van Zijn werk blijft weliswaar onveranderd, maar de middelen waarmee Hij werkt veranderen voortdurend. Dus veranderen Zijn volgelingen ook. Hoe meer werk van God er is, hoe beter de mens God leert kennen, en de gezindheid van de mens verandert met Zijn werk mee. Maar omdat het werk van God steeds verandert, worden zij die het werk van de Heilige Geest niet kennen en de absurde mensen die de waarheid niet kennen, tegenstanders van God. Het werk van God zal nooit op de opvattingen van de mens worden afgestemd, want Zijn werk is altijd nieuw en nooit oud. Nooit herhaalt Hij Zijn oude werk, Hij werkt liever gestaag door aan wat nooit eerder is gedaan. Omdat God Zijn werk nooit herhaalt en de mens steevast Gods huidige werk op basis van Zijn werk in het verleden beoordeelt, is het bijzonder moeilijk voor God om ieder stadium van het werk van het nieuwe tijdperk uit te voeren. De mens werpt veel te veel hindernissen op! De mens denkt veel te bekrompen! Niemand kent het werk van God, maar toch definieert iedereen Zijn werk. Als de mens weg is bij God verliest hij zijn leven, de waarheid en de zegen van God. Toch aanvaardt de mens het leven en de waarheid niet, net zomin als de hogere zegeningen die God de mensheid schenkt. Alle mensen willen God winnen maar kunnen toch geen verandering in Gods werk verdragen. Zij die het nieuwe werk van God niet aanvaarden geloven dat het werk van God onveranderlijk is, en dat Gods werk voor eeuwig stil blijft staan. Zij geloven dat ze zich alleen maar aan de wet hoeven te houden om de eeuwige redding van God te ontvangen en dat zolang ze maar berouw tonen en hun zonden opbiechten Gods wil voor altijd tevreden gesteld zal zijn. Ze menen dat God voor de mens slechts de God van de wet en de God die aan het kruis was genageld kan zijn; ze menen ook dat God de Bijbel niet mag en kan ontstijgen. Juist deze meningen hebben hen stevig aan de oude wet verankerd en aan strikte regelingen vastgeketend. Zelfs nog meer mensen geloven dat wat het nieuwe werk van God ook is, het onderbouwd moet zijn door profetieën, en dat in ieder stadium van het werk aan iedereen die Hem met een oprecht hart volgt ook openbaringen getoond moeten worden, anders zou dat werk nooit van God kunnen zijn. Het is al geen gemakkelijke opgave voor de mens om God te leren kennen. Als je daarbij het absurde hart en de opstandige natuur van gewichtigheid en verwaandheid van de mens optelt, is het nog veel moeilijker voor de mens om het nieuwe werk van God te aanvaarden. De mens bestudeert het nieuwe werk van God niet zorgvuldig, maar accepteert het ook niet deemoedig; de mens neemt liever een geringschattende houding aan en wacht op de openbaring en begeleiding van God. Is dit niet het gedrag van een mens die tegen God in opstand komt en zich tegen Hem verzet? Hoe kan zo iemand Gods goedkeuring verkrijgen?

Toentertijd zei Jezus dat het werk van Jehova in het Tijdperk van Genade achterop begon te raken, en zo zeg ik nu dat het werk van Jezus achterop begint te raken. Als er alleen het Tijdperk van de Wet was geweest, en geen Tijdperk van Genade, had Jezus niet gekruisigd kunnen worden en had Hij de hele mensheid niet kunnen verlossen. Als er alleen het Tijdperk van de Wet was geweest, had de mensheid zich dan tot de dag van vandaag kunnen ontwikkelen? De geschiedenis gaat door; is de geschiedenis niet de natuurwet van Gods werk? Is dit niet een afbeelding van Zijn management van de mens binnen het hele universum? De geschiedenis gaat door, en dat geldt ook voor het werk van God, en Gods wil verandert voortdurend. Het zou niet praktisch zijn als God een enkel stadium van Zijn werk zesduizend jaar zou onderhouden, want alle mensen weten dat Hij altijd nieuw is en nooit oud. Hij zou geen werk als de kruisiging vol kunnen houden, en één, twee, drie keer ... aan het kruis worden genageld. Dit is het idee van een absurd mens. God houdt hetzelfde werk niet gaande, en Zijn werk verandert voortdurend en is altijd nieuw, net zoals ik iedere dag nieuwe woorden tot jullie spreek en nieuw werk doe. Dit is het werk dat ik doe, waarvan de kern in de woorden ‘nieuw’ en ‘wonderbaarlijk’ ligt. “God is onveranderlijk, en God zal altijd God zijn”, dit zijn inderdaad ware woorden. Het wezen van God verandert niet, God blijft altijd God, en Hij zou nooit Satan kunnen worden. Maar dit bewijst niet dat Zijn werk net zo constant en onveranderlijk is als Zijn wezen. Je verklaart dat God zo is, maar hoe verklaar je dan dat God altijd nieuw is en nooit oud? Het werk van God verspreidt zich voortdurend en verandert steeds, en Gods wil wordt voortdurend geopenbaard en kenbaar gemaakt aan de mens. De mens ervaart het werk van God en daarom verandert zijn gezindheid steeds, verandert zijn kennis steeds. Waaraan ontspruit deze kennis dan? Ontspruit deze niet aan het steeds veranderende werk van God? Als de gezindheid van de mens kan veranderen, waarom kan de mens dan niet mijn werk en mijn woorden ook steeds laten veranderen? Moet ik me aan de beperkingen van de mens houden? Neem je dan niet gewoon je toevlucht in spitsvondigheden?

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 285

De Joden lazen in die tijd allemaal het Oude Testament en kenden Jesaja’s voorspelling dat er een mannelijk kind in een kribbe zou worden geboren. Waarom vervolgden ze Jezus dan, als ze dit wisten? Is dat niet vanwege hun opstandige natuur en de onbekendheid met het werk van de Heilige Geest? In die tijd geloofden de farizeeërs dat het werk van Jezus niet leek op datgene wat ze wisten van het voorspelde mannelijke kind; de huidige mens verwerpt God omdat het werk van de vleesgeworden God niet overeenkomt met de Bijbel. Is de essentie van hun opstandigheid jegens God niet dezelfde? Kun jij zo zijn dat je zonder vragen al het werk van de Heilige Geest aanvaardt? Als het het werk van de Heilige Geest is, zit je in de juiste richting. Dat moet je aanvaarden zonder de minste twijfel in plaats van uit te kiezen wat je wel en wat je niet aanvaardt. Als je enige kennis van God verwerft en daar voorzichtig mee omgaat, is dat dan niet een daad die nergens voor nodig is? Wat je zou moeten doen is al het werk accepteren, zonder verdere onderbouwing door de Bijbel nodig te hebben, zolang het van de Heilige Geest komt, want je gelooft in God om Hem te volgen, niet om Hem te onderzoeken. Je moet niet verder op zoek gaan naar bewijs waarmee ik kan laten zien dat ik jouw God ben. Je kunt beter onderscheiden of ik jou tot voordeel kan strekken; dat is de kern. Zelfs als je veel onweerlegbaar bewijs in de Bijbel hebt gevonden, kan dit je niet geheel voor mij leiden. Jij bent zo iemand die binnen de grenzen van de Bijbel leeft, en niet voor mij; de Bijbel zal je niet helpen mij te leren kennen of je liefde voor mij te verdiepen. Hoewel de Bijbel voorspelde dat er een mannelijk kind zou worden geboren, kon niemand bevatten voor wie die profetie uit zou komen, want de mens kende het werk van God niet. Daarom stonden de farizeeërs op tegen Jezus. Sommigen weten dat mijn werk in het belang van de mensen is. Toch blijven ze geloven dat Jezus en ik twee totaal verschillende wezens zijn die onderling onverenigbaar zijn. Destijds, in het Tijdperk van Genade, sprak Jezus alleen tot Zijn discipelen in een reeks preken waarin Hij besprak hoe je moet praktiseren, hoe je je moet verzamelen, hoe je in gebed kunt verzoeken, hoe je anderen moet bejegenen, enzovoorts. Het werk dat Hij uitvoerde was het werk van het Tijdperk van Genade, en Hij zette alleen uiteen hoe Zijn discipelen en volgelingen moesten praktiseren. Hij deed alleen het werk van het Tijdperk van Genade en geen enkel werk van de laatste dagen. Toen Jehova de wet van het Oude Testament vastlegde in het Tijdperk van de Wet, waarom voerde Hij toen het werk van het Tijdperk van Genade niet uit? Waarom maakte Hij het werk van het Tijdperk van Genade niet vooraf duidelijk? Zou dit de acceptatie door de mens niet ten goede zijn gekomen? Hij profeteerde slechts dat er een mannelijk kind zou worden geboren dat aan de macht zou komen, maar Hij voerde niet alvast het werk van het Tijdperk van Genade uit. In ieder tijdperk heeft het werk van God duidelijke grenzen. Hij voert alleen het werk van het lopende tijdperk uit, en nooit voert Hij het volgende stadium van het werk alvast uit. Alleen zo kan Zijn werk dat representatief is voor ieder tijdperk naar voren treden. Jezus heeft alleen over de tekenen van de laatste dagen gesproken, over hoe je geduld moet hebben en hoe je gered kunt worden, hoe je berouw moet tonen en moet biechten, en hoe je het kruis moet dragen en het lijden volhouden. Hij heeft nooit gesproken over hoe de mens in de laatste dagen binnen moet gaan of hoe hij ernaar moet streven om aan Gods wil te voldoen. Zou het als zodanig niet belachelijk zijn om in de Bijbel naar Gods werk van de laatste dagen te gaan zoeken? Wat kun je precies zien als je enkel de Bijbel in je handen houdt? Al is men Bijbelverklaarder of een prediker, wie kan voorkennis hebben van het huidige werk?

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 286

Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven zochten ze niet. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout om zich tevergeefs aan de naam van de Messias vast te klampen en zich ondertussen op alle mogelijke manieren tegen het wezen van de Messias te verzetten. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God is als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Zijn dit geen ongerijmde en belachelijk ideeën? Ik wil jullie nogmaals vragen: is het niet heel makkelijk voor jullie om de fouten van de vroegste farizeeërs te begaan, omdat jullie niet het geringste begrip van Jezus hebben? Kun je de weg van de waarheid onderscheiden? Kun je echt garanderen dat je je niet zult verzetten tegen Christus? Kun je het werk van de Heilige Geest volgen? Als je niet weet of je je zult verzetten tegen Christus, dan zeg ik dat je al op de rand van de dood leeft. Zij die de Messias niet kenden waren allemaal in staat om zich tegen Jezus te verzetten, of om Jezus te verwerpen, of kwaad te spreken over Hem. Mensen die Jezus niet begrijpen, kunnen Hem allemaal ontkennen en beschimpen. Ze zijn bovendien in staat de terugkeer van Jezus als het bedrog van Satan te zien en meer mensen zullen de in het vlees teruggekeerde Jezus veroordelen. Maakt dit alles jullie niet bang? Jullie krijgen met blasfemie tegen de Heilige Geest te maken, de verwoesting van de woorden van de Heilige Geest aan de kerken, en de afwijzing van alles dat Jezus tot uitdrukking heeft gebracht. Als jullie zo verward zijn, wat kunnen jullie van Jezus krijgen? Hoe kunnen jullie het werk van Jezus begrijpen wanneer Hij naar het vlees terugkeert op een witte wolk, als jullie koppig blijven weigeren je je fouten te realiseren? Dit is wat ik jullie vertel: mensen die de waarheid niet aanvaarden, maar blind de komst van Jezus op een witte wolk afwachten, zullen zeker blasfemie plegen jegens de Heilige Geest, en zij behoren tot de categorie die vernietigd zal worden. Jullie willen slechts de genade van Jezus ontvangen en genieten van het zalige hemelrijk, maar jullie hebben de woorden die Jezus heeft gesproken nooit gehoorzaamd en jullie hebben de waarheid die Jezus heeft geuit toen Hij terugkeerde naar het vlees nooit ontvangen. Wat hebben jullie te bieden in ruil voor het feit dat Jezus op een witte wolk terugkomt? Is het de eerlijkheid waarmee jullie regelmatig zonden begaan en ze vervolgens opbiechten, steeds weer? Wat kunnen jullie als offer aanbieden aan Jezus die op een witte wolk terugkeert? Zijn het de jaren van werk waarmee jullie jezelf prijzen? Wat hebben jullie te bieden zodat de teruggekeerde Jezus jullie kan vertrouwen? Is het die arrogante natuur van jullie, die aan geen enkele waarheid gehoorzaamt?

uit ‘Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 287

Jullie trouw bestaat alleen uit woorden, jullie kennis is slechts intellectueel en conceptueel, jullie arbeid is slechts om de hemelse zegeningen te ontvangen, dus hoe moet jullie geloof dan zijn? Tot op de dag vandaag weigeren jullie te luisteren naar ieder woord van waarheid. Jullie weten niet wat God is, jullie weten niet wat Christus is, jullie weten niet hoe jullie Jehova moeten eren, jullie weten niet hoe jullie het werk van de Heilige Geest binnen moeten gaan, en jullie weten niet hoe jullie onderscheid moeten maken tussen het werk van God en de valse voorstellingen van de mens. Je weet alleen hoe je ieder woord van waarheid dat God spreekt dat niet overeenkomt met jouw gedachten, moet veroordelen. Waar is je nederigheid? Waar is je gehoorzaamheid? Waar is je trouw? Waar is je verlangen de waarheid te zoeken? Waar is je ontzag voor God? Ik zeg jullie, wie in God gelooft vanwege de tekenen, behoort zeker tot de categorie die vernietigd zal worden. Wie de woorden van Jezus die naar het vlees is teruggekeerd niet kan accepteren is zeker het nageslacht van de hel, de afstammeling van de aartsengel, de categorie die aan de eeuwigdurende vernietiging zal worden onderworpen. Veel mensen geven misschien niets om mijn woorden, maar toch wil ik iedere zogenaamde heilige die Jezus volgt vertellen dat als jullie met je eigen ogen Jezus vanuit de hemel zien neerdalen op een witte wolk dit de openbare verschijning van de zon der rechtvaardigheid zal zijn. Misschien is dat een tijd voor je van veel sensatie. Toch moet je weten dat het moment waarop jij getuige bent van de afdaling van Jezus vanuit de hemel ook de tijd is waarin jij naar de hel afdaalt om gestraft te worden. Dat zal het einde van Gods managementplan zijn, en het zal de tijd zijn waarin God de goeden beloont en de slechten straft. Want het oordeel van God zal voorbij zijn voordat de mens de tekenen ziet, als er alleen uitdrukking van de waarheid is. Wie de waarheid aanvaardt en niet op zoek is naar tekenen, en zo gezuiverd is, zal naar de troon van God en in de omarming van de Schepper zijn teruggekeerd. Alleen wie volhardt in het geloof dat “de Jezus die niet op een witte wolk rijdt een valse christus is”, zal aan eeuwigdurende straf onderworpen worden, want ze geloven alleen in de Jezus die tekenen laat zien, maar erkennen niet de Jezus die een streng oordeel uitspreekt en de ware weg van het leven uitvaardigt. Dus kan het alleen gebeuren dat Jezus hen aanpakt als Hij openlijk op een witte wolk terugkeert. Ze zijn te eigenwijs, hebben te veel vertrouwen in zichzelf en zijn te arrogant. Hoe kunnen zulke ontaarde mensen door Jezus worden beloond? De terugkeer van Jezus betekent een geweldige redding voor hen die de waarheid kunnen aanvaarden, maar voor hen die dat niet kunnen is het een teken van veroordeling. Jullie moeten je eigen pad kiezen, en jullie mogen de Heilige Geest niet blasfemeren en de waarheid verwerpen. Jullie zouden geen onwetende en arrogante personen moeten zijn, maar mensen die gehoorzamen aan de leiding van de Heilige Geest en hunkeren en zoeken naar de waarheid; alleen zo zullen jullie profiteren. Ik raad jullie aan het pad van het geloof in God voorzichtig te bewandelen. Trek geen overhaaste conclusies; sterker nog, wees niet oppervlakkig en gedachteloos in jullie geloof in God. Jullie moeten weten dat wie in God gelooft op zijn minst nederig en eerbiedig moet zijn. Wie de waarheid heeft gehoord maar er zijn neus voor ophaalt is dwaas en onwetend. Wie de waarheid heeft gehoord maar onvoorzichtig overhaaste conclusies trekt of de waarheid veroordeelt is door arrogantie bezeten. Niemand die in Jezus gelooft, is bekwaam anderen te vervloeken of te veroordelen. Jullie moeten allemaal rationeel zijn en de waarheid aanvaarden. Als je de weg van de waarheid hebt gehoord en het woord van het leven hebt gelezen, misschien geloof je dan dat slechts één op de tienduizend van deze woorden overeenkomt met jouw overtuigingen en de Bijbel. Zoek dan door naar dit tienduizendste woord en onderzoek dat. Ik raad je nog steeds aan nederig te zijn, niet overmoedig te worden en jezelf niet altezeer te verhogen. Met een weinig ontzag voor God zul je meer licht ontvangen. Als je deze woorden zorgvuldig onderzoekt en herhaaldelijk overweegt zul je begrijpen of ze de waarheid zijn of niet, en of ze het leven zijn of niet. Misschien zullen sommige mensen, als ze slechts een paar regels gelezen hebben, deze woorden blind veroordelen. Ze kunnen zeggen: “Dit is slechts een verlichting van de Heilige Geest,” of “Dit is een valse Christus die gekomen is om de mensen te misleiden.” Wie zoiets zegt is door onwetendheid verblind. Je begrijpt te weinig van het werk en de wijsheid van God en ik raad je aan om helemaal opnieuw te beginnen. Jullie moeten niet blind de woorden die God heeft gesproken veroordelen omdat er valse christussen verschenen zijn tijdens de laatste dagen en jullie moeten niet iemand zijn die blasfemeert jegens de Heilige Geest, omdat je bang bent voor misleiding. Zou dat niet ontzettend jammer zijn? Als je na lange tijd van onderzoek nog steeds gelooft dat deze woorden de waarheid niet zijn, de weg niet zijn en niet door God zijn gesproken, dan zul je uiteindelijk gestraft worden en zonder zegeningen zijn. Als je zulke eenvoudig en duidelijk uitgesproken waarheden niet kunt aanvaarden, ben je dan niet ongeschikt voor de redding van God? Ben je dan niet iemand die niet het geluk heeft voor de troon van God terug te keren? Denk daar eens over na! Wees niet te snel en impulsief, en zie het geloof in God niet als een spel. Denk na in het belang van je bestemming, in het belang van je vooruitzichten, in het belang van je leven en speel niet met jezelf. Kun je deze woorden aanvaarden?

uit ‘Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 288

In die tijd was een deel van het werk van Jezus in overeenstemming met het Oude Testament, zowel met de wetten van Mozes als met de woorden van Jehova tijdens het Tijdperk van de Wet. Jezus gebruikte die allemaal om een deel van Zijn werk te doen. Hij predikte tot de mensen en onderwees hen in de synagogen, en Hij gebruikte de voorzeggingen van de profeten in het Oude Testament om de farizeeërs te berispen die vijandig tegenover Hem stonden, en gebruikte de woorden in de Schrift om hun ongehoorzaamheid te ontmaskeren en hen aldus te veroordelen. Want zij verachtten wat Jezus gedaan had; in het bijzonder omdat veel van het werk van Jezus niet volgens de wetten in de Schrift was, en bovendien was wat Hij onderwees hoger dan hun eigen woorden, en zelfs nog hoger dan wat was voorzegd door de profeten in de Schrift. Het werk van Jezus was enkel ten behoeve van de verlossing van de mens en de kruisiging. Daarom was het niet nodig dat Hij meer woorden sprak om enig mens te overwinnen. Veel van wat Hij de mens onderwees was genomen uit de woorden van de Schrift, en zelfs Zijn werk oversteeg de Schrift niet, toch was Hij in staat het werk van de kruisiging te volbrengen. Zijn werk was niet het werk van het woord, noch was het bedoeld om de mensheid te overwinnen, maar om de mensheid te verlossen. Hij handelde alleen als het zondoffer voor de mensheid en handelde niet als de bron van het woord voor de mensheid. Hij deed niet het werk van de heidenen, wat het werk van het overwinnen van de mensheid was, maar deed het werk van de kruisiging, werk dat werd gedaan onder degenen die geloofden dat er een God was. Ook al werd Zijn werk uitgevoerd volgens de grondbeginselen van de Schrift en gebruikte Hij wat door de oude profeten voorzegd was om de farizeeërs te veroordelen, was dit voldoende om het werk van de kruisiging te volbrengen. Als het werk van vandaag nog steeds uitgevoerd werd op de grondbeginselen van de voorspellingen van de oude profeten in de Schrift, dan zou het onmogelijk zijn om jullie te overwinnen, want in het Oude Testament staat niets vermeld over de ongehoorzaamheid en de zonde van jullie Chinese mensen, er is geen geschiedenis van jullie zonden. En daarom, als dit werk nog steeds in de Bijbel bleef hangen, zouden jullie je nooit overgeven. De Bijbel heeft maar een beperkte geschiedenis van de Israëlieten, één die niet in staat is vast te stellen of jullie slecht of goed zijn, of jullie te oordelen. Stel je eens voor dat ik jullie zou moeten oordelen naar de geschiedenis van de Israëlieten, zouden jullie mij nog steeds volgen zoals jullie vandaag doen? Weten jullie hoe moeilijk jullie zijn? Als er geen woorden werden gesproken tijdens dit stadium, dan zou het onmogelijk zijn om het werk van overwinning te voltooien. Omdat ik niet ben gekomen om aan het kruis genageld te worden moet ik woorden spreken die los staan van de Bijbel, opdat jullie overwonnen kunnen worden. Het werk van Jezus was slechts een stap hoger dan het Oude Testament; het werd gebruikt om een nieuw tijdperk te beginnen en dat tijdperk te leiden. Waarom zei Hij: “Ik ben niet gekomen om de wet te vernietigen maar om haar te vervullen?” Maar toch was er in Zijn werk veel dat anders was dan de wetten die in gebruik waren en de geboden die gevolgd werden door de Israëlieten van het Oude Testament, want Hij kwam niet om de wet te gehoorzamen, maar haar te vervullen. Het proces van het vervullen behelsde veel reële dingen: Zijn werk was praktischer en reëler, en bovendien was het meer levend, en niet de blinde naleving van doctrines. Onderhielden de Israëlieten de sabbat niet? Toen Jezus kwam nam Hij de sabbat niet in acht, want Hij zei dat de Mensenzoon de Heer van de sabbat was, en als de Heer van de sabbat kwam, zou Hij doen zoals Hij het wilde. Hij was gekomen om de wetten van het Oude Testament te vervullen en de wetten te veranderen. Alles wat vandaag wordt gedaan is gebaseerd op het heden, toch rust het nog steeds op het werk van Jehova in het tijdperk van de Wet en komt niet buiten deze reikwijdte. Je tong bewaken, geen overspel plegen, bijvoorbeeld, zijn dit niet de wetten van het Oude Testament? Vandaag is wat van je vereist wordt niet enkel beperkt tot de Tien Geboden; het omvat geboden en wetten die hoger zijn dan die van voorheen, maar dit betekent niet dat wat ervoor kwam afgeschaft is, want ieder stadium van het werk van God wordt voortgezet op de fundering van het stadium dat daarvoor kwam. Wat betreft dat wat Jehova aan Israël heeft geïntroduceerd, zoals het verplichten van mensen om offerandes te brengen, hun vader en moeder te eren, geen afgoden te vereren, anderen niet te mishandelen of vervloeken, geen overspel te plegen, niet te roken of drinken, en geen dode dingen te eten of bloed te drinken: vormt dit niet zelfs vandaag nog het fundament van je gedragscode? Het is op de fundering van het verleden dat het werk is uitgevoerd tot op het heden. Hoewel de wetten van het verleden niet meer genoemd worden en er nieuwe eisen aan je worden gesteld, zijn deze wetten verre van afgeschaft maar juist op een hoger plan gesteld. Als je zegt dat ze afgeschaft zijn betekent dat, dat het voorgaande tijdperk verouderd is, terwijl er enkele geboden zijn die je in alle eeuwigheid moet eren. De geboden van het verleden zijn al in praktijk gebracht en zijn al het wezen van de mensheid geworden; het is niet nodig om geboden te herhalen dat je niet mag roken, niet mag drinken, enzovoorts. Op deze fundering worden nieuwe geboden gelegd voor jullie behoeften van vandaag, naar jullie gestalte en naar gelang het werk van vandaag. Geboden uitvaardigen voor het nieuwe tijdperk betekent niet het afschaffen van de geboden van het oude tijdperk, maar ze hoger op deze fundering tillen om de daden van de mens vollediger te maken, en meer in lijn met de realiteit. Als jullie vandaag alleen maar gevraagd werd de geboden te volgen en je aan het Oude Testament te houden op dezelfde manier als de Israëlieten en als je zelfs de wetten moest memoriseren die door Jehova voorgeschreven zijn, zou er geen mogelijkheid zijn dat jullie konden veranderen. Als jullie je alleen aan die beperkte wetten moesten houden of ontelbare wetten uit het hoofd moesten leren, zou jullie oude natuur diep verankerd blijven en zou er geen manier zijn om die te ontwortelen. Zodoende zouden jullie steeds verdorvener worden en geen van jullie zou gehoorzaam worden. Wat wil zeggen dat een paar eenvoudige geboden of ontelbare wetten niet in staat zouden zijn jullie te helpen de daden van Jehova te leren kennen. Jullie zijn niet hetzelfde als de Israëlieten. Door het volgen van de wetten en het uit het hoofd leren van de geboden waren ze in staat de daden van Jehova mee te maken en hun devotie uitsluitend aan Hem te geven, maar jullie zijn niet in staat om dit te bereiken. Een paar geboden van het tijdperk van het Oude Testament zijn niet alleen niet in staat om jullie je hart over te laten geven, of jullie te beschermen, maar zullen jullie in plaats daarvan lui maken en je verlagen tot Hades. Want mijn werk is het werk van overwinning en is gericht op jullie ongehoorzaamheid en oude natuur. De vriendelijke woorden van Jehova en Jezus voldoen vandaag niet aan de strenge woorden van oordeel. Zonder zulke strenge woorden zou het onmogelijk zijn om jullie ‘experts’, die duizenden jaren lang ongehoorzaam zijn geweest, te overwinnen. De wetten van het Oude Testament hebben hun macht over jullie al lang geleden verloren en het oordeel van vandaag is veel geduchter dan de oude wetten. Het meest geschikte voor jullie is oordeel, en niet de onbeduidende beperking van wetten, want jullie zijn niet de mensheid van het eerste begin, maar een mensheid die al duizenden jaren verdorven is. Wat de mens nu moet bereiken is volgens de werkelijke staat van de mens vandaag, volgens het kaliber en de eigenlijke gestalte van de mens van vandaag, en het vereist niet dat je doctrine volgt. Dit is opdat er veranderingen bereikt kunnen worden in je oude natuur, opdat je je opvattingen opzij kunt zetten.

uit ‘De visie van Gods werk (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 289

De geschiedenis gaat altijd voorwaarts, en het werk van God gaat altijd voorwaarts. Ter voleindiging van Zijn zesduizend jaar durende managementplan moet het in voorwaartse richting blijven doorgaan. Elke dag moet Hij nieuw werk doen, elk jaar moet Hij nieuw werk doen; Hij moet nieuwe paden openen, nieuwe tijdperken beginnen, nieuw en groter werk starten, die weer nieuwe namen en nieuw werk met zich meebrengen. De Geest van God doet voortdurend nieuw werk waarbij Hij nooit vasthoudt aan oude manieren en regels. Zijn werk is ook nooit opgehouden, maar voltrekt zich juist doorlopend. Als je zegt dat het werk van de Heilige Geest onveranderlijk is, waarom vroeg Jehova de priesters dan om Hem te dienen in de tempel, en ging Jezus de tempel toch niet binnen, zelfs al zeiden mensen bij Zijn komst ook dat Hij de hogepriester was, en dat Hij uit het huis van David kwam en dat Hij ook de hogepriester en de grote Koning was? En waarom bracht Hij geen offers? Al of niet de tempel ingaan – is dit alles niet het werk van God Zelf? Als, zoals de mens zich voorstelt, Jezus terugkeert en in de laatste dagen nog steeds Jezus wordt genoemd, en nog steeds op een witte wolk zweeft, onder de mensen neerdalend met de gestalte van Jezus: zou dat geen herhaling van Zijn werk zijn? Kan de Heilige Geest Zich vastklampen aan het oude? Alles wat de mens gelooft bestaat uit opvattingen, en die worden door de mens allemaal letterlijk en volgens zijn verbeelding uitgelegd; ze komen niet overeen met de principes van het werk van de Heilige Geest en niet met de plannen van God. God zou niet zo te werk gaan; God is niet zo dwaas en stompzinnig, en Zijn werk is niet zo eenvoudig als jij denkt. Afgaand op alles wat de mens zich voorstelt, zal Jezus komen aanzweven op een wolk en weer in jullie midden neerdalen. Jullie zullen Hem aanschouwen die, zwevend op een wolk, jullie zal vertellen dat Hij Jezus is. Jullie zullen ook de littekens van de spijkers in Zijn handen zien, en weten dat Hij Jezus is. Hij zal jullie opnieuw redden, en jullie machtige God zijn. Hij zal jullie redden, een nieuwe naam geven, en jullie allemaal een witte steen geven, waarna jullie het hemels koninkrijk mogen binnengaan en in het paradijs toegelaten worden. Zijn zulke denkbeelden geen menselijke opvattingen? Werkt God volgens de opvattingen van de mens, of werkt Hij tegengesteld aan de opvattingen van de mens? Komen de opvattingen van de mens niet allemaal van Satan? Is de hele mensheid niet bedorven door Satan? Als God Zijn werk verrichtte volgens de denkbeelden van de mens, zou Hij dan niet in Satan veranderen? Zou Hij niet van dezelfde soort zijn als Zijn eigen schepselen? Aangezien Zijn schepselen nu zo bedorven zijn door Satan dat de mens de belichaming van Satan is geworden, zou God dan, als Hij zou werken op dezelfde manier als Satan, niet met Satan onder één hoedje spelen? Hoe kan de mens het werk van God doorgronden? Daarom zou God nooit werken volgens de opvattingen van de mens, nooit werken op de manieren die jij voor ogen hebt. Volgens sommige mensen heeft God Zelf gezegd dat Hij op een wolk zou aankomen. God heeft dat inderdaad Zelf gezegd, maar weet je dan niet dat niemand de mysteries van God kan doorgronden? Weet je dan niet dat niemand de woorden van God kan uitleggen? Weet je wel zeker, zonder enige twijfel, dat je door de Heilige Geest verlicht en geïllumineerd was? De Heilige Geest toonde het jou toch zeker niet op zo’n directe manier? Was het de Heilige Geest die het je ingaf of lieten je eigen opvattingen je dat denken? Jij zei: “God Zelf zei dit.” Maar we kunnen de woorden van God niet beoordelen aan de hand van onze eigen opvattingen en ons eigen verstand. Wat de woorden betreft die Jesaja sprak: kun je met absolute zekerheid zeggen wat zijn woorden betekenen? Durf je zijn woorden uit te leggen? Aangezien je de woorden van Jesaja niet durft uit te leggen, waarom durf je de woorden van Jezus dan wel uit te leggen? Wie van de twee is verhevener, Jezus of Jesaja? Aangezien het antwoord Jezus is, waarom leg jij dan de woorden uit die Jezus heeft gesproken? Zou God jou van tevoren vertellen over Zijn werk? Geen enkel wezen kan het weten, zelfs de boodschappers in de hemel niet, noch de Mensenzoon, dus hoe zou jij het kunnen weten? De mens schiet te zeer tekort. Het is nu cruciaal voor jullie om de drie fasen van het werk te kennen. Van het werk van Jehova tot dat van Jezus, en van het werk van Jezus tot dat van deze huidige fase; deze drie fasen vormen een rode draad door de volledige omvang van Gods management, en allemaal zijn ze het werk van één Geest. Sinds de schepping van de wereld is God altijd bezig geweest met het beheer van de mensheid. Hij is het begin en het einde, Hij is de eerste en de laatste, en Hij is degene die een tijdperk begint en tot een einde brengt. De drie fasen van het werk, in verschillende tijdperken en op verschillende locaties, zijn onmiskenbaar het werk van één Geest. Iedereen die deze drie fasen van elkaar scheidt, staat lijnrecht tegenover God. Nu is het jouw verantwoordelijkheid om in te zien dat al het werk vanaf de eerste fase tot aan vandaag het werk is van één God, het werk van één Geest. Hierover kan geen twijfel bestaan.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 290

Aangezien de mens in God gelooft, moet hij de voetstappen van God nauwgezet volgen, stap voor stap; hij dient ‘het Lam te volgen waarheen Hij ook gaat’. Alleen deze mensen zoeken de ware weg, alleen zij kennen het werk van de Heilige Geest. Mensen die slaafs letters en leerstellingen volgen, zijn geëlimineerd door het werk van de Heilige Geest. In elke tijdsperiode zal God nieuw werk beginnen en in elke periode zal er een nieuw begin onder de mensen zijn. Als de mens alleen de waarheden ‘Jehova is God’ en ‘Jezus is Christus’ blijft aanhangen, welke waarheden alleen in een bepaald tijdperk van toepassing zijn, dan zal de mens nooit gelijke tred houden met het werk van de Heilige Geest en nooit in staat zijn om het werk van de Heilige Geest te verkrijgen. Hoe God ook werkt, de mens volgt zonder de minste twijfel en hij volgt nauwgezet. Hoe kan een mens op die manier door de Heilige Geest geëlimineerd worden? Wat God ook doet, zolang de mens zeker is dat dit het werk van de Heilige Geest is, zonder twijfels meewerkt in het werk van de Heilige Geest en aan de eisen van God probeert te voldoen, hoe zou hij dan bestraft kunnen worden? Het werk van God is nooit opgehouden, Zijn voetstappen zijn nooit gestopt en vóór de voltooiing van Zijn managementwerk is Hij altijd bezig geweest en zal Hij nooit stoppen. Maar bij de mens ligt het anders. Hij heeft slechts een minimum van het werk van de Heilige Geest verkregen en behandelt het daarna alsof het nooit zal veranderen; hij heeft wat kennis verkregen en hij volgt daarna niet verder de voetstappen van Gods nieuwere werk; hij heeft slechts een weinig van Gods werk gezien en schrijft God daarna onmiddellijk voor als een bepaalde houten figuur, met het geloof dat God deze vorm die hij voor zich ziet altijd zal aanhouden, dat dit zo was in het verleden en in de toekomst altijd zo zal blijven; hij heeft slechts wat oppervlakkige kennis verkregen en de mens is daarna zo trots dat hij zichzelf vergeet en moedwillig een gezindheid en wezen van God die simpelweg niet bestaan verkondigt; en hij is zeker geworden over één fase van het werk van de Heilige Geest en de mens aanvaardt daarna het nieuwe werk van God niet, wat voor persoon het ook verkondigt. Deze mensen kunnen het nieuwe werk van de Heilige Geest niet aanvaarden; zij zijn te conservatief en niet in staat om nieuwe dingen te aanvaarden. Zulke mensen geloven in God maar verwerpen God ook. De mens gelooft dat de Israëlieten fout zaten door ‘alleen in Jehova te geloven en niet in Jezus te geloven’, maar de meeste mensen spelen een rol waarin ze ‘alleen in Jehova geloven en Jezus verwerpen’ en ‘verlangen naar de wederkomst van de Messias, maar tegen de Messias zijn die Jezus heet’. Het is dan ook geen wonder dat mensen nog steeds leven onder het domein van Satan nadat ze één fase van het werk van de Heilige Geest aanvaard hebben en nog steeds Gods zegeningen niet ontvangen. Is dit niet het resultaat van de opstandigheid van de mens? Christenen over de hele wereld die geen gelijke tred hebben gehouden met het nieuwe werk van vandaag, houden zich allemaal vast aan het geloof dat ze de gelukkigen zijn, dat God al hun wensen zal vervullen. Toch kunnen ze niet met zekerheid zeggen waarom God ze zal opnemen tot in de derde hemel, zijn ze onzeker hoe Jezus ze zal komen verzamelen, varend op een witte wolk, en kunnen ze al helemaal niet met absolute zekerheid zeggen of Jezus werkelijk op een witte wolk zal verschijnen op de dag die zij voor ogen hebben. Ze zijn allemaal bang en onzeker; ze weten zelfs niet of God ieder van hen wel zal opnemen, de gemêleerde, kleine groepjes mensen van allerlei denominaties. Het werk dat God nu doet, het huidige tijdperk, Gods wil – ze hebben daar allemaal geen begrip van en kunnen niets anders doen dan de dagen op hun vingers aftellen. Alleen de mensen die de voetstappen van het Lam tot het einde toe volgen, kunnen de ultieme zegen verkrijgen, terwijl die ‘slimme mensen’, die niet tot het einde toe kunnen volgen en toch geloven dat ze alles hebben verkregen, niet in staat zijn om de verschijning van God mee te maken. Ze geloven allemaal dat ze de slimste persoon op aarde zijn, ze kappen de voortdurende ontwikkeling van Gods werk zonder enige reden af en lijken met absolute zekerheid te geloven dat God ze in de hemel zal opnemen, omdat ze ‘God uitermate trouw zijn, God volgen en zich aan de woorden van God houden’. Hoewel ze ‘uitermate trouw’ zijn jegens de door God gesproken woorden, voelen hun woorden en daden toch zo weerzinwekkend omdat die tegen het werk van de Heilige Geest ingaan en bedrog en kwaad inhouden. Mensen die niet tot het einde toe volgen, die geen gelijke tred houden met het werk van de Heilige Geest en die zich alleen vastklampen aan het oude werk, zijn er niet alleen niet in geslaagd om God trouw te blijven, maar zijn juist mensen geworden die zich tegen God keren, mensen die door het nieuwe tijdperk worden verworpen en die bestraft zullen worden. Zijn er mensen die meelijwekkender zijn? Velen geloven zelfs dat allen die de oude wet verwerpen en het nieuwe werk aanvaarden geen geweten hebben. Deze mensen, die alleen over het ‘geweten’ praten en het werk van de Heilige Geest niet kennen, zullen hun vooruitzichten uiteindelijk afgesneden zien worden door hun eigen geweten. Gods werk houdt niet vast aan leerstellingen en God klampt Zich er ook niet aan vast, ook al is het Zijn eigen werk. Wat ontkend moet worden, wordt ontkend, wat geëlimineerd moet worden, wordt geëlimineerd. Toch stelt de mens zich vijandig op tegen God door vast te houden aan slechts één klein onderdeel van het werk van Gods management. Is dit niet de dwaasheid van de mens? Is dit niet de onwetendheid van de mens? Hoe meer mensen timide en te voorzichtig worden omdat ze bang zijn dat ze Gods zegeningen mislopen, hoe minder ze in staat zijn om grotere zegeningen te verkrijgen en om de ultieme zegen te ontvangen. De mensen die zich slaafs aan de wet houden, tonen allemaal uiterste trouw jegens de wet; hoe meer ze die trouw jegens de wet tonen, hoe meer ze zich opstandig tegen God keren. Want nu is er sprake van het Tijdperk van het Koninkrijk en niet van het Tijdperk van de Wet; het werk van vandaag en het werk van het verleden kunnen niet in één adem worden genoemd en evenmin kan het werk van het verleden worden vergeleken met het werk van vandaag. Het werk van God is veranderd en de praktijk van de mens is ook veranderd; het is niet meer vasthouden aan de wet of dragen van het kruis. De trouw van mensen jegens de wet en het kruis zal Gods goedkeuring dan ook niet krijgen.

uit ‘Gods werk en de praktijk van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 291

Het oogmerk om je vandaag te overwinnen, is je te laten inzien dat God jouw God is en de God van anderen, en bovenal de God van allen die Hem liefhebben en de God van de ganse schepping. Hij is de God van de Israëlieten en de God van het volk van Egypte. Hij is de God van de Britten en de God van de Amerikanen. Hij is niet alleen de God van Adam en Eva, maar ook de God van alle nakomelingen van Adam en Eva. Hij is de God van alles in de hemelen en alles op aarde. De Israëlitische familie en alle families van de heidenvolken zijn allemaal in de handen van één God. Hij werkte niet alleen enkele duizenden jaren in Israël en werd eens in Judea geboren, maar Hij daalt vandaag neer in China, deze plaats waar de grote rode draak opgerold ligt. Als Zijn geboorte in Judea Hem de Koning van de Joden maakt, maakt Zijn komst vandaag onder jullie allemaal Hem dan niet jullie God? Hij leidde de Israëlieten en werd geboren in Judea, en Hij is ook geboren in een land waar een heidenvolk woont. wordt al Zijn werk niet voor de hele mensheid verricht die Hij geschapen heeft? Heeft Hij de Israëlieten honderdvoudig lief en verafschuwt Hij de heidenvolken duizendvoudig? Is dat niet jullie opvatting? Jullie erkennen God niet; het is niet zo dat God nooit jullie God was. Jullie zijn degenen die God verwerpen; het is niet zo dat God jullie God niet wil zijn. Wie onder de schepselen is niet in de handen van de Almachtige? Is het oogmerk om jullie vandaag te overwinnen niet dat jullie gaan erkennen dat God wel degelijk jullie God is? Als jullie nog steeds volhouden dat God alleen de God van de Israëlieten is en nog steeds volhouden dat in het huis van David in Israël de oorsprong van Gods geboorte ligt, en dat geen ander land dan Israël gekwalificeerd is om God ‘voort te brengen’, en dat zeker geen enkele familie onder de heidenvolken Jehova’s werk persoonlijk kan ontvangen – als je nog steeds zo denkt, ben je dan geen obstinate dwarsligger? Fixeer je niet altijd op Israël. God is vandaag hier onder jullie. Houd je blik ook niet steeds hemelwaarts gericht. Kijk niet langer uit naar je God in de hemel! God is onder jullie gekomen, dus hoe kan Hij dan in de hemel zijn? Je gelooft nog niet erg lang in God, toch heb je allerlei opvattingen over Hem, zelfs tot op het punt dat je geen seconde durft te denken dat de God van de Israëlieten Zich zou verwaardigen om jullie met Zijn tegenwoordigheid te vereren. Jullie durven al helemaal niet te denken aan hoe jullie God persoonlijk kunnen zien verschijnen, aangezien jullie ondraaglijk vuil zijn. Jullie hebben er ook nooit bij stilgestaan hoe God persoonlijk kan neerdalen in een land waarin een heidenvolk woont. Hij hoort neer te dalen op de berg Sinaï of de Olijfberg en aan de Israëlieten te verschijnen. Verafschuwt Hij niet alle heidenvolken (dat wil zeggen alle volken buiten Israël)? Hoe kan Hij persoonlijk onder hen werken? Deze diepgewortelde opvattingen hebben jullie in de loop van vele jaren ontwikkeld. Het oogmerk om jullie vandaag te overwinnen, is korte metten met deze opvattingen van jullie te maken. Jullie hebben daarbij God persoonlijk onder jullie zien neerdalen – niet op de berg Sinaï of op de Olijfberg, maar onder mensen die Hij in het verleden nooit geleid heeft. Nadat God Zijn twee fases van het werk in Israël deed, begonnen de Israëlieten en alle heidenvolken allemaal deze opvatting aan te hangen: God heeft weliswaar alle dingen geschapen, maar Hij wil alleen de God van de Israëlieten zijn, niet de God van de heidenvolken. De Israëlieten geloven het volgende: God kan alleen onze God zijn, niet de God van jullie heidenvolken, en omdat jullie Jehova niet vereren, verafschuwt Jehova – onze God – jullie. Die Joden geloven verder het volgende: de Heer Jezus nam het beeld van ons Joden aan en is een God die de kenmerken van het Joodse volk heeft. God werkt onder ons. Gods beeld en ons beeld lijken op elkaar; ons beeld lijkt sterk op dat van God. De Heer Jezus is de Koning van ons Joden; heidenvolken komen niet in aanmerking voor een dergelijk groot heil. De Heer Jezus is het zondeoffer voor ons Joden. De Israëlieten en het Joodse volk kwamen eigenlijk enkel op basis van die twee fases van het werk tot deze vele opvattingen. Zij claimen God uitsluitend voor zichzelf en staan niet toe dat God ook de God van de heidenvolken is. Zo kreeg God geen plaats in het hart van de heidenvolken. Iedereen ging namelijk geloven dat God geen God van de heidenvolken wil zijn en dat Hij alleen de Israëlieten – Zijn uitverkoren volk – mag en dat Hij de Joden mag, in het bijzonder de discipelen die Hem volgden. Weet je niet dat het werk dat Jehova en Jezus deden voor de overleving van de hele mensheid is? Erkennen jullie nu dat God de God is van jullie allemaal die buiten Israël geboren zijn? Is God niet hier in jullie midden vandaag? Dit kan toch geen droom zijn, of wel? Accepteren jullie deze realiteit niet? Jullie durven het niet te geloven of erover na te denken. Hoe jullie er ook tegen aankijken, is God niet hier in jullie midden? Zijn jullie nog steeds bang om deze woorden te geloven? Zijn vanaf vandaag niet alle overwonnen mensen en allen die Gods volgelingen willen zijn niet Gods uitverkoren volk? Zijn jullie niet allemaal, die vandaag volgelingen zijn, het uitverkoren volk buiten Israël? Is jullie status niet gelijk aan die van de Israëlieten? Moeten jullie dit alles niet erkennen? Is dit niet het oogmerk van het werk om jullie te overwinnen? Aangezien jullie God kunnen zien, zal Hij voor altijd jullie God zijn, vanaf het begin en in de toekomst. Hij zal jullie niet verlaten, zolang jullie allemaal gewillig zijn om Hem te volgen en Zijn trouwe, gehoorzame schepselen te zijn.

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 292

Alleen door je oude opvattingen opzij te schuiven kun je nieuwe kennis verwerven, maar oude kennis is niet noodzakelijkerwijs oude opvattingen. ‘Opvattingen’ verwijzen naar de dingen die door de mens bedacht worden en in strijd zijn met de werkelijkheid. Als de oude kennis al in het oude tijdperk achterhaald was en deze de mens hinderde bij het ingaan in het nieuwe werk, dan is deze kennis ook een opvatting. Als de mens in staat is om dergelijke kennis op een juiste manier te benaderen en God vanuit verschillende aspecten te leren kennen door het oude en het nieuwe te combineren, dan komt de oude kennis de mens te hulp en wordt deze de basis via welke de mens het nieuwe tijdperk binnengaat. De les van het leren kennen van God vereist dat je veel principes zult moeten leren beheersen: hoe betreed je het pad waarop je God leert kennen, welke waarheden moet je begrijpen om God te leren kennen en hoe je je opvattingen en oude natuur moet wegdoen, zodat je je kunt onderwerpen aan alle afspraken van Gods nieuwe werk. Als je deze principes gebruikt als basis voor het binnengaan in de les van het leren kennen van God, dan wordt je kennis steeds dieper en dieper. Als je de drie werkfases goed kent – te weten Gods volledige managementplan – en als je volledig de samenhang kunt zien van de vorige twee werkfases van God met de huidige fase en kan zien dat het het werk van één God is, dan heb je geen steviger fundament. De drie werkfases werden door één God verricht. Dit is de grootste visie en de enige weg naar het kennen van God. De drie werkfases konden alleen door God Zelf worden verricht en geen mens kon zo’n werk namens Hem verrichten. Dat wil zeggen dat alleen God Zelf Zijn eigen werk vanaf het begin tot nu toe gedaan kan hebben. Hoewel de drie werkfases van God zijn uitgevoerd in verschillende tijdperken en op verschillende locaties, en hoewel het werk van elk anders is, is het allemaal het werk van één God. Van alle visies is dit de grootste visie waar de mens kennis van moet hebben en als deze volledig kan worden begrepen door de mens, dan zal hij kunnen standhouden. Vandaag de dag is het grootste probleem waar verscheidene religies en denominaties mee geconfronteerd worden, dat ze het werk van de Heilige Geest niet kennen en geen onderscheid kunnen maken tussen het werk van de Heilige Geest en werk dat niet van de Heilige Geest is. Daarom kunnen zij niet zeggen of deze werkfase, zoals de laatste twee werkfases, ook door Jehova God is verricht. Hoewel mensen God volgen, kunnen de meesten nog steeds niet zeggen of het de juiste weg is. De mens maakt zich zorgen of deze weg de weg is die persoonlijk door God Zelf wordt begeleid en of Gods incarnatie echt is. De meeste mensen hebben nog steeds geen idee hoe zij onderscheid kunnen maken als het om zulke dingen gaat. Zij die God volgen, zijn niet in staat om de weg vast te stellen. Daarom hebben de gesproken woorden slechts gedeeltelijk effect op deze mensen en kunnen deze niet volledig doeltreffend zijn, en dit heeft dus invloed op het binnengaan van het leven van deze mensen. Als men kan inzien dat de drie werkfases door God Zelf zijn uitgevoerd op verschillende tijden, op verschillende plaatsen en bij verschillende mensen, als de mens kan inzien dat, hoewel het werk anders is, het allemaal wordt verricht door één God, en dat aangezien het werk is dat door één God wordt uitgevoerd, het juist moet zijn en zonder fouten, en dat, hoewel het in strijd is met de opvattingen van de mens, het niet valt te ontkennen dat het het werk is van één God – als men met zekerheid kan stellen dat het het werk is van één God, dan worden de opvattingen van de mens slechts kleinigheden en niet noemenswaardig. Omdat de mens geen duidelijke visie heeft en alleen Jehova kent als God en Jezus als de Heer, en in tweestrijd is over de geïncarneerde God van vandaag, blijven veel mensen toegewijd aan het werk van Jehova en Jezus en zijn overrompeld door opvattingen over het werk van vandaag. De meeste mensen leven altijd in twijfel en nemen het werk van vandaag niet serieus. De mens heeft geen opvattingen over de vorige twee werkfases, die onzichtbaar waren. Dat is omdat de mens de werkelijkheid van de vorige twee werkfases niet begrijpt en er niet persoonlijk getuige van is geweest. Dat is omdat niet kan worden ingezien dat de mens zich van alles kan inbeelden. Waar hij maar mee komt aanzetten, er zijn geen feiten om het te bewijzen en er is niemand om het te corrigeren. De mens laat zijn natuurlijke instinct de vrije teugel, gooit alle voorzichtigheid overboord en laat zijn verbeelding de vrije loop, want er zijn geen feiten om deze te verifiëren en dus worden de verbeeldingen van de mens ‘feiten’, ongeacht of er enig bewijs voor is. Zo gelooft de mens in de God die hij zich in zijn verstand zelf heeft ingebeeld en is hij niet op zoek naar de God van de werkelijkheid. Als een persoon een soort geloof heeft, dan hebben honderd mensen honderd soorten geloof. De mens is bezeten van dergelijke overtuigingen omdat hij de werkelijkheid van Gods werk niet heeft gezien. Hij heeft deze alleen met zijn oren gehoord en niet met zijn ogen aanschouwd. De mens heeft gehoord van legendes en verhalen, maar zelden heeft hij gehoord van de feiten van Gods werk. Dus het is door hun eigen opvattingen dat mensen die slechts een jaar gelovig zijn in God geloven, en hetzelfde geldt voor hen die hun hele leven in God hebben geloofd. Zij die de feiten niet kunnen zien, zullen nooit kunnen ontsnappen uit een geloof met opvattingen over God. De mens gelooft dat hij zichzelf bevrijd heeft van de banden van zijn oude opvattingen en nieuw grondgebied is binnengegaan. Weet de mens niet dat de kennis van degenen die het ware gezicht van God niet kunnen zien, niets anders is dan opvattingen en geruchten? De mens denkt dat zijn opvattingen kloppen en foutloos zijn, en dat deze opvattingen van God afkomstig zijn. Wanneer men nu getuige is van het werk van God, laat hij zijn opvattingen los die hij gedurende vele jaren heeft verzameld. De verbeeldingen en ideeën uit het verleden hielden het werk van deze fase tegen, en het is moeilijk voor de mens om dergelijke opvattingen los te laten en dergelijke ideeën te weerleggen. De opvattingen ten aanzien van dit stapsgewijze werk van velen die God tot op vandaag hebben gevolgd, zijn telkens erger geworden en deze mensen hebben, langzaam maar zeker, een hardnekkige vijandelijkheid opgebouwd ten opzichte van de geïncarneerde God en de bron van deze haat is de opvattingen en verbeeldingen van de mens. Het is juist omdat feiten het niet mogelijk maken dat de mens zijn fantasie de vrije teugel laat en bovendien niet gemakkelijk kunnen worden weerlegd door de mens, en de opvattingen en verbeeldingen van de mens geen feiten dulden, en verder omdat de mens de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van feiten niet in overweging neemt, en doelbewust zijn opvattingen de vrije loop laat en zijn eigen verbeelding gebruikt, dat de opvattingen en verbeeldingen van de mens tegenwoordig de vijand zijn geworden van het werk van vandaag, werk dat in strijd is met de opvattingen van de mens. Er kan alleen maar worden gezegd dat dit de schuld is van de opvattingen van de mens en niet dat het de schuld is van het werk van God. De mens kan zich inbeelden wat hij wenst, maar hij kan niet zomaar elke werkfase van God of ook maar een deel ervan weerleggen. Het feit dat het Gods werk is is onschendbaar voor de mens. Je kunt je fantasie de vrije teugel geven en zelfs mooie verhalen over het werk van Jehova en Jezus samenstellen, maar je kunt de feiten van elke werkfase van Jehova en Jezus niet weerleggen. Dit is een principe, maar ook een bestuurlijk decreet. Het belang van deze punten zouden jullie moeten inzien. De mens vindt dat deze werkfase onverenigbaar is met zijn opvattingen en dat dit niet geldt voor de vorige twee werkfases. De mens kan zich niet inbeelden dat het werk van de twee vorige fases gelijk is aan werk van vandaag. Maar heb je weleens bedacht dat de principes van Gods werk allemaal hetzelfde zijn, dat Zijn werk altijd praktisch is en dat er, ongeacht het tijdperk, altijd een stroom van mensen zal zijn die zich tegen Zijn werk verzet en daar tegenin gaat? Iedereen die zich heden ten dage tegen deze werkfase verzet en er tegenin gaat zou zich ongetwijfeld ook in vroegere tijden hebben verzet tegen God, want zulke mensen zullen altijd Gods vijanden zijn. De mensen die de feiten van Gods werk kennen, zullen de drie werkfases als het werk van één God beschouwen en zullen hun opvattingen terzijde schuiven. Dit zijn mensen die God kennen en dergelijke mensen volgen God echt. Wanneer Gods algehele management ten einde loopt, zal God alles classificeren naar zijn soort. De mens is gemaakt door de hand van de Schepper en uiteindelijk moet Hij de mens volledig terugbrengen onder Zijn heerschappij. Dit is de afsluiting van de drie werkfases. De werkfase van de laatste dagen en de vorige twee fases in Israël en Judea zijn Gods managementplan in het gehele universum. Niemand kan dit ontkennen en het is de waarheid van Gods werk. Hoewel mensen niet veel van dit werk hebben ervaren of er getuige van zijn geweest, zijn de feiten nog altijd de feiten en dat valt door niemand te ontkennen. Mensen in elk land in dit universum die in God geloven, zullen de drie werkfases aanvaarden. Als je maar één bepaalde werkfase kent en de twee andere fases niet begrijpt, het werk van God in vroegere tijden niet begrijpt, dan kun je de volledige waarheid van Gods algehele managementplan niet verwoorden en is je kennis van God eenzijdig, want in je geloof in God ken je Hem niet, begrijp je Hem niet en ben je dus niet geschikt om van God te getuigen. Ongeacht of je huidige kennis van deze dingen diepgaand is of oppervlakkig, uiteindelijk moeten jullie kennis bezitten en volledig overtuigd zijn. Dan zullen alle mensen de totaliteit van Gods werk inzien en zich onderwerpen aan de heerschappij van God. Tegen het einde van dit werk zullen alle denominaties een worden, zullen alle schepselen teruggebracht worden onder de heerschappij van de Schepper, zullen alle schepselen de ene ware God aanbidden en zullen alle kwade religies verdwijnen om nooit meer tevoorschijn te komen.

uit ‘Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 293

Te begrijpen wat het doel van Gods werk is, welk effect in de mens dient te worden bereikt, en wat de wil van God ten opzichte van de mens is, dat is wat elk mens die God volgt dient te bereiken. Wat alle mensen echter ontbreekt, is kennis van Gods werk. Sinds de schepping van de wereld doorgrondt noch begrijpt de mens precies wat de daden van God in de mens, al het werk van God en de wil van God zijn. Deze onvolkomenheid is niet alleen te zien in de religieuze wereld, maar in alle mensen die in God geloven. Wanneer de dag komt dat je God echt aanschouwt en je de wijsheid van God realiseert, wanneer je alle daden van God aanschouwt en herkent wat God is en heeft, wanneer je zijn overvloed, wijsheid, wonderen en al het werk dat Hij in de mens doet aanschouwt, dan, op dat moment, heb je succesvol geloof in God bereikt. Wanneer van God wordt gezegd dat Hij alomvattend en zeer overvloedig is, wat wordt er dan bedoeld met alomvattend? En wat wordt bedoeld met overvloed? Als je dit niet begrijpt, kun je niet als iemand die in God gelooft worden beschouwd. Waarom zeg ik dat degenen in de religieuze wereld die niet in God geloven en boosdoeners zijn, van dezelfde soort zijn als de duivel? Wanneer ik zeg dat ze boosdoeners zijn, zeg ik dat omdat ze de wil van God niet begrijpen of Zijn wijsheid niet zien. God openbaart nooit Zijn werk aan hen, ze zijn blinde mensen die de daden van God niet zien. Ze zijn door God verlaten en bezitten de zorg en bescherming van God niet, laat staan het werk van de Heilige Geest. Degenen zonder het werk van God zijn boosdoeners en verzetten zich tegen God. Degenen waarvan ik zeg dat ze zich verzetten tegen God zijn: degenen die God niet kennen; degenen die God met lege woorden erkennen, maar Hem niet kennen; degenen die God volgen, maar Hem niet gehoorzamen; en, degenen die zich koesteren in de genade van God, maar toch niet van Hem kunnen getuigen. Zonder het doel van Gods werk en het werk van God in de mens te begrijpen, kan de mens niet in overeenstemming zijn met Gods hart en kan hij niet van God getuigen. De reden dat de mens zich tegen God verzet komt aan de ene kant voort uit de verdorven gezindheid van de mens en aan de andere kant uit zijn onwetendheid van God en gebrek aan begrip van de principes van Gods werk en Zijn wil ten opzichte van de mens. Deze twee aspecten samen vormen een geschiedenis van verzet van de mens tegen God. Nieuwelingen in het geloof verzetten zich tegen God omdat dit verzet in hun natuur ligt, terwijl het verzet tegen God van degenen die alle jaren geloven het resultaat is van hun onwetendheid van God en hun verdorven gezindheid. In de tijd voor de vleeswording van God werd bepaald of een mens zich verzette tegen God aan de hand van of hij zich hield aan de wetten die de hemelse God had uitgevaardigd. Tijdens het Tijdperk van de Wet bijvoorbeeld verzette iedereen die zich niet aan de wetten van Jehova hield zich tegen God. Iedereen die iets stal van de offergaven voor Jehova en iedereen die tegen de gunsteling van Jehova opstond, was een tegenstander van God en werd gedood door steniging. Iedereen die zijn vader en moeder niet eerbiedigde en iedereen die een ander sloeg of vervloekte, was iemand die zich niet aan de wetten hield. En allen die zich niet aan de wetten van Jehova hielden waren degenen die zich tegen Hem verzetten. Dit was niet langer meer het geval in het Tijdperk van Genade, toen iedereen die zich tegen Jezus verzette zich tegen God verzette en iedereen die de woorden die door Jezus werden gesproken niet gehoorzaamde, degenen waren die zich tegen God verzetten. In dit tijdperk is het vaststellen van verzet tegen God duidelijker omschreven en werkelijker geworden. In de tijd dat God nog niet vleesgeworden was, was de maat waarmee gemeten werd of de mens zich tegen God verzette gebaseerd op de vraag of de mens de onzichtbare hemelse God vereerde en naar Hem opkeek. De omschrijving verzet tegen God was toentertijd niet zo werkelijk, omdat de mens God noch kon zien, noch Zijn beeld kon kennen, noch kon weten hoe Hij werkte en sprak. De mens had geen opvattingen over God en geloofde op een vage wijze in God, Hij was immers nog niet aan de mens verschenen. Hoewel de mensen in de God van hun eigen voorstellingen geloofden, veroordeelde God de mens daarom niet en vroeg Hij ook niet veel van de mensen. De mens kon God immers nog helemaal niet zien. Wanneer God vlees wordt en onder de mensen gaat werken, zien allen God en horen Zijn woorden, en allen zien de daden van God in het vlees. Op dat moment gaan alle opvattingen van de mens op in schuim. Wat betreft degenen die God in het vlees zien verschijnen, geldt dat allen die gehoorzaamheid in hun harten hebben niet zullen worden veroordeeld, terwijl degenen die zich doelbewust tegen Hem verzetten zullen worden beschouwd als tegenstanders van God. Zulke mensen zijn antichristen en vijanden die zich moedwillig tegen God verzetten. Degenen die opvattingen over God hebben, maar toch met vreugde gehoorzamen, zullen niet worden veroordeeld. God veroordeelt de mens op basis van zijn bedoelingen en acties, nooit voor zijn gedachten en ideeën. Als de mens op deze basis zou worden veroordeeld, zou niemand aan de wraakzuchtige handen van God kunnen ontsnappen. Degenen die zich moedwillig tegen de geïncarneerde God verzetten, zullen worden gestraft voor hun ongehoorzaamheid. Hun moedwillige verzet tegen God komt voort uit hun opvattingen met betrekking tot Hem, die ertoe leiden dat ze het werk van God verstoren. Zulke mensen verzetten zich bewust tegen het werk van God en vernietigen het. Ze hebben niet alleen hun eigen opvattingen over God, ze doen ook datgene wat Zijn werk verstoort. Het is om deze reden dat zulk gedrag van de mens zal worden veroordeeld. Degenen die zich niet bezighouden met het bewust verstoren van het werk van God zullen niet als zondaars worden veroordeeld, omdat zij in staat zijn gewillig te gehoorzamen en geen wanorde en verstoring veroorzaken. Zulke mensen zullen niet worden veroordeeld. Echter, wanneer er mensen zijn die jarenlang het werk van God hebben ervaren en er toch nog hun eigen opvattingen over God op na houden en niet in staat zijn het werk van de geïncarneerde God te kennen en, ondanks jaren ervaring, vasthouden aan talloze opvattingen over God en God nog steeds niet hebben leren kennen, dan zijn zulke mensen, zelfs als ze door de vele opvattingen over God in hun hart geen problemen hebben veroorzaakt en zelfs als zulke opvattingen niet openbaar worden, nutteloos voor het werk van God. Ze zijn niet in staat het evangelie te verkondigen of te getuigen van God, zulke mensen zijn nietsnutten en imbecielen. Omdat ze God niet kennen en niet in staat zijn hun opvattingen over God te verwerpen, zijn ze verdoemd. Het kan op de volgende manier worden gezegd: Het is niet ongewoon voor nieuwelingen in het geloof om bepaalde opvattingen over God te hebben, of om niets over Hem te weten, maar het is abnormaal voor degenen die al vele jaren hebben geloofd en het werk van God hebben ervaren om nog steeds aan zulke opvattingen vast te houden, en het is nog abnormaler wanneer zulke mensen geen kennis hebben van God. Het is als gevolg van een dergelijke abnormale staat dat zulke mensen worden veroordeeld. Zulke abnormale mensen zijn nietsnutten; zij zijn degenen die God het meest tegenwerken en die de genade van God tevergeefs hebben ontvangen. Zulke mensen zullen uiteindelijk allen worden geëlimineerd!

uit ‘Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 294

Iedereen die het doel van Gods werk niet begrijpt behoort tot degenen die zich tegen God verzetten, en dit geldt nog sterker voor degenen die zich bewust zijn van het doel van Gods werk en er toch niet naar streven God te behagen. Degenen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken reciteren de Bijbel elke dag, maar toch begrijpt geen van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen kent God en niemand leeft in overeenstemming met Gods hart. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die alle vanuit de hoogte God onderwijzen. Hoewel ze met de naam van God schermen, verzetten ze zich moedwillig tegen Hem. Hoewel ze zichzelf gelovigen van God noemen, zijn ze degene die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofd-demonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. En hoewel ze van ‘stevig vlees’ zijn, hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze antichristen zijn die de mens leiden in zijn verzet tegen God? Hoe kunnen zij weten dat ze levende duivels zijn die er in het bijzonder op uit zijn hun zielen te verslinden? Zij die zich groot maken voor God zijn de laagsten van alle mensen, terwijl zij die zichzelf vernederen het meest eerbaar zijn. En degenen die van zichzelf denken dat ze het werk van God kennen en het werk van God met veel tamtam aan anderen proclameren terwijl hun ogen op Hem rusten, dat zijn de meest onwetenden onder de mensen. Dat zijn de mensen zonder getuigenis van God, dat zijn de arrogante en verwaande mensen. Degenen die geloven dat ze weinig kennis van God hebben ondanks hun feitelijke ervaring en praktische kennis van God, zijn degenen die Hij het meest liefheeft. Het zijn zulke mensen die een werkelijk getuigenis hebben en echt door God kunnen worden vervolmaakt. Degenen die de wil van God niet begrijpen zijn tegenstanders van God. Degenen die de wil van God begrijpen, maar de waarheid toch niet beoefenen zijn tegenstanders van God. Degenen die het woord van God eten en drinken en toch tegen de essentie van Gods woorden ingaan zijn tegenstanders van God. Degenen die eigen opvattingen over de geïncarneerde God hebben en bewust rebelleren zijn tegenstanders van God. Degenen die God veroordelen zijn tegenstanders van God. En iedereen die niet in staat is God te kennen en getuigenis te geven voor Hem is een tegenstander van God. Luister dus naar mijn vermaning: als jullie echt het geloof hebben om dit pad te bewandelen, blijf het dan volgen. Als jullie niet in staat zijn jullie te onthouden van verzet tegen God, dan kunnen jullie het beste weggaan voor het te laat is. Anders is het eerder een slecht dan een goed voorteken, omdat jullie natuur te verdorven is. Jullie tonen niet de geringste trouw of gehoorzaamheid, of een hart dat dorst naar gerechtigheid en waarheid. En niemand van jullie heeft ook maar de geringste liefde voor God. Er kan gesteld worden dat jullie toestand voor God een totale puinhoop is. Jullie zijn niet in staat jullie te houden aan wat jullie behoren te doen of te zeggen wat jullie behoren te zeggen. Jullie zijn niet in staat in de praktijk te brengen wat jullie in de praktijk behoren te brengen en jullie zijn niet in staat de functie uit te voeren die jullie behoren uit te voeren. Jullie tonen niet de trouw, het geweten, de gehoorzaamheid of de vastberadenheid die jullie behoren te tonen. Jullie hebben het lijden niet verdragen zoals jullie het behoren te verdragen en jullie hebben niet het geloof dat jullie zouden moeten hebben. Jullie zijn volkomen verstoken van enige verdienste; hebben jullie het zelfrespect om te blijven leven? Ik verklaar jullie met klem dat het beter is jullie ogen te sluiten voor de eeuwige rust en God Zijn zorg over jullie te besparen en niet omwille van jullie hoeft te lijden. Jullie geloven in God, maar kennen toch Zijn wil niet. Jullie eten en drinken de woorden van God, maar zijn toch niet in staat jullie aan de eisen van God te houden. Jullie geloven in God maar toch kennen jullie Hem niet en leven alsof jullie geen doel hebben om naar te streven. Jullie hebben geen waarden en geen doel. Jullie leven als iemand die geen geweten, integriteit en ook maar de geringste mate van geloofwaardigheid heeft. Hoe kunnen jullie als mensen worden beschouwd? Jullie geloven in God, maar toch bedriegen jullie Hem. Sterker nog, jullie nemen Gods geld en eten van Zijn offers, en toch houden jullie uiteindelijk geen rekening met Gods gevoelens of geven blijk van een geweten ten opzichte van God. Jullie kunnen zelfs de meest triviale eisen van God niet houden. Dus hoe kunnen jullie als mensen worden beschouwd? Het voedsel dat jullie eten en de lucht die jullie inademen zijn afkomstig van God, jullie genieten van Zijn genade, en toch hebben jullie uiteindelijk niet de geringste kennis van God. Integendeel, jullie zijn nietsnutten geworden die zich tegen God verzetten. Zijn jullie dan niet net als beesten en niet beter dan een hond? Zijn er dieren die even kwaadaardig zijn als jullie?

De predikanten en ouderlingen die vanaf hun hoge preekstoel de mensen onderwijzen zijn tegenstanders van God en werken samen met Satan. Zouden jullie, die niet eens op een hoge preekstoel staan om de mensen te onderwijzen niet nog grotere tegenstanders van God zijn? Zweren jullie dan bovendien niet samen met Satan? Degenen die het doel van Gods werk niet begrijpen, weten niet hoe ze in overeenstemming met Gods hart moeten leven. Dit kan toch zeker niet gelden voor degenen die het doel van Zijn werk begrijpen? Het werk van God is nooit een vergissing, het is veeleer het streven van de mens dat gebrekkig is. Zijn niet die gedegenereerden die zich moedwillig tegen God verzetten meer sinister en kwaadaardiger dan deze predikanten en ouderlingen? Velen verzetten zich tegen God en deze vele mensen verzetten zich in verschillende vormen tegen God. Zoals er allerlei verschillende soorten gelovigen zijn, zo zijn er ook allerlei verschillende ongelovigen die zich tegen God verzetten, elk op een andere wijze dan de ander. Geen van hen die niet duidelijk het doel van Gods werk erkennen, kan gered worden. Ongeacht hoe de mens zich in het verleden tegen God heeft verzet, wanneer de mens het doel van Gods werk gaat begrijpen en zijn inspanningen wijdt aan het tevredenstellen van God, worden zijn eerdere zonden door God geheel uitgewist. Zolang de mens de waarheid zoekt en de waarheid beoefent, zal God niet in gedachten houden wat hij heeft gedaan. Integendeel, het is op basis van de beoefening van de waarheid dat God de mens rechtvaardigt. Dit is Gods rechtvaardigheid. Op welke manier de mens ook heeft gehandeld tegenover God voordat hij God heeft gezien of Zijn werk heeft ervaren; Hij houdt het niet in gedachten. Echter, zodra de mens God heeft gezien en Zijn werk heeft ervaren worden alle daden en handelingen van de mens door God opgetekend in de ‘annalen’. De mens heeft God immers gezien en in Zijn werk geleefd.

Wanneer de mens werkelijk heeft gezien wat God heeft en is, Zijn heerschappij heeft aanschouwd, en het werk van God echt heeft leren kennen, en wanneer daarnaast zijn oude gezindheid is veranderd, dan zal de mens zijn opstandige gezindheid die zich tegen God verzet hebben weggeworpen. Er kan worden gezegd dat elke mens zich ooit tegen God heeft verzet en dat iedereen ooit tegen God heeft gerebelleerd. Als je echter een mindset hebt de geïncarneerde God te gehoorzamen en voortaan Gods hart tevreden stelt met je trouw, de waarheid beoefent zoals het behoort, je plicht vervult zoals het behoort en je aan de regels houdt zoals het behoort, dan behoor je tot degenen die bereid zijn hun opstandigheid terzijde te schuiven om God tevreden te stellen en behoor je tot degenen die door God kunnen worden vervolmaakt. Als je weigert je fouten in te zien en geen berouwvol hart hebt, als je blijft vasthouden aan je opstandige manieren en in het geheel de wil niet hebt om met God te werken en Hem tevreden te stellen, dan zal een koppige idioot zoals jij zeker worden gestraft en zul je nooit tot degenen behoren die door God worden vervolmaakt. Als dit het geval is ben je vandaag en morgen de vijand van God en blijf je ook overmorgen de vijand van God; je zult voor altijd een tegenstander en een vijand van God blijven. Hoe zou God je kunnen laten gaan? Het ligt in de natuur van de mens zich tegen God te verzetten, maar omdat het veranderen van zijn natuur een onoverkomelijke taak is, kan de mens niet doelbewust naar de 'geheimen' van het verzet van God zoeken. Als dit het geval is kun je beter weglopen voor het te laat is, opdat je tuchtiging in de toekomst niet strenger wordt en opdat je grove natuur zich niet openbaart en onbeheersbaar wordt totdat God uiteindelijk een eind maakt aan je vleselijke lichaam. Je gelooft in God om te worden gezegend. Als je aan het eind alleen onheil ten deel valt, zou dat niet de moeite waard zijn. Ik vermaan jullie een ander plan te ontwerpen. Elke andere oefening zou beter voor jullie zijn dan jullie geloof in God. Er is toch zeker wel meer dan dit ene pad? Zouden jullie niet gewoon op dezelfde manier doorleven zonder naar de waarheid te zoeken? Waarom zouden jullie op deze manier op gespannen voet met God leven?

uit ‘Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 295

Ik heb veel werk onder de mensen gedaan en de woorden die ik in deze tijd heb uitgedrukt zijn veel geweest. Deze woorden zijn ter wille van de redding van de mens en werden uitgedrukt zodat de mens verenigbaar met mij kon worden. Toch heb ik maar een paar mensen op aarde bereikt die verenigbaar met mij zijn en daarom zeg ik dat de mens mijn woorden niet koestert, want de mens is niet verenigbaar met mij. Op deze manier is het werk dat ik doe niet alleen zodat de mens mij kan aanbidden. Het grotere belang ervan is dat de mens verenigbaar met mij kan zijn. Mensen die verdorven zijn leven allemaal in de valstrik van Satan, ze leven in het vlees, leven in zelfzuchtige verlangens en er is niemand onder hen die verenigbaar is met mij. Er zijn mensen die zeggen dat ze dat wel zijn, maar die allen vage idolen aanbidden. Hoewel ze mijn naam als heilig erkennen, begaan ze een pad dat tegengesteld loopt aan mij en hun woorden zijn vol arrogantie en zelfvertrouwen, omdat ze allemaal fundamenteel tegen mij zijn en niet verenigbaar met mij. Elke dag zoeken ze naar sporen van mij in de Bijbel en vinden willekeurig ‘passende’ passages die ze eindeloos lezen en die ze reciteren als geschriften. Ze weten niet hoe ze met mij verenigbaar kunnen zijn, weten niet wat het betekent om in vijandschap met mij te zijn en lezen de geschriften slechts blindelings. Ze beperken binnen de Bijbel een vage God die ze nooit hebben gezien en ze zijn niet bij machte om die te zien en ze kijken wel als ze eens vrije tijd hebben. Ze geloven alleen in mijn bestaan binnen de reikwijdte van de Bijbel. Voor hen ben ik hetzelfde als de Bijbel; zonder de Bijbel ben ik er niet en zonder mij is er geen Bijbel. Ze besteden geen aandacht aan mijn bestaan of daden, maar in plaats daarvan besteden ze extreme en speciale aandacht aan elk afzonderlijk woord van de Schrift en velen van hen geloven zelfs dat ik niets dat ik zou willen doen zou moeten doen, tenzij het door de Schrift is voorzegd. Ze hechten teveel waarde aan de Schrift. Je zou kunnen zeggen dat ze woorden en uitdrukkingen als te belangrijk zien en gaan zelfs zo ver dat ze verzen uit de Bijbel gebruiken om elk woord dat ik zeg af te wegen en om mij te veroordelen. Wat zij zoeken is niet de weg van verenigbaarheid met mij, of de weg van verenigbaarheid met de waarheid, maar de weg van verenigbaarheid met de woorden van de Bijbel en zij geloven dat alles wat niet overeenkomt met de Bijbel, zonder uitzondering, niet mijn werk is. Zijn zulke mensen niet de plichtsgetrouwe afstammelingen van de farizeeën? De Joodse farizeeën gebruikten de wet van Mozes om Jezus te veroordelen. Ze zochten niet naar verenigbaarheid met de Jezus van die tijd, maar volgden ijverig de wet naar de letter en gingen zelfs zo ver dat ze uiteindelijk de onschuldige Jezus aan het kruis nagelden, nadat ze Hem ervan beschuldigden dat Hij de Oudtestamentische wet niet naleefde en dat Hij de Messias niet was. Wat was hun essentie? Was het niet, dat ze niet zochten naar de weg van verenigbaarheid met de waarheid? Ze waren geobsedeerd door elk woord van de Schrift, terwijl ze geen aandacht schonken aan mijn wil en de stappen en methoden van mijn werk. Het waren geen mensen die de waarheid zochten, maar mensen die zich stevig aan woorden vastklampten; het waren geen mensen die in God geloofden, maar mensen die in de Bijbel geloofden. In wezen waren zij waakhonden van de Bijbel. Om de belangen van de Bijbel te beschermen en de waardigheid van de Bijbel te handhaven en de reputatie van de Bijbel te beschermen, gingen ze zo ver dat ze de genadige Jezus aan het kruis nagelden. Dit deden ze alleen om de Bijbel te verdedigen en om de status van elk woord van de Bijbel in de harten van mensen te handhaven. Dus gaven ze de voorkeur aan het verzaken van hun toekomst en het zondoffer, om Jezus, die Zich niet aan de doctrine van de Schrift hield, ter dood te veroordelen. Waren zij niet de lakeien van elk woord van de Schrift?

En hoe zit het met de mensen tegenwoordig? Christus is gekomen om de waarheid vrij te geven, maar zij willen Hem liever uit de mensheid verdrijven om zodoende de hemel binnen te gaan en genade te ontvangen. Ze zouden de komst van de waarheid liever volledig ontkennen om de belangen van de Bijbel te beschermen en zouden liever de Christus die het vlees weer aannam opnieuw aan het kruis nagelen om het eeuwige bestaan van de Bijbel te garanderen. Hoe kan de mens mijn redding ontvangen, wanneer zijn hart zo kwaadaardig is en zijn aard zo vijandig tegenover mij? Ik leef onder de mensen, maar de mensen weten niets van mijn bestaan. Wanneer ik mijn licht op de mens schijn, blijft hij nog steeds onwetend van mijn bestaan. Wanneer ik mijn toorn over de mens ontketen, ontkent hij mijn bestaan met nog grotere kracht. De mens zoekt naar verenigbaarheid met woorden, met de Bijbel, maar toch nadert geen enkele persoon tot mij om de weg van verenigbaarheid met de waarheid te zoeken. De mens kijkt naar mij op in de hemel en besteedt bijzondere zorg aan mijn bestaan in de hemel, maar niemand geeft om mij in het vlees, want ik die onder de mensen leef, ben gewoon te onbeduidend. Degenen die alleen naar verenigbaarheid met de woorden van de Bijbel zoeken en die alleen naar verenigbaarheid met een vage God zoeken, zijn voor mij een ellendige vertoning. Dat is omdat wat ze aanbidden dode woorden zijn en een God die in staat is om ze ongekende schatten te geven. Wat zij aanbidden is een God die Zichzelf overgeeft aan de genade van de mens en die niet bestaat. Wat kunnen zulke mensen dan van mij verkrijgen? De mens is simpelweg te min voor woorden. Degenen die tegen mij zijn, die ongebreidelde eisen aan mij stellen, die geen liefde voor de waarheid hebben, die opstandig zijn jegens mij – hoe zouden die verenigbaar met mij kunnen zijn?

Degenen die tegen mij zijn, zijn degenen die niet verenigbaar met mij zijn. Zo zijn ook zij die de waarheid niet liefhebben en degenen die tegen mij rebelleren nog meer tegen mij en nog minder verenigbaar met mij. Allen die niet verenigbaar met mij zijn, geef ik over aan de boze. Ik laat ze over aan de verdorvenheid van de boze, geef ze de vrije hand om hun kwaadwilligheid te laten zien en geef ze uiteindelijk over aan de boze om te worden verslonden. Het maakt mij niet uit hoeveel mensen mij aanbidden, dat wil zeggen, het maakt mij niet uit hoeveel mensen in mij geloven. Het enige dat mij aan gaat, is hoeveel mensen verenigbaar zijn met mij. Dat is omdat al diegenen die niet verenigbaar met mij zijn slechte mensen zijn die mij verraden; zij zijn mijn vijanden en ik zal mijn vijanden niet in mijn huis op een voetstuk plaatsten. Degenen die verenigbaar met mij zijn zullen mij altijd in mijn huis dienen en zij die van zichzelf mijn vijanden maken zullen voor eeuwig mijn straf ondergaan. Degenen die alleen om de woorden van de Bijbel geven, die zich niet bekommeren om de waarheid of mijn voetsporen zoeken – zij zijn tegen mij, want zij beperken mij volgens de Bijbel en beperken mij in de Bijbel en zijn zo extreem godslasterlijk naar mij. Hoe zouden zulke mensen voor mijn aangezicht kunnen komen? Ze geven geen aandacht aan mijn daden, of mijn wil, of de waarheid, maar in plaats daarvan obsederen ze over woorden, woorden die doden. Hoe zouden zulke mensen verenigbaar met mij kunnen zijn?

uit ‘Je zou de weg van verenigbaarheid met Christus moeten zoeken’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 296

Nadat de waarheid over de vleesgeworden Jezus ontstond, geloofde de mens het volgende: er is niet alleen de Vader in de hemel, maar ook de Zoon en zelfs de Geest. Dit is de gebruikelijke notie dat de mens heeft, dat er een dergelijke God in de hemel is: een Drie-eenheid die Vader, Zoon en Heilige Geest is, alles in één. De hele mensheid heeft van dit soort noties: God is één God, maar bestaat uit drie delen, en al diegenen die zich helaas achter de gebruikelijke noties verschansen denken dat dit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn. Alleen die drie delen verenigd vormen samen de hele God. Zonder de Heilige Vader zou God niet compleet zijn. En zo zou God ook niet compleet zijn zonder de Zoon en de Heilige Geest. Met hun noties geloven zij dat alleen de Vader of alleen de Zoon niet als God beschouwd kan worden. Alleen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest kunnen tezamen als God Zelf worden beschouwd. Alle religieuze gelovigen en zelfs iedere individuele volgeling onder jullie, houden tegenwoordig vast aan dit geloof. Toch kan niemand uitleggen of dit geloof juist is, want jullie bevinden je altijd in een mist van verwarring over zaken die God Zelf aangaan. Hoewel dit noties zijn, weten jullie niet of ze kloppen, want jullie zijn te zeer door religieuze noties besmet. Jullie hebben je de gebruikelijke noties over religie helemaal eigen gemaakt en dit gif is tot in jullie binnenste doorgedrongen. Dus ook in dit geval zijn jullie gezwicht voor deze verderfelijke invloed, want de Drie-eenheid bestaat helemaal niet. Dat wil zeggen, de Drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest bestaat helemaal niet. Dit is gewoon een conventionele opvatting van de mens, een vals geloof van de mens. De mens gelooft al vele eeuwen in deze Drie-eenheid, door de mens voor de geest geroepen door noties, uit de duim gezogen en nooit eerder door de mens waargenomen. Gedurende deze vele jaren zijn er veel spirituele grootheden geweest die de ‘ware betekenis’ van de Drie-eenheid hebben verklaard. Maar die verklaring van de Drie-eenheid als drie afzonderlijke consubstantiële personen is altijd vaag en onduidelijk geweest, en de mensen zijn volledig verward over de ‘constructie’ van God. Geen enkele grootheid heeft ooit een degelijke verklaring kunnen geven. De meeste verklaringen kunnen ermee door wat betreft hun redenering en op papier, maar werkelijk niemand heeft een volledig duidelijk begrip van de betekenis. Dit komt doordat die geweldige Drie-eenheid die de mens in zijn hart heeft gesloten gewoon niet bestaat. Want niemand heeft ooit het ware gezicht van God gezien of het geluk gehad een bezoek aan Gods hoge verblijfplaats te mogen brengen om te onderzoeken wat er te vinden is in de plaats waar God Zich bevindt, en om vast te stellen hoeveel tienduizenden of honderdmiljoenen generaties er precies in het ‘huis van God’ zijn of om een onderzoek in te stellen naar het aantal delen waaruit de eigenlijke constructie van God bestaat. Wat vooral onderzocht moet worden is: de leeftijd van de Vader en de Zoon en van de Heilige Geest; de respectieve verschijningen van deze drie; hoe Ze precies opgesplitst zijn; en hoe het komt dat Ze verenigd zijn. Helaas heeft in al deze lange jaren geen mens de waarheid over deze zaken vast weten te stellen. De mens gist maar wat, niemand heeft ooit de hemel hierboven bezocht en is met een ‘onderzoekverslag’ teruggekeerd om de waarheid over de zaak te rapporteren aan al die hartstochtelijke en vrome religieuze gelovigen die zich druk maken over de Drie-eenheid. Je kunt de mens natuurlijk niet de schuld geven dat hij deze noties heeft gevormd, want waarom liet Jehova de Vader Zich niet door Jezus de Zoon vergezellen toen Hij de mensheid schiep? Als van het begin af aan alles onder de naam Jehova was gebeurd, was het beter geweest. Als iemand de schuld moet krijgen, laten we die dan aan de kortstondige vergissing van Jehova God geven die naliet de Zoon en de Heilige Geest op tijd voor de schepping tot Zich te roepen, maar Zijn werk liever alleen deed. Als Zij tegelijkertijd hadden gewerkt, zouden Zij dan niet één zijn geworden? Als er van het begin tot het einde alleen de naam Jehova was geweest en de naam Jezus in het Tijdperk van Genade niet was voorgekomen, of als Hij dan nog steeds Jehova genoemd was, was deze splitsing door de mensheid God dan niet bespaard gebleven? In ieder geval kan Jehova van dit alles niet de schuld krijgen. Als iemand de schuld moet krijgen, laat dat dan de Heilige Geest zijn, die al duizenden jaren Zijn werk blijft doen onder de naam Jehova, of Jezus, of zelfs de Heilige Geest, waarmee Hij de mens zodanig in de war en van de wijs brengt, dat de mens niet meer weet wie God nu precies is. Als de Heilige Geest vormloos of beeldloos had gewerkt en bovendien zonder een naam als Jezus en de mens Hem niet had kunnen aanraken of zien maar slechts het geluid van de donder had kunnen horen, zou de mens dan niet meer gebaat zijn geweest bij dit soort werk? Maar wat kunnen we daar nu aan doen? De verzameling noties van de mens is zo hoog als een berg en zo wijd als de zee geworden, zodat de huidige God ze niet meer kan verdragen en het spoor helemaal bijster is. Vroeger, toen er alleen Jehova was en Jezus, en de Heilige Geest tussen Hen in, wist de mens al niet meer hoe hij ermee om moest gaan, en nu is ook de Almachtige er nog bij gekomen, over wie ook nog beweerd wordt dat Hij een deel van God is. Wie weet wie Hij is en in welke persoon van de Drie-eenheid Hij vermengd of verborgen is geweest en hoe lang? Hoe kan de mens dit verdragen? De mens had al een leven lang nodig om alleen de Drie-eenheid te verklaren, maar nu is er ook nog “één God in vier personen.” Hoe kan dit worden verklaard? Kun jij dit verklaren? Broeders en zusters! Hoe hebben jullie tot op heden in zo’n God kunnen geloven? Ik neem mijn petje af voor jullie. De Drie-eenheid was al moeilijk genoeg te verdragen; hoe hebben jullie zo lang zo’n onwankelbaar geloof kunnen hebben in deze ene God in vier personen? Jullie zijn met klem verzocht eruit te gaan, maar jullie weigeren. Onbegrijpelijk! Het is wat met jullie! Een mens kan gewoon zover gaan dat hij in vier Goden gelooft en daar niet warm of koud van wordt. Vinden jullie dat geen wonder? Ik wist niet dat jullie zo’n groot wonder konden verrichten! Laat ik jullie vertellen dat in werkelijkheid de Drie-eenheid nergens in dit universum bestaat. God heeft geen Vader of een Zoon, laat staan dat er een denkbeeld is dat Vader en Zoon gezamenlijk de Heilige Geest als instrument gebruiken. Dit alles is een grote misvatting en bestaat gewoon niet in deze wereld! Maar ook zo’n misvatting komt ergens vandaan en is niet helemaal ongegrond, want jullie geest is niet zo eenvoudig en jullie gedachten zijn niet zonder rede. Ze zijn eerder behoorlijk toepasselijk en vernuftig, zozeer zelfs, dat een Satan er niet in kan doordringen. Jammer is alleen dat deze gedachten allen misvattingen zijn en gewoon niet bestaan! Jullie hebben de echte waarheid compleet gemist. Jullie gissen slechts en vormen opvattingen, en dan verzinnen jullie een verhaal om het vertrouwen van anderen op oneerlijke wijze te winnen en overwicht te krijgen over de meest dwaze mensen die verstand noch rede hebben, zodat zij jullie grootse en vermaarde ‘deskundige leer’ zullen geloven. Is dit waarheid? Is dit de weg van leven die de mens zou moeten ontvangen? Wat een onzin allemaal! Geen enkel woord klopt! Al deze lange jaren is God door jullie op deze manier opgesplitst, en iedere generatie heeft Hem in kleinere delen opgesplitst, totdat één God openlijk in drie Goden is gesplitst. En nu kan de mens God gewoon niet meer tot één God verenigen, want jullie hebben Hem te ver opgesplitst. Als ik mijn werk niet op tijd had uitgevoerd, voordat het te laat was, is het moeilijk te zeggen hoe lang jullie schaamteloos zo door waren gegaan! Als je God zo op blijft splitsen, hoe kan Hij jullie God dan nog zijn? Zouden jullie God nog wel herkennen? Zouden jullie Hem nog steeds als jullie vader accepteren en naar Hem terugkeren? Als ik iets later was gekomen, hadden jullie waarschijnlijk ‘Vader en Zoon’, Jehova en Jezus teruggestuurd naar Israël en beweerd dat jullie zelf een deel van God waren. Gelukkig zijn de laatste dagen nu aangebroken. Eindelijk is deze dag aangebroken waarop ik zolang heb gewacht, en pas nadat ik dit deel van mijn werk heb uitgevoerd met mijn eigen hand is jullie opsplitsen van God een halt toegeroepen. Alleen hierdoor is voorkomen dat jullie geëscaleerd zijn en zelfs alle Satans onder jullie voor verering op jullie tafels zijn geplaatst. Dit is jullie kunstgreep! Jullie manier om God op te splitsen! Blijven jullie dit nu zo doen? Laat me jullie vragen: hoeveel Goden zijn er? Welke God zal jullie redding brengen? Is het de eerste God, de tweede, of de derde tot wie jullie altijd bidden? In welke God geloven jullie altijd? Is dat de Vader? Of de Zoon? Of de Geest? Vertel mij wie het is waar jij in gelooft. Hoewel jullie met ieder woord dat jullie spreken in God geloven, is het jullie eigen verstand waar jullie eigenlijk in geloven! Jullie hebben God gewoon niet in je hart! En toch hebben jullie een aantal van die ‘Drie-eenheden’ in jullie gedachten! Zijn jullie het daar niet mee eens?

uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 297

Als de drie stadia van het werk volgens dit concept van de Drie-eenheid worden beoordeeld, dan moeten er wel drie Goden zijn, want het werk dat ieder van hen uitvoert is niet hetzelfde. Als iemand van jullie zegt dat de Drie-eenheid inderdaad bestaat, laat hij dan eens uitleggen wat deze ene God in drie personen precies is. Wat is de Heilige Vader? Wat is de Zoon? Wat is de Heilige Geest? Is Jehova de Heilige Vader? Is Jezus de Zoon? Hoe zit het dan met de Heilige Geest? Is de Vader niet een Geest? Is het wezen van de Zoon niet ook een Geest? Was het werk van Jezus niet het werk van de Heilige Geest? Was het werk van Jehova niet indertijd door een Geest als Jezus uitgevoerd? Hoeveel Geesten kan God hebben? Volgens jouw uitleg zijn de drie personen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één. Als dat zo is, dan zijn er drie Geesten. Maar drie Geesten betekent drie Goden. Dat betekent dat er niet één ware God is. Hoe kan een dergelijke God dan nog het eigenlijke wezen van God bezitten? Als je accepteert dat er maar één God is, hoe kan Hij dan een zoon hebben en een vader zijn? Zijn dit niet gewoon allemaal noties van jou? Er is maar één God en er zit maar één persoon in deze God, en er is maar één Geest van God, al staat er nog zo in de bijbel: “Er is maar één Heilige Geest en maar één God.” Ongeacht of de Vader en de Zoon waar je het over hebt bestaan, is er uiteindelijk maar één God, en het wezen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest waarin je gelooft is het wezen van de Heilige Geest. Met andere woorden, God is een Geest, maar Hij is in staat vlees te worden en onder de mensen te leven en ook kan Hij boven alle dingen staan. Zijn Geest is alomvattend en alomtegenwoordig. Hij kan tegelijkertijd in het vlees zijn en in en boven het universum. Omdat alle mensen zeggen dat God de enige ware God is, is er maar één enkele God, niet willekeurig deelbaar door iemand! God is slechts één Geest, en slechts één persoon. Dat is de Geest van God. Als het is zoals jij zegt – de Vader, de Zoon en de Heilige Geest – zijn er dan geen drie Goden? De Heilige Geest is één ding, de Zoon een ander, en de Vader wéér een ander. Hun personen zijn verschillend en ook Hun wezens zijn verschillend. Hoe kunnen ze dan ieder deel van één enkele God zijn? De Heilige Geest is een Geest, dit is makkelijk te begrijpen voor een mens. Als dit zo is, dan is de Vader nog meer een Geest. Hij is nooit naar de aarde afgedaald of vlees geworden; Hij is Jehova God in het hart van de mens en Hij is zeker ook een Geest. Wat is dan de relatie tussen Hem en de Heilige Geest? Is het een Vader-Zoonrelatie? Of is het de relatie tussen de Heilige Geest en de Geest van de Vader? Is het wezen van elke Geest hetzelfde? Of is de Heilige Geest een instrument van de Vader? Hoe kan dit worden verklaard? Wat heeft de Zoon dan voor relatie met de Heilige Geest? Is dat een relatie tussen twee Geesten of de relatie tussen een mens en een Geest? Dit zijn allemaal onverklaarbare zaken! Als Zij samen één Geest zijn kan er geen sprake van drie personen zijn, want Zij bezitten één Geest. Als Zij afzonderlijke personen zouden zijn, dan zouden Hun Geesten verschillende kracht bezitten en dan konden Zij gewoon niet één enkele Geest zijn. Dit concept van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is gewoon absurd! Het segmenteert God en splitst Hem op in drie personen, elk met een eigen status en Geest; hoe kan Hij dan nog één Geest en één God zijn? Zeg mij, zijn de hemel en de aarde en alle dingen erin en erop door de Vader, de Zoon of de Heilige Geest geschapen? Er wordt gezegd dat Zij dit allemaal samen hebben geschapen. Wie heeft dan de mensheid verlost? Was dat de Heilige Geest, de Zoon of de Vader? Er wordt gezegd dat het de Zoon was die de mensheid heeft verlost. Wie is de Zoon dan in wezen? Is Hij niet de incarnatie van de Geest van God? De geïncarneerde noemt God in de hemel bij de naam Vader vanuit het perspectief van een geschapen mens. Weet je niet dat Jezus uit de ontvangenis van de Heilige Geest is geboren? In Hem huist de Heilige Geest. Wat je ook zegt, Hij is altijd één met God in de hemel, want Hij is de incarnatie van de Geest van God. Dit idee over de Zoon is gewoon niet waar. Er is één Geest die al het werk uitvoert; alleen God Zelf, dat wil zeggen dat de Geest van God Zijn werk uitvoert. Wie is de Geest van God? Is dat niet de Heilige Geest? Is het niet de Heilige Geest die in Jezus werkt? Als het werk niet door de Heilige Geest (dat wil zeggen de Geest van God) was uitgevoerd, zou Zijn werk God Zelf dan kunnen vertegenwoordigen? Toen Jezus in Zijn gebeden God in de hemel Vader noemde, deed Hij dit alleen vanuit het perspectief van een geschapen mens, alleen omdat de Geest van God Zich in gewoon en normaal vlees had gehuld en de uiterlijke bedekking van een schepsel had. Ook al had Hij de Geest van God in Zich, toch was Zijn uiterlijke verschijning die van een normaal mens; met andere woorden, Hij was de ‘Mensenzoon’ geworden waar iedereen, inclusief Jezus Zelf, over sprak. Omdat Hij de Mensenzoon genoemd wordt, is Hij een persoon (man of vrouw, in ieder geval iemand met het uiterlijk omhulsel van een mens) die in een normaal gezin van gewone mensen wordt geboren. Daarom was hoe Jezus God in de hemel Vader noemde hetzelfde als hoe jullie Hem aanvankelijk Vader noemden; Hij deed dit vanuit het perspectief van een mens van de schepping. Kennen jullie het Onze Vader nog dat Jezus jullie uit het hoofd heeft laten leren? “Onze Vader, die in de hemel zijt …” Hij heeft alle mensen gevraagd God in de hemel bij de naam Vader te noemen. En omdat Hij Hem ook Vader noemde, deed Hij dat vanuit het perspectief van iemand die op gelijke voet met jullie allemaal staat. Uit het feit dat jullie God in de hemel bij de naam Vader noemen blijkt dat Jezus Zichzelf op gelijke voet met jullie zag staan, en Zichzelf beschouwde als een mens op aarde die door God is gekozen (dat wil zeggen de Zoon van God). Als jullie God “Vader” noemen, is dat dan niet omdat jullie een schepsel zijn? Hoe groot het gezag van Jezus op aarde ook is, vóór de kruisiging was Hij niet meer dan een door de Heilige Geest (dat wil zeggen God) beheerste Mensenzoon en een van de schepselen op aarde, want Hij moest Zijn werk nog afmaken. Dat Hij God in de hemel Vader noemde was daarom slechts Zijn nederigheid en gehoorzaamheid. Dat Hij God (dat wil zeggen de Geest in de hemel) op zo’n manier aansprak is echter nog geen bewijs dat Hij de Zoon van de Geest van God in de hemel is. Het betekent eerder gewoon dat Zijn perspectief anders is, niet dat Hij een ander persoon is. Het bestaan van afzonderlijke personen is een misvatting! Voor Zijn kruisiging was Jezus een Mensenzoon die aan de beperkingen van het vlees was gebonden en had Hij niet het volledige gezag van de Geest. Daarom kon Hij de wil van God de Vader alleen zoeken vanuit het perspectief van een schepsel. Het is zoals Hij in Getsemane driemaal in gebed zei: “Niet mijn wil maar uw wil geschiede.” Voordat Hij op het kruis werd gelegd was Hij slechts de koning van de Joden, Hij was Christus de Mensenzoon en niet een lichaam van glorie. Daarom noemde Hij God Vader vanuit het standpunt van een schepsel. Je kunt niet zeggen dat iedereen die God Vader noemt de Zoon is. Als dat zo was, waren jullie dan niet allemaal de Zoon geworden toen Jezus jullie het Onze Vader had geleerd? Als jullie nu nog niet overtuigd zijn, zeg mij dan, wie is de persoon die jullie Vader noemen? Als jullie daarmee Jezus bedoelen, wie is dan de Vader van Jezus voor jullie? Nadat Jezus wegging bestond dit idee van de Vader en de Zoon niet meer. Dit idee was alleen gepast in de jaren dat Jezus vlees was geworden. Onder alle andere omstandigheden is het de relatie tussen de Heer der Schepping en een schepsel wanneer jullie God Vader noemen. Er is geen periode waarin dit idee van de Drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest stand kan houden; het is een misvatting zoals er zelden een eerder is voorgekomen en het bestaat niet!

uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 298

Misschien denken de meeste mensen hierbij aan Gods woorden in Genesis: “Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken.” Omdat God zegt: laat “ons” de mens maken naar “ons” beeld, wijst dat “ons” op twee of meer; omdat Hij “ons” zei, is er niet slechts één God. Zo begon de mens abstract te denken aan afzonderlijke personen en uit deze woorden ontstond het idee van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Hoe is de Vader dan? Hoe is de Zoon? En hoe is de Heilige Geest? Is het mogelijk dat de hedendaagse mensheid gemaakt was naar het beeld van één die uit drie is verenigd? Is het beeld van de mens dan zoals de Vader, de Zoon of de Heilige Geest? Naar het beeld van welke persoon van God is de mens geschapen? Dit idee van de mens is gewoon onjuist en onzinnig! Het kan alleen één God in meerdere Goden splitsen. Mozes schreef de Genesis in de tijd nadat de mensheid geschapen was na de schepping van de wereld. In het allereerste begin, toen de wereld begon, bestond Mozes nog niet. En pas veel later schreef Mozes de Bijbel, dus hoe kon hij dan weten wat God in de hemel zei? Hij had geen idee hoe God de wereld had geschapen. In het Oude Testament van de Bijbel worden de Vader, de Zoon en de Heilige Geest niet genoemd, er wordt alleen over de ene ware God, Jehova, gesproken die Zijn werk in Israël uitvoert. In ieder ander tijdperk wordt Hij bij een andere naam genoemd, maar dit kan niet bewijzen dat iedere naam naar een ander persoon verwijst. Als dit zo was, zouden er dan geen ontelbare personen in God zijn? Wat in het Oude Testament geschreven staat is het werk van Jehova, een stadium van het werk van God Zelf voor het begin van het Tijdperk van de Wet. Het was het werk van God, en zoals Hij sprak was het en zoals Hij beval gold het. Op geen enkel moment heeft Jehova gezegd dat Hij de Vader was die gekomen was om het werk uit te voeren of heeft Hij ooit geprofeteerd dat de Zoon zou komen om de mensheid te verlossen. Toen het tijdperk van Jezus aanbrak, werd er alleen maar gezegd dat God vlees was geworden om de hele mensheid te verlossen, niet dat het de Zoon was die gekomen was. Omdat de tijdperken niet hetzelfde zijn en het werk dat God Zelf doet ook steeds anders is, moet Hij Zijn werk in verschillende rijken uitvoeren. Op die manier is de identiteit die Hij vertegenwoordigt ook steeds anders. De mens gelooft dat Jehova de Vader van Jezus is, maar Jezus heeft dit eigenlijk nooit erkend. Hij zei hierover: “Wij zijn nooit apart als Vader en Zoon gezien; ik en de Vader in de hemel zijn één. De Vader is in mij, en ik ben in de Vader; als de mens de Zoon ziet, ziet hij de hemelse Vader.” Of het nu de Vader of de Zoon is, uiteindelijk zijn Ze één Geest, onverdeeld in gescheiden personen. Zodra de mens dit probeert te verklaren, worden de zaken ingewikkelder door ideeën over afzonderlijke personen en ook over de relatie tussen Vader, Zoon en Geest. Wanneer de mens het over afzonderlijke personen heeft, wordt God hier dan niet door verstoffelijkt? De mens kent de personen een eerste, tweede en derde plaats toe. Maar dit zijn slechts opvattingen van de mens, ze zijn het niet waard dat we ernaar verwijzen en ze zijn volkomen onrealistisch! Als je hem zou vragen: “Hoeveel Goden zijn er?” dan zou hij zeggen dat God de Drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is: de enige ware God. Als je hem zou vragen: “Wie is de Vader?” zou hij zeggen: “De Vader is de Geest van God in de hemel; Hij heeft de leiding over alles en is de Heer van de hemel.” “Is Jehova dan de Geest?” Hij zou zeggen: “Ja!” Als jij hem dan zou vragen “Wie is de Zoon?”, dan zou hij zeggen dat Jezus de Zoon is, natuurlijk. “Wat is dan het verhaal van Jezus? Waar is Hij vandaan gekomen?” Hij zou zeggen: “Jezus is uit Maria geboren door de ontvangenis van de Heilige Geest.” “Is Zijn wezen dan niet ook de Geest? Is Zijn werk dan niet representatief voor de Heilige Geest? Jehova is de Geest, en dat geldt ook voor het wezen van Jezus. Het hoeft geen betoog dat de Geest nu nog steeds aan het werk is in de laatste dagen, hoe kunnen het dan verschillende personen zijn? Is het niet gewoon de Geest van God die het werk van de Geest vanuit verschillende perspectieven uitvoert?” Als zodanig is er geen onderscheid tussen personen. Jezus is ontvangen van de Heilige Geest, en het is boven alle twijfel verheven dat Zijn werk nu juist dat van de Heilige Geest was. Toen Jehova het eerste stadium van het werk uitvoerde, is Hij geen vlees geworden en ook niet aan de mens verschenen. De mens had Zijn verschijning dus nooit gezien. Hoe geweldig en groot Hij ook was, Hij was toch gewoon de Geest, God Zelf die als eerste de mens had geschapen. Dat wil zeggen, Hij was de Geest van God. Toen Hij de mens vanuit de wolken toesprak, was Hij slechts een Geest. Niemand had Zijn verschijning gezien. Pas in het Tijdperk van Genade toen de Geest van God vlees werd en in Judea incarneerde zag de mens voor het eerst het beeld van de incarnatie als een Jood. Het gevoel van Jehova kon niet worden waargenomen. Hij is echter ontvangen van de Heilige Geest, dat wil zeggen ontvangen van de Geest van Jehova Zelf, en Jezus werd nog steeds geboren als de belichaming van de Geest van God. Wat de mens als eerste zag was de Heilige Geest die als een duif op Jezus neerdaalde. Dit was niet uitsluitend de Geest van Jezus, maar juist de Heilige Geest. Kan de Geest van Jezus dan van de Heilige Geest afgescheiden worden? Als Jezus Jezus is, de Zoon, en de Heilige Geest de Heilige Geest is, hoe kunnen Zij dan één zijn? Als dit zo was, zou het werk niet gedaan kunnen worden. De Geest in Jezus, de Geest in de hemel en de Geest van Jehova zijn één. Het kan de Heilige Geest genoemd worden, de Geest van God, de zevenmaal geïntensiveerde Geest en de alomvattende Geest. De Geest van God kan veel werk uitvoeren. Hij kan de wereld scheppen en door een vloed vernietigen; Hij kan de hele mensheid verlossen en bovendien de hele mensheid overwinnen en vernietigen. Dit werk wordt helemaal door God Zelf uitgevoerd en kan niet door een van de andere personen van God in Zijn plaats zijn gedaan. Zijn Geest kan Jehova of Jezus worden genoemd, maar ook de Almachtige. Hij is de Heer, en Christus. Hij kan ook de Mensenzoon worden. Hij is in de hemelen en ook op aarde; Hij is hoog boven de universums en onder de menigten. Hij is de enige Heer van de hemelen en de aarde! Vanaf het moment van de schepping tot nu is dit werk door de Geest van God Zelf uitgevoerd. Of het nu het werk in de hemelen of in het vlees betreft, alles is door Zijn eigen Geest uitgevoerd. Alle schepselen zijn in de palm van Zijn almachtige hand, of ze nu in de hemel of op aarde zijn. Dit is allemaal het werk van God Zelf en kan door niemand anders dan door Hem worden gedaan. In de hemelen is Hij de Geest, maar ook God Zelf; onder de mensen is Hij vlees maar blijft Hij God Zelf. Al kan Hij bij honderdduizenden namen worden genoemd, Hij is nog steeds Zichzelf en al het werk is de rechtstreekse uitdrukking van Zijn Geest. De verlossing van de hele mensheid door Zijn kruisiging was het directe werk van Zijn Geest, en dit geldt ook voor de verkondiging aan alle naties en alle landen tijdens de laatste dagen. God kan altijd enkel maar almachtig genoemd worden, en de enige ware God, de alomvattende God Zelf. De afzonderlijke personen bestaan niet, laat staan dit idee van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest! Er is maar één God in de hemel en op aarde!

uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 299

Gods managementplan strekt zich over zesduizend jaar uit en is over drie tijdperken verdeeld naar de verschillen in Zijn werk: het eerste tijdperk is het Tijdperk van de Wet uit het Oude Testament; het tweede is het Tijdperk van Genade; en het derde is het tijdperk dat tot de laatste dagen behoort – het Tijdperk van het Koninkrijk. In ieder tijdperk wordt er een andere identiteit getoond. Dit is alleen vanwege het verschil in het werk, ofwel de vereisten van het werk. Het eerste stadium van het werk tijdens het Tijdperk van de Wet werd in Israël uitgevoerd, en het tweede stadium, waarin het verlossingswerk afgemaakt werd, werd in Judea uitgevoerd. Voor het verlossingswerk werd Jezus geboren uit de ontvangenis van de Heilige Geest en als enige Zoon. Dit was allemaal vanwege de vereisten van het werk. In de laatste dagen wil God Zijn werk over de heidense naties uitbreiden en de volkeren daar overwinnen, zodat Zijn naam groot zal zijn onder hen. Hij wil de mens leiden zodat deze de hele waarheid en de weg van het leven begrijpt. Dit hele werk wordt door één Geest uitgevoerd. Hoewel Hij dit vanuit verschillende standpunten kan doen, blijven de aard en principes van het werk hetzelfde. Wanneer je eenmaal de principes en de aard van het werk dat Zij uitgevoerd hebben ziet, dan zul je weten dat het allemaal door één Geest is gedaan. Toch kunnen sommige mensen dan nog zeggen: “De Vader is de Vader; de Zoon is de Zoon; de Heilige Geest is de Heilige Geest, en uiteindelijk zullen Zij één gemaakt worden.” Hoe zou je ze dan één moeten maken? Hoe kunnen de Vader en de Heilige Geest één gemaakt worden? Als Ze eigenlijk twee waren, zouden Ze dan niet uit twee delen blijven bestaan, op welke manier Ze ook verenigd zijn? Als je over éénmaken praat, betekent dat niet gewoon dat je twee afzonderlijke delen samenvoegt tot een geheel? Maar waren het niet twee delen voordat ze tot een geheel werden gemaakt? Iedere Geest heeft een afzonderlijk wezen, en twee Geesten kunnen niet tot een geheel gemaakt worden. De Geest is geen stoffelijk voorwerp en lijkt op niets in de stoffelijke wereld. Zoals de mens het ziet is de Vader één Geest, de Zoon een andere en de Heilige Geest weer een andere. Deze drie Geesten vermengen zich vervolgens tot een geheel als drie glazen water. Is dat dan niet de drie die één gemaakt worden? Dit is zuiver een onjuiste uitleg! Splits je God zo niet op? Hoe kunnen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest allemaal één gemaakt worden? Zijn Zij niet drie delen met elk een verschillende aard? Er zijn er nog die zeggen: “Heeft God niet uitdrukkelijk gezegd dat Jezus Zijn geliefde Zoon was?” Jezus is de geliefde Zoon van God, in wie Hij welbehagen heeft gevonden – dit is zekerlijk gezegd door God Zelf. Dat was God die van Zichzelf getuigde maar vanuit een ander perspectief, het perspectief van de Geest in de hemel die van Zijn eigen incarnatie getuigt. Jezus is Zijn incarnatie, niet Zijn Zoon in de hemel. Begrijp je? Wijzen de woorden van Jezus, “Ik ben in de Vader en de Vader is in mij” er niet op dat Zij één Geest zijn? En is het niet voor de incarnatie dat Zij zijn gescheiden tussen hemel en aarde? In werkelijkheid zijn Zij nog steeds één, het is gewoon God die getuigenis geeft voor Zichzelf. Ten gevolge van de veranderende tijdperken, de vereisten van het werk en de verschillende stadia van Zijn managementplan noemt de mens Hem bij verschillende namen. Toen Hij het eerste stadium van het werk kwam uitvoeren kon Hij alleen maar Jehova worden genoemd, de herder van de Israëlieten. In het tweede stadium kon de geïncarneerde God alleen maar Heer en Christus worden genoemd. Maar toen zei de Geest in de hemel alleen maar dat Hij de geliefde Zoon van God was en vermeldde daar niet bij dat Hij de enige Zoon van God was. Dit is gewoon niet gebeurd. Hoe kan God nu maar een enig kind hebben? Zou God dan niet mens geworden zijn? Omdat Hij de incarnatie was, werd Hij de geliefde Zoon van God genoemd en hieruit ontstond de Vader-Zoon relatie. Dit kwam gewoon door de scheiding tussen hemel en aarde. Jezus bad vanuit het perspectief van het vlees. Omdat Hij het vlees van een dergelijke normale menselijkheid had aangenomen, is het vanuit het perspectief van het vlees dat Hij zei: “Mijn omhulsel is het omhulsel van een schepsel. Omdat ik vlees heb aangenomen om op deze aarde te komen, ben ik nu heel ver weg van de hemel.” Daarom kon Hij alleen tot God de Vader bidden vanuit het perspectief van het vlees. Dat was Zijn plicht, dat was waarmee de geïncarneerde Geest van God moest worden uitgerust. Er kan niet gezegd worden dat Hij God niet is, alleen maar omdat Hij vanuit het perspectief van het vlees tot de Vader bidt. Hoewel Hij de geliefde Zoon van God wordt genoemd, is Hij toch God Zelf, want Hij is slechts de incarnatie van de Geest en Zijn wezen is nog steeds de Geest. De mens in zijn visie vraagt zich af waarom Hij bidt als Hij God Zelf is. Dit komt omdat Hij de geïncarneerde God is, God die in het vlees leeft, en niet de Geest in de hemel. Zoals de mens het ziet zijn de Vader, de Zoon en de Heilige Geest allemaal God. Alleen de drie die één gemaakt zijn kunnen als de ene ware God worden beschouwd en zo is Zijn macht uitzonderlijk groot. Er zijn nog steeds mensen die zeggen dat Hij alleen zo de zevenmaal geïntensiveerde Geest is. Toen de Zoon na Zijn komst bad, was het tot de Geest dat Hij bad. In werkelijkheid bad Hij vanuit het perspectief van een schepsel. Want het vlees is niet een geheel, Hij was niet een geheel en Hij had veel zwakheden toen Hij in het vlees kwam, en Hij werd veel gehinderd toen Hij Zijn werk in het vlees uitvoerde. Daarom bad Hij driemaal tot God de Vader voordat Hij gekruisigd werd, en ook nog vele malen voordien. Hij bad te midden van Zijn discipelen; Hij bad alleen bovenop een berg; Hij bad aan boord van het vissersbootje; Hij bad te midden van een mensenmenigte; Hij bad toen Hij het brood brak; en Hij bad toen Hij anderen zegende. Waarom deed Hij dat? Het was de Geest tot wie Hij bad; Hij bad tot de Geest, tot God in de hemel, vanuit het perspectief van het vlees. Daarom werd Jezus vanuit het standpunt van de mens de Zoon in dat stadium van het werk. In dit stadium bidt Hij echter niet. Waarom niet? Omdat Hij het werk van het woord voortbrengt en het oordeel en de tuchtiging van het woord. Hij heeft geen gebeden nodig, en het is Zijn bediening om te spreken. Hij wordt niet aan het kruis genageld, en Hij wordt niet door de mens aan de machthebbers uitgeleverd. Hij doet gewoon Zijn werk en dan is alles in orde. Toen Jezus destijds bad, bad Hij tot God de Vader dat het koninkrijk van de hemel mocht neerkomen, dat de wil van de Vader mocht geschieden en dat het werk mocht komen. In dit stadium is het koninkrijk van de hemel al neergekomen, moet Hij dan nog bidden? Het is Zijn werk het tijdperk teneinde te brengen, en er komen geen nieuwe tijdperken meer. Moet er dan nog gebeden worden voor een volgend stadium? Ik ben bang van niet!

De uitleg van de mens bevat veel tegenstrijdigheden. Het zijn inderdaad allemaal noties van de mens. Zonder er verder kritisch naar te kijken zouden jullie allemaal geloven dat ze juist waren. Weten jullie niet dat dit idee van God als Drie-eenheid slechts een idee van de mens is? Kennis van de mens is nooit volledig en grondig. Er is altijd verontreiniging en de mens heeft te veel ideeën. Hieruit blijkt dat een schepsel het werk van God gewoon niet kan verklaren. De mens heeft te veel aan zijn hoofd. Dat komt allemaal voort uit logica en gedachten die in strijd zijn met de waarheid. Kan jouw logica het werk van God nauwkeurig ontleden? Kun jij inzicht verwerven in het hele werk van Jehova? Ben jij het als mens die alles kan doorzien, of is het God Zelf die van eeuwig naar eeuwig kan kijken? Ben jij het die van eeuwig lang geleden naar eeuwig in de toekomst kan kijken, of is het God die dit kan? Wat zeg je? Waarom ben jij het waard om God te verklaren? Waarop is jouw verklaring gebaseerd? Ben jij God? De hemelen en de aarde en alle dingen erin en erop zijn door God Zelf geschapen. Jij hebt dit niet gedaan, waarom geef je dan onjuiste verklaringen? Blijf je nu nog geloven in de Drie-eenheid? Denk je niet dat het zo te zwaar is? Het is beter voor je om in één God te geloven, niet in drie. Het is beter om licht te zijn, want “de last van de Heer is licht.”

uit ‘Bestaat de Drie-eenheid?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Vorige: Mysteries over de Bijbel

Volgende: Het blootleggen van de verdorvenheid van de mensheid

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Wat is jouw begrip van God?

Mensen geloven al heel lang in God, toch hebben de meesten geen begrip van dit woord ‘God’. Ze volgen gewoon de meute zonder verder benul....

Wat weet jij over het geloof?

In de mens bestaat alleen het onzekere woord van geloof, maar de mens weet niet waar geloof uit bestaat, laat staan waarom hij geloof...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger