248 Gods basis voor het veroordelen van mensen

1 In de tijd dat God nog niet vleesgeworden was, was de maat waarmee gemeten werd of de mens zich tegen God verzette gebaseerd op de vraag of de mens de onzichtbare hemelse God vereerde en naar Hem opkeek. De omschrijving verzet tegen God was toentertijd niet zo werkelijk, omdat de mens God noch kon zien, noch Zijn beeld kon kennen, noch kon weten hoe Hij werkte en sprak. De mens had geen opvattingen over God en geloofde op een vage wijze in God, Hij was immers nog niet aan de mens verschenen. Hoewel de mensen in de God van hun eigen voorstellingen geloofden, veroordeelde God de mens daarom niet en vroeg Hij ook niet veel van de mensen. De mens kon God immers nog helemaal niet zien.

2 Wanneer God vlees wordt en onder de mensen gaat werken, zien allen God en horen Zijn woorden, en allen zien de daden van God in het vlees. Op dat moment gaan alle opvattingen van de mens op in schuim. Wat betreft degenen die God in het vlees zien verschijnen, geldt dat allen die gehoorzaamheid in hun harten hebben niet zullen worden veroordeeld, terwijl degenen die zich doelbewust tegen Hem verzetten zullen worden beschouwd als tegenstanders van God. Zulke mensen zijn antichristen en vijanden die zich moedwillig tegen God verzetten. Degenen die opvattingen over God hebben, maar toch met vreugde gehoorzamen, zullen niet worden veroordeeld. God veroordeelt de mens op basis van zijn bedoelingen en acties, nooit voor zijn gedachten en ideeën. Als de mens op deze basis zou worden veroordeeld, zou niemand aan de wraakzuchtige handen van God kunnen ontsnappen.

3 Degenen die zich moedwillig tegen de geïncarneerde God verzetten, zullen worden gestraft voor hun ongehoorzaamheid. Hun moedwillige verzet tegen God komt voort uit hun opvattingen met betrekking tot Hem, die ertoe leiden dat ze het werk van God verstoren. Zulke mensen verzetten zich bewust tegen het werk van God en vernietigen het. Ze hebben niet alleen hun eigen opvattingen over God, ze doen ook datgene wat Zijn werk verstoort. Het is om deze reden dat zulk gedrag van de mens zal worden veroordeeld. Degenen die zich niet bezighouden met het bewust verstoren van het werk van God zullen niet als zondaars worden veroordeeld, omdat zij in staat zijn gewillig te gehoorzamen en geen wanorde en verstoring veroorzaken. Zulke mensen zullen niet worden veroordeeld.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten

Vorige: 247 Zoek de weg van verenigbaarheid met Christus

Volgende: 249 Het verhaal van Tomas is een waarschuwing voor de mensheid

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

476 Wat de jeugd moet nastreven

Vers 1Wat de jeugd niet hebben moet,is vooroordeel en bedrog.De jeugd moet niet handelenop een wijze die gruwelijk en vernietigend is.Ze...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger