13.3 Gods waarschuwingen aan de mens

644. Degenen die het leven willen verkrijgen zonder te vertrouwen op de waarheid gesproken door Christus zijn de meest belachelijke mensen op aarde en zij die de weg van het leven die door Christus is gebracht niet accepteren, zijn verloren in fantasie. En dus zeg ik dat de mensen die Christus van de laatste dagen niet accepteren, voor eeuwig veracht worden door God. Christus is gedurende de laatste dagen voor de mens de poort tot het koninkrijk, die niemand mag omzeilen. Niemand zal door God worden vervolmaakt dan alleen door Christus. Je gelooft in God en dus moet je Zijn woorden accepteren en Zijn weg gehoorzamen. Je moet niet alleen denken aan het verkrijgen van zegeningen zonder de waarheid te ontvangen, of zonder de voorziening van het leven te aanvaarden. Christus komt tijdens de laatste dagen zodat iedereen die echt in Hem gelooft, van leven kan worden voorzien. Zijn werk is bedoeld om het oude tijdperk te beëindigen en het nieuwe binnen te gaan en is het pad dat moet worden gevolgd door iedereen die het nieuwe tijdperk zou binnengaan. Als je niet in staat bent Hem te erkennen en in plaats daarvan Hem veroordeelt, lastert of zelfs vervolgt, dan ben je bestemd om te branden in eeuwigheid en zul je nooit het koninkrijk van God binnengaan. Want deze Christus is Zelf de uitdrukking van de Heilige Geest, de uitdrukking van God, Degene die God Zijn werk op aarde heeft toevertrouwd. En dus zeg ik dat als je niet alles kunt accepteren wat gedaan is door Christus van de laatste dagen, je de Heilige Geest lastert. De vergelding die moet worden geleden door hen die de Heilige Geest lasteren, is voor iedereen vanzelfsprekend. Ik zeg je ook dat als je je verzet tegen Christus van de laatste dagen en Hem verloochent, er niemand is die de gevolgen voor jou kan dragen. Bovendien zul je vanaf deze dag geen nieuwe kans meer hebben om de goedkeuring van God te krijgen; zelfs als je het goed probeert te maken, zul je nooit meer het aangezicht van God zien. Want waar je tegen bent is geen mens, wat je veracht, is niet een nietig wezen, maar Christus. Ben je je bewust van deze consequentie? Je hebt geen kleine fout gemaakt, maar een gruwelijke misdaad begaan. En daarom adviseer ik iedereen om niet je tanden te laten zien aan de waarheid, of achteloze kritieken te uiten, want alleen de waarheid kan je het leven brengen en niets anders dan de waarheid kan je in staat stellen om herboren te worden en het aangezicht van God te aanschouwen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven

645. Wij vertrouwen dat geen enkel land en geen enkele macht in de weg kan staan van wat God wil bereiken. Zij die Gods werk dwarsbomen, zich tegen het woord van God verzetten, het plan van God verstoren of aantasten zullen uiteindelijk door God worden gestraft. Wie het werk van God tart zal naar de hel worden gestuurd; elk land dat het werk van God tart zal worden vernietigd; elke natie die opstaat om zich tegen het werk van God te keren zal van de aardbodem worden weggevaagd, en zal niet meer bestaan. Ik heb het dringende verzoek aan de mensen van alle landen, naties en zelfs industrieën om te luisteren naar de stem van God, om het werk van God te aanschouwen, om aandacht te geven aan het lot van de mensheid, om zodoende van God de allerheiligste te maken, de meest eerbare, de allerhoogste en het enige onderwerp van aanbidding voor de mensheid, en om toe te staan dat de gehele mensheid onder de zegening van God leeft, net zoals de afstammelingen van Abraham onder de belofte van Jehova leefden, en net zoals Adam en Eva, die oorspronkelijk gemaakt waren door God, leefden in de hof van Eden.

Het werk van God is als machtige, aanzwellende golven. Niemand kan Hem tegenhouden en niemand kan Zijn voetstappen stoppen. Alleen zij die zorgvuldig naar Zijn woorden luisteren, en die naar Hem zoeken en dorsten, kunnen Zijn voetstappen volgen en Zijn belofte ontvangen. Zij die dat niet doen zullen worden onderworpen aan overweldigende rampspoed en welverdiende straf.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid

646. God zoekt mensen die naar Zijn verschijning verlangen. Hij zoekt hen die in staat zijn om Zijn woorden te horen, hen die Zijn opdracht niet vergeten zijn en hun hart en hun lichaam aan Hem opofferen. Hij zoekt hen die zo gehoorzaam zijn als jonge kinderen en geen weerstand aan Hem bieden. Als jouw toewijding aan God niet gehinderd of beïnvloed wordt, dan zal God je gunstig beschouwen en zal je Zijn zegeningen geven. Als je een hoge positie hebt of een eerbare reputatie, over veel kennis beschikt, veel bezittingen hebt, en gesteund wordt door veel mensen, maar deze dingen je niet weerhouden om God te benaderen om Zijn roeping en Zijn opdracht te accepteren, om te doen wat God van je vraagt, dan zal alles wat je doet van het grootste belang zijn op aarde en het meest rechtvaardige der mensheid. Als je de roeping van God verwerpt in het belang van status en je eigen doelen, dan zal alles wat je doet vervloekt zijn en zelfs veracht door God. Misschien ben je president, of wetenschapper, een voorganger of een ouderling, maar het maakt niet uit hoe hoog je functie is, als je in je doen en laten op je kennis en vaardigheden rekent dan zul je altijd falen, en zul je altijd verstoken zijn van de zegeningen van God, want God accepteert geen van je daden, en Hij staat niet toe dat je carrière een rechtvaardige is, en accepteert niet dat je werkt ten gunste van de mensheid. Hij zal zeggen dat alles wat je doet bedoeld is om de kennis en macht van de mensheid te gebruiken om de mens de bescherming van God te ontnemen, en om de zegeningen van God te ontkrachten. Hij zal zeggen dat je de mensheid naar de duisternis leidt, richting de dood en naar de aanvang van een bandeloos bestaan waarin de mens God en Zijn zegening verloren is.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid

647. Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven zochten ze niet. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout om zich tevergeefs aan de naam van de Messias vast te klampen en zich ondertussen op alle mogelijke manieren tegen het wezen van de Messias te verzetten. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God is als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Zijn dit geen ongerijmde en belachelijk ideeën? Ik wil jullie nogmaals vragen: is het niet heel makkelijk voor jullie om de fouten van de vroegste farizeeërs te begaan, omdat jullie niet het geringste begrip van Jezus hebben? Kun je de weg van de waarheid onderscheiden? Kun je echt garanderen dat je je niet zult verzetten tegen Christus? Kun je het werk van de Heilige Geest volgen? Als je niet weet of je je zult verzetten tegen Christus, dan zeg ik dat je al op de rand van de dood leeft. Zij die de Messias niet kenden waren allemaal in staat om zich tegen Jezus te verzetten, of om Jezus te verwerpen, of kwaad te spreken over Hem. Mensen die Jezus niet begrijpen, kunnen Hem allemaal ontkennen en beschimpen. Ze zijn bovendien in staat de terugkeer van Jezus als het bedrog van Satan te zien en meer mensen zullen de in het vlees teruggekeerde Jezus veroordelen. Maakt dit alles jullie niet bang? Jullie krijgen met blasfemie tegen de Heilige Geest te maken, de verwoesting van de woorden van de Heilige Geest aan de kerken, en de afwijzing van alles dat Jezus tot uitdrukking heeft gebracht. Als jullie zo verward zijn, wat kunnen jullie van Jezus krijgen? Hoe kunnen jullie het werk van Jezus begrijpen wanneer Hij naar het vlees terugkeert op een witte wolk, als jullie koppig blijven weigeren je je fouten te realiseren? Dit is wat ik jullie vertel: mensen die de waarheid niet aanvaarden, maar blind de komst van Jezus op een witte wolk afwachten, zullen zeker blasfemie plegen jegens de Heilige Geest, en zij behoren tot de categorie die vernietigd zal worden. Jullie willen slechts de genade van Jezus ontvangen en genieten van het zalige hemelrijk, maar jullie hebben de woorden die Jezus heeft gesproken nooit gehoorzaamd en jullie hebben de waarheid die Jezus heeft geuit toen Hij terugkeerde naar het vlees nooit ontvangen. Wat hebben jullie te bieden in ruil voor het feit dat Jezus op een witte wolk terugkomt? Is het de eerlijkheid waarmee jullie regelmatig zonden begaan en ze vervolgens opbiechten, steeds weer? Wat kunnen jullie als offer aanbieden aan Jezus die op een witte wolk terugkeert? Zijn het de jaren van werk waarmee jullie jezelf prijzen? Wat hebben jullie te bieden zodat de teruggekeerde Jezus jullie kan vertrouwen? Is het die arrogante natuur van jullie, die aan geen enkele waarheid gehoorzaamt?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben

648. Ik zeg jullie, wie in God gelooft vanwege de tekenen, behoort zeker tot de categorie die vernietigd zal worden. Wie de woorden van Jezus die naar het vlees is teruggekeerd niet kan accepteren is zeker het nageslacht van de hel, de afstammeling van de aartsengel, de categorie die aan de eeuwigdurende vernietiging zal worden onderworpen. Veel mensen geven misschien niets om mijn woorden, maar toch wil ik iedere zogenaamde heilige die Jezus volgt vertellen dat als jullie met je eigen ogen Jezus vanuit de hemel zien neerdalen op een witte wolk dit de openbare verschijning van de zon der rechtvaardigheid zal zijn. Misschien is dat een tijd voor je van veel sensatie. Toch moet je weten dat het moment waarop jij getuige bent van de afdaling van Jezus vanuit de hemel ook de tijd is waarin jij naar de hel afdaalt om gestraft te worden. Dat zal het einde van Gods managementplan zijn, en het zal de tijd zijn waarin God de goeden beloont en de slechten straft. Want het oordeel van God zal voorbij zijn voordat de mens de tekenen ziet, als er alleen uitdrukking van de waarheid is. Wie de waarheid aanvaardt en niet op zoek is naar tekenen, en zo gezuiverd is, zal naar de troon van God en in de omarming van de Schepper zijn teruggekeerd. Alleen wie volhardt in het geloof dat “de Jezus die niet op een witte wolk rijdt een valse christus is”, zal aan eeuwigdurende straf onderworpen worden, want ze geloven alleen in de Jezus die tekenen laat zien, maar erkennen niet de Jezus die een streng oordeel uitspreekt en de ware weg van het leven uitvaardigt. Dus kan het alleen gebeuren dat Jezus hen aanpakt als Hij openlijk op een witte wolk terugkeert. Ze zijn te eigenwijs, hebben te veel vertrouwen in zichzelf en zijn te arrogant. Hoe kunnen zulke ontaarde mensen door Jezus worden beloond? De terugkeer van Jezus betekent een geweldige redding voor hen die de waarheid kunnen aanvaarden, maar voor hen die dat niet kunnen is het een teken van veroordeling. Jullie moeten je eigen pad kiezen, en jullie mogen de Heilige Geest niet blasfemeren en de waarheid verwerpen. Jullie zouden geen onwetende en arrogante personen moeten zijn, maar mensen die gehoorzamen aan de leiding van de Heilige Geest en hunkeren en zoeken naar de waarheid; alleen zo zullen jullie profiteren. Ik raad jullie aan het pad van het geloof in God voorzichtig te bewandelen. Trek geen overhaaste conclusies; sterker nog, wees niet oppervlakkig en gedachteloos in jullie geloof in God. Jullie moeten weten dat wie in God gelooft op zijn minst nederig en eerbiedig moet zijn. Wie de waarheid heeft gehoord maar er zijn neus voor ophaalt is dwaas en onwetend. Wie de waarheid heeft gehoord maar onvoorzichtig overhaaste conclusies trekt of de waarheid veroordeelt is door arrogantie bezeten. Niemand die in Jezus gelooft, is bekwaam anderen te vervloeken of te veroordelen. Jullie moeten allemaal rationeel zijn en de waarheid aanvaarden. Als je de weg van de waarheid hebt gehoord en het woord van het leven hebt gelezen, misschien geloof je dan dat slechts één op de tienduizend van deze woorden overeenkomt met jouw overtuigingen en de Bijbel. Zoek dan door naar dit tienduizendste woord en onderzoek dat. Ik raad je nog steeds aan nederig te zijn, niet overmoedig te worden en jezelf niet altezeer te verhogen. Met een weinig ontzag voor God zul je meer licht ontvangen. Als je deze woorden zorgvuldig onderzoekt en herhaaldelijk overweegt zul je begrijpen of ze de waarheid zijn of niet, en of ze het leven zijn of niet. Misschien zullen sommige mensen, als ze slechts een paar regels gelezen hebben, deze woorden blind veroordelen. Ze kunnen zeggen: “Dit is slechts een verlichting van de Heilige Geest,” of “Dit is een valse Christus die gekomen is om de mensen te misleiden.” Wie zoiets zegt is door onwetendheid verblind. Je begrijpt te weinig van het werk en de wijsheid van God en ik raad je aan om helemaal opnieuw te beginnen. Jullie moeten niet blind de woorden die God heeft gesproken veroordelen omdat er valse christussen verschenen zijn tijdens de laatste dagen en jullie moeten niet iemand zijn die blasfemeert jegens de Heilige Geest, omdat je bang bent voor misleiding. Zou dat niet ontzettend jammer zijn? Als je na lange tijd van onderzoek nog steeds gelooft dat deze woorden de waarheid niet zijn, de weg niet zijn en niet door God zijn gesproken, dan zul je uiteindelijk gestraft worden en zonder zegeningen zijn. Als je zulke eenvoudig en duidelijk uitgesproken waarheden niet kunt aanvaarden, ben je dan niet ongeschikt voor de redding van God? Ben je dan niet iemand die niet het geluk heeft voor de troon van God terug te keren? Denk daar eens over na! Wees niet te snel en impulsief, en zie het geloof in God niet als een spel. Denk na in het belang van je bestemming, in het belang van je vooruitzichten, in het belang van je leven en speel niet met jezelf. Kun je deze woorden aanvaarden?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben

649. In de laatste dagen zal Christus de waarheid gebruiken om de mensen overal op aarde te onderwijzen en alle waarheden aan hen bekend te maken. Dit is Gods werk van oordeel. Velen hebben een slecht gevoel over de tweede incarnatie van God, want de mens vindt het moeilijk te geloven dat God vlees zou worden om het werk van oordeel te doen. Niettemin moet ik je vertellen dat het werk van God de verwachtingen van de mens vaak overtreft en moeilijk te accepteren is voor het verstand van de mensen. Want de mensen zijn maar maden op de aarde, terwijl God het Opperwezen is dat het universum vervult; het verstand van de mens is verwant aan een put met smerig water dat enkel maden voortbrengt, terwijl ieder stadium van het werk dat bestuurd wordt door de gedachten van God de distillatie van Gods wijsheid is. De mens wenst constant te wedijveren met God, waarvan ik zeg dat het vanzelfsprekend is wie er zal verliezen op het einde. Ik vermaan jullie allemaal jezelf niet als belangrijker te beschouwen dan goud. Als anderen het oordeel van God kunnen accepteren, waarom kun jij het dan niet? Hoeveel hoger sta jij boven anderen? Als anderen hun hoofden kunnen buigen voor de waarheid, waarom kun jij dat dan ook niet doen? Gods werk heeft een onstuitbaar momentum. Hij zal het werk van oordeel niet herhalen omwille van je ‘bijdrage’ die je hebt geleverd, en je zult vervuld worden van grenzeloos berouw over het laten wegglippen van zo’n goede gelegenheid. Als je mijn woorden niet gelooft, wacht dan op die grote witte troon in de lucht om oordeel over je te vellen! Je moet weten dat alle Israëlieten Jezus afwezen en verloochenden, en toch heeft het feit van de verlossing van de mensheid door Jezus zich nog steeds uitgebreid door het hele universum en tot de uiteinden van de aarde. Is dit niet een realiteit die God lang geleden gemaakt heeft? Als je nog steeds wacht tot Jezus je ten hemel op zal nemen, dan zeg ik dat je een koppig stuk dood hout[a] bent. Jezus zal een valse gelovige zoals jij, die ontrouw is aan de waarheid en enkel op zegeningen uit is, niet erkennen. Integendeel, Hij zal je zonder genade in de poel van vuur werpen om tienduizenden jaren lang te branden.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid

650. God heeft deze wereld geschapen, Hij heeft deze mensheid geschapen, en was ook de architect van de klassieke Griekse cultuur en menselijke beschaving. Alleen God troost deze mensheid, en alleen God zorgt dag en nacht voor deze mensheid. Menselijke ontwikkeling en vooruitgang is onscheidbaar van de soevereiniteit van God, en de geschiedenis en toekomst van de mensheid zijn onlosmakelijk met het ontwerp van God verweven. Als je een ware christen bent dan zul je zeker geloven dat de opkomst en ondergang van elk land of natie volgens het ontwerp van God verloopt. God alleen kent het lot van een land of natie, en God alleen beschikt over het verloop van deze mensheid. Als de mensheid een goed lot wil hebben, als een land een goed lot wil hebben, dan moet de mens in aanbidding naar God toe buigen, zich bekeren en belijden voor God, want anders zal het lot en de bestemming van de mensheid onvermijdelijk in een catastrofe eindigen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid

651. Jullie moeten omwille van jullie lot naar Gods goedkeuring streven. Dat wil zeggen: aangezien jullie erkennen dat jullie tot het huis van God behoren, moeten jullie God gemoedsrust schenken en Hem in alles behagen. Met andere woorden: jullie moeten handelen volgens principes en je conformeren aan de waarheden daarin. Als je dit niet kunt, zal God je verafschuwen en verwerpen. Ook zul je door ieder mens worden afgewezen. Ben je eenmaal in die netelige situatie beland, dan kun je niet tot het huis van God worden gerekend. Dat wordt er bedoeld met niet goed bevonden zijn door God.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen

652. Mijn eisen lijken misschien simpel, maar wat ik jullie zeg is niet zo simpel als een en een is twee. Als jullie hier alleen maar vrijblijvend over kletsen, als een kip zonder kop holle, hoogdravende woorden uitkramen, zullen jullie blauwdrukken en wensen altijd een lege pagina blijven. Ik zal geen medelijden hebben met wie vele jaren lijden en hard werken zonder iets te bereiken. Integendeel, ik overlaad degenen die niet aan mijn eisen hebben voldaan met straf, niet met beloningen, en al helemaal niet met enig medeleven. Misschien denken jullie dat jullie al die jaren als volgelingen desondanks zo hard hebben gewerkt, dat jullie in Gods huis in elk geval een kom rijst kunnen krijgen als dienstdoener. Ik zeg dat de meesten van jullie zo denken. Jullie hebben er tot nu toe immers altijd naar gestreefd om ergens beter van te worden zonder er zelf minder van te worden. Ik zeg jullie nu dan ook in alle ernst: Het maakt mij niet uit hoe verdienstelijk je harde werk is, hoe indrukwekkend je kwalificaties zijn, hoe nauwgezet je mij volgt, hoe beroemd je bent of hoe je gedrag is verbeterd − zolang je niet hebt gedaan wat ik heb vereist, zul je mijn lof nooit kunnen krijgen. Zet al die ideeën en berekeningen van jullie zo snel mogelijk uit jullie hoofd en neem mijn eisen serieus. Anders maak ik as van alle mensen om een einde te maken aan mijn werk, of in het beste geval mijn jaren werk en lijden op niets te laten uitlopen. Ik kan mijn vijanden en mensen aan wie kwaad kleeft naar het model van Satan immers niet in mijn koninkrijk, in het volgende tijdperk brengen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Door overtredingen gaan mensen naar de hel

653. Dit is de tijd waarin mijn Geest grote dingen bewerkstelligt en de tijd waarin ik mijn werk onder de heidense naties begin. Sterker nog, het is de tijd waarin ik alle geschapen wezens classificeer en ze allemaal in hun categorie plaats, zodat mijn werk sneller en effectiever kan verlopen. En wat ik dus van jullie vraag is nog steeds dat je je gehele wezen opoffert voor al mijn werk en bovendien dat je duidelijk onderscheid moet maken en zeker moet zijn van al het werk dat ik in je gedaan heb en dat je al je kracht in mijn werk stopt zodat het effectiever kan worden. Dit is wat je moet begrijpen. Zie af van vechten onder elkaar, van zoeken naar een weg terug en van het najagen van vleselijke gemakken, wat mijn werk zou vertragen en je prachtige toekomst zou verpesten. Als je zoiets doet, breng je vernietiging over jezelf heen, in plaats van jezelf bescherming te kunnen bieden. Zou dit niet dwaas van je zijn? Hetgeen je vandaag gretig geniet, is juist wat je toekomst verwoest, terwijl de pijn die je vandaag de dag lijdt, precies datgene is wat je beschermt. Je moet je duidelijk bewust zijn van deze dingen, om de verleidingen, waarvan je je moeilijk kunt losmaken, te ontwijken en te vermijden dat je verloren raakt in de dichte mist en niet in staat bent de zon te vinden. Wanneer de dichte mist verdwijnt, zul je jezelf aantreffen in het oordeel van de grote dag. Tegen die tijd zal mijn dag de mensheid genaderd zijn. Hoe ontsnap je aan mijn oordeel? Hoe kun je de verzengende hitte van de zon verdragen? Wanneer ik mijn overvloed aan de mens schenk, koestert hij deze niet in zijn boezem, maar werpt deze terzijde op een plaats waar niemand deze zal opmerken. Wanneer mijn dag op de mens neerdaalt, zal hij niet langer in staat zijn mijn overvloed te ontdekken of de bittere woorden van waarheid te vinden die ik lang geleden tot hem heb gesproken. Hij zal jammeren en huilen, omdat hij de helderheid van het licht heeft verloren en in duisternis is beland. Wat jullie vandaag zien, is slechts het scherpe zwaard van mijn mond. Jullie hebben de roede niet gezien in mijn hand of de vlam waarmee ik de mens verbrand en daarom zijn jullie nog steeds hoogmoedig en onmatig in mijn aanwezigheid. Dat is waarom jullie nog steeds met mij in mijn huis vechten, en betwisten met de menselijke tong wat ik met mijn mond heb gesproken. De mens vreest mij niet en hoewel hij tot op de dag van vandaag nog steeds vijandig tegenover mij is, is hij nog steeds helemaal niet bang. Jullie hebben de tong en de tanden van de onrechtvaardigen in jullie monden. Jullie woorden en daden zijn zoals die van de slang die Eva verleidde om te zondigen. Jullie eisen van elkaar oog om oog en tand om tand en jullie wedijveren in mijn aanwezigheid om positie, roem en winst voor jezelf te bewerkstelligen, maar jullie weten niet dat ik in het verborgene naar jullie woorden en daden kijk. Voordat jullie zelfs in mijn tegenwoordigheid komen, heb ik de bodem van jullie harten gepeild. De mens wil altijd aan de greep van mijn hand ontsnappen en de waarneming van mijn ogen ontwijken, maar ik ben nooit weggedoken voor zijn woorden of daden. In plaats daarvan sta ik doelbewust toe dat die woorden en daden mijn ogen binnendringen, zodat ik de ongerechtigheid van de mens kan tuchtigen en een oordeel kan vellen over zijn rebellie. Zodoende blijven de verborgen woorden en daden van de mens altijd voor mijn rechterstoel, en mijn oordeel heeft de mens nooit verlaten, omdat zijn rebellie te buitensporig is. Mijn werk is om alle woorden en daden van de mens, die werden geuit en verricht in de tegenwoordigheid van mijn Geest, te verbranden en te zuiveren. Op deze manier[b] zullen mensen, wanneer ik de aarde verlaat, nog steeds hun loyaliteit aan mij behouden en zullen ze mij nog dienen zoals mijn heilige dienaren doen in mijn werken en het mogelijk maken om mijn werk op aarde te laten doorgaan tot de dag dat het voltooid is.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het werk van het verspreiden van het evangelie is ook het werk van de redding van de mens

654. Op aarde zijn er allerlei kwade geesten die eindeloos op jacht zijn naar een rustplaats en voortdurend op zoek zijn naar lijken van mensen die opgegeten kunnen worden. Mijn volk, blijf onder mijn hoede en bescherming! Gedraag je nooit bandeloos! Gedraag je nooit roekeloos! Bied je trouw liever aan in mijn huis, alleen met trouw kun je een tegenaanval inzetten tegen de sluwheid van de duivel. Gedraag je onder geen omstandigheid als in het verleden toen je het ene deed voor mijn aangezicht, maar het andere achter mijn rug. Zo kun je al niet meer gered worden. Ik heb nu toch zeker wel meer dan voldoende van dergelijke woorden gesproken? Juist omdat de oude aard van de mens onverbeterlijk is, heb ik hem er herhaaldelijk aan herinnerd. Begin je niet te vervelen! Alles wat ik zeg is in het belang van jullie bestemming! Satan heeft nu juist een vervuilde en smerige plek nodig, en hoe hopelozer jullie verloren zijn voor verlossing en hoe meer ontaard jullie zijn als jullie weigeren jezelf beperkingen op te leggen, hoe meer onzuivere geesten de kans zullen grijpen om te infiltreren. Als jullie eenmaal in deze impasse zijn aangeland is jullie trouw nog slechts kletspraat, zonder enige realiteit, en jullie vastberadenheid zal ten prooi vallen aan onzuivere geesten en veranderen in ongehoorzaamheid of de sluwheid van Satan, en aangewend worden om mijn werk te verstoren. Dan zal ik jullie doodslaan waar en wanneer het mij behaagt. Niemand kent de ernst van deze situatie. De mensen zijn allemaal doof voor wat ze horen en kennen geen greintje voorzichtigheid. Ik weet niet meer wat er vroeger is gedaan. Wacht je nog steeds tot ik mild word voor jou door alweer te vergeten?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 10

655. Velen worden liever naar de hel verbannen dan eerlijk te spreken en te handelen. Ik heb voor wie oneerlijk zijn dan ook een andere behandeling in petto. Ik begrijp natuurlijk heel goed dat het best moeilijk voor jullie is om een eerlijk mens te zijn. Jullie zijn allemaal ontzettend slim en weten een heer met jullie eigen bekrompen meetlatje de maat te nemen. Dat maakt mijn werk er alleen maar eenvoudiger op. Jullie houden jullie geheimen angstvallig voor jullie, daarom zal ik jullie één voor één rampspoed laten overkomen om door vuur ‘onderwezen’ te worden, zodat jullie daarna volkomen toegewijd zullen zijn aan het geloof in mijn woorden. Tot slot zal ik uit jullie mond de woorden “God is een getrouwe God” trekken, waarna jullie zullen erkennen en betreuren dat “het hart van de mens is sluw!” Wat zal jullie gemoedstoestand dan zijn? Ik denk dat jullie minder eigendunk zullen hebben dan nu. Jullie zullen dan helemaal niet meer “ondoorgrondelijk” zijn zoals jullie nu denken te zijn. Sommigen gedragen zich keurig netjes en lijken bijzonder “goedgemanierd” in Gods tegenwoordigheid. Toch komen ze in opstand en laten ze zich volledig gaan in de tegenwoordigheid van de Geest. Zouden jullie zo iemand als eerlijk beschouwen? Als je hypocriet en goed in de sociale omgang bent, ga je lichtvaardig met God om. Als je woorden vol excuses zitten en je zaken nutteloos wegredeneert, ben je niet iemand die het naleven van de waarheid hoog in het vaandel heeft. Als je verborgen zaken niet graag bespreekbaar maakt en niet bereid bent je geheimen, oftewel je moeilijkheden, bloot te geven aan anderen om de weg van het licht te zoeken, zul je het heil niet gemakkelijk verkrijgen en niet gemakkelijk uit de duisternis tevoorschijn komen. […] Hoe iemands lot uiteindelijk uitpakt, hangt af van of hij een eerlijk en bloedrood hart heeft, en of hij een zuivere ziel heeft. Als je iemand bent die erg oneerlijk is, iemand met een kwaadwillig hart en iemand met een onzuivere ziel, dan zal je zeker belanden op een plek waar de mens wordt gestraft, zoals is vastgelegd in de akten van jouw lot. Als je beweert heel eerlijk te zijn en toch nooit overeenkomstig de waarheid weet te handelen of een woord van waarheid weet te spreken, wacht je dan nog steeds op een beloning van God? Hoop je dan nog steeds dat God je als Zijn oogappel zal beschouwen? Is dat niet een absurde manier van denken? Je misleidt God in alles, dus hoe kan het huis van God iemand met zulke onzuivere handen als jij onderbrengen?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen

656. Welnu, of jullie streven wel of niet effectief is geweest, wordt afgemeten aan wat jullie op het moment bezitten. Dit wordt gebruikt om jullie uitkomst mee te bepalen; dat wil zeggen: jullie uitkomst openbaart zich in de offers die jullie hebben gebracht en de dingen die jullie hebben gedaan. Jullie uitkomst zal bekend worden gemaakt aan de hand van jullie streven, jullie geloof en datgene wat jullie gedaan hebben. Onder jullie allen zijn er velen die al niet meer gered kunnen worden, want vandaag is de dag waarop de uitkomsten van mensen geopenbaard worden, en ik zal niet warhoofdig zijn in mijn werk; degenen die totaal niet meer gered kunnen worden, zal ik het nieuwe tijdperk niet binnenleiden. Er komt een tijd waarop mijn werk voltooid is. Ik zal geen werk uitoefenen aan die stinkende lijken zonder geest die totaal niet meer gered kunnen worden; dit zijn de laatste dagen van de redding van de mens, en ik zal geen nutteloos werk doen. Ga niet tekeer tegen de Hemel en de aarde – het einde van de wereld is aanstaande. Het is onvermijdelijk. Het is zover gekomen, en er is niets wat jij als mens kunt doen om het te stoppen; je kunt de dingen niet naar wens veranderen. Gisteren betaalde je geen prijs voor het nastreven van de waarheid en was je niet loyaal; vandaag is de tijd aangebroken en val je niet meer te redden; en morgen zul je worden geëlimineerd en zal er geen ruimte zijn om je te redden. Al is mijn hart zachtmoedig en doe ik mijn uiterste best om je te redden, als je niet streeft omwille van jezelf of over jezelf nadenkt, wat heeft dit dan van doen met mij? Zij die alleen maar aan hun vlees denken en die van comfort genieten; zij die lijken te geloven, maar niet echt geloven; zij die zich inlaten met kwaadaardige geneeskunde en tovenarij; zij die promiscue, haveloos en sjofel zijn; zij die offers aan Jehova en Zijn eigendommen stelen; zij die van omkoping houden; zij die ijdel dromen van het opstijgen naar de hemel; zij die arrogant en verwaand zijn, die alleen maar naar persoonlijke roem en rijkdom streven; zij die onbeschaamde woorden verspreiden; zij die God Zelf belasteren; zij die uitsluitend oordelen ten nadele van God en Hem belasteren; zij die klieken vormen en onafhankelijkheid nastreven; zij die zichzelf verheerlijken boven God; die lichtzinnige mannen en vrouwen van jongere, middelbare en oudere leeftijd die verstrikt zijn in de losbandigheid; die mannen en vrouwen die onder andere mensen persoonlijke roem en rijkdom genieten en persoonlijke status nastreven; die onboetvaardige mensen die in de zonde gevangenzitten – is het voor hen allen niet zo dat zij niet meer gered kunnen worden? Losbandigheid, zondigheid, kwaadaardige geneeskunde, tovenarij, godslastering en onbeschaamde woorden hebben allemaal vrij spel onder jullie; en waarheid en de woorden des levens worden onder jullie vertrapt, en de heilige taal wordt onder jullie bezoedeld. Jullie heidenen, opgezwollen van de vuiligheid en ongehoorzaamheid! Wat zal jullie uiteindelijke uitkomst zijn? Hoe kunnen zij die het vlees liefhebben, die tovenarij van het vlees begaan en die verstrikt zitten in losbandige zonde het lef hebben om te blijven leven! Weet je niet dat mensen zoals jullie maden zijn die niet meer gered kunnen worden? Wat geeft jullie het recht om dit en dat te eisen? Tot de dag van vandaag is er niet de geringste verandering geweest onder hen die niet van de waarheid houden en alleen van het vlees houden – hoe kunnen zulke mensen gered worden? Zij die niet van de weg van het leven houden, die God niet verheerlijken en geen getuigenis van Hem geven, die plannetjes maken omwille van hun eigen status, die zichzelf ophemelen – zijn zij niet nog altijd hetzelfde, zelfs vandaag? Wat voor waarde heeft het om hen te redden? Of je gered kunt worden, hangt niet af van je mate van senioriteit of hoeveel jaar je gewerkt hebt, en al helemaal niet van hoeveel accreditaties je hebt opgebouwd. Veeleer hangt het ervan af of jouw streven vrucht heeft gedragen. Je behoort te weten dat zij die gered zijn de ‘bomen’ zijn die vrucht dragen, niet de bomen met rijkelijk gebladerte en uitbundige bloemen waar echter geen fruit aan groeit. Zelfs als je vele jaren langs de wegen hebt gezworven, wat maakt dat uit? Waar is je getuigenis? Je eerbied voor God is veel kleiner dan je liefde voor jezelf en je wellustige verlangens – is dit soort persoon niet ontaard? Hoe zouden zij een voorbeeld en een model van redding kunnen zijn? Je natuur is onverbeterlijk, je bent te opstandig, er is geen redding meer voor je mogelijk! Zijn zulke mensen niet degenen die geëlimineerd zullen worden? Is de tijd waarop mijn werk voltooid is niet de tijd van het aanbreken van je laatste dag? Ik heb onder jullie zo veel werk gedaan en zo veel woorden gesproken – hoeveel ervan is echt jullie oren binnengegaan? Hoeveel ervan hebben jullie ooit gehoorzaamd? Wanneer mijn werk eindigt, zal dat de tijd zijn waarop je je niet langer tegen mij opstelt, waarop je je niet langer tegenover mij opstelt. Terwijl ik werk, handelen jullie voortdurend tegen mij; mijn woorden gehoorzamen jullie nooit. Ik doe mijn werk, en jij doet je eigen ‘werk’; je schept je eigen kleine koninkrijk. Jullie zijn niets dan een troep vossen en honden, die alles doen vanuit verzet tegen mij! Voortdurend proberen jullie hen die jullie hun onverdeelde liefde bieden in jullie omhelzing te nemen – waar is jullie eerbied? Alles wat jullie doen is bedrieglijk! Jullie kennen geen gehoorzaamheid of eerbied, en alles wat jullie doen is bedrieglijk en godslasterlijk! Kunnen zulke mensen gered worden? Mannen die seksueel immoreel en wellustig zijn, willen altijd kokette hoeren naar zich toe trekken voor hun eigen plezier. Zulke seksueel immorele demonen zal ik beslist niet redden. Ik haat jullie, vuile demonen, en jullie wellust en koketheid zal jullie in de hel storten. Wat hebben jullie daarop te zeggen? Jullie vuile demonen en kwade geesten zijn weerzinwekkend! Jullie zijn walgelijk! Hoe zou zulk uitschot gered kunnen worden? Kunnen zij die in de zonde verstrikt zitten nog altijd gered worden? Vandaag trekken deze waarheid, deze weg en dit leven jullie niet aan; in plaats daarvan worden jullie aangetrokken door zondigheid, geld, aanzien, roem en gewin, door de geneugten van het vlees, door de knapheid van mannen en de charmes van vrouwen. Wat kwalificeert jullie om mijn koninkrijk binnen te gaan? Jullie beeld is nog groter dan dat van God, jullie status is nog hoger dan die van God, om nog maar te zwijgen van jullie aanzien onder de mensen – jullie zijn een idool geworden dat door de mensen wordt vereerd. Ben je niet de aartsengel geworden? Wanneer de uitkomsten van mensen worden onthuld, en dat zal zijn wanneer ook het reddingswerk ten einde zal lopen, zullen velen onder jullie lijken zijn die niet meer gered kunnen worden en geëlimineerd moeten worden. Tijdens het reddingswerk ben ik aardig en goed voor alle mensen. Wanneer het werk een einde neemt, zullen de uitkomsten van verschillende soorten mensen onthuld worden, en tegen die tijd zal ik niet langer aardig en goed zijn, want de uitkomsten van mensen zullen zijn onthuld, en eenieder zal zijn ingedeeld naar zijn soort, en het zal geen nut meer hebben nog enig reddingswerk te doen, want het tijdperk van de redding zal voorbij zijn en zal, eens voorbij, niet weerkeren.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Praktijk (7)

657. Ik heb jullie veel waarschuwingen gegeven en veel waarheden over jullie uitgestort om jullie te overwinnen. Jullie voelen je vandaag meer verrijkt dan in het verleden. Jullie begrijpen veel principes van hoe iemand behoort te zijn en bezitten veel van het gezonde verstand dat gelovige mensen behoren te hebben. Dat hebben jullie in al die jaren wel bereikt. Ik ontken jullie vooruitgang niet, maar ik zeg erbij dat ik ook de vele keren dat jullie in al die jaren ongehoorzaam en opstandig waren jegens mij niet ontken. Er is namelijk niet één heilige onder jullie. Jullie zijn zonder uitzondering verdorven door Satan en de vijanden van Christus. Jullie overtredingen en ongehoorzaamheid tot op de dag van vandaag zijn legio. Het kan dus nauwelijks vreemd gevonden worden dat ik mijzelf voor jullie steeds herhaal. Op deze manier wens ik niet met jullie samen te leven. Maar omwille van jullie toekomst, omwille van jullie bestemming, neem ik hier nog eens door wat ik al eerder heb gezegd. Ik hoop dat jullie geduld met mij hebben. Ik hoop nog meer dat jullie ieder woord dat ik spreek zullen geloven, en nog meer dat jullie de verregaande implicaties van mijn woorden inzien. Twijfel niet aan wat ik zeg en pik mijn woorden vooral niet naar wens op om ze vervolgens terzijde te leggen. Dat vind ik onverdraaglijk. Veroordeel mijn woorden niet en vat ze zeker niet lichtvaardig op. Zeg ook niet dat ik jullie altijd in verzoeking breng of, erger nog, dat ik jullie dingen vertel die niet kloppen. Die dingen vind ik onverdraaglijk. Omdat jullie mij en de dingen die ik zeg met erg veel argwaan behandelen, mijn woorden nooit tot je nemen en geen aandacht aan mij besteden, zeg ik tegen elk van jullie in alle ernst: Koppel wat ik zeg niet aan filosofie en verbind het niet aan de leugens van oplichters. Nog belangrijker, reageer niet met minachting op mijn woorden. Misschien is niemand in de toekomst in staat om jullie te vertellen wat ik jullie vertel, of om zo liefdevol tot jullie te spreken, laat staan om jullie deze punten zo geduldig uit te leggen. De tijd komt dat jullie terug zullen kijken op de goede oude tijd, of luid zullen jammeren of kermen van de pijn. Of jullie beleven dan donkere nachten zonder greintje waarheid of leven, of jullie wachten dan zonder hoop of met zo’n bittere spijt dat jullie niet voor rede vatbaar zijn … Vrijwel niemand van jullie kan aan deze verschillende mogelijkheden ontsnappen. Niemand van jullie is immers in een positie waarin jullie God werkelijk aanbidden. Jullie gaan op in de wereld van losbandigheid en kwaad. Jullie vermengen jullie geloof, jullie geest, ziel en lichaam met allerlei dingen die niets met het leven en de waarheid van doen hebben. Jullie verzetten je er zelfs tegen. Ik hoop dus voor jullie dat jullie naar het pad van licht kunnen worden gebracht. Ik hoop alleen dat jullie voor jezelf kunnen zorgen, op jullie tellen kunnen passen, en dat jullie niet zo veel nadruk leggen op jullie bestemming terwijl jullie tegelijkertijd jullie gedrag en overtredingen met onverschilligheid bekijken.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Door overtredingen gaan mensen naar de hel

658. Hoe talrijker je overtredingen, hoe kleiner je kansen op een goede bestemming. Anderzijds, hoe schaarser je overtredingen, hoe groter je kansen op de Gods lof. Als je overtredingen oplopen tot het punt waarop ik je onmogelijk nog kan vergeven, zijn je kansen op vergeving compleet verkeken. In dat geval is je bestemming niet boven maar beneden. Geloof je me niet, wees dan maar flink, doe verkeerd en wacht dan maar af wat het je oplevert. Ben je een oprecht mens die de waarheid in praktijk brengt, dan zul je zeker kans maken op vergeving van je overtredingen. Je zult ook steeds minder vaak ongehoorzaam zijn. Ben je niet bereid om de waarheid in praktijk te brengen, dan nemen je overtredingen jegens God geheid toe. Je zult steeds vaker ongehoorzaam zijn, tot je de limiet bereikt en dat zal het moment van je volledige vernietiging zijn. Op dat moment zal je mooie droom om zegeningen te ontvangen uiteenspatten. Beschouw je overtredingen niet als fouten van iemand die onvolwassen of dwaas is. Gebruik niet het excuus dat je de waarheid niet in praktijk hebt gebracht omdat je lage kaliber dat onmogelijk maakte. En beschouw je overtredingen vooral niet als daden van iemand die niet beter wist. Als je er goed in bent om jezelf te vergeven en genereus te behandelen, dan zeg ik dat je een lafaard bent die de waarheid nooit zal leren kennen. Je overtredingen zullen je constant achtervolgen en je altijd weerhouden om aan de vereisten van waarheid te voldoen. Je wordt zo voor altijd een trouwe metgezel van Satan. Mijn advies aan jou luidt nog steeds: Laat al je aandacht niet alleen naar je bestemming uitgaan en ga niet voorbij aan je verborgen overtredingen. Neem je overtredingen serieus en zie ze geenszins door de vingers uit bezorgdheid om je bestemming.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Door overtredingen gaan mensen naar de hel

659. Hoewel een deel van Gods essentie liefde is, en Hij barmhartigheid verleent aan iedereen, vergeten mensen dat Zijn essentie ook waardigheid is. Dat Hij liefde heeft, betekent niet dat mensen Hem vrijelijk kunnen beledigen en dat Hij helemaal geen gevoelens of reacties heeft. Dat Hij genade heeft betekent niet dat Hij geen principes heeft in hoe Hij mensen behandelt. God leeft; Hij bestaat echt. Hij is geen ingebeelde marionet of iets anders. Aangezien Hij bestaat, moeten we te allen tijde zorgvuldig luisteren naar de stem van Zijn hart, aandacht schenken aan Zijn houding en Zijn gevoelens begrijpen. We moeten de verbeeldingskracht van de mens niet gebruiken om God te definiëren en we moeten de gedachten en wensen van de mens niet aan God opleggen, en daarmee God de stijl van de mens en zijn denken laten gebruiken in hoe Hij de mensheid behandelt. Als je dat doet, dan maak je God boos, dan lok je Gods toorn uit, en je daagt Gods waardigheid uit! Dus, nadat jullie de ernst van deze zaak hebben begrepen, dring ik er bij iedereen hier op aan om heel voorzichtig en verstandig te zijn in jullie daden. Wees heel voorzichtig en verstandig in jullie spreken. En als het gaat om hoe jullie God behandelen, hoe voorzichtiger en verstandiger jullie zijn, hoe beter! Wanneer je niet begrijpt wat Gods houding is, spreek dan niet achteloos, wees niet achteloos in je daden en plak niet achteloos etiketten. Sterker nog, trek geen willekeurige conclusies. In plaats daarvan moet je wachten en zoeken; dit is ook een manier om God te vrezen en het kwaad te mijden. Als je dit punt vooral kunt bereiken en deze houding boven alles kunt aannemen, dan zal God je geen verwijt maken ten aanzien van je domheid, onwetendheid en gebrek aan begrip over de redenen achter dingen. Het is eerder zo dat God, vanwege jouw houding van angst om God te beledigen, jouw respect voor Gods intenties en jouw bereidwillige houding om Hem te gehoorzamen, je niet zal vergeten, je zal leiden en verlichten, of je onvolwassenheid en onwetendheid tolereren. Omgekeerd, als je houding ten opzichte van Hem oneerbiedig zou zijn – het willekeurig beoordelen van God, het willekeurig raden en definiëren van Gods ideeën – dan zal God je een veroordeling, discipline, zelfs straf geven; of Hij zal je een verklaring geven. Misschien zal deze verklaring over jouw uitkomst gaan. Daarom wil ik dit nog een keer benadrukken en iedereen die aanwezig is op het hart drukken heel voorzichtig en verstandig te zijn tegenover alles wat van God komt. Spreek niet achteloos en wees niet onvoorzichtig in je handelingen. Voordat je iets zegt, zou je moeten denken: zou God kwaad worden als ik dit doe? Is dit godvrezend? Zelfs voor eenvoudige zaken, moet je echt proberen om deze vragen aan jezelf te stellen, echt over deze vragen na te denken. Als je overal, in alle dingen, te allen tijde, zaken werkelijk volgens deze beginselen in de praktijk kunt brengen, en zo’n houding ontwikkelt, met name wanneer je iets niet begrijpt, dan zal God je altijd begeleiden, en Hij zal je altijd een pad geven om te volgen. Ongeacht wat mensen tentoonspreiden, God ziet het allemaal heel duidelijk, en Hij zal je een nauwkeurige en geschikte evaluatie geven van deze dingen. Nadat je de laatste beproeving hebt ervaren, zal God al jullie gedrag bekijken en het volledig samenvatten om je uitkomst vast te stellen. Dit resultaat zal iedereen ongetwijfeld overtuigen. Wat ik jullie graag wil vertellen, is dat elke daad van jullie, elke actie en elke gedachte jouw lot bepaalt.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken

660. Ten aanzien van de vraag hoe mensen zoeken en hoe mensen God benaderen, zijn het de houdingen van mensen die het allerbelangrijkste zijn. Verwaarloos God niet alsof Hij een hoeveelheid lege lucht is die ergens achter je hoofd rond zweeft; denk altijd aan de God in wie je gelooft als een levende God, een echte God. Hij zit niet daarboven in de derde hemel met niets omhanden. Integendeel, Hij kijkt voortdurend in ieders hart, Hij kijkt naar wat je aan het doen bent, naar het kleinste woord en de kleinste daad, naar hoe je je gedraagt en wat je houding tegenover God is. Of je bereid bent om jezelf aan God te geven of niet, je hele gedrag en je diepste gedachten en ideeën liggen voor God, en worden door Hem bekeken. En door je gedrag, daden, en je houding ten opzichte van God, verandert Zijn houding ten opzichte van jou, en Zijn mening over jou voortdurend. Ik zou sommige mensen graag wat advies willen geven: plaats jezelf niet als een kind in de handen van God, alsof Hij enorm gesteld op je zou moeten zijn, alsof Hij je nooit zou kunnen verlaten, en alsof Zijn houding tegenover jou vaststond en nooit zou kunnen veranderen, want dan adviseer ik je om op te houden met dromen! God is rechtvaardig in Zijn behandeling van ieder persoon. Hij benadert het werk van de overwinning en redding van de mensheid serieus. Dat is zijn management. Hij behandelt elk persoon serieus, niet als een huisdier om mee te spelen. Gods liefde voor de mens is niet van het verwennende of bedervende soort; Zijn genade en verdraagzaamheid jegens de mensheid is niet toegeeflijk of onnadenkend. Integendeel, Gods liefde voor de mensheid is het leven te koesteren, er medelijden mee te hebben en het te respecteren; Zijn genade en tolerantie brengen Zijn verwachtingen van de mens over; Zijn genade en tolerantie zijn wat de mensheid nodig heeft om te overleven. God leeft en God bestaat echt; Zijn houding ten opzichte van de mensheid is principieel, helemaal geen dogmatische regel, en deze kan veranderen. Zijn wil voor de mensheid verandert geleidelijk en transformeert in de loop van de tijd, al naargelang de omstandigheden en de houding van elk persoon. Daarom moet je in je hart met absolute duidelijkheid weten dat de essentie van God onveranderlijk is en dat Zijn gezindheid op verschillende tijdstippen en in verschillende contexten naar voren zal komen. Je denkt misschien niet dat dit een serieus probleem is, en je gebruikt je eigen persoonlijke opvattingen om je voor te stellen hoe God dingen zou moeten doen. Maar er zijn tijden dat het totaal tegenovergestelde van jouw standpunt waar is, en dat je door jouw eigen persoonlijke opvattingen te gebruiken bij je pogingen om God te peilen, je Hem al boos hebt gemaakt. Dit komt omdat God niet werkt zoals jij denkt , en God zal deze zaak niet behandelen zoals jij zegt. En dus herinner ik je eraan voorzichtig en attent te zijn in je benadering van alles om je heen, en te leren hoe je het principe moet volgen om in alle situaties op Gods manier te werk te gaan – God vrezen en het kwaad mijden. Je moet een duidelijk begrip ontwikkelen over zaken van Gods wil en Gods houding; zoek verlichte mensen om het je uit te leggen en zoek serieus. Beschouw de God waar je in gelooft niet als een marionet – door willekeurig te oordelen en conclusies te trekken, en God niet te behandelen met het respect dat Hij verdient. Wanneer je door God gered wordt, wanneer Hij jouw uitkomst bepaalt, ongeacht of Hij je genade, of verdraagzaamheid, of oordeel en tuchtiging toekent, staat Zijn houding ten opzichte van jou niet vast. Die hangt af van jouw houding ten opzichte van God, en je begrip van God. Laat niet één aspect van je kennis of begrip van God Hem voor eeuwig definiëren. Geloof niet in een dode God; geloof in een levende God.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken

661. Jullie willen heel graag dat God behagen in jullie schept, toch zijn jullie heel ver weg van God. Wat is hier aan de hand? Jullie aanvaarden alleen Zijn woorden, maar niet Zijn behandeling of Zijn snoeiing. Jullie zijn nog minder in staat om al Zijn regelingen te aanvaarden, om volkomen geloof in Hem te hebben. Wat is hier dan aan de hand? Het komt erop neer dat jullie geloof een lege eierschaal is waar nooit een kuiken uit kan komen. Want jullie geloof heeft jullie niet de waarheid gebracht of leven geschonken, alleen maar een vermeend gevoel van steun en hoop. Jullie geloof in God is gericht op deze hoop en dit gevoel van steun, niet op de waarheid en het leven. Ik zeg dan ook dat jullie met jullie geloof alleen maar proberen in de gunst van God te komen door kruiperigheid en schaamteloosheid. Dat kan echt niet als waar geloof worden beschouwd. Hoe kan er een kuiken voortkomen uit dergelijk geloof? Met andere woorden, wat voor vruchten kan dergelijk geloof voortbrengen? Het doel van jullie geloof in God is God gebruiken om jullie doeleinden te bereiken. Is dit geen verder bewijs dat jullie de gezindheid van God beledigen? Jullie geloven in het bestaan van de God in de hemel maar ontkennen dat God op aarde bestaat. Ik keur jullie opvattingen echter niet goed. Ik prijs alleen de mensen die met beide benen op de grond blijven staan en de God op aarde dienen, maar nooit degenen die nooit de Christus erkennen die op aarde is. Hoe trouw zulke mensen ook aan de God in de hemel zijn, uiteindelijk zullen ze niet ontkomen aan mijn hand die de goddelozen straft. Deze mensen zijn de goddelozen. Zij zijn de goddelozen die tegen God opstaan en Christus nooit van harte hebben gehoorzaamd. Uiteraard behoren allen daartoe die Christus niet kennen en bovendien niet erkennen. Geloof je dat je kunt handelen zoals je wilt jegens Christus, zolang je maar trouw bent aan de God in de hemel? Dat is een misvatting! Je onwetendheid jegens Christus is onwetendheid jegens de God in de hemel. Hoe trouw je ook bent aan de God in de hemel, dat is niet meer dan holle praat en uiterlijk vertoon. De God op aarde zorgt er namelijk niet alleen voor dat de mens de waarheid en diepgaandere kennis ontvangt, maar zorgt er nog meer voor dat de mens veroordeeld wordt en dat de goddelozen later op basis van de feiten gestraft worden. Heb je de waardevolle en schadelijke uitkomsten hier begrepen? Heb je die ervaren? Ik hoop dat jullie deze waarheid spoedig zullen begrijpen: om God te kennen, moet je niet alleen de God in de hemel kennen, maar, nog belangrijker, ook de God op aarde. Haal je prioriteiten niet door elkaar of zet het belangrijkste niet opzij voor wat op de tweede plaats komt. Alleen op deze manier kun je echt een goede relatie met God ontwikkelen, dichter bij God komen en je hart nader tot Hem brengen. Als je al jaren van het geloof bent en al lang met mij omgaat maar toch op afstand van mij blijft, dan moet je de gezindheid van God volgens mij wel vaak met voeten treden en zal je op het einde een zware afrekening wachten. Als je in de vele jaren van omgang met mij niet veranderd bent in een persoon die menselijkheid en waarheid kent, maar in tegendeel juist je kwaadaardige manier van doen in je aard hebt verweven, en als je jezelf niet alleen twee keer zo groots acht als voorheen maar je misvattingen jegens mij eveneens zo zijn toegenomen dat je mij als een bijkomstigheid beschouwt, dan zeg ik dat je aandoening niet meer oppervlakkig is maar tot diep in je binnenste is doorgedrongen. Je hoeft alleen nog maar te wachten tot je begrafenis geregeld wordt. Je hoeft me dan ook niet te smeken om je God te zijn, want je hebt een zonde begaan waar de dood op staat, een onvergeeflijke zonde. Ook al kon ik je genadig zijn, de God in de hemel zal erop staan om je leven te nemen. Je treedt de gezindheid van God namelijk zodanig met voeten dat het geen gewoon probleem meer is, maar een probleem van zeer ernstige aard. Tezijnertijd moet je mij niet de schuld geven dat ik je niet vooraf heb gewaarschuwd. Het komt allemaal hierop neer: als je met de Christus – de God op aarde – als een gewoon mens omgaat, dat wil zeggen: als je gelooft dat deze God slechts een mens is, zul je omkomen. Dit is mijn enige waarschuwing voor jullie allemaal.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe je de God op aarde kunt leren kennen

662. Ieder mens heeft God in de loop van zijn leven van geloof in God wel weerstaan en misleid op sommige punten. Sommige verkeerde daden hoeven niet als overtreding te worden opgetekend, maar andere zijn onvergeeflijk. Er zijn namelijk veel daden die de bestuurlijke wetten overtreden, dat wil zeggen, Gods gezindheid met voeten treden. Velen die zich zorgen maken om hun eigen lot vragen zich misschien af wat deze daden zijn. Jullie moeten weten dat jullie van nature arrogant en hooghartig zijn. Jullie zien de feiten niet graag onder ogen. Ik geef jullie daarom beetje bij beetje meer inzicht nadat jullie goed naar jullie zelf hebben gekeken. Ik spoor jullie aan om beter begrip te krijgen van de bestuurlijke wetten en om Gods gezindheid beter te leren kennen. Anders zullen jullie het moeilijk vinden om jullie kaken op elkaar te houden en jullie tong van al te hoogdravende praatjes te weerhouden. Jullie zullen dan Gods gezindheid onbewust met voeten treden, tot duisternis vervallen en het gezelschap van de Heilige Geest en het licht kwijtraken. Daar jullie daden niet op de juiste principes gebaseerd zijn, datgene doen of zeggen wat je niet moet doen, zul je een passende vergelding ontvangen. Ook al zijn je woorden en daden niet op de juiste principes gebaseerd, weet dat dit bij God wel het geval is. De reden van de vergelding is dat je God en niet een mens hebt mishaagd. Als je in je leven veel overtredingen jegens Gods gezindheid begaat, word je zeker een kind van de hel. Het schijnt je als mens misschien toe dat je slechts een paar dingen hebt gedaan die niet helemaal met de waarheid stroken, en niet meer. Besef je echter wel dat je in Gods ogen al iemand bent voor wie er geen zondeoffer meer is? Je hebt meer dan eens de bestuurlijke wetten van God overtreden en bovendien geen teken van bekering laten zien. Daarom moet je wel in de hel belanden, waar God de mens straft. Een klein aantal mensen dat God volgt heeft in het verleden enkele malen tegen de principes in gehandeld. Maar ze zijn daarop aangesproken, hebben leiding ontvangen en zijn hun eigen verdorvenheid beetje bij beetje gaan inzien. Daarna zijn ze het juiste pad van de werkelijkheid gaan bewandelen en ze blijven tot op de dag van vandaag zeer trouw. Zulke mensen zullen uiteindelijk standhouden. Ik ben echter op zoek naar wie eerlijk zijn. Ben je eerlijk en handel je overeenkomstig juiste principes, dan kun je een vertrouweling van God worden. Als je in je daden Gods gezindheid niet met voeten treedt, je de wil van God zoekt en je een hart vol eerbied voor God hebt, dan voldoet je geloof aan de norm. Wie God niet vereert en geen godvrezend hart heeft, vervalt gemakkelijk tot overtreding van de bestuurlijke wetten van God. Velen dienen God met de kracht van hun passie, maar hebben geen begrip van de bestuurlijke wetten van God, laat staan dat ze enig besef van de implicaties van Zijn woorden hebben. Met hun goede bedoelingen doen ze dan ook vaak dingen die Gods management verstoren. In ernstige gevallen worden ze uitgeworpen, verstoken van elke verdere kans om Hem te volgen. Ze worden dan in de hel geworpen zonder enige verdere binding met Gods huis. Deze mensen werken in het huis van God met de kracht van hun onnozele goede bedoelingen, wat uitloopt op het ontstemmen van Gods gezindheid. Mensen proberen de manier waarop ze ambtsdragers en heren dienen uit in het huis van God. Ze denken tevergeefs dat ze die hier ook moeiteloos kunnen toepassen. Ze hadden nooit gedacht dat God niet de gezindheid van een lam maar die van een leeuw heeft. Daarom zijn degenen die voor het eerst met God omgaan niet in staat om met Hem te communiceren. Gods hart is immers anders dan dat van de mens. Alleen nadat je veel waarheden hebt begrepen, zal je kennis over God voortdurend toenemen. Deze kennis bestaat niet uit woorden of leerstellingen, maar is te gebruiken als een schat waardoor je vertrouwelijk met God kunt omgaan, en als bewijs dat Hij behagen in je schept. Als je reële kennis ontbeert en niet met de waarheid bent uitgerust, kan je gepassioneerde dienstbaarheid je alleen maar de afkeer en afschuw van God opleveren.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen

663. Iedere zin die ik heb uitgesproken bevat Gods gezindheid. Jullie zouden er goed aan doen zorgvuldig over mijn woorden na te denken. Daar zullen jullie beslist veel baat bij hebben. Het is heel moeilijk het wezen van God te begrijpen, maar ik vertrouw erop dat jullie allemaal ten minste enig idee hebben van Gods gezindheid. Dus hoop ik dat jullie mij meer laten zien en dat jullie meer doen van datgene wat Gods gezindheid niet beledigt. Dan zal ik gerustgesteld zijn. Houd God bijvoorbeeld altijd in je hart. Handel volgens Zijn woorden. Zoek in alle dingen Zijn bedoelingen, en doe niets wat God bezoedelt of onteert. Je zou God zeker niet in je achterhoofd moeten houden om een toekomstige leegte in je hart mee te vullen. Als je dat doet, heb je Gods gezindheid beledigd. Nogmaals, stel dat je nooit in je hele leven godslasterende opmerkingen hebt gemaakt of klachten over God hebt geuit, stel dat je in staat bent alles wat Hij aan jou heeft toevertrouwd goed uit te voeren en je ook nog aan al Zijn woorden te onderwerpen, dan zul je hebben vermeden dat je de bestuurlijke decreten hebt overtreden. Maar als je bijvoorbeeld ooit gezegd hebt: “Waarom denk ik niet dat Hij God is?” “Ik denk dat deze woorden niets dan een soort verlichting van de Heilige Geest zijn,” “Naar mijn mening is niet alles wat God doet per se goed,” “Gods menselijkheid is niet superieur aan de mijne,” “Gods woorden zijn gewoon ongeloofwaardig,” of andere soortgelijke veroordelende opmerkingen, dan roep ik je dringend op vaker te biechten en berouw te hebben over je zonden. Je zult anders nooit een kans maken op vergeving, want je hebt dan niet een mens beledigd, maar God Zelf. Je denkt misschien dat je oordeelt over een mens, maar Gods Geest ziet dat niet zo. Jouw gebrek aan respect voor Zijn vlees staat gelijk aan gebrek aan respect voor Hem. Nu dit zo is, heb je Gods gezindheid nu niet beledigd? Je moet goed onthouden dat alles wat door de Geest van God is gedaan, gedaan is om Zijn werk in het vlees te waarborgen en zodat het werk goed wordt gedaan. Als je dit negeert, dan zeg ik dat je iemand bent die er nooit in zal kunnen slagen om in God te geloven. Want je hebt de toorn van God uitgelokt en dus zal Hij een passende straf gebruiken om jou een lesje te leren.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het is heel belangrijk Gods gezindheid te begrijpen

664. Hebben jullie, na te hebben begrepen wat Gods gezindheid is en wat Hij heeft en is, enige conclusies getrokken over hoe jullie God zouden moeten behandelen? In antwoord op deze vraag, ter afsluiting, wil ik jullie drie vermaningen geven. Allereerst: beproef God niet. Hoe veel je ook over God begrijpt, hoeveel je ook weet over zijn gezindheid – beproef Hem onder geen beding. Ten tweede: strijd niet om status bij God. Welk soort status God je ook geeft of welk werk Hij je ook toevertrouwt, tot welk soort plicht Hij je ook opwekt om uit te voeren, en hoe veel je ook hebt uitgegeven en geofferd voor God – strijd niet met Hem om status. Ten derde: concurreer niet met God. Of je nu begrijpt of kunt gehoorzamen wat God met je doet, wat Hij voor je arrangeert, en de dingen die Hij je brengt – concurreer onder geen beding met God. Als je deze drie vermaningen ter harte kunt nemen, zul je relatief veilig zijn en zul je God niet snel kwaad maken.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III

665. Misschien heb je veel geleden in je leven, maar je begrijpt nog steeds niets. Je bent onwetend ten aanzien van alles in het leven. Ook al ben je getuchtigd en geoordeeld, je bent niets veranderd en diep vanbinnen heb je nog geen leven gevonden. Als de tijd komt om je werk te testen, zul je een beproeving ervaren die hevig is als vuur en zelfs nog grotere beproevingen. Dat vuur zal je hele wezen in as veranderen. Als je iemand bent zonder leven, zonder een greintje puur goud vanbinnen, als je iemand bent die nog steeds vastzit aan zijn oude verdorven gezindheid en niet eens geschikt is om contrast te zijn, hoe zou je dan niet kunnen worden geëlimineerd? Wat is de zin van overwinningswerk voor iemand die geen een cent waard is en geen leven heeft? Als die tijd komt, zullen jullie dagen moeilijker zijn dan die van Noach en Sodom! Je gebeden zullen je dan niet helpen. Hoe kun je, zodra het reddingswerk is voltooid, opnieuw beginnen om je te bekeren? Zodra al het heilswerk is gedaan, zal er geen reddingswerk meer zijn. Het werk dat er dan zal zijn, is dat van de bestraffing van het kwaad. Je verzet je, je rebelleert en je doet dingen waarvan je weet dat ze slecht zijn. Word je daarmee niet het doelwit van zware straffen? Ik zeg dit vandaag tegen je. Als je ervoor kiest om niet te luisteren, zullen deze rampen je later overkomen. Is het niet te laat als je dan pas spijt krijgt en begint te geloven? Ik geef je vandaag een kans om je te bekeren, maar je bent niet bereid om dat te doen. Hoe lang wil je nog wachten? Tot de dag van de tuchtiging? Nu kan ik me je vroegere overtredingen niet herinneren. Ik vergeef je keer op keer en wend me af van je negatieve kanten om alleen het positieve te zien, want al mijn woorden en werken zijn nu bedoeld om je te redden. Want ik heb geen slechte bedoelingen met je. Toch weiger je om binnen te gaan. Je weet het goede niet te onderscheiden van het kwade en weet niet hoe je vriendelijkheid moet waarderen. Wacht dit soort mensen niet gewoon op straf en rechtvaardige vergelding?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (1)

666. Mijn werk onder jullie is in het geheel niet hetzelfde als het werk van Jehova in Israël, en in het bijzonder is het niet hetzelfde als het werk dat Jezus in Judea heeft gedaan. Het is met grote tolerantie dat ik spreek en werk, en het is met woede en ook oordeel dat ik deze ontaarden overwin. Het lijkt in niets op Jehova die Zijn volk in Israël leidt. Zijn werk in Israël was het schenken van voedsel en levend water, en Hij was vol barmhartigheid en liefde voor Zijn volk terwijl Hij hen voorzag. Het werk van tegenwoordig wordt verricht onder een vervloekte natie van mensen die niet zijn uitverkoren. Er is geen overdadig eten, noch is er het dorstlessende levensmiddel van het levende water, en er is al helemaal geen toevoer van overvloedige materiële goederen; er is alleen een toevoer van overvloedig oordeel en overvloedige vervloeking en tuchtiging. Deze op de mestvaalt levende maden zijn het absoluut niet waard de bergen vol vee en schapen, de grote rijkdom en de mooiste kinderen van het hele land te verkrijgen, zoals ik aan Israël heb geschonken. Het huidige Israël offert op het altaar het vee en de schapen en de gouden en zilveren voorwerpen waarmee ik het volk van Israël voed, en overstijgt het tiende deel dat Jehova onder de wet vereist. Daarom heb ik hun zelfs nog meer gegeven – meer dan honderd keer wat Israël onder de wet zou verkrijgen. Dat waarmee ik Israël voed, overtreft alles wat Abraham heeft verkregen, en alles was Isaak heeft verkregen. Ik zal de familie van Israël vruchtbaar maken en zich laten vermenigvuldigen, en ik zal ervoor zorgen dat mijn volk Israël zich over de wereld verspreidt. Degenen die ik zegen en voor wie ik zorg, zijn nog altijd het uitverkoren volk van Israël – dat wil zeggen: de mensen die alles aan mij wijden en die alles van mij hebben verkregen. Het is omdat ze mij in gedachten houden dat ze hun pasgeboren kalveren en lammeren offeren op mijn heilige altaar, en alles wat ze hebben ten overstaan van mij offeren. Zelfs hun pasgeboren eerste zonen offeren ze in afwachting van mijn terugkeer. En hoe zit het met jullie? Jullie wekken mijn woede op, stellen eisen aan mij en stelen de offers van hen die dingen aan mij offeren, en jullie weten niet dat jullie mij beledigen; daarom is al wat jullie verkrijgen geween en straf in de duisternis. Jullie hebben mijn woede vele malen uitgelokt, en ik heb mijn brandende vuren zozeer neer laten regenen, dat heel wat mensen een tragisch einde hebben gevonden, en dat gelukkige huishoudens troosteloze graven zijn geworden. Het enige wat ik voor deze maden heb, is eindeloze woede, en ik ben niet van plan hen te zegenen. Het is alleen omwille van mijn werk dat ik een uitzondering heb gemaakt en jullie heb opgetild, en grote vernedering heb verdragen en onder jullie heb gewerkt. Ware het niet voor de wil van mijn Vader, hoe zou ik dan in hetzelfde huis kunnen wonen met de maden die in de mestvaalt krioelen? Ik voel extreme walging voor al jullie handelingen en woorden en hoe dan ook, omdat ik een bepaald ‘belang’ stel in jullie vuilheid en opstandigheid, is dit een grote verzameling van mijn woorden geworden. Anders zou ik beslist niet zo lang onder jullie zijn gebleven. Jullie moeten daarom weten dat mijn houding richting jullie er alleen maar een van medeleven en medelijden is; ik heb zelfs geen druppel liefde voor jullie. Wat ik voor jullie heb, is alleen maar tolerantie, want ik doe dit louter omwille van mijn werk. En jullie hebben mijn daden alleen maar gezien omdat ik vuilheid en opstandigheid heb uitgekozen als ‘grondstoffen’; anders zou ik mijn daden beslist niet aan deze maden openbaren. Ik werk alleen met tegenzin in jullie, wat totaal niets wegheeft van de paraatheid en bereidheid waarmee ik mijn werk in Israël heb gedaan. Ik draag mijn kwaadheid terwijl ik mijzelf dwing om onder jullie te spreken. Ware het niet omwille van mijn grotere werk, hoe zou ik het dan kunnen verdragen om zulke maden te blijven zien? Ware het niet omwille van mijn naam, dan zou ik lang geleden zijn opgestegen naar de hoogste hoogten en zou ik deze maden samen met hun mestvaalt volledig hebben verbrand! Ware het niet omwille van mijn glorie, hoe zou ik deze boze demonen dan kunnen toestaan om zich openlijk tegen mij te verzetten met hun hoofden die voor mijn ogen heen en weer zwaaien? Ware het niet om het soepel laten uitvoeren van mijn werk, zonder de geringste belemmering, hoe zou ik dan kunnen toestaan dat deze made-achtige mensen ongebreideld misbruik van mij maken? Als honderd mensen in een dorp in Israël op deze manier tegen mij in opstand zouden komen, zou ik hen, zelfs al hadden ze offers aan me gebracht, nog altijd volkomen vernietigen en in spleten in de grond werpen om te voorkomen dat mensen in andere steden ooit nog in opstand zouden komen. Ik ben een vuur dat alles verwoest en ik duld geen belediging. Omdat mensen allemaal door mij zijn geschapen, moeten ze gehoorzamen wat ik ook maar zeg en doe, en mogen ze niet in opstand komen. Mensen hebben het recht niet om zich met mijn werk te bemoeien, laat staan dat ze bevoegd zijn om te analyseren wat goed en fout is in mijn werk en woorden. Ik ben de Heer van de schepping, en de schepsels moeten alles wat ik vereis bereiken met een hart vol eerbied voor mij; ze moeten niet proberen met mij te redeneren en moeten zich vooral niet verzetten. Met mijn gezag heers ik over mijn mensen, en allen die onderdeel vormen van mijn schepping moeten zich onderwerpen aan mijn gezag. Hoewel jullie tegenwoordig vrijmoedig en aanmatigend zijn tegenover mij, hoewel jullie ongehoorzaam zijn aan de woorden waarmee ik jullie onderricht en geen angst kennen, beantwoord ik jullie opstandigheid alleen maar met verdraagzaamheid. Ik zal niet in een driftbui uitbarsten en mijn werk aantasten omdat minuscule, onbeduidende maden het vuil in de mestvaalt hebben omgewoeld. Ik gedoog het voortdurende bestaan van alles waarvan ik walg en alle dingen die ik verafschuw omwille van de wil van mijn Vader, en dat zal ik doen tot mijn uitspraken compleet zijn, tot mijn allerlaatste moment. Maak je geen zorgen! Ik kan mij niet verlagen tot hetzelfde niveau als een naamloze made, en zal mijn mate van vaardigheid niet met de jouwe meten. Ik walg van je, maar ik kan het volhouden. Je bent me ongehoorzaam, maar je kunt niet ontsnappen aan de dag waarop ik je zal tuchtigen, die mijn Vader mij heeft beloofd. Kan een geschapen made zich meten met de Heer van de schepping? In de herfst keren gevallen bladeren terug naar hun wortels; jij zult terugkeren naar het huis van je ‘vader’ en ik zal terugkeren aan mijn Vaders zijde. Zijn tedere genegenheid zal me begeleiden, en jij zult gevolgd worden door het vertrappen van je vader. Ik zal de glorie van mijn Vader hebben, en jij zult de schande van de jouwe hebben. Ik zal de tuchtiging die ik lange tijd heb ingehouden gebruiken om je te begeleiden, en jouw ranzige vlees, dat al tienduizenden jaren verdorven is, zal met mijn tuchtiging in aanraking komen. Ik zal mijn werk van woorden in jou hebben voltooid, begeleid door verdraagzaamheid, en jij zult de rol beginnen te vervullen van het ondergaan van rampspoed door toedoen van mijn woorden. Ik zal me enorm verheugen en werken in Israël; jij zult wenen en knarsetanden, bestaan en sterven in de modder. Ik zal mijn oorspronkelijke vorm terugkrijgen en niet langer met je verblijven in de vuilheid, terwijl jij je oorspronkelijke lelijkheid zult terugkrijgen en zult blijven rondgraven in de mestvaalt. Wanneer mijn werk en woorden zijn voltooid, zal het voor mij een dag van vreugde zijn. Wanneer het klaar is met jouw verzet en opstandigheid, zal het voor jou een dag van wenen zijn. Ik zal niet met je meevoelen, en je zult me nooit meer zien. Ik zal niet langer in dialoog met je treden, en je zult me nooit meer tegenkomen. Ik zal je opstandigheid haten, en je zult mijn beminnelijkheid missen. Ik zal je treffen, en je zult naar me smachten. Ik zal met graagte van je weggaan, en je zult je bewust zijn van je schuld aan mij. Ik zal je nooit meer zien, maar jij zult altijd op me hopen. Ik zal je haten omdat je je momenteel tegen me verzet, en je zult me missen omdat ik je momenteel tuchtig. Ik zal niet naast je willen wonen, maar je zult er bitter naar smachten en voor eeuwig wenen, want je zult alles berouwen wat je me hebt aangedaan. Je zult wroeging voelen voor je opstandigheid en verzet, je zult zelfs vol spijt met je gezicht naar beneden op de grond liggen en voor me neervallen en zweren dat je me nooit meer ongehoorzaam zult zijn. Maar in je hart zul je mij alleen liefhebben, en toch zul je mijn stem nooit kunnen horen. Ik zal je beschaamd maken over jezelf.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wanneer vallende bladeren terugkeren naar hun wortels, zul je spijt krijgen van al het kwaad dat je hebt gedaan

667. Nu kijk ik naar je toegeeflijke vlees dat bereid is mij te vleien, en ik heb alleen maar een kleine waarschuwing voor je, hoewel ik je niet zal ‘dienen’ met tuchtiging. Je moet weten welke rol je speelt in mijn werk; dan zal ik tevreden zijn. Wat betreft zaken die hier buiten staan: als je mij weerstaat of mijn geld uitgeeft, of de offers voor mij, Jehova, opeet, of als jullie, maden, elkaar bijten, of als jullie, hondachtige wezens, conflicten hebben of elkaar schenden – daar houd ik mij allemaal niet mee bezig. Jullie moeten alleen weten wat voor soort dingen jullie zijn, dan zal ik tevreden zijn. Als jullie naast dit alles elkaar met wapens te lijf willen gaan of elkaar met woorden willen bestrijden, is dat prima; ik heb geen behoefte om me in zulke zaken te mengen, en houd me totaal niet bezig met menselijke aangelegenheden. Het is niet zo dat conflicten tussen jullie mij niet kunnen schelen; eerder is het zo dat ik niet één van jullie ben, en mij daarom niet meng in zaken die tussen jullie spelen. Ikzelf ben geen schepsel en ben niet van de wereld, dus ik walg van het drukke leven van mensen en de chaotische, ongepaste relaties tussen hen. In het bijzonder walg ik van de rumoerige menigten. Ik heb echter diepgaande kennis van de onzuiverheden in het hart van elk schepsel, en voordat ik jullie schiep, wist ik al van de onrechtvaardigheid die diep in de mensenharten bestond, en kende ik al het bedrog en de valsheid in de mensenharten. Zelfs al zijn er in het geheel geen sporen wanneer mensen onrechtvaardige dingen doen, weet ik daarom niettemin dat de onrechtvaardigheid die jullie in je hart koesteren de rijkdom overstijgt van alle dingen die ik heb geschapen. Elk van jullie is gestegen tot het hoogste punt van de menigten; jullie zijn opgestegen om de voorouders van de massa’s te zijn. Jullie zijn uiterst arbitrair en jullie schoppen herrie onder alle maden; jullie zoeken een behaaglijke plek en proberen de maden die kleiner dan jezelf zijn te verorberen. Jullie zijn kwaadaardig en sinister in je hart en streven zelfs de geesten voorbij die naar de bodem van de zee zijn gezonken. Jullie leven op de bodem van de mest en verstoren de maden van boven tot onder tot ze geen rust kennen. Ze bevechten elkaar een tijdje en worden dan weer rustig. Jullie kennen je plaats niet en toch blijven jullie elkaar bestrijden in de mest. Wat valt er voor jullie te winnen met zo’n strijd? Hoe zouden jullie elkaar achter mijn rug om kunnen bevechten als jullie werkelijk eerbied voor mij in jullie hart hadden? Hoe hoog je status ook is, ben je niet nog altijd een stinkende kleine worm in de mest? Zul je vleugels kunnen ontwikkelen en een duif in de lucht kunnen worden? Jullie, stinkende kleine wormen, stelen offers van het altaar van mij, Jehova. Kunnen jullie daardoor je verwoeste, mislukte reputatie redden en het uitverkoren volk van Israël worden? Jullie zijn schaamteloze ellendelingen! Die offers op het altaar werden aan mij gebracht door mensen, als een uitdrukking van welwillende gevoelens van hen die mij vereren. Zij zijn er voor mij om te besturen en gebruiken, dus hoe zou je me ooit de tortelduifjes kunnen ontstelen die mensen mij hebben gegeven? Ben je niet bang om een Judas te worden? Ben je niet bang dat je land een veld van bloed zou kunnen worden? Jij schaamteloos ding! Denk je dat de tortelduiven die mensen offeren ervoor zijn om jouw buik te vullen, made? Wat ik je heb gegeven, is wat ik bereid ben je te geven; wat ik je niet heb gegeven, daarover beschik ik. Je mag niet zomaar mijn offers stelen. Degene die werkt, dat ben ik: Jehova – de Heer van de schepping – en mensen brengen offers omwille van mij. Denk je dat dit een tegoeddoening is voor al jouw rondrennen? Je bent werkelijk schaamteloos! Voor wie ren je rond? Is dat niet voor jezelf? Waarom steel je mijn offers? Waarom steel je geld uit mijn geldbuidel? Ben je niet de zoon van Judas Iskariot? De offers aan mij, Jehova, zijn ervoor om door priesters genoten te worden. Ben jij een priester? Je waagt het mijn offers zelfgenoegzaam te eten en je spreidt ze zelfs uit op tafel; je bent niets waard! Jij waardeloze ellendeling! Mijn vuur, het vuur van Jehova, zal je verteren!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wanneer vallende bladeren terugkeren naar hun wortels, zul je spijt krijgen van al het kwaad dat je hebt gedaan

668. Ik heb op deze manier onder jullie gewerkt en gesproken, ik heb zoveel energie besteed en moeite gedaan, maar wanneer hebben jullie ooit geluisterd naar wat ik jullie duidelijk vertel? Waar hebben jullie je voor mij, de Almachtige, neergebogen? Waarom behandelen jullie mij op deze manier? Waarom wekt alles wat jullie doen en zeggen mijn woede op? Waarom zijn jullie harten zo hard? Heb ik jullie ooit neergeslagen? Waarom doen jullie niets anders dan mij verdrietig en bezorgd maken? Wachten jullie erop dat de dag van toorn van mij, Jehova, over jullie komt? Wachten jullie erop dat ik mijn door jullie ongehoorzaamheid opgewekte woede zend? Is niet alles wat ik doe voor jullie? Toch hebben jullie mij, Jehova, altijd op deze manier behandeld: jullie hebben mijn offers gestolen, de offergaven van mijn altaar naar het wolvenhol meegenomen voor het voederen van de welpen en de welpen van de welpen; mensen vechten tegen elkaar, staan tegenover elkaar met boze blikken en zwaarden en speren, werpen de woorden van mij, de Almachtige, in de latrine om even vuil als uitwerpselen te worden. Waar is jullie integriteit? Jullie menselijkheid is verworden tot beestachtigheid! Jullie harten hebben zich in steen veranderd. Weten jullie niet dat wanneer mijn dag van toorn aanbreekt ik over het kwaad dat jullie vandaag de dag tegen mij, de Almachtige, hebben verricht zal oordelen? Denken jullie dat jullie door mij op deze manier voor de gek te houden, door mijn woorden weg te werpen in het slijk en niet naar ze te luisteren – denken jullie dat jullie door je achter mijn rug zo te gedragen, kunnen ontsnappen aan mijn toornige blik? Weten jullie niet dat jullie reeds door de ogen van mij, Jehova, werden gezien toen jullie mijn offergaven stalen en mijn bezittingen begeerden? Weten jullie niet dat toen jullie mijn offergaven stalen, jullie dat voor het altaar deden waarop offergaven worden aangeboden? Hoe kunnen jullie geloven dat jullie slim genoeg zijn om mij op deze manier te bedriegen? Hoe kan mijn toorn jullie gruwelijke zonden negeren? Hoe kan mijn razende woede jullie kwade praktijken laten passeren? Het kwaad dat jullie vandaag verrichten opent jullie geen uitweg, jullie halen er slechts voor morgen tuchtiging mee op de hals, het verlokt mij, de Almachtige, jullie te tuchtigen. Hoe zouden jullie kwade praktijken en kwade woorden kunnen ontsnappen aan mijn tuchtiging? Hoe zouden jullie gebeden mijn oren kunnen bereiken? Hoe zou ik jullie een uitweg kunnen bieden uit jullie onrechtvaardigheid? Hoe zou ik jullie kwade praktijken, het feit dat jullie mij trotseren, over mijn kant kunnen laten gaan? Hoe zou ik jullie tongen, die giftig zijn als slangentongen, niet afsnijden? Jullie roepen me niet aan omwille van jullie rechtvaardigheid, maar jullie halen mijn toorn op de hals als gevolg van jullie onrechtvaardigheid. Hoe zou ik jullie kunnen vergeven? In de ogen van mij, de Almachtige, zijn jullie woorden en daden smerig. De ogen van mij, de Almachtige, zien jullie onrechtvaardigheid als onverbiddelijke tuchtiging. Hoe zou ik mijn rechtvaardige tuchtiging en veroordeling van jullie kunnen stoppen? Omdat jullie het zijn die mij dit aandoen, mij droevig en toornig maken, hoe zou ik jullie kunnen laten ontsnappen aan mijn handen en afstand doen van de dag dat ik, Jehova, jullie tuchtig en vervloek? Weten jullie niet dat al jullie kwade woorden en uitspraken mijn oren reeds hebben bereikt? Weten jullie niet dat jullie onrechtvaardigheid mijn heilige gewaad van rechtvaardigheid reeds heeft bevuild? Weten jullie niet dat jullie ongehoorzaamheid mijn hartstochtelijke woede reeds heeft opgewekt? Weten jullie niet dat jullie mij al lang ziedend hebben gemaakt en jullie reeds lang mijn geduld op de proef hebben gesteld? Weten jullie niet dat jullie mijn vlees al lang hebben verscheurd? Ik heb het tot nu toe verdragen, zodanig dat ik nu mijn woede de vrije loop geef en niet meer tolerant ben ten opzichte van jullie. Weten jullie niet dat jullie kwade praktijken mijn ogen al hebben bereikt en dat mijn kreten de oren van mijn Vader reeds hebben bereikt? Hoe kan Hij toestaan dat jullie mij zo behandelen? Is ook maar iets van het werk dat ik doe niet omwille van jullie? Niettemin, wie is er het werk van mij, Jehova, meer lief gaan hebben? Zou ik ontrouw kunnen zijn aan de wil van mijn Vader omdat ik zwak ben en vanwege de smart die ik heb geleden? Begrijpen jullie mijn hart niet? Ik spreek tot jullie zoals Jehova deed; heb ik niet heel veel voor jullie opgegeven? Hoewel ik bereid ben al dit lijden te dragen omwille van mijn Vaders werk, hoe zouden jullie kunnen worden bevrijd van de tuchtiging die ik over jullie breng als gevolg van mijn lijden? Hebben jullie niet heel veel van mij genoten? Heden ben ik door mijn Vader aan jullie geschonken; weten jullie niet dat jullie van zoveel meer genieten dan mijn vrijgevige woorden? Weten jullie niet dat mijn leven werd verruild voor jullie leven en de dingen waar jullie van genieten? Weten jullie niet dat de Vader mijn leven heeft gebruikt om met Satan te strijden en dat Hij mijn leven aan jullie heeft geschonken, zodat jullie het honderdvoudige ontvangen, en jullie zo veel verleidingen kunnen ontwijken? Weten jullie niet dat het alleen door mijn werk is dat jullie worden vrijgesteld van vele verleidingen en van vele vurige tuchtigingen? Weten jullie niet dat het alleen omwille van mij is dat mijn Vader jullie toestaat tot nu toe te genieten? Hoe kunnen jullie vandaag zo hard en onbuigzaam blijven, zodat het lijkt alsof er eelt op jullie hart is gegroeid? Hoe kan het kwaad dat jullie vandaag verrichten ontsnappen aan de dag van toorn die zal volgen op mijn vertrek van de aarde? Hoe zou ik kunnen toestaan dat degenen die zo hard en onbuigzaam zijn ontsnappen aan de woede van Jehova?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Niemand die van vlees en bloed is kan ontsnappen aan de dag van toorn

669. Denk terug aan het verleden: Wanneer heb ik jullie een kwade blik toegeworpen en heb jullie met strenge stem toegesproken? Wanneer heb ik haren met jullie gekloven? Wanneer heb ik jullie onredelijk berispt? Wanneer heb ik jullie in jullie gezicht berispt? Is het niet omwille van mijn werk dat ik mijn Vader oproep jullie te beschermen tegen elke verleiding? Waarom behandelen jullie mij op deze manier? Heb ik ooit mijn autoriteit gebruikt om jullie vlees neer te slaan? Waarom betalen jullie mij op deze manier terug? Na tegenover mij de hele tijd besluiteloos te zijn geweest, zijn jullie noch warm noch koud en dan proberen jullie mij te vleien en dingen voor mij verborgen te houden en zijn jullie monden vol met het speeksel van de onrechtvaardige. Denken jullie dat jullie tongen mijn Geest kunnen bedriegen? Denken jullie dat jullie tongen aan mijn toorn kunnen ontsnappen? Denken jullie dat jullie tongen naar eigen goeddunken een oordeel mogen vellen over de daden van mij, Jehova? Ben ik de God over wie de mens een oordeel velt? Zou ik een kleine made toestaan mij aldus te lasteren? Hoe zou ik zulke zonen der ongehoorzaamheid onder mijn eeuwige zegeningen kunnen plaatsen? Jullie woorden en handelingen hebben jullie al lang ontmaskerd en veroordeeld. Toen ik de hemelen uitstrekte en alle dingen schiep, liet ik niet toe dat er ook maar een schepsel was dat deelnam naar zijn eigen goeddunken, in nog veel mindere mate stond ik toe dat iets naar eigen believen mijn werk en mijn management verstoorde. Ik tolereerde noch mens noch object; hoe zou ik nu degenen kunnen sparen die wreed en inhumaan tegen mij zijn? Hoe kan ik degenen vergeven die tegen mijn woorden rebelleren? Hoe kan ik degenen sparen die mij ongehoorzaam zijn? Ligt het lot van de mens niet in de handen van mij, de Almachtige? Hoe zou ik jouw onrechtvaardigheid en ongehoorzaamheid als heilig kunnen beschouwen? Hoe zouden jouw zonden mijn heiligheid kunnen verontreinigen? Ik ben niet verontreinigd door de onreinheid van de onrechtvaardigen, noch geniet ik van de offers van de onrechtvaardigen. Als je mij, Jehova, trouw zou zijn, zou je dan voor jezelf de offergaven van mijn altaar kunnen pakken? Zou je je giftige tong kunnen gebruiken om mijn heilige naam te lasteren? Zou je op deze manier tegen mij kunnen rebelleren? Zou je mijn glorie en heilige naam kunnen behandelen als instrument om Satan, de boze, te dienen? Mijn leven is gegeven voor de vreugde van de heiligen. Hoe kan ik jullie toestaan naar jullie goeddunken met mijn leven te spelen, en het te gebruiken als instrument om jullie onderlinge conflicten uit te vechten? Hoe kunnen jullie zo harteloos zijn en zodoende gebrekkig zijn op de weg van het goede, in hoe jullie je tegenover mij gedragen? Weten jullie niet dat ik reeds al jullie kwade praktijken in deze levenswoorden heb beschreven? Hoe kunnen jullie ontsnappen aan de dag van toorn wanneer ik Egypte tuchtig? Hoe kan ik je toestaan mij op deze manier keer op keer tegen te werken en te weerstaan? Ik vertel het jullie duidelijk, wanneer de dag komt zal jullie tuchtiging onverdragelijker zijn dan die van Egypte! Hoe kunnen jullie ontsnappen aan mijn dag van toorn? Ik vertel jullie in waarheid: mijn verdraagzaamheid was voorbereid op jullie kwade praktijken en bestaat omwille van jullie tuchtiging op die dag. Zijn jullie niet degenen die zullen lijden onder het toornig oordeel wanneer ik het eind van mijn verdraagzaamheid heb bereikt? Liggen niet alle dingen in de handen van mij, de Almachtige? Hoe zou ik jullie toe kunnen laten mij aldus onder de hemelen ongehoorzaam te zijn? Jullie levens zullen heel zwaar zijn omdat jullie de Messias hebben ontmoet, van wie gezegd wordt dat Hij zou komen, maar nooit kwam. Zijn jullie niet Zijn vijanden? Jezus is jullie vriend geweest, toch zijn jullie vijanden van de Messias. Weten jullie niet dat, ondanks het feit dat jullie vrienden van Jezus zijn, jullie kwade praktijken de vaten van hen die verachtelijk zijn hebben gevuld? Weten jullie ondanks het feit dat jullie heel dicht bij Jehova zijn niet dat jullie boosaardige woorden de oren van Jehova hebben bereikt en Zijn toorn hebben opgewekt? Hoe zou Hij je nabij kunnen zijn en hoe zou Hij jouw vaten niet verbranden, de vaten gevuld met kwade praktijken? Hoe zou Hij niet je vijand kunnen zijn?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Niemand die van vlees en bloed is kan ontsnappen aan de dag van toorn

670. Jullie zitten allemaal in zetels van elegantie, lezen degenen van de jongere generaties die van jullie soort zijn de les en laten hen allemaal bij je zitten. Jullie zijn nauwelijks op de hoogte dat jullie ‘afstammelingen’ lang geleden buiten adem zijn geraakt en mijn werk hebben verloren. Mijn glorie schijnt van het land van het oosten tot het land van het westen, maar wanneer deze zich naar de einden van de aarde verspreidt en begint op te stijgen en te stralen, zal ik mijn glorie uit het oosten halen en naar het westen brengen, zodat de mensen van de duisternis, die mij in het oosten hebben verlaten, van dan af aan van illuminatie verstoken zullen zijn. Wanneer dat gebeurt, zullen jullie in de vallei van de schaduw leven. Zelfs al zijn mensen dezer dagen honderd keer beter dan vroeger, dan nog kunnen ze niet aan mijn vereisten voldoen en zijn ze geen getuigenis van mijn glorie. Dat jullie honderd keer beter kunnen zijn dan vroeger, is volledig een resultaat van mijn werk; het is de vrucht van mijn werk op aarde. Toch walg ik nog steeds van jullie woorden en daden, net als van jullie karakter, en ik ben ongelooflijk verontwaardigd over hoe jullie je tegenover mij gedragen, want jullie hebben geen enkel begrip van mij. Hoe kunnen jullie dan komen om mijn glorie uit te leven, en hoe kunnen jullie mijn toekomstige werk volstrekt trouw zijn? Jullie geloof is erg mooi; jullie zeggen dat jullie bereid zijn jullie volledige leven in te zetten voor mijn werk en dat jullie je leven ervoor willen opofferen, maar jullie gezindheden zijn niet veel veranderd. Jullie spreken gewoon arrogant, ondanks het feit dat jullie huidige gedrag bedroevend is. Het is alsof de tongen en lippen van de mensen in de hemel zijn, maar hun benen helemaal beneden op aarde. Als gevolg daarvan, liggen hun woorden en daden en hun reputaties nog altijd aan flarden en in puin. Jullie reputaties zijn verwoest, jullie houding is ontaard, jullie manier van spreken is laag en jullie levens zijn verachtelijk; zelfs jullie hele menselijkheid is tot laagheid verzonken. Jullie zijn bekrompen tegenover anderen, en jullie onderhandelen over elk miniem ding. Jullie twisten over jullie eigen reputaties en status, zelfs zozeer dat jullie bereid zijn af te dalen in de hel en de poel van vuur. Jullie huidige woorden en daden zijn voldoende voor mij om te bepalen dat jullie zondig zijn. Jullie houdingen tegenover mijn werk zijn voldoende voor mij om te bepalen dat jullie onrechtvaardigen zijn, en al jullie gezindheden zijn voldoende om erop te wijzen dat jullie vuile zielen zijn die vol gruwelen zitten. Jullie manifestaties en wat jullie openbaren zijn voldoende om te laten weten dat jullie mensen zijn die zich vol gedronken hebben met het bloed van onreine geesten. Wanneer het binnengaan van het koninkrijk genoemd wordt, openbaren jullie je gevoelens niet. Geloven jullie dat hoe jullie nu zijn genoeg is om door de poort te kunnen wandelen naar mijn hemelse koninkrijk? Geloven jullie dat jullie toegang kunnen verkrijgen tot het heilige land van mijn werk en woorden zonder dat jullie eigen woorden en daden eerst door mij getest worden? Wie kan mij voor de gek houden? Hoe zou ik jullie verachtelijke, lage gedragingen en gesprekken niet kunnen zien? Ik heb vastgesteld dat jullie levens bestaan uit het drinken van het bloed en eten van het vlees van die onreine geesten, omdat jullie hen elke dag tegenover mij imiteren. In mijn bijzijn is jullie gedrag bijzonder slecht geweest; hoe zou ik jullie dan niet walgelijk vinden? Jullie woorden bevatten de onzuiverheden van onreine geesten: jullie flikvlooien, verbergen en vleien, net als zij die tovenarij bedrijven en zij die verraderlijk zijn en het bloed van de onrechtvaardigen drinken. Alle uitdrukkingen van de mens zijn uiterst onrechtvaardig, dus hoe kunnen alle mensen geplaatst worden in het heilige land waar de rechtvaardigen zich bevinden? Denk je dat dat verachtelijke gedrag van jou je kan onderscheiden als heilig vergeleken bij die onrechtvaardigen? Je slangachtige tong zal uiteindelijk de ondergang zijn van dit vlees van je dat verwoestingen aanbrengt en gruwelen begaat, en ook die handen van je die bedekt zijn met het bloed van onreine geesten zullen uiteindelijk je ziel de hel in trekken. Waarom grijp je dan niet deze kans aan om je met vuil bedekte handen te reinigen? En waarom maak je geen gebruik van deze mogelijkheid om die tong van je, die onrechtvaardige woorden spreekt, uit te snijden? Zou het kunnen zijn dat je bereid bent te lijden in de vlammen van de hel omwille van je handen, tong en lippen? Met beide ogen houd ik toezicht op ieders hart, want lang voordat ik de mensheid schiep, vatte ik hun harten met mijn handen. Lang geleden had ik door het hart van de mensen gekeken, dus hoe zouden hun gedachten kunnen ontsnappen aan mijn zicht? Hoe zou het niet te laat kunnen zijn voor hen om te ontsnappen aan verbranding door mijn Geest?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Jullie zijn allemaal zo laag van karakter!

671. Ik ben onder jullie geweest en heb me meerdere lentes en herfsten met jullie ingelaten; ik heb een tijdlang onder jullie gewoond, en heb met jullie gewoond. Hoeveel van jullie verachtelijke gedrag is nota bene onder mijn ogen weggeglipt? Die welgemeende woorden van jullie weerklinken doorlopend in mijn oren; miljoenen en miljoenen van jullie aspiraties zijn op mijn altaar geplaatst – te veel om zelfs maar te tellen. Maar wat betreft jullie toewijding en dat wat jullie besteden, jullie spenderen nog geen cent. Jullie plaatsen nog geen miniem drupje oprechtheid op mijn altaar. Waar zijn de vruchten van jullie geloof in mij? Jullie hebben eindeloze genade van mij ontvangen, en eindeloze mysteriën uit de hemel gezien; ik heb jullie zelfs de vlammen van de hemel laten zien, maar ik heb het niet over mijn hart kunnen verkrijgen om jullie te verbranden. Niettemin, hoeveel hebben jullie mij in ruil gegeven? Hoeveel zijn jullie bereid mij te geven? Je houdt het voedsel dat ik je heb gegeven in de hand, draait je om en offert het aan mij, en je gaat zelfs zo ver dat je zegt dat het iets was wat je kreeg in ruil voor het zweet van je eigen harde werk, en dat je me alles offert wat je bezit. Hoe kun je niet weten dat jouw ‘bijdragen’ aan mij allemaal alleen maar dingen zijn die van mijn altaar zijn gestolen? Bovendien, nu je ze aan mij offert, ben je me niet aan het oplichten? Hoe kun je niet weten dat wat ik tegenwoordig geniet, bestaat uit alle offeranden op mijn altaar; niet uit dat wat jij met je harde werk hebt verdiend en vervolgens aan mij hebt geofferd? Jullie durven me nota bene op deze manier op te lichten; hoe kan ik jullie dan vergeven? Hoe kunnen jullie van me verwachten dat ik dit nog langer verdraag? Ik heb jullie alles gegeven. Ik heb alles voor jullie geopend, in jullie behoeften voorzien en jullie de ogen geopend, en toch lichten jullie me op deze manier op en negeren jullie je geweten. Onbaatzuchtig heb ik jullie alles geschonken zodat jullie, ook al lijden jullie, nog altijd alles van me hebben gewonnen wat ik uit de hemel heb meegenomen. Ondanks dat hebben jullie geen enkele toewijding, en zelfs als jullie een kleine bijdrage hebben geleverd, proberen jullie achteraf met mij ‘de rekening te vereffenen’. Zal je bijdrage niet op niets neerkomen? Wat je me hebt gegeven, is maar een korreltje zand, en niettemin heb je een ton goud van me gevraagd. Ben je niet gewoon onredelijk? Ik werk te midden van jullie. Er is geen enkel spoor van de tien procent die ik zou moeten krijgen, laat staan van enige bijkomende offers. Bovendien worden die tien procent die de vromen bijdragen in beslag genomen door de boosaardigen. Zijn jullie niet allemaal uit mijn buurt verspreid? Staan jullie niet allemaal vijandig tegenover mij? Zijn jullie niet allemaal mijn altaar aan het kapotmaken? Hoe zouden zulke mensen in mijn ogen als schatten kunnen worden gezien? Zijn zij niet de zwijnen en honden die ik veracht? Hoe zou ik naar jullie slechte daden kunnen verwijzen als schatten? Voor wie wordt mijn werk eigenlijk gedaan? Zou het zo kunnen zijn dat het doel ervan alleen maar is om jullie allemaal neer te slaan om mijn gezag te onthullen? Hangen jullie levens niet allemaal af van een enkel woord van mij? Waarom is het zo dat ik alleen woorden gebruik om jullie te onderrichten, en heb ik geen woorden in feiten veranderd om jullie zo gauw als ik kon neer te slaan? Is het doel van mijn woorden en werk alleen maar om de mensheid neer te slaan? Ben ik een God die de onschuldigen willekeurig doodt? Hoeveel van jullie verschijnen op dit precieze moment voor mij met jullie hele wezen om het juiste pad van het menselijk leven te zoeken? Het zijn alleen jullie lichamen die zich voor mij bevinden; jullie harten zijn nog steeds op de vlucht en zijn heel ver weg van mij. Omdat jullie niet weten wat mijn werk in feite is, wil een aantal van jullie van mij vertrekken en zich van mij verwijderen, hopend om in plaats daarvan in een paradijs zonder tuchtiging of oordeel te leven. Is dit niet wat mensen in hun hart wensen? Ik probeer je beslist niet te dwingen. Welk pad je ook maar neemt, is je eigen keuze. Het tegenwoordige pad is er een dat vergezeld gaat van oordeel en vervloekingen, maar jullie moeten allemaal weten dat alles wat ik jullie heb geschonken – of het nu oordelen of tuchtigingen zijn – de beste gaven zijn die ik jullie kan schenken, en het zijn allemaal dingen die jullie dringend nodig hebben.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Jullie zijn allemaal zo laag van karakter!

672. Alle zielen die verdorven zijn door Satan bevinden zich geknecht in het domein van Satan. Alleen die zielen die in Christus geloven, zijn afgescheiden, gered uit het kamp van Satan, en het tegenwoordige koninkrijk binnengebracht. Deze mensen leven niet langer onder de invloed van Satan. Niettemin is de natuur van de mens nog steeds geworteld in het vlees van de mens. Dat wil zeggen: zelfs al zijn jullie zielen gered, jullie natuur is nog steeds wat die eerder was, en de kans dat jullie mij zullen verraden, blijft honderd procent. Dit is waarom mijn werk zo lang duurt: jullie natuur is hardnekkig. Nu: jullie allemaal doorstaan tegenspoed naar jullie beste kunnen onder het doen van jullie plichten. Toch is elk van jullie in staat mij te verraden en terug te keren naar het domein van Satan, naar zijn kamp, terug naar jullie oude leven – dit is een ontegenzeggelijk feit. Op dat moment zal er uit jullie geen greintje menselijkheid of menselijke gelijkenis kunnen blijken, zoals nu wel het geval is. In serieuze gevallen zullen jullie worden vernietigd en bovendien voor eeuwig worden verdoemd, streng worden gestraft, en zullen jullie nooit meer reïncarneren. Dit is het probleem dat jullie voorgelegd is. Ik herinner jullie er op deze manier aan, in de eerste plaats zodat mijn werk niet voor niets zal zijn geweest, en in de tweede plaats zodat jullie allemaal in dagen van licht kunnen leven. Om de waarheid te zeggen, is de vraag of mijn werk vergeefs is niet het cruciale probleem. Wat cruciaal is, is dat jullie gelukkige levens kunnen leiden en een prachtige toekomst kunnen hebben. Mijn werk is het werk van het redden van mensenzielen. Als je ziel in handen van Satan valt, zal je lichaam niet in vrede leven. Als ik je lichaam bescherm, zal je ziel beslist ook onder mijn zorg vallen. Als ik je werkelijk veracht, zullen je lichaam en ziel onmiddellijk in Satans handen vallen. Kun je je situatie dan voorstellen? Als op een dag mijn woorden niet aan jullie besteed zijn, dan zal ik ofwel jullie allemaal overdragen aan Satan, die jullie zal onderwerpen aan ondraaglijke marteling tot mijn woede volledig bedaard is, ofwel jullie onverbeterlijke mensen persoonlijk straffen, want jullie harten die mij verraden zullen nooit veranderd zijn.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een heel ernstig probleem: verraad (2)

673. Ik hoop alleen dat jullie in de laatste fase van mijn werk uitmuntend kunnen presteren, volkomen zijn toegewijd en niet langer halfslachtig zijn. Ik hoop uiteraard ook dat jullie allemaal een goede bestemming zullen krijgen. Desalniettemin heb ik mijn eigen eisen: ik verwacht dat jullie de beste beslissing nemen om mij jullie algehele en onverdeelde toewijding te betonen. Als iemand die onverdeelde toewijding niet heeft, wordt die persoon zeker Satans schat en zal ik hem niet meer gebruiken. Ik stuur hem dan naar huis zodat zijn ouders voor hem kunnen zorgen. Mijn werk is jullie van groot nut geweest. Ik hoop van jullie een hart terug te krijgen dat eerlijk is en ernaar streeft omhoog te gaan, maar tot nu toe sta ik met lege handen. Denk hierover na: wat zal mijn houding jegens jullie zijn als ik op een dag nog steeds zo onnoemelijk gegriefd ben? Zal ik net zo vriendelijk zijn? Zal mijn hart net zo kalm zijn? Begrijpen jullie de gevoelens van iemand die zorgvuldig het land heeft bewerkt maar geen korrel graan heeft geoogst? Begrijpen jullie hoe groot de knauw is van iemand die een enorme dreun heeft gekregen? Kunnen jullie de bitterheid proeven van iemand vol hoop die op slechte voet afstand van iemand anders moet nemen? Hebben jullie de boosheid gezien van iemand die geprovoceerd is? Kunnen jullie het wraakzuchtige gevoel inschatten van iemand die vijandig en met bedrog is bejegend? Als jullie de mentaliteit van deze mensen begrijpen, moet het niet moeilijk zijn om jullie de houding van God voor te stellen wanneer de tijd van Zijn vergelding komt. Ik hoop tot slot dat jullie allemaal je best doen omwille van jullie eigen bestemming. Toch kunnen jullie beter niet bedrieglijk te werk gaan, anders ben ik nog steeds in mijn hart teleurgesteld in jullie. Waar leidt die teleurstelling toe? Houden jullie jezelf niet voor de gek? Zij die aan hun bestemming denken maar die toch verpesten, zijn de mensen die het slechtst kunnen worden gered. Wanneer zulke mensen vertwijfeld raken, wie zal er dan nog met ze meevoelen? Al met al wens ik jullie nog steeds een gepaste en goede bestemming toe. Ik hoop bovenal dat niemand van jullie tot rampspoed vervalt.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over bestemming

674. Mijn definitieve werk is niet alleen om de mens te straffen, maar ook om de bestemming van de mens te regelen. Zelfs meer nog: het is bedoeld om van iedereen erkenning te ontvangen voor alles wat ik heb gedaan. Ik wil dat ieder mens inziet dat wat ik heb gedaan het juiste is en dat alles wat ik heb gedaan een uitdrukking is van mijn gezindheid; het was niet door toedoen van de mens, en zeker niet van de natuur, dat de mensheid is voortgebracht. Integendeel, ik ben het zelf die elk levend wezen van de schepping voed. Zonder mijn bestaan zal de mensheid alleen maar ten onder gaan en door onheil getroffen worden. Geen mens zal ooit nog de prachtige zon, de mooie maan of de groene wereld aanschouwen. De mensheid zal alleen de kille nacht kennen en de onverbiddelijke vallei van de schaduw des doods. Ik ben de enige redding voor de mensheid. Ik ben de enige hoop voor de mens en, meer nog, het bestaan van de gehele mensheid hangt van mij af. Zonder mij zal de mensheid onmiddellijk tot complete stilstand gebracht worden. Zonder mij zal de mensheid door rampen getroffen worden en vertrapt worden door allerlei geesten, ook al ziet niemand naar mij om. Ik heb een werk gedaan dat door niemand anders kan worden verricht. Mijn enige hoop is dat de mens mij met enkele goede daden kan terugbetalen. Hoewel degenen die mij kunnen terugbetalen slechts met weinig zijn, zal ik mijn reis in de mensenwereld toch beëindigen. Ik zal beginnen met de volgende stap van mijn werk dat zich ontvouwt, omdat al mijn haastige komen en gaan te midden van de mensen deze vele jaren vruchtbaar is geweest. Ik ben zeer tevreden. Het gaat mij niet om het aantal mensen maar eerder om hun goede daden. Hoe dan ook, ik hoop dat jullie voor jullie eigen bestemming een toereikend aantal goede daden voorbereiden. Dan zal ik tevreden zijn. Anders zal niemand van jullie de rampspoed ontkomen die over jullie komt. De rampspoed komt van mij en wordt natuurlijk door mij georkestreerd. Als ik jullie niet als goed kan beschouwen, dan zullen jullie het lijden aan rampspoed niet ontkomen. Te midden van de verdrukking werden jullie acties en daden niet geheel geschikt bevonden, want jullie geloof en liefde waren hol en jullie betoonden jezelf alleen maar als verlegen of hard. Zo beschouwd, zal ik alleen maar een oordeel vellen in termen van goed of slecht. Mijn zorg blijft uitgaan naar de manier waarop elk van jullie handelt en zich uitdrukt, op basis waarvan ik jullie einde zal bepalen. Dit moet ik echter duidelijk maken: ik zal niet meer genadig zijn voor hen die mij in het geheel niet trouw zijn in tijden van verdrukking, want mijn genade reikt maar zover. Bovendien kan ik geen sympathie opbrengen voor degenen die mij eens hebben verraden, nog minder wil ik geassocieerd worden met mensen die de belangen van hun vrienden verraden. Dit is mijn gezindheid, wie de persoon ook maar mag zijn. Dit moet ik jullie zeggen: wie mijn hart breekt, zal geen tweede keer clementie van mij ontvangen en degene die mij trouw is geweest, zal voor altijd in mijn hart blijven.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bereid voldoende goede daden voor voor je bestemming

Voetnoot:

a. Stuk dood hout: een Chinees idioom, dat ‘niet meer te helpen’ betekent.

b. De oorspronkelijke tekst bevat niet de zinsnede: ‘Op deze manier’.

Vorige: 13.2 De aanmaningen en vertroostingen die God tot de mens richt

Volgende: 14. Woorden over de norm die God hanteert als Hij de uitkomst van de mens bepaalt en woorden over het einde van ieder soort mens

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Het zuchten van de Almachtige

Er is een enorm geheim in je hart, waar je je nooit bewust van bent geweest, want je hebt steeds in een wereld zonder licht geleefd. Je...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek

Neem contact op via Messenger