Couplet 1

Velen voelen zich ongemakkelijk,

want ze begingen grote zonden.

Vele mensen voelen zich beschaamd,

want ze deden nooit een goede daad.

Toch hebben velen geen spijt,

ze gaan van kwaad tot erger

en onthullen al hun kwaad

om Gods gezindheid te beproeven.

Refrein

God spaart de kwaden niet

die verblijven in Zijn huis.

De dag dat de mens gestraft wordt is nabij.

God drijft die kwade zielen niet haastig uit,

want Hij trekt Zijn eigen plan,

want Hij trekt Zijn eigen plan.

Couplet 2

God geeft niet om en let niet op

de daden van één persoon.

Maar Hij doet het werk dat Hij moet doen,

doet dingen die Hij wil.

Zijn werk gaat tijdig verder

geen moment te vroeg of te laat;

Hij volgt Zijn eigen plan –

moeiteloos en doeltreffend.

Refrein

God spaart de kwaden niet

die verblijven in Zijn huis.

De dag dat de mens gestraft wordt is nabij.

God drijft die kwade zielen niet haastig uit,

want Hij trekt Zijn eigen plan,

want Hij trekt Zijn eigen plan.

Brug

Met elke stap van Gods werk

worden enkelen verworpen,

want Hij veracht de vleiers

met hun geveinsde dienstbaarheid.

God zal zeker de walgelijken verlaten,

Hij wil dat ieder die Hij veracht

ver van Hem blijft.

Refrein

God spaart de kwaden niet

die verblijven in Zijn huis.

De dag dat de mens gestraft wordt is nabij.

God drijft die kwade zielen niet haastig uit,

want Hij trekt Zijn eigen plan,

want Hij trekt Zijn eigen plan.

Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bereid voldoende goede daden voor voor je bestemming