De worsteling om eerlijk te spreken

31 juli 2022

Door Weniela, Filipijns

In 2017 aanvaardde ik Almachtige Gods werk van de laatste dagen. De tijd die ik doorbracht in communicatie met mijn broeders en zusters was meestal erg fijn, omdat ik er altijd iets aan had en meer waarheden leerde. In het begin gebeurde het allemaal via tekstberichten, oftewel, we typten onze hele communicatie. Dus ik hield niets achter en sprak erg graag over mijn begrip van Gods woorden. De leiders zeiden meestal dat ik een goed begrip had en broeders en zusters keken naar me op. Ze zeiden dat ze mijn communicatie graag lazen en dat mijn Engels goed was. Ik vond het heerlijk om hun lof te horen en had het gevoel dat ik het wel aardig deed. Toen een zuster opperde om telefonisch bijeen te komen, kwamen mijn problemen bovendrijven.

Tijdens een middagbijeenkomst, nadat we Gods woorden hadden gelezen, deelde een aantal zusters hoe zij de passage begrepen. Maar ik was zenuwachtig en had hun communicatie niet echt gehoord. Het ging eerder allemaal via tekstberichten, dus ik was gewoon niet gewend aan gesproken communicatie. Gesproken communicatie was mijn zwakke punt. Als het via tekst ging kon ik mijn woorden zorgvuldig kiezen en vormen. Maar in een live chat had ik niet genoeg tijd om me voor te bereiden. Hoewel ik iets begreep van Gods woorden, was mijn communicatie chaotisch en onoverzichtelijk, dus ik was bang dat de broeders en zusters teleurgesteld zouden zijn in mij. Dit hield me de hele tijd bezig. Ik aarzelde of ik wel of niet iets zou delen. Als ik het niet deed, zouden anderen denken dat ik niet actief betrokken was en zou de leider teleurgesteld zijn in mij. Maar als ik het wel deed, kwam het erop aan, en als ik het slecht deed zouden de broeders en zusters op me neerkijken. Het zou het goede imago dat ik bij hen had verspelen. Door deze gedachte werd ik zo zenuwachtig dat ik geen woord uit kon brengen. Ik schaamde mij, vooral omdat de zusters die mij bekeerd hadden bij de bijeenkomst waren. Ik dacht dat ze wel teleurgesteld moesten zijn, omdat ik in onze communicatie via tekst een goed begrip toonde en echt betrokken was, maar bij die gelegenheid geen woord zei. Toen zei Flora Shi, een leider, tegen me: “Zuster Weniela, wil jij iets delen? Alle anderen hebben het gedaan. Ben je vergeten communicatie te delen?” Haar toon gaf me het gevoel dat ze teleurgesteld was. Ik voelde me echt ongemakkelijk en beschaamd. Om dit gebrek van mij te verbergen en mijn imago voor hen hoog te houden, besloot ik dat ik vanaf dat moment vóór de bijeenkomst op zou schrijven wat ik wilde communiceren, dan kon ik het gewoon voorlezen wanneer het mijn beurt was. Dan zou ik niet zo nerveus zijn. Ze zouden me een goede spreker vinden en vinden dat mijn communicatie treffend en nuttig voor hen was. Dit leek me een goed idee.

Op een avond waren een paar zusters uit China de gastvrouwen van onze bijeenkomst. Voor het gemak spraken we allemaal Engels om te communiceren. De plaatselijke broeders en zusters waren erg verlegen, omdat hun Engels niet zo goed was, maar ze konden nog steeds communiceren over hun begrip van Gods woorden. Toen was het mijn beurt en ik was echt betrokken en klonk erg zelfverzekerd, omdat ik het vooraf allemaal had uitgeschreven. Ik kwam als laatste. Ik had veel tijd besteed aan het opschrijven van mijn communicatie en deed mijn best om het heel natuurlijk uit te spreken, zodat ze niet zouden merken dat ik voorlas. Na afloop gaven ze me allemaal complimentjes over mijn communicatie en zeiden dat het nuttig voor hen was en dat mijn Engels heel goed was. Ik was heimelijk blij met hun lof en had het idee dat ik hun respect had verdiend. Voortaan kon ik mijn vreugde niet bedwingen wanneer de broeders en zusters zeiden dat ze mijn communicatie fijn vonden en dat ik begaafd was. Toen werd ik gekozen om de groep te leiden. Ik richtte me nog meer op wat de anderen van me dachten. Maar na een tijdje begon ik me schuldig te voelen, wat ongemakkelijk, wanneer de anderen mij prezen. Ik wist wat verkeerd deed, dat ik hun niet liet zien wie ik werkelijk was. Ik voelde me er niet goed bij, maar bleef toch dezelfde dingen doen. Op bijeenkomsten luisterde ik niet echt naar de communicatie van de anderen. En ik luisterde al helemaal niet met mijn hart, maar was druk bezig op te schrijven hoe ik het zelf begreep. Het resultaat was dat ik op geen enkele manier iets op kon steken van hun communicatie. De bijeenkomsten hadden geen betekenis voor mij. Ik concentreerde me altijd op het schrijven van iets dat goed klonk om mijn ijdelheid te strelen en mijn reputatie te waarborgen. Het weerhield me ervan meer uit die bijeenkomsten te halen. Ik wilde veranderen, vrijelijker communiceren, maar was bang om die stap te zetten. Ik was bang dat de anderen op me neer zouden kijken als ze wisten dat ik deze dingen vooraf had uitgeschreven, en dat ze zouden zeggen dat ik echt achterbaks was, dat ik loog en bedroog. Ik wilde er zo vaak mee stoppen, omdat het helemaal niet goed voor me was en ik me er heel ongemakkelijk bij voelde. Maar die onrust woog niet op tegen mijn imago en de bewondering van anderen. Ik gaf meer om mijn aanzien en reputatie. Elke keer als ik dat deed, voelde ik me ongelooflijk schuldig. Ik probeerde mezelf er zelfs van te overtuigen dat ik het alleen maar deed om mijn begrip helderder en nauwkeuriger te delen, en dat de anderen dan beter zouden kunnen begrijpen wat ik zei. Ik bleef mezelf voorhouden dat het oké was, maar mijn onrust en schuldgevoel bleven me plagen. Ik geloofde dat ik daaraan zou kunnen ontsnappen als ik mijn trots kon loslaten en iedereen de waarheid vertelde. Maar ik dacht dat ze me zouden uitlachen als ze ontdekten dat mijn Engels helemaal niet zo goed was. Hoe zou ik hen dan onder ogen kunnen komen? Ik worstelde hier heel lang mee, maar het lukte me nog steeds niet mijn hart open te stellen. Omdat ik niet wist wat ik anders moest doen, probeerde ik aan mijn taalvaardigheid te werken. Ik oefende mijn communicatie in mijn eentje thuis, nam mezelf op en luisterde dat dan terug om te horen hoe het klonk. Ik dacht dat ik zo mijn spreekvaardigheid geleidelijk kon verbeteren. Dan zou ik mijn communicatie niet meer van tevoren uit hoeven schrijven, maar kon ik die meteen delen. Dan zou het niet nodig zijn om iedereen de waarheid te vertellen. Zolang ik nog steeds goed kon communiceren en mijn Engels vloeiend klonk, zou ik hun achting niet verliezen. Maar hoeveel ik ook oefende, elke keer als we samenkwamen werd ik zenuwachtig, dus las ik mijn communicatie voor zoals ik altijd deed. Ik was teleurgesteld in mezelf en zat vast in een negatieve gesteldheid. Het had ook zijn weerslag op mijn plicht. Uiteindelijk verloor ik mijn positie als groepsleider.

Op een keer deelde een zuster tijdens een bijeenkomst deze passage van Gods woorden: “Als je wilt dat anderen je vertrouwen, moet je eerst eerlijk zijn. Om een eerlijk mens te zijn, moet je je hart eerst blootleggen zodat iedereen daarin kan kijken, alles kan zien wat jij denkt, en een glimp op kan vangen van je ware gezicht; je moet niet proberen jezelf te vermommen of verpakken om er goed uit te zien. Dan pas zullen mensen je vertrouwen en je als eerlijk beschouwen. Dit is de meest fundamentele praktijk en de eerste vereiste om een eerlijk mens te zijn. Je doet altijd alsof, je veinst altijd heiligheid en deugd, dat je geweldig bent en over hoge morele kwaliteiten beschikt. Je laat mensen je verdorvenheid en tekortkomingen niet zien. Je toont de mensen een vals beeld zodat ze geloven dat je fatsoenlijk, geweldig, zelf-opofferend, onpartijdig en onbaatzuchtig bent. Is dit niet bedrog en valsheid? Gebruik geen vermomming en verpak jezelf niet, maar leg jezelf en je hart bloot voor de ogen van anderen. Als je je hart voor anderen bloot kunt leggen en al je gedachten en plannen bloot kunt leggen – zowel de positieve als de negatieve – ben je dan niet eerlijk? Als je je voor de ogen van anderen bloot kunt geven, zal God je ook zien en zeggen: ‘Je hebt jezelf voor de ogen van anderen blootgelegd, dus zul je voor mij zeker ook eerlijk zijn.’ Als je je alleen blootlegt voor God, wanneer je uit het zicht bent van andere mensen, en in hun gezelschap altijd doet alsof je geweldig en deugdzaam, of rechtvaardig en onbaatzuchtig bent, wat zal God dan denken en zeggen? Hij zal zeggen: ‘Je bent werkelijk bedrieglijk, je bent puur hypocriet en kleingeestig, en je bent geen eerlijk mens.’ God zal je op deze manier veroordelen. Als je een eerlijk mens wilt zijn, zul je – ongeacht of je dit ten overstaan van God of tegenover anderen doet – in staat moeten zijn een zuiver en open verslag af te leggen van wat in jou tot uiting komt en van de woorden in je hart. Is dit makkelijk te realiseren? Het vergt een periode van oefening, en veelvuldig gebed. Je moet oefenen om in alle dingen eenvoudig en open vanuit het hart te spreken. Met dit soort oefening kun je vooruitgang boeken(‘De meest fundamentele beoefening om een eerlijk iemand te zijn’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). God houdt van eerlijke mensen en Hij houdt niet van listigheid en oneerlijkheid. Of het nu iets moois of iets lelijks is, we moeten ons in communicatie vanuit het hart openstellen, ons niet anders voordoen dan we zijn, geen maskers opzetten. Dat is eerlijk zijn. Ik voelde me zo schuldig toen ik dit las, omdat ik wist dat ik geen eerlijk mens was. Ik wilde me echt openstellen voor iedereen, mijn ijdelheid en zucht naar aanzien laten varen. Maar hoewel ik het heel vaak probeerde, lukte het me nooit. Mijn aanzien was te belangrijk voor me. Ik zat gevangen in mijn eigen ijdelheid. Ik zag dat ik werkelijk vreselijk verdorven was. Ik voelde me echt schuldig en geïrriteerd tegelijk. Waarom deed ik altijd alsof en gaf ik mensen een onterechte positieve indruk van mezelf? Waarom kon ik de waarheid niet praktiseren? Waarom verkwistte ik mijn geloof in God? Waren al die bijeenkomsten en plichten tevergeefs? Ik had het gevoel dat ik nooit zou ontsnappen aan de boeien van mijn eigen ijdelheid. Ik wilde onze groep verlaten en wat tijd nemen om de juiste gesteldheid te verkrijgen. Dan kon ik daarna teruggaan naar de bijeenkomsten en ophouden deze dingen te doen. Dus verliet ik de groep en gebruikte het account dat ik had niet meer. Ik wilde alleen zijn en nadenken over mezelf. Ik was een tijdje echt van streek en gefrustreerd, en ook eenzaam. Ik was teleurgesteld in mezelf. Ik geloofde al twee jaar, maar het was me nog steeds niet gelukt om eerlijk te zijn en mijn ijdelheid los te laten. Ik gaf te veel om de mening die anderen van me hadden. Als ik alleen al dacht aan de reactie van anderen, als ze de waarheid te weten kwamen, kreeg ik het schaamrood op de kaken.

Het enige wat ik toen deed, was Gods woorden lezen. Op een dag zag ik deze passage: “Om naar de waarheid te streven, moet je je richten op het beoefenen van de waarheid; maar waar moet je beginnen met het beoefenen van de waarheid? Hier zijn regels voor. Ieder aspect dat je van de waarheid begrijpt, hoor je te beoefenen. Als je pas begonnen bent met een plicht moet je beginnen met het uitvoeren van je plicht. Bij het uitvoeren van je plicht kom je veel aspecten van de waarheid tegen om te beoefenen, dus moet je die aspecten van de waarheid die je begrijpt ook beoefenen. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met een eerlijk mens te zijn, met eerlijk te spreken en je hart open te stellen. Als er iets is waarvoor je je teveel schaamt om erover met je broeders en zusters te praten, dan zou je neer moeten knielen en het in gebed aan God moeten vertellen. Wat zou je tegen God moeten zeggen? Vertel God wat er in je hart is. Uit geen lege beleefdheden en probeer Hem niet te bedriegen. Begin met eerlijk te zijn. Als je zwak bent geweest, dan zeg je dat je zwak bent geweest. Als je slecht bent geweest, dan zeg je dat je slecht bent geweest. Als je bedrieglijk bent geweest, dan zeg je dat je bedrieglijk bent geweest. Als je gemene en verraderlijke gedachten hebt gehad, dan vertel je God erover. Als je altijd wedijvert om posities, vertel je Hem dat ook. Laat God je disciplineren. Laat God een omgeving voor je organiseren. Sta God toe je te helpen al je moeilijkheden te overwinnen en al je problemen op te lossen. Je moet je hart openstellen voor God; houd het niet gesloten. Zelfs als je Hem buitensluit, kan Hij nog steeds binnenin je kijken. Als je je hart echter voor Hem openstelt, kun je de waarheid verwerven. Welk pad moet je dan kiezen? Je moet je hart openstellen en eerlijk met God spreken. Onder geen beding moet je onware dingen zeggen of jezelf vermommen. Om te beginnen moet je een eerlijk iemand zijn. Jarenlang hebben we waarheden gecommuniceerd over eerlijk zijn; toch zijn er nog altijd veel mensen die onverschillig blijven, die alleen spreken en handelen op basis van hun eigen voornemens, verlangens en doelen, en die nog nooit hebben gedacht aan de mogelijkheid om berouw te hebben. Dit is niet de houding van mensen die eerlijk zijn. Waarom vraagt God mensen om eerlijk te zijn? Is het om het makkelijker te maken om mensen te begrijpen? Beslist niet. God vereist van mensen dat ze eerlijk zijn, want God is gesteld op eerlijke mensen en zegent hen. Een eerlijk iemand zijn houdt in iemand zijn met geweten en rede. Het betekent iemand zijn die betrouwbaar is, iemand op wie God gesteld is en iemand die de waarheid kan beoefenen en de liefde voor God kan verkrijgen. Een eerlijk mens zijn is ook de meest wezenlijke uiting van het bezit van een normale menselijkheid en het naleven van een ware menselijke gelijkenis. Als iemand nooit eerlijk is geweest, of nooit heeft overwogen eerlijk te zijn, kan hij de waarheid niet begrijpen, laat staan dat hij de waarheid kan verwerven. Geloof je me niet, ontdek of ervaar het dan zelf. Alleen als je een eerlijk iemand bent, kan je hart openstaan voor God, kun je de waarheid aanvaarden, kan de waarheid je leven worden en kun je de waarheid begrijpen en verwerven. Als je hart altijd gesloten is, als je je niet openstelt en als je tegen niemand iets zegt, zodat niemand je kan begrijpen, dan zijn je muren te hoog en ben je bedrieglijker dan wie ook. Als je in God gelooft maar jezelf niettemin niet kunt openstellen voor God, als je tegen God kunt liegen of als je kunt overdrijven om God te misleiden, als je niet eerlijk tot God kunt spreken, als je nog steeds omslachtig kunt spreken en je voornemens kunt verbergen, dan zul je alleen jezelf schade toebrengen en zal God je negeren en niet in je werken. Van de waarheid zul je niets begrijpen, en niets ervan zul je verwerven(‘Zes indicatoren van vooruitgang in het leven’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Hierdoor zag ik dat het begrijpen van de waarheid belangrijker is dan wat dan ook, belangrijker dan mijn aanzien en ijdelheid. Om de waarheid te verkrijgen, moest ik beginnen met eerlijk zijn. Zeggen waar het op staat – niet langer doen alsof, niet langer sjoemelen. Ik speelde al een hele tijd toneel en bedroog de anderen. Ik schreef op wat ik wilde communiceren om hen te laten denken dat ik een goed begrip had en goed Engels sprak. Dan zouden ze me blijven prijzen. Ik zat vol schuldgevoel en angst, maar had de moed niet om me open te stellen voor de broeders en zusters. Ik wilde niet dat ze mijn tekortkomingen zagen, op me neerkeken en zeiden dat ik een leugenaar was. Ik verliet zelfs liever de groep dan dat ik hun de waarheid vertelde. Ik was echt sluw. Ik realiseerde me dat mijn depressie de schade was die Satan me toebracht, en dat dat me er waarschijnlijk van weerhield het leven binnen te gaan. Het zou me zelfs te gronde kunnen richten. Ik moest de moed vatten om anderen te vertellen wat er echt in mijn hart leefde, zodat ik werkelijk wat eerlijkheid kon praktiseren. Hoe gênant het ook was om de waarheid te vertellen, ik wist dat ik moest breken met de verkeerde aanpak. God houdt van eerlijke mensen en walgt van listige mensen. Als ik toneel bleef spelen, een valse indruk van mezelf bleef geven en niet openhartig was, zou ik in duisternis blijven leven en nooit het werk van de Heilige Geest verkrijgen. Ik zou nooit de waarheid verkrijgen. Ik moest mezelf wijd openstellen voor God, zodat Hij kon helpen dit bedrog in mij op te lossen. Ik sprak een gebed uit en vroeg God om me te helpen de waarheid te beoefenen en een eerlijk mens te zijn.

Iets later stelde ik me eindelijk open voor onze leider, zuster Connie. Ik vertelde haar waarom ik onze groep had verlaten en mijn account had gedeactiveerd. Nadat ze had uit had laten praten, zei ze: “Ik zou nooit om die reden op je neerkijken, en ik stel je eerlijkheid echt op prijs.” Ik was zo opgelucht toen ik haar dat hoorde zeggen. Ik ervoer werkelijk hoe heerlijk het is om eerlijk te zijn. Deze eerlijkheid bevrijdde me van al mijn angst en hielp me mijn verkeerde denkbeelden te corrigeren. Ze gaf me ook wat advies: wanneer ik mijn begrip van Gods woorden deelde, hoefde ik niet zo welbespraakt te zijn of theorieën van topniveau te delen. Als het uit het hart komt, als het eerlijk is, is dat voldoende. Dat brengt God vreugde. Ik nam haar suggestie aan en voelde me klaar om die in praktijk te brengen.

Later stuurde een andere zuster me een passage van Gods woorden. “In plaats van de waarheid te zoeken, hebben de meeste mensen hun eigen kleingeestige bedoelingen. Hun eigen belangen, hun aanzien en hun positie of aanzien in andermans ogen zijn voor hen van groot belang. Dit zijn de enige dingen die zij koesteren. Ze klampen zich er krampachtig aan vast. En hoe God hen beschouwt of behandelt is van ondergeschikt belang. Voorlopig negeren ze dat; voorlopig vragen ze zich alleen af of zij de baas van de groep zijn, of andere mensen naar hen opkijken en luisteren naar wat ze zeggen. Dit is voor hen het belangrijkste. In een groep zoekt bijna iedereen dit soort status, dit soort kansen. Wanneer ze erg getalenteerd zijn, willen ze zich natuurlijk in een leidende positie bevinden. Wanneer hun vaardigheid middelmatig is, zullen ze nog altijd een hogere positie willen bekleden dan de andere middelmatige mensen in de groep, en als ze een lage positie in de groep bekleden, met een gemiddeld kaliber en gemiddelde vaardigheden, zullen ze eveneens willen dat anderen naar hen opkijken. Ze zullen niet willen dat anderen op hen neerkijken. Wat aanzien en waardigheid betreft doen zij geen concessies: aan deze dingen klampen zij zich vast. Ze zouden geen integriteit kunnen hebben, en Gods goedkeuring of instemming zou hen niet ten deel kunnen vallen, maar in een groep nemen ze elke gelegenheid te baat om te wedijveren om aanzien, status en bewondering door anderen – wat de gezindheid van Satan is. De meeste mensen zijn zich hiervan niet bewust. Zij geloven dat ze zich tot het bittere einde moeten vastklampen aan dit beetje aanzien. Ze zijn zich er niet van bewust dat ze pas een vastberaden iemand kunnen zijn wanneer deze ijdele, oppervlakkige dingen volledig losgelaten en opzijgezet worden. Mensen voor wie status hun hele leven is, verliezen hun leven. Ze weten niet wat er op het spel staat. Wanneer ze handelen, houden ze daarom altijd iets achter, proberen ze altijd hun eigen aanzien en status te beschermen, zetten ze dat op de eerste plaats, spreken ze alleen met hun eigen bedoelingen in gedachten, voor hun eigen valse verdediging. Alles wat zij doen, is voor henzelf. Ze reppen zich naar alles wat blinkt en laten iedereen weten dat ze daaraan deel hebben gehad. In feite had het niets met hen te maken, maar ze willen nooit op de achtergrond raken, ze zijn altijd bang dat anderen op hen neerkijken, ze zijn altijd bang dat anderen hen onbeduidend noemen, tot niets in staat, zonder vaardigheden. Wordt dit alles niet aangestuurd door hun satanische gezindheden? Wanneer je dit alles kunt loslaten, zul je veel meer ontspannen en vrijer vanbinnen zijn; je zult het pad naar eerlijkheid hebben betreden. Maar voor velen is dit niet eenvoudig te bereiken. Wanneer de camera verschijnt, reppen ze zich naar de voorste rang. Ze komen graag met hun gezicht in beeld; hoe meer ze gefilmd worden, hoe beter. Ze zijn bang dat ze niet genoeg aandacht krijgen, en zijn bereid elke prijs te betalen om die krijgen. En wordt dit alles niet aangestuurd door hun satanische gezindheden? (Ja.) Dit zijn hun satanische gezindheden. Dus je komt in beeld – wat dan nog? Mensen hebben een hoge dunk van je – nou en? Ze zetten je op een voetstuk – nou en? Bewijst ook maar iets van dit alles dat je de waarheid hebt? Niets van dit alles is van enige waarde. Wanneer je deze dingen te boven kunt komen – wanneer ze je niet meer raken en niet meer belangrijk lijken, wanneer aanzien, ijdelheid, status en wat anderen van je denken niet langer je gedachten en gedrag bepalen, laat staan hoe je je plicht vervult – dan zal de vervulling van je plicht steeds doeltreffender worden, en steeds zuiverder(‘Alleen door de waarheid in praktijk te brengen kan men normale menselijkheid hebben’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). In deze passage onthult God hoe mensen hun aanzien en status hoger waarderen dan hun leven, en dat ze, als ze ergens tegenop lopen, allereerst aan hun reputatie, ijdelheid en positie denken, maar zeker niet aan Gods wil. God wil niet dat we toneelspelen, en Hij wil niet dat we onze reputatie vooropstellen, of onze status bij mensen najagen. Dat helpt ons niet om Gods goedkeuring te verkrijgen, het kan ons niet helpen om onze gezindheid te veranderen of te worden gered. Naam en status zijn banden die Satan gebruikt om ons te ketenen en het najagen van deze dingen maakt ons steeds ijdeler en sluwer. Op die manier raken we Gods leiding kwijt en verliezen we uiteindelijk Zijn redding. God houdt niet van listige mensen en wil niet dat mensen slimme spelletjes spelen om Zijn goedkeuring en de bewondering van anderen te verkrijgen. Hij wil dat we onze reputatie en status loslaten, naar de waarheid streven en eerlijke mensen zijn. Of dit nu richting God of richting anderen is, we mogen niet bedrieglijk of onoprecht zijn. Keer op keer lukte het me niet om me open te stellen en mijn worstelingen met de anderen te delen, omdat ik me teveel zorgen maakte over mijn aanzien en ijdelheid. Ik kon de waarheid niet beoefenen, omdat ik stevig in de klauwen van mijn satanische gezindheid zat. Mijn verlangen naar aanzien een status was te sterk.

Later stuurde de zuster me nog meer woorden van God, waarin een voor mij bijzonder nuttige passage stond. “Als je het nu bekijkt, zou je dan zeggen dat het gebruik van kleine gunsten om mensen af te kopen of binnen te lokken, of opscheppen, of mensen misleiden met illusies, het juiste pad is om in te slaan, ongeacht hoeveel voordelen en hoeveel voldoening iemand die zulke middelen gebruikt van buitenaf bezien lijkt te krijgen? Is het een pad dat de waarheid najaagt? Is het een pad dat leidt naar het verkrijgen van redding? Zeer duidelijk niet. Deze methoden en trucjes, ongeacht hoe briljant ze uitgedacht mogen zijn, kunnen God niet voor de gek houden en worden uiteindelijk allemaal door God veroordeeld en verfoeid, omdat er persoonlijke ambitie en een soort houding en essentie van zich opstellen tegen Hem verscholen zit achter zulk gedrag. Diep van binnen zou God absoluut nooit een dergelijk persoon erkennen als iemand die zijn plicht vervult, maar Hij zou hem daarentegen als boosdoener bestempelen. Wat is Gods conclusie wanneer Hij boosdoeners aanpakt? ‘Ga weg van mij, u die zonde begaat’ Wanneer God zegt: ‘Ga weg van mij,’ waar wil Hij dat zulke mensen heengaan? Hij geeft hen over aan Satan, aan de plaatsen die bevolkt zijn met horden satans. Wat is het uiteindelijke gevolg voor hen? Ze worden doodgemarteld door kwade geesten, oftewel, ze worden verzwolgen door Satan. God wil dit soort mensen niet meer. Dat Hij hen niet meer wil, betekent dat Hij hen niet zal redden. Zij behoren niet tot Gods kudde, laat staan dat ze tot Zijn volgelingen behoren, dus behoren ze niet tot degenen die Hij zal redden. Zo wordt een dergelijk persoon gedefinieerd(‘Antichristen ontmaskeren’). Uit Gods woorden leerde ik dat sommige mensen hypocriet en onoprecht zijn om een plek in het hart van mensen te veroveren. Het lijkt alsof ze het respect van anderen winnen en hun ambities en verlangens worden vervuld. Maar wat krijgen ze uiteindelijk? Ze kunnen mensen een tijdje voor de gek houden, maar God niet. God kijkt recht in onze harten en leest onze gedachten. Uiteindelijk verliezen die mensen hun kans op Gods redding en kunnen ze de waarheid en Gods goedkeuring nooit verkrijgen. Gods woorden zijn duidelijk. Hij haat degenen die de waarheid niet najagen en hun eigen intenties koesteren, die een plek willen veroveren in het hart van anderen. Hij beschouwt hen als boosdoeners en erkent de plichten die ze vervullen niet. Dit maakte me bang. Ik was bang dat God me zou verlaten, dat Hij me aan Satan zou overleveren en dat ik Zijn redding zou verliezen. Ik besefte dat ik werkelijk het verkeerde pad op was gegaan, want alles wat ik dacht en deed was om geprezen en bewonderd te worden. Ik had nooit rekening gehouden met Gods wil of met wat ik uiteindelijk zou krijgen door op die manier te handelen. Zelfs al zou ik het hart van sommige mensen winnen, ik zou nooit de waarheid verkrijgen omdat ik op een pad liep dat tegen God was. Als ik op dat pad bleef, zou ik uiteindelijk gewoon te gronde gaan. Door deze gedachte zag ik in dat God haatte wat ik had gedaan en dat het niet was wat Hij wilde dat ik nastreefde. Ik bleef onrustig. Ik wilde oprecht veranderen en aan die gesteldheid ontsnappen, om mijn ware ik te zijn en nooit meer bedrieglijk te zijn.

Later moedigde zuster Connie me aan om communicatie te delen, me open te stellen, eerlijk te zijn, zodat ik wat vrede en vreugde zou voelen. Maar bij de gedachte dat ik me voor de broeders en zusters open zou stellen over mijn verdorvenheid en gebreken, moest ik echt een drempel over. Toen las ik een andere passage van Gods woorden: “Je moet de waarheid zoeken om elk probleem dat zich voordoet op te lossen, wat het ook is; je moet jezelf beslist niet vermommen of jezelf anders voordoen dan je bent. Je tekortkomingen, je gebreken, je zwaktes, je verdorven gezindheden – wees er volledig open over en communiceer over dat alles. Krop ze niet op. Leren hoe je je moet openstellen is de eerste stap naar het binnengaan van het leven, en het eerste obstakel, dat het lastigst te overwinnen is. Als je het eenmaal hebt overwonnen, is het binnengaan van de waarheid eenvoudig. Wat betekent het om deze stap te zetten? Het betekent dat je je hart aan het openen bent en alles toont wat je hebt, goed of slecht, positief of negatief; dat je jezelf blootlegt voor anderen en voor God, dat je voor God niets verbergt, niets verhult, niets verbloemt, dat je niet bedrieglijk en verraderlijk bent, en dat je eveneens open en eerlijk jegens andere mensen bent. Op die manier leef je in het licht en zal niet alleen God je inspecteren, maar zullen ook andere mensen kunnen zien dat je principieel en met een mate van openheid handelt. Je hoeft geen enkele methode te gebruiken om je reputatie, imago en status te beschermen; je hoeft je fouten niet te verhullen of verbloemen. Deze nutteloze inspanningen zijn niet nodig. Als je deze dingen kunt loslaten, zul je erg ontspannen zijn, zul je leven zonder ketens of pijn en zul je volledig in het licht leven. Leren hoe je open moet zijn bij het communiceren is de eerste stap naar het binnengaan van het leven. Vervolgens moet je leren je gedachten en handelingen te analyseren om te zien welke ervan verkeerd zijn en op welke ervan God niet gesteld is. Die moet je onmiddellijk ongedaan maken en rechtzetten. Wat is het doel om ze recht te zetten? Dat is de waarheid te aanvaarden en aan te nemen en ondertussen de dingen in jou die aan Satan toebehoren te verwerpen en te vervangen door de waarheid. Voorheen deed je alles in overeenstemming met je sluwe gezindheid, die leugenachtig en bedrieglijk is; naar jouw idee kon je niets gedaan krijgen zonder te liegen. Nu je de waarheid begrijpt en Satans werkwijzen veracht, ga je niet meer op die manier te werk en handel je met een mentaliteit van eerlijkheid, zuiverheid en gehoorzaamheid. Als je niets achterhoudt, als je geen masker draagt, niet doet alsof, je ware gezicht niet verhult, als je jezelf blootlegt voor de broeders en zusters, je diepste ideeën en gedachten niet verbergt, maar in plaats daarvan anderen je eerlijke houding laat zien, dan zal de waarheid zich geleidelijk in je wortelen, opbloeien en vruchten afwerpen, tot resultaten leiden, beetje bij beetje. Als je hart steeds eerlijker is, en steeds meer op God gericht, en als je de belangen van Gods huis kunt beschermen bij het vervullen van je plicht, en je geweten bezwaard is wanneer je het beschermen van die belangen verzaakt, dan is dat bewijs dat de waarheid in je heeft gewerkt en je leven is geworden(‘Alleen zij die de waarheid in praktijk zijn godvrezend’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Ik kon zien dat Gods woorden mensen echt kunnen veranderen. Wanneer mensen leren om open te zijn over hun ware verdorvenheid en de waarheid zoeken, kunnen onze verkeerde ideeën en verdorven gezindheden geleidelijk aan veranderen. God onthulde mijn verkeerde gedachten en openbaarde mijn foute najagen van naam en status. Vervolgens leidde Hij me met Zijn woorden om het juiste beoefeningspad te vinden. Ik moest de eerste stap zetten en me openstellen voor anderen, ophouden met denken aan mijn naam en aanzien, en niet meer listig, bedrieglijk en onoprecht zijn. Ik moest Gods woorden beoefenen en die me de weg laten wijzen binnenin mij.

Die zondagochtend nam ik zoals gewoonlijk deel aan de bijeenkomst en ik zei tegen mezelf dat ik oprecht moest zijn, dat ik mijn begrip vrijelijk met iedereen moest delen. Ik bad: “Lieve God, deze keer wil ik de waarheid beoefenen, aan de ketens van Satan ontsnappen en mijn schijnheiligheid en bedrog openbaren. Het zou me zelfs niet uitmaken als ze op me neerkeken. Ik wil gewoon een eerlijk mens zijn om u te behagen. Help me, alstublieft, om open en eerlijk te zijn.” Na dit gebed voelde ik me kalmer. Tijdens onze bijeenkomst dacht ik echt na over Gods woorden en luisterde serieus naar de communicatie van de anderen over hun ervaring en begrip. Ik gebruikte die tijd niet om mijn eigen communicatie op te schrijven en dacht niet na over wat voor soort communicatie alle anderen graag zouden horen. Zo kreeg ik nieuwe verlichting uit de communicatie van de anderen. Toen het mijn beurt was, Dacht ik niet na over hoe goed of welsprekend mijn communicatie was. Hoewel ik zenuwachtig was, hield me dat niet tegen om door te gaan met mijn communicatie. Daarna sprak ik over een passage van Gods woorden die me echt had geraakt. “Eerlijkheid betekent je hart aan God geven, in alles oprecht zijn tegenover God, in alles open naar Hem zijn, de feiten nooit verbergen, niet proberen de mensen boven of onder je te misleiden en geen dingen doen om alleen maar bij God in een goed blaadje te komen. Kortom, eerlijk zijn is zuiver zijn in je woorden en daden, en God noch mensen misleiden. […] Als je veel geheimen hebt die je niet graag deelt, als je er heel afkerig van bent om je geheimen, je moeilijkheden bloot te leggen voor anderen om zo de weg van het licht te zoeken, dan zeg ik dat je iemand bent die niet makkelijk het heil zal verkrijgen en die niet eenvoudig tevoorschijn komt uit de duisternis(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen). Ik verbond deze passage van Gods woorden aan mijn eigen ervaring, legde uiteindelijk mijn ziel bloot en toonde iedereen mijn meest oprechte gezicht. Ik was helemaal niet bezorgd over wat ze over me zouden zeggen. Ik vertelde hun: “Ik heb de hele tijd toneelgespeeld en deed alsof ik vloeiend Engels sprak. De waarheid is dat ik mijn communicatie van tevoren helemaal uitschreef. Ik nam deze zelfs op om te oefenen, zodat het natuurlijker klonk en jullie allemaal beter over me zouden denken. Het was alleen maar om jullie lof te oogsten en te zorgen dat jullie naar me opkeken. Ik heb jullie bedrogen. …” Ik dacht dat ze op me neer zouden kijken toen ik mijn hart had blootgelegd, maar ze zeiden dat ik me geen zorgen moest maken over fraai communiceren, we waren allemaal zo’n beetje hetzelfde. God wil dat we oprecht zijn, niet bloemrijk en onpraktisch. Wat had het voor zin als ik niet communiceerde vanuit het hart, als het gewoon letterlijke doctrine was? Ik werd hier zo door geraakt. Ze keken helemaal niet op me neer en een paar van hen zeiden dat ze konden begrijpen waarom ik het deed en dat mijn ervaring hen hielp. Dit was een fijne verrassing voor me. Toen ik me aan iedereen had opengesteld over mijn verdorvenheid, voelde het alsof er een doorn uit mijn vlees was getrokken. Eindelijk was ik vrij en kon ik aan de ketens van mijn satanische gezindheid ontsnappen. Satan gebruikte ijdelheid en reputatie om me ervan te weerhouden de waarheid te beoefenen. Maar toen ik door Gods woorden mezelf leerde kennen, oefende om een eerlijk persoon te zijn en mezelf eerlijk open te stellen, voelde ik dat ik een stap dichter bij God was gekomen. Ik voelde dat ik deze twijfels en obstakels tussen mij en mijn broeders en zusters had weggenomen. Het was me zo lang niet gelukt om mijn ijdelheid te laten varen of de waarheid te vertellen, omdat ik zo bezorgd was geweest over mijn aanzien in plaats van over Gods wil. Zo lang had ik ervoor gekozen mezelf te vermommen om mijn ijdelheid te strelen en me te koesteren in de lof van anderen, maar dat was niet wat God wilde. In feite had ik God zo lang gekwetst. Maar God was altijd vergevingsgezind en geduldig, en Hij wachtte op mijn omkeer. Ik ben ongelofelijk dankbaar voor Gods geweldige liefde.

Deze ervaring leerde me het belang van het streven naar de waarheid. De enige manier om te ontsnappen aan de boeien van een satanische gezindheid, is eerlijk zijn en de waarheid beoefenen. De enige manier om waar geluk en vrede te kennen, is kiezen voor de waarheid. Ik was vroeger zo listig, zo schijnheilig, maar nu heb ik besloten de waarheid te beoefenen en eerlijk te zijn. Dat is voor mij het belangrijkste. Het enige wat ik wil, is dat God me blijft leiden zodat ik nog meer waarheid in praktijk kan brengen.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geloof: de bron van kracht

Door Ai Shan, Myanmar Afgelopen zomer. Ik was het online aan het onderzoeken en anderen deelden veel waarheid met mij over dingen zoals hoe...

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger