Hoe ik mijn trotse gedrag veranderde

13 maart 2023

Door Bernard, Kameroen

Ik dacht vroeger altijd dat ik erg intelligent was. Ik dacht dat ik altijd alles kon zonder de hulp van anderen. Op school en thuis, wist ik het antwoord, welke vragen mensen ook stelden, en mijn oudere broeders niet. Daarom keek ik op ze neer. Mijn oudere broers zeiden dat ik arrogant was en dat ik rekening moest houden met de gevoelens van anderen. Maar ik dacht dat ze dat zeiden omdat ze jaloers op me waren, dus ik trok me hun beschuldigingen niet aan.

In 2019 aanvaardde ik het werk van de laatste dagen van Almachtige God. Al gauw begon ik nieuwkomers te bewateren die Gods werk net hadden aanvaard. Van de drie zusters met wie ik toen werkte hadden twee Gods werk pas enkele maanden aanvaard. De andere was zuster Jonna die me hielp in mijn werk. In die tijd werd ik gekozen tot groepsleider, wat betekende dat ik de beste in de groep was. Als ze tijdens onze samenwerking een andere manier voorstelden om iets te doen, wees ik het vaak af en zei ik dat het moest gebeuren zoals ik had gezegd. Na elke samenkomst voor nieuwkomers vroeg zuster Jonna bijvoorbeeld: “Zullen we de nieuwkomers vragen of ze alles hebben begrepen?” Ik zei: “Dat is niet nodig. Ik heb het al tijdens de samenkomst gevraagd, dus dat hoeven we niet nog eens te doen.” Als zuster Jonna zei: “Als je communiceert over de waarheid van Gods werk, moet je uitvoeriger spreken. Dat helpt mogelijke evangeliebekeerlingen om snel te bepalen dat Gods werk echt is.” Ik zei zonder na te denken: “Ik heb alles al gezegd. We hoeven het niet te herhalen.” Soms zei zuster Jonna dat ik me moest gaan verdiepen in de situatie van nieuwkomers. Maar dat wilde ik niet. Ik vond dat ik als groepsleider moest regelen wat zij deed en dat ze niet moest zeggen wat ik moest doen. Soms vroeg zuster Jonna of de nieuwkomers de communicatie op samenkomsten begrepen. Ik werd kwaad omdat ze altijd opvolging gaf aan mijn werk. Zij was geen groepsleider. Ze had het recht niet om mij te zeggen om dit of dat te doen. In die tijd was ik erg arrogant. Ik werkte niet samen met zuster Jonna of mijn andere twee zusters. Gewoonlijk steunde ik de nieuwkomers zelf en wees ik ze geen werk toe. Ik dacht dat ze Gods werk pas hadden aanvaard en veel waarheden niet begrepen en het misschien niet goed zouden doen. Als ik samenkomsten met ze leidde, sprak ik altijd veel en gaf ik ze geen tijd om te communiceren. Ik vreesde dat ze niet goed zouden communiceren en de nieuwkomers het niet zouden begrijpen. In feite begrepen de nieuwkomers de communicatie van mijn twee zusters. Ik keek gewoon op ze neer, daarom wilde ik niet dat ze communiceerden. Om de nieuwkomers zo snel mogelijk een basis in de ware weg te geven wilde ik op een keer communiceren over meerdere aspecten van de waarheid. Maar mijn zusters zeiden: “Dat kun je niet doen. Onze samenkomst duurt maar anderhalf uur. Als je te veel communiceert, zal er niet genoeg tijd zijn en begrijpen de nieuwkomers het niet. We kunnen het opsplitsen over meerdere samenkomsten.” Maar ik wilde op dat moment hun mening niet accepteren en deed mijn best om ze te overtuigen en naar me te laten luisteren. Ten slotte moesten ze instemmen. Later bewaterden we meer dan twintig nieuwkomers. Bijna alle nieuwkomers waren aanwezig op de eerste samenkomst, maar op de volgende samenkomsten merkte ik dat steeds meer nieuwkomers afwezig waren. Ten slotte kwamen maar drie van de oorspronkelijke twintig regelmatig. Ik had dit nooit meegemaakt sinds ik was begonnen met het bewateren van nieuwkomers. Ik was in die tijd erg verward en negatief. Toen vroeg de leider me op een dag hoe mijn gesteldheid was en ik zei: “Niet goed. In deze tijd heb ik mijn plicht erg slecht gedaan. Als ik met de nieuwkomers communiceer zoals het hoort, vraag ik ook of ze het begrijpen en ze zeggen altijd ja. Ik begrijp niet waarom ze niet op samenkomsten komen.” De leider zei: “Je moet nadenken over jezelf. Heb je iets ongepasts gedaan waardoor de nieuwkomers niet willen komen?” De leider vervolgde: “Heb je je drie partner-zusters gevraagd of ze iets verkeerd hebben gezien in de inhoud of methoden van je bewatering?” Ik zei: “Nee, ik denk niet dat ze goed advies kunnen geven.” De leider zei: “Dat is het probleem. Je moet hun mening vragen in plaats van altijd op jezelf te vertrouwen.” Wat de leider zei, klonk juist. Het was nooit bij me opgekomen om het mijn partner-zusters te vragen. Ik dacht altijd dat ik beter was in het werk dan zij, dus hun ideeën leken me nutteloos.

Toen stuurde de leider me een passage uit Gods woorden. “Wanneer jullie met anderen samenwerken bij het vervullen van jullie plichten, kunnen jullie dan openstaan voor afwijkende meningen? Zijn jullie in staat om anderen te laten spreken? (Een beetje wel. Vroeger luisterde ik vaak niet naar de suggesties van de broeders en zusters en stond ik erop de dingen op mijn manier te doen. Pas later, toen de feiten bewezen dat ik ongelijk had, zag ik dat de meeste van hun suggesties juist waren geweest, dat het de uitkomst was die iedereen besprak die eigenlijk geschikt was, dat mijn eigen opvattingen verkeerd waren en tekortschoten. Nadat ik dit ervaren had, besefte ik hoe belangrijk harmonieuze samenwerking is.) En wat kunnen we hieruit opmaken? Hebben jullie, na dit te hebben ervaren, er iets aan gehad en de waarheid begrepen? Denken jullie dat ook maar één iemand volmaakt is? Hoe krachtig, capabel of getalenteerd mensen ook zijn, ze zijn nog steeds niet volmaakt. Mensen moeten dat inzien; het is een feit. Dit is ook de houding die mensen dienen te hebben ten aanzien van hun eigen verdiensten, hun sterke punten of gebreken; die rationaliteit moeten mensen bezitten. Met zo’n rationaliteit ben je in staat op de juiste manier met je eigen sterke en zwakke kanten en met die van anderen om te gaan, en dat zal je in staat stellen harmonieus met hen samen te werken. Als je dit aspect van de waarheid hebt begrepen en dit aspect van de werkelijkheid van de waarheid kunt binnengaan, kun je harmonieus met je broeders en zusters omgaan, waarbij je van elkaars sterke kanten kunt profiteren ter compensatie van zwakheden die je zelf hebt. Op die manier zul je, ongeacht de taak die je uitvoert of wat je ook doet, er steeds beter in worden en Gods zegen ontvangen. Als je altijd denkt dat je best goed bent en dat anderen in vergelijking slechter zijn en als je altijd het laatste woord wil hebben, dan is dat problematisch. Dit is een probleem van gezindheid. Zijn zulke mensen niet arrogant en verwaand?(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, deel drie). Gods woorden wezen me op mijn probleem. God zegt: “Wanneer jullie met anderen samenwerken bij het vervullen van jullie plichten, kunnen jullie dan openstaan voor afwijkende meningen? Zijn jullie in staat om anderen te laten spreken?” Terwijl ik Gods vragen bekeek, dacht ik na over mijn samenwerking met mijn drie zusters in die periode. Ik wees al hun voorstellen af. Zelfs als hun mening goed of terecht was, zag ik het toch altijd anders, omdat ik niet wilde dat ze dachten dat ik niet net zo goed was als zij. Ik dacht dat ik de beste was en de enige was die goed advies kon geven. Ik was de leider van de groep, dus ze moesten me gehoorzamen en naar me luisteren en niet andersom. Gods woorden zeggen dat iedereen tekortkomingen heeft en hulp van anderen nodig heeft, maar ik dacht altijd dat ik de beste was en dat ik superieur was aan anderen. Was dat geen overmoed? Ik zag in Gods woorden dat God zulke mensen haat.

Later las ik nog een passage uit Gods woord. “Wanneer werk steeds opnieuw moet worden gedaan terwijl mensen hun plicht vervullen, is het grootste probleem niet een gebrek aan vakkennis of ervaring, maar dat ze te zelfgenoegzaam en arrogant zijn; dat ze niet harmonieus werken, maar in hun eentje beslissen en handelen. Het gevolg is dat ze een puinhoop van het werk maken, er niets wordt bereikt, en alle tijd en moeite is verspild. En het ernstigste probleem daarbij is de verdorven gezindheden van mensen. Wanneer de verdorven gezindheden van mensen te ernstig zijn, zijn het niet langer goede mensen, maar slechte mensen. De gezindheden van slechte mensen zijn veel ernstiger dan gewone verdorven gezindheden. Slechte mensen zijn geneigd slechte daden te verrichten, zich met het werk van de kerk te bemoeien en het te verstoren. Het enige waartoe slechte mensen in staat zijn wanneer ze een plicht vervullen, is de dingen slecht doen en verknoeien. Hun dienst is dan niet meer de moeite waard. Sommige mensen zijn niet slecht, maar vervullen hun plicht volgens hun eigen verdorven gezindheden. Ook zij zijn niet in staat om hun plicht naar behoren te vervullen. Kortom, Kortom, verdorven gezindheden belemmeren mensen om hun plicht naar behoren te vervullen. Welk aspect van de verdorven gezindheden van mensen heeft volgens jullie de grootste invloed op de doeltreffendheid waarmee ze hun plicht vervullen? (Arrogantie en zelfgenoegzaamheid.) En wat zijn de belangrijkste uitingen van arrogantie en zelfgenoegzaamheid? In je eentje beslissingen nemen, je eigen gang gaan, niet luisteren naar suggesties, niet overleggen, niet harmonieus samenwerken en altijd proberen het laatste woord te hebben. Ook al werkt een flink aantal broeders en zusters samen om een bepaalde plicht te vervullen, waarbij ieder zich met zijn eigen taak bezighoudt, bepaalde groepsleiders of toezichthouders proberen altijd het laatste woord te hebben. Wat ze ook doen, ze werken nooit harmonieus samen, communiceren niet en doen onbezonnen dingen zonder overeenstemming te bereiken. Ze zorgen ervoor dat iedereen alleen naar hen luistert, en daar ligt het probleem(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Om een plicht goed te vervullen is harmonieuze samenwerking nodig). Deze woorden van God raakten me diep. Voorheen begreep ik niet waarom ik mijn plicht niet doeltreffend kon doen. Nadat ik Gods woord had gelezen begreep ik dat het kwam doordat mijn gezindheid te arrogant was en ik niet kon samenwerken. Als ik in die tijd met de drie zusters samenwerkte, had ik altijd het laatste woord. Als we de inhoud van de communicatie op samenkomsten bespraken, had iedereen zijn opvattingen en mening moeten delen, om dan te beslissen wat het algemene thema van de samenkomst zou zijn om te zorgen dat de samenkomst doeltreffend was. Maar ik nam zelf de besluiten zonder hun mening te vragen, omdat ik dacht dat mijn mening goed was en ik niet naar anderen hoefde te luisteren. Als iemand bezwaar maakte, vond ik allerlei redenen om het af te wijzen. Omdat ik te arrogant was om het advies van anderen te accepteren had ik niet Gods leiding of zegen en was ik niet doeltreffend in mijn plicht. Deze keer viel ik door de mand.

Later stuurde de leider me twee passages uit Gods woord. God zegt: “Als je in je hart de waarheid echt begrijpt, zul je weten hoe je de waarheid moet beoefenen en God moet gehoorzamen. Dan kom je vanzelfsprekend op het pad van het nastreven van de waarheid. Als het pad dat je bewandelt het juiste is, en overeenstemt met Gods wil, zal het werk van de Heilige Geest je niet verlaten. Dat betekent op zich weer dat de kans dat je God zult verraden steeds kleiner wordt. Zonder de waarheid is het makkelijk kwaad te doen, en doe je dat in weerwil van jezelf. Als je bijvoorbeeld een arrogante en verwaande gezindheid had, dan zou het geen verschil voor je maken als je te horen kreeg dat je God niet moet trotseren. Je kunt het niet voorkomen, het ligt buiten je macht. Je zou het niet expres doen, je zou het doen omdat je arrogante en verwaande aard over je heerst. Door je arrogantie en verwaandheid zou je op God neerkijken en Hem als onbelangrijk beschouwen, ze zouden je ertoe brengen jezelf te verheffen, steeds met jezelf te pronken, anderen te minachten. Door je arrogantie en verwaandheid zou je worden beroofd van een plek voor God in je hart, waardoor je uiteindelijk Gods plaats inneemt en eist dat mensen zich aan je onderwerpen en zou je je eigen gedachten, ideeën en noties laten vereren als de waarheid. Zoveel kwaad wordt gedaan door mensen die in de greep zijn van hun arrogante en verwaande aard! Om hun probleem van kwaaddoen op te lossen, moeten ze eerst hun aard oplossen. Zonder verandering in hun gezindheid zou het niet mogelijk zijn dit probleem tot een fundamentele oplossing te brengen(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Alleen door de waarheid na te streven kan iemand een verandering in gezindheid verkrijgen). “Je moet onthouden dat het vervullen van je plicht geen kwestie is van je eigen inspanningen of je eigen management. Dit is niet jouw persoonlijke werk, het is het werk van de kerk, en jij draagt alleen de kwaliteiten bij die jij bezit. Wat je in Gods managementwerk doet, is maar een klein deel van de medewerking van de mens. Jouw rol is slechts een kleine rol in de marge en je draagt maar beperkte verantwoordelijkheid. Dit verstand moet je in je hart hebben. Dus hoeveel mensen er ook aan een taak werken, wanneer ze met moeilijkheden worden geconfronteerd, is het eerste wat iedereen moet doen tot God bidden en samen communiceren, de waarheid zoeken, en vervolgens bepalen wat de principes van beoefening zijn. Wanneer men dit doet, heeft men een beoefeningspad. Sommige mensen willen altijd pronken, en als ze verantwoordelijkheid krijgen voor een taak, willen ze altijd het laatste woord hebben. Wat is dit voor gedrag? Dit is zelf de regels bepalen. Ze plannen in hun eentje wat ze doen, zonder anderen op de hoogte te stellen, en bespreken hun meningen met niemand. Ze delen ze met niemand en maken ze niet kenbaar, maar houden ze in hun hart verborgen. Wanneer het tijd is om te handelen, willen ze anderen altijd versteld doen staan van hun geweldige prestaties, willen ze iedereen een grote verrassing bezorgen, zodat anderen hen hoog zullen achten. Is dat het vervullen van hun plicht? Ze proberen te pronken, en wanneer ze status en bekendheid hebben, zullen ze hun eigen zaakjes opzetten. Is dit soort mensen niet bezeten van wilde ambities? Waarom zou je niemand vertellen wat je doet? Dit werk is niet van jou alleen, dus waarom zou je handelen zonder het met iemand te bespreken en in je eentje beslissingen nemen? Waarom zou je in het geheim handelen, van alles afgeschermd zodat niemand ervan weet? Waarom zou je altijd proberen voor elkaar te krijgen dat mensen alleen met jou rekening houden? Je ziet dit werk duidelijk als je hoogstpersoonlijke werk. Jij bent de baas en alle anderen zijn werkers – ze werken allemaal voor jou. Wanneer je altijd zo denkt, is dat dan niet problematisch? Is hetgeen dit soort persoon onthult niet precies de gezindheid van Satan? Als mensen op deze manier een plicht vervullen, zullen ze vroeg of laat worden verstoten(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Om een plicht goed te vervullen is harmonieuze samenwerking nodig). Alleen door Gods woord te lezen besefte ik dat arrogantie mijn natuur was geworden en wat ik van nature vertoonde. Toen ik een status had in de kerk, wilde ik deze gelegenheid alleen gebruiken om me uit te sloven en te laten zien dat ik beter was dan anderen en de beste keus als groepsleider was. Ik wilde mijn partners ook bewijzen dat ik beter was dan zij en hun advies of hulp niet nodig had. Door mijn arrogantie dacht ik altijd dat ik alles wist en dat naar anderen luisteren zinloos was. Ik beschouwde mijn eigen gedachten als de waarheid, liet anderen dingen doen zoals ik het wilde en zocht de waarheid noch vertrouwde op God in mijn plicht. Ik vertrouwde op mijn eigen ervaring en mentale kaliber om nieuwkomers te bewateren en dwong anderen om naar me te luisteren en me te gehoorzamen. Was ik niet net als de aartsengel? De aartsengel was arrogant en vereerde God niet. Hij wilde op gelijke voet staan met God en uiteindelijk verraadde hij God samen met vele engelen. Ik zat gevangen in mijn arrogante gezindheid, aanvaardde de waarheid niet en liet anderen naar me luisteren. Net als de aartsengel bestreed en verraadde ik God. Ik herinnerde me ook dat ik erg arrogant was voor ik in God geloofde. Ik keek neer op mensen die inferieur aan mij waren, waaronder mijn broers. Als ik op school niet de beste cijfers kreeg voor examens gaf mijn vader me er luidkeels van langs. “Je moet het hoogste cijfer halen voor examens, beter dan alle anderen.” Ook mijn grootmoeder zei tegen me: “Je moet ernaar streven om de beste te zijn, zodat je respect krijgt.” Toen ik ze die dingen had horen zeggen, probeerde ik me altijd te onderscheiden van anderen en zette ik mezelf op de eerste plaats om me sterker te laten lijken dan anderen. Ik dacht dat ik een slechte indruk maakte als ik naar anderen luisterde, dus ik wilde geen advies aannemen van anderen. Alleen door Gods woord besefte ik dat deze opvattingen volkomen fout waren. Ik plaatste mezelf altijd boven anderen en weigerde me te onderwerpen. Dat is een satanische gezindheid. Als die niet veranderde, zou ik niet alleen geen goede resultaten boeken in mijn plicht, ik zou kwaad doen en God bestrijden, en uiteindelijk zou ik door God worden verstoten en gestraft. Door Gods woord te lezen begreep ik ook dat mijn plicht niet mijn persoonlijke carrière is, maar het werk van de kerk. Als ik op problemen stuit, moet ik met anderen samenwerken om ze op te lossen, en voor ik een besluit neem, moet ik mijn partners om advies vragen. Als ik besluiten neem zonder rekening te houden met de mening van anderen en het werk van de kerk ophoud, doe ik kwaad door op die manier mijn plicht te doen. Toen ik dat begreep, wilde ik mijn houding tegenover mijn plicht veranderen en in harmonie samenwerken.

Later zag ik tijdens mijn godsdienstoefeningen nog een passage uit Gods woord. “Wat vinden jullie: is het moeilijk om met andere mensen samen te werken? In werkelijkheid is dat niet zo. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het makkelijk is. Maar waarom vinden mensen het dan toch moeilijk? Omdat ze verdorven gezindheid hebben. Voor degenen die menselijkheid, geweten en verstand bezitten, is samenwerken met anderen relatief gemakkelijk, en zij zullen dit waarschijnlijk ook als iets vreugdevols ervaren. Omdat het voor niemand gemakkelijk is om in zijn eentje dingen te bereiken, op welk gebied dan ook en waar het ook om moge gaan, is het altijd goed om iemand te hebben die je op bepaalde dingen wijst en hulp biedt. Op die manier is het veel gemakkelijker dan wanneer je alles zelf moet doen. Er bestaan ook grenzen aan waar het kaliber van mensen toe in staat is of wat ze zelf kunnen ervaren. Niemand kan overal goed in zijn. Het is onmogelijk voor één persoon om alles te weten, alles te leren, alles te volbrengen. Dat is onmogelijk, en iedereen zou zo’n verstand moeten begrijpen. En daarom zouden er, wat je ook doet, of het nu belangrijk is of niet, altijd mensen moeten zijn om je te helpen, om je aanwijzingen en adviezen te geven, en om je bij te staan. Op die manier kun je de dingen correcter doen, is het moeilijker om fouten te maken, en zul je minder snel afdwalen, en dat is allemaal goed(Het Woord, Vol. 4, Antichristen ontmaskeren, Artikel acht: Ze willen dat anderen alleen hen gehoorzamen, niet de waarheid of God (deel één)). Nadat ik had nagedacht over Gods woorden begreep ik dat we alleen onze plicht echt kunnen vervullen en normale menselijkheid kunnen naleven door samen te werken met anderen. Ik dacht altijd dat sommige partners Gods werk pas een paar maanden hadden aanvaard en net waren begonnen met bewateringswerk en dat ze dus veel dingen niet begrepen, terwijl ik al drie jaar in God geloofde en meer ervaring had dan zij. Daarom accepteerde ik nooit hun voorstellen en meningen. Pas nu zag ik in dat ik het mis had. Ik geloofde wel langer in God en had meer ervaring dan zij, maar dat betekende niet dat ik in alles beter was dan zij. Zonder samen te werken met mijn broeders en zusters kan ik mijn plicht onmogelijk goed doen. Soms begreep ik op samenkomsten oppervlakkig enige waarheid en communiceerde ik slecht, dus ik had een partner nodig om duidelijker te communiceren. Soms konden de nieuwkomers niet komen door ziekte, of konden ze er niet regelmatig zijn vanwege hun werk en kon ik Gods woord dat van toepassing was niet vinden, zodat ik mijn partners nodig had. In feite heeft iedereen de kans om te worden verlicht door God. God verlichtte niet alleen mij en gaf me kaliber. Ik sloeg mezelf te hoog aan en zag anderen als idioten. Dat was een vergissing en het was dom. Gods verlichting en leiding hangen niet af van hoeveel werkervaring we hebben, maar van ons vermogen om de waarheid te zoeken en te aanvaarden. En iedereen heeft zijn eigen sterke punten, net als zuster Jonna die een zware last droeg in haar plicht en vaak goede voorstellen deed. Ik had moeten samenwerken met mijn zuster en leren van haar sterke punten om mijn tekortkomingen op te vangen.

Later probeerde ik in mijn plicht te luisteren naar de mening van mijn broeders en zusters. Als na iedere samenkomst mijn zuster me vroeg om de nieuwkomers individueel te vragen of ze het hadden begrepen, deed ik wat ze voorstelde en verzette ik me niet zoals voorheen. En als ze me vroeg om op samenkomsten uitgebreider met de nieuwkomers te communiceren en mijn best te doen hun problemen op te lossen deed ik dat ook. Soms gaf ze me ook goede ideeën voor het bewateren van de nieuwkomers en voerde ik die uit. Daarna zag ik meer nieuwkomers op samenkomsten en daar was ik erg blij om. Ik dacht aan Gods woorden: “De Heilige Geest werkt niet alleen in bepaalde mensen die door God worden gebruikt, maar bovendien in de kerk. Hij kan in iedereen werken. Hij zou momenteel in jou kunnen werken en je zult dit werk ervaren. Tijdens de volgende periode kan Hij wellicht in iemand anders werken, in dat geval moet je je haasten om bij te blijven; hoe dichter je bij het huidige licht blijft, hoe meer je leven kan groeien. Ongeacht wat voor soort mens iemand is, als de Heilige Geest in hen werkt moet je volgen. Haal hun ervaringen in je op en je zult steeds hogere dingen ontvangen. Op deze manier zul je sneller vooruitgaan. Dit is het pad van vervolmaking van de mens en de manier waarop het leven groeit(Het Woord, Vol. 1, De verschijning en het werk van God, Zij die God met een oprecht hart gehoorzamen, zullen zeker door God worden gewonnen). Door Gods woorden begreep ik nog duidelijker dat ik niet arrogant kan zijn en mijn zin doordrijven in mijn plicht, en dat ik moet samenwerken met anderen. Dat komt doordat de Heilige Geest iedereen verlicht en illumineert. Ongeacht hoelang iemand al in God gelooft en of hij status heeft, als wat hij zegt overeenstemt met de waarheid, moeten we het aanvaarden en gehoorzamen. Als we weigeren te luisteren zullen we in onze plicht niet worden gezegend door God. Deze ervaring leerde me het belang van in harmonie samenwerken in mijn plicht.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geloof: de bron van kracht

Door Ai Shan, Myanmar Afgelopen zomer. Ik was het online aan het onderzoeken en anderen deelden veel waarheid met mij over dingen zoals hoe...

Neem contact op via Messenger