Antwoord: Als gelovigen echt kunnen inzien dat Christus de waarheid, de weg en het leven is, is dit heel waardevol en laat het zien dat zulke gelovigen waarachtige kennis hebben van het wezen van Christus. Alleen van zo iemand kan men zeggen dat hij God echt kent. Christus is de praktische geïncarneerde God. Alleen wie Christus herkent en Hem kan gehoorzamen, kent God echt, want de waarheid, de weg en het leven komen allemaal voort uit God. Ze komen voort uit de uitdrukkingen van de geïncarneerde Christus. Van niemand, behalve Christus, kan worden gezegd dat hij de waarheid, de weg en het leven is. Dat begrijpen maar weinig mensen. God gebruikt het vermogen van de mensom Gods incarnatie te herkennen als de standaard volgens welke Hij de mens op de proef stelt. Alleen wie in zijn geloof aan deze standaard voldoen, kan Gods lof verkrijgen. Wie Gods incarnatie aanvaardt en gehoorzaamt, is de overwinnaar die voor God wordt opgenomen om als eerste te worden vervolmaakt. Wie Christus niet kan aanvaarden en gehoorzamen, zal het leed van de rampen moeten ondergaan, want hij herkent Gods incarnatie niet en wordt beschouwd als een dwaze maagd. Net zoals toen de Heer Jezus kwam. Hij nam iedereen die de waarheid liefhad en iedereen die Zijn woord aanvaardde en Hem echt mee de berg op volgde, en leidde en onderwees ze persoonlijk. Hij schonk niet de minste aandacht aan degenen van de religieuze wereld en degenen die alleen in God geloofden voor hun eigen voordeel, omdat zij alleen geloofden in de vage God in de hoge hemelen en Gods incarnatie niet aanvaardden. Ze waren blind in hun onvermogen om God te herkennen. Dus alleen wie de geïncarneerde Christus aanvaardt en gehoorzaamt, zal Gods lof ontvangen en door Hem worden vervolmaakt. Waarom is alleen Christus de waarheid, de weg en het leven? Laten we een passage uit het woord van Almachtige God lezen. Almachtige God zegt: “De weg van het leven is niet iets dat iedereen kan bezitten en ook niet iets dat iedereen gemakkelijk kan verkrijgen. Dat komt omdat het leven alleen van God kan komen, dat wil zeggen, alleen God Zelf bezit het wezen van het leven, er is geen weg van het leven zonder God Zelf en dus is alleen God de bron van leven en de altijd stromende bron van levend water van leven. Vanaf het moment dat Hij de wereld schiep, heeft God veel werk verricht met betrekking tot de vitaliteit van het leven, heeft Hij veel werk verricht dat leven geeft aan de mens en heeft een grote prijs betaald zodat de mens het leven kan verkrijgen, want God Zelf is het eeuwige leven en God Zelf is de weg waardoor de mens is opgestaan uit de dood. […] alleen God bezit de weg van het leven. Omdat Zijn leven onveranderlijk is, is het dus eeuwig; aangezien alleen God de weg van het leven is, is God Zelf dus de weg van het eeuwige leven” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven). Uit het woord van Almachtige God blijkt dat de waarheid, de weg en het leven allemaal afkomstig zijn van God. Alleen God Zelf bezit de weg van het leven. De Bijbel zegt: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God” (Joh. 1:1). Het Woord is God. Het Woord is het woord van God. Het Woord is de waarheid, de weg en het leven. Het Woord dat vlees wordt, verwijst naar Gods Geest die materialiseert in het vlees, dat wil zeggen, de waarheid, de weg en het leven zijn allemaal in het vlees gekomen Zoals Almachtige God zegt: “Het Woord vlees is geworden en de Geest van de waarheid werkelijkheid is geworden in het vlees – dat heel de waarheid, de weg en het leven in het vlees is gekomen en dat Gods Geest echt op aarde is gekomen en dat de Geest in het vlees is gekomen […]” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Praktijk (4)). De twee incarnaties van God getuigen beide van het feit dat Hij de waarheid, de weg en het leven is. Dit gaf de mens een grote openbaring. Het liet hem zien dat alleen Christus de waarheid, de weg en het leven is. De woorden en het werk van Christus, alles wat Hij heeft en is, zijn de waarheid, de weg en het leven. Dit is het wezen van Christus. Als Christus het woord van God uitdrukt, doet Hij dat als God zelf die Gods werk doet, het vorige tijdperk beëindigt en een nieuw begint, en het werk van een heel tijdperk voor de hele mensheid verricht. Het woord van God dat Christus uitdrukt, is Zijn hele woord in één fase van het werk. Het is echt de uitdrukking van Gods gezindheid, alles wat God heeft en is, het mysterie van Gods managementplan, en Gods eisen en bedoeling voor de mensheid. Zijn hele woord is de waarheid. Het kan niet alleen het leven van de mens vormen, maar het kan de mens ook leven geven. Net als toen de Heer Jezus kwam en Hij de hele waarheid uitdrukte die de mens nodig had in het Tijdperk van Genade, zodat de mens zijn zonden kon opbiechten, berouw kon tonen en kon terugkeren voor God, zodat hij het recht had om tot God te bidden en voor God te komen om Zijn genade te genieten en Zijn mededogen en liefde te zien. Dit was het effect van het werk van de verlossing. Door het werk van de Heer Jezus konden de zonden van de mens worden vergeven en werd de mens verlost van de zonde. De Heer Jezus verrichtte een fase van het werk van het verlossen van de mensheid en begon het Tijdperk van Genade en beëindigde het Tijdperk van de Wet. De geïncarneerde Almachtige God van de laatste dagen is gekomen, drukte alle waarheden uit die de mensheid zuiveren en redden, en verrichtte het werk van het oordeel dat begint in het huis van God. Hierdoor kon de mens Gods rechtvaardige gezindheid en almacht en wijsheid zien, die de levensgezindheid van de mens zuiverden en veranderden, zodat de mens God vreest en het kwaad mijdt, en zich grondig kan ontworstelen aan de invloed van Satan, om terug te keren voor God en door God te worden gewonnen. Het werk van Almachtige God doet het Tijdperk van het Koninkrijk beginnen en beëindigt het Tijdperk van Genade. Hieruit blijkt dat alles wat Christus zegt, doet, uitdrukt en manifesteert, de waarheid is. Alleen Christus kan de mens de goede weg wijzen en hem voorzien van leven en redding. Geen mens bezit zulke dingen of kan ze uitdrukken. Christus is de oorsprong van het leven van de mens. Hij is de verschijning van God. Hij is de waarheid, de weg en het leven, de enige verlossing en redding van de mens. Behalve Christus bezit geen mens de waarheid, de weg en het leven. Dat is overduidelijk.

Christus is Gods incarnatie, dus Hij is een goddelijk wezen, terwijl de profeten en apostelen, aangezien zij niet Gods incarnatie zijn, slechts menselijke wezens zijn. Daarom kunnen we de profeten en apostelen niet op hetzelfde niveau plaatsen als Christus. De geïncarneerde God is de belichaming van de waarheid en de oorsprong van Gods woord, zodat Hij direct de waarheid kan uitdrukken om de mens leven te geven. De profeten en apostelen kunnen alleen Gods woord doorgeven of, met de verlichting van de Heilige Geest, woorden spreken die overeenstemmen met de waarheid, maar ze zijn menselijk van aard en niet de geïncarneerde God. Zij hebben dus zeker niet de waarheid en kunnen de waarheid niet uitdrukken. Zij worden slechts door God gebruikt om Zijn uitverkorenen te bewateren, te voorzien en te leiden. Ze vervullen hun menselijke plichten en zijn zeker niet gerechtigd om direct met de stem van de Heilige Geest te spreken. Laten we enkele passages van het woord van Almachtige God lezen:

“De woorden van God kunnen niet worden gesproken als menselijke woorden. Nog veel minder kunnen menselijke woorden worden gesproken als het woord van God. Een mens die door God wordt gebruikt, is niet de vleesgeworden God en de vleesgeworden God is geen mens die door God wordt gebruikt. Hier is sprake van een wezenlijk verschil. […] De woorden van de vleesgeworden God luiden een nieuw tijdperk in, bieden leiding aan de gehele mensheid, onthullen mysteriën en wijzen de mens richting in een nieuw tijdperk. De verlichting die door de mens is verkregen is slechts eenvoudige praktijk of kennis. Deze kan niet de hele mensheid een nieuw tijdperk inleiden of het mysterie van God Zelf onthullen. God is immers God en de mens is mens. God heeft het wezen van God en de mens heeft het wezen van de mens. Als een mens de woorden die God heeft gesproken als eenvoudige verlichting door de Heilige Geest ziet en de woorden van de apostelen en profeten beschouwt als woorden die door God persoonlijk zijn gesproken, heeft de mens het bij het verkeerde eind” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord).

“Dit wil zeggen dat de communicatie van mensen verschilt van het woord van God. De communicatie van mensen betuigt hun individuele zicht en beleving, waarmee ze uiten wat zij zien en beleven op het fundament van Gods werk. Hun verantwoordelijkheid is om, nadat God werkt of spreekt, uit te vinden wat zij behoren te praktiseren of binnen horen te gaan, en het vervolgens aan volgelingen door te geven. […] Wat God uitdrukt, is wat God Zelf is en het is buiten het bereik van de mens, dat wil zeggen, het gaat verder dan een mens kan bedenken. Hij drukt Zijn werk van het leiden van de gehele mensheid uit; dit is niet relevant voor de details van de menselijke ervaring, maar betreft daarentegen Zijn eigen management. De mens drukt zijn beleving uit, terwijl God Zijn wezen uitdrukt – dit wezen is Zijn eigenlijke gezindheid en het is buiten het bereik van de mens. De ervaring van de mens is zijn zicht en kennis die hij heeft verworven op basis van Gods uitdrukking van Zijn wezen. Dergelijk zicht en dergelijke kennis worden het wezen van de mens genoemd. Ze worden uitgedrukt op het fundament van de eigenlijke gezindheid van de mens en zijn werkelijke kaliber; derhalve worden zij ook het wezen van de mens genoemd” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en het werk van de mens).

“Neem Paulus en Petrus bijvoorbeeld. Zij hadden geen eigen persoonlijke ervaringen voordat Jezus voorging op het pad. Het was pas nadat Jezus hen op het pad had geleid, dat zij de woorden die door Jezus waren gesproken en het pad waarop Hij leidde hebben ervaren. Hierdoor hebben ze veel ervaringen opgedaan en de brieven geschreven” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over titels en identiteit).

Het woord van Almachtige God verklaart duidelijk het verschil tussen de spraak en het wezen van mensen die God gebruikt en die van Christus zelf. Christus is de directe uitdrukking van de Heilige Geest, dus alles wat Christus uitdrukt, is Gods woord en is waarheid. Wat betreft de apostelen en spirituele experts, of het nu hun woorden, spraak of geschriften zijn, zij weerspiegelen alleen hun eigen ervaring en begrip van Gods woord. Hoewel het meeste van wat zij zeggen in overeenstemming is met de waarheid, kan het niet Gods woord worden genoemd. Er is nog een brede kloof tussen zulke geschriften en de waarheden die Christus uitdrukt. Mensen geloven dat wat zij zeggen, overeenstemt met de waarheid, omdat zij verlichting en illuminatie hebben ontvangen van de Heilige Geest en Gods woord hebben ervaren en begrepen. Maar zonder de uitdrukking van de waarheid van Christus zouden de apostelen en spirituele experts Gods woord niet hebben ervaren of begrepen. Dat wil zeggen dat het woord van Christus dient als de fundering waarop hun werk is gebouwd. Pas toen Christus de waarheid had uitgedrukt, konden de apostelen die ervaren en begrijpen. Dus in de context van Gods werk kan alleen Christus het woord van God uitdrukken. De woorden van degenen die God gebruikt, weerspiegelen alleen hun persoonlijke inzicht en ervaring. Het zijn getuigenissen en de verbreiding van het woord dat Christus heeft uitgedrukt. Niets van de kennis waarover zij spreken, kan het bereik van het woord van Christus overtreffen en niets van wat zij zeggen, kan de diepzinnigheid van het woord van Christus zelf evenaren. Dus hoezeer hun woord ook overeenstemt met de waarheid, het kan nooit het wezen van de waarheid van Gods woord bereiken. Dat is een feit.

De waarheid die Christus uitdrukt, is onuitputtelijk. Het is de eeuwige bron van levend levenswater voor de mens. Hoewel de profeten aanwijzingen van God ontvangen en Zijn woorden overbrengen, is het woord van God dat zij overbrengen anders dan het woord dat God uitdrukt in Zijn werk. De profeten kunnen Gods werk niet verrichten. Zij kunnen Gods woord alleen overbrengen onder bijzondere omstandigheden. Ze waarschuwen Gods uitverkorenen in de context van bijzondere omstandigheden of gebeurtenissen. Ook communiceren ze vermaningen, troost en voorspellingen om het volk van Israël te leiden. De profeten zijn slechts de mensen die God gebruikte in het Tijdperk van de Wet toen Hij zich in verschillende perioden verhief. Zij konden Gods woord overbrengen door de aanwijzingen van Jehova God. Ze hielpen God alleen om enkele minder belangrijke werken te voltooien. Alles wat zij deden, vormde de vervulling van hun menselijke plichten. Zonder Gods aanwijzingen zouden zij het vermogen om Gods woord over te brengen verliezen. Dit bewijst dat de profeten niet de waarheid, de weg van het leven hebben. Dit kan niet worden ontkend. Als God het werk van het beginnen van een tijdperk verricht, wordt al het werk direct gedaan door Gods incarnatie en Hij drukt Gods wil voor de mensheid en Zijn werk dat moet worden gedaan volledig uit. Dat wil zeggen dat alleen Christus Gods werk direct kan uitdrukken. Alleen Christus kan het werk van ‘Het Woord verschijnt in het vlees’ volbrengen. De verspreide berichten van de profeten vertegenwoordigen niet Gods werk waarmee Hij tijdperken begint. Dat is ontegenzeggelijk waar. Hoeveel brieven en boekdelen de apostelen en spirituele experts ook schreven, drukten ze uiteindelijk slechts hun persoonlijke ervaring en inzicht, hun individuele getuigenis uit. Het kan niet worden vergeleken met de uitdrukking van Gods woord door Christus. Dus of het nu de mensen zijn die God gebruikt, de apostelen, of de spirituele experts, geen van hen geldt als de waarheid, de weg en het leven. Zij zouden zelf niet durven zeggen dat zij de waarheid, de weg en het leven zijn en zij zouden zeker niet durven zeggen dat de woorden die zij spraken de woorden van God of de waarheid waren. We kunnen allemaal zelf zien, of het nu gaat om de apostelen of spirituele experts, dat hoeveel jaren ze ook werken, er een grens is aan wat zij kunnen doen. Zij kunnen de mensheid niet redden of vervolmaken. Alleen Christus kan de mensheid redden en vervolmaken. Dat is een feit. Dus alleen Christus is de waarheid, de weg en het leven. Geen van de apostelen of spirituele experts zijn de waarheid, de weg en het leven.

uit het filmscenario van ‘Het mysterie van de goddelijkheid’

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.