Waarom veroordeelt en weerstaat de religieuze wereld Gods nieuwe werk altijd zo verwoed?

16 mei 2019

De twee keren dat God vlees is geworden om op aarde te wandelen en het reddingswerk voor de mensheid te verrichten, werd Hij geconfronteerd met de heftigste weerstand, veroordeling en verwoede vervolging van de leiders in de religieuze wereld. Dit feit heeft mensen voor een raadsel gesteld en zelfs geschokt: waarom is het zo dat elke keer dat God een nieuwe werkfase ontvouwt, Hij altijd wordt geconfronteerd met zo'n behandeling? Waarom is het zo dat degenen die God het meest verwoed en agressief weerstaan de religieuze leiders zijn die de Bijbel keer op keer hebben gelezen en die de Heer vele jaren hebben gediend? Waarom is het zo dat deze religieuze leiders, die door mensen worden gezien als het meest vroom, het meest trouw en het meest gehoorzaam aan God, in feite niet verenigbaar met God kunnen zijn en in plaats daarvan vijanden van God zijn? Kan het zijn dat Gods werk verkeerd is? Kan het zijn dat Gods handelingen niet aan rede onderhevig zijn? Dat is zeker niet het geval! Er zijn twee fundamentele redenen waarom de religieuze leiders de rol van verzet tegen God kunnen spelen en vijanden van God kunnen worden. De eerste reden berust op het feit dat deze mensen geen kennis van het werk van de Heilige Geest hebben, noch kennis van de principes van Gods werk. Ze vertrouwen altijd op hun beperkte kennis van de Bijbel, theologische theorieën en menselijke opvattingen en voorstellingen en beperken daarmee Gods werk dat altijd nieuw en nooit oud is. De tweede reden is dat, omdat de mensheid zo diep verdorven is door Satan, haar natuur arrogant en verwaand is, ze de waarheid veracht en haat, en ze vooral status waardeert. Samen hebben deze twee redenen tot de tragedie van de mensheid geleid, de tragedie waarbij ze door de geschiedenis heen de ware weg telkens weer verzaakt en veroordeelt.

Als we terugkijken naar tweeduizend jaar geleden zien we dat de Heer Jezus onder de Joden was en het evangelie van het koninkrijk predikte, en zei: “Kom tot inkeer, … want het ​koninkrijk van de hemel​ is nabij!(Matteüs 4:17). Hij drukte de waarheid uit, bracht de weg van berouw, hielp de mens door zieken te genezen en demonen uit te drijven, deed talloze tekenen, wonderen en mirakels, en schonk de mens rijkelijke en overvloedige genade, vrede en vreugde. Dit zijn allemaal dingen die niet waren vastgelegd in het Oude Testament en het was ook werk dat niemand eerder had uitgevoerd. Het was natuurlijk ook iets dat geen menselijk wezen zou kunnen uitvoeren, omdat er behalve God niemand is met het gezag en de macht zulke dingen te doen. De Heer Jezus werkte in die tijd door de zonden van de mensheid persoonlijk op zich te nemen door aan het kruis te worden genageld en de mens van zijn zonden te verlossen, zodat Hij de mens uit de boeien van de wetten en regels kon bevrijden en de mens kon vrijstellen van straf voor het niet kunnen naleven van de wet. Deze mensen onder de wet konden alleen Gods redding verkrijgen en niet worden vernietigd als ze het werk van de Heer Jezus aanvaardden. De hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën van het jodendom herkenden het werk van de Heilige Geest echter niet en begrepen niet welk soort werk de Heer Jezus uitvoerde. In hun opvattingen geloofden ze dat eenieder die niet in de naam van Jehova God bad, God verraadde, dat eenieder die een boodschap predikte die niet in overeenstemming was met de wet mensen bedroog, en dat alles wat verder ging dan de Bijbel ketterij was. Daarnaast pronkten ze ermee dat ze goed thuis waren in de wetten en vele jaren in de tempel Jehova God hebben gediend, en geloofden ze dat waar ze zich aan hielden de waarheid en de meest zuivere weg was. Wat hen betreft schond het werk van de Heer Jezus de wet en ging het tegen de Bijbel in, als een weg die afweek van de Bijbel. Ze zeiden zelfs dat de Heer Jezus godslasterlijk sprak door zich de naam van God toe te eigenen en dat Hij Jehova God verraadde. Ze zouden daarom liever sterven dan de weg die door de Heer Jezus werd gepredikt te aanvaarden. Ze beschouwden het werk van de Heer Jezus zelfs als ‘ketterij’, een ‘boosaardige sekte’ en als ‘misleiden van de mens’. Hoewel het werk en het woord van de Heer Jezus gezag, macht en wijsheid bezaten, hoewel de wonderen die de Heer Jezus liet zien in de geschiedenis nooit eerder waren vertoond, hoewel steeds meer mensen getuigen werden van de daden van de Heer Jezus en getuigden van het feit dat de Heer Jezus de komst van de Messias vertegenwoordigde, hielden ze toch nog steeds koppig vast aan hun opvattingen en aan Gods werk in het Tijdperk van de Wet en weerstonden en veroordeelden ze halsstarrig Gods nieuwe werk – het verlossingswerk van de Heer Jezus. Hun houding tegenover Gods nieuwe werk was precies zoals Almachtige God had geopenbaard: “De mens kan alleen maar één soort werk of één manier van praktiseren aanvaarden. Het is voor de mens moeilijk om werk of een manier van praktiseren te aanvaarden die hem vreemd is of hoger reikt dan hemzelf. Maar de Heilige Geest is altijd bezig met nieuw werk en dus verschijnen er steeds weer groepen van religieuze deskundigen die zich verzetten tegen het nieuwe werk van God. Deze mensen zijn juist experts geworden omdat de mens niet beseft dat God altijd nieuw is en nooit oud, en geen kennis heeft van de beginselen van Gods werk en, wat nog belangrijker is, geen kennis heeft van de vele manieren waarop God de mens redt. Als zodanig is de mens nauwelijks in staat om te weten of het het werk van de Heilige Geest is en of het het werk van God Zelf is. Veel mensen klampen zich vast aan een houding waarbij ze, indien het overeenkomt met de eerdere woorden, ze het aanvaarden en indien er verschillen zijn met het werk van daarvoor, ze ertegen zijn en het verwerpen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God). Als iemand die in God gelooft zou je op z'n minst een hart moeten bezitten dat God vereert en hongert en dorst naar rechtvaardigheid. Alleen op deze manier zul je verlichting van de Heilige Geest kunnen ontvangen, Gods nieuwe werk kunnen begrijpen en Gods voetstappen op de voet kunnen volgen. Deze Joodse hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën kwamen in contact met de Heer Jezus en ontmoetten hem vele keren, maar zij waren eenvoudig nooit op zoek naaride waarheid. Ze bedachten manieren en middelen om de Heer Jezus te testen en iets te bemachtigen om tegen de Heer Jezus te gebruiken (zie Matteüs 22: 15-46), en probeerden het werk van de Heer Jezus te vernietigen en af ​​te schaffen. Ze waren allemaal hetzelfde wat betreft het feit dat ze geen kennis van God hadden en dat ze vasthielden aan hun opvattingen over Gods nieuwe werk. Natanaël, de Samaritaanse vrouw, de discipelen en gewone mensen die de Heer Jezus volgden waren echter in staat hun opvattingen opzij te zetten en de waarheid te zoeken. Op deze manier waren ze in staat Gods stem te horen via het werk en de woorden van de Heer Jezus, konden ze herkennen dat de Heer Jezus de komst van de Messias was, en konden ze terugkeren tot God. Door middel van deze vergelijking kunnen we zien dat de hogere echelons van de religieuze wereld van het jodendom niet alleen koppig conservatief waren en zonder kennis van Gods werk, maar ook arrogant en zelfgenoegzaam, en eenvoudig weigerden de waarheid te aanvaarden. Dit was een van de redenen voor hun weerstand tegen God.

Een andere reden was dat, omdat de woorden en het werk van de Heer Jezus waarheid en gezag bezaten en in de behoeften van het leven van de mens konden voorzien, steeds meer gewone Joden de Heer Jezus gingen volgen. Dit leidde ertoe dat de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën zich bezorgd gingen maken dat alle gewone mensen Hem zouden gaan volgen. Nu de mensen hen niet langer aanbaden of volgden werden ze steeds bezorgder, temeer omdat ze in hun hart duidelijk wisten dat het gezag en de macht van de woorden en het werk van de Heer Jezus ver buiten hun bereik lagen, en dat zolang de Heer Jezus op aarde bleef steeds meer gewone mensen hen zouden verlaten en de Heer Jezus zouden gaan volgen. Er zouden dan minder mensen in de tempel komen, waardoor ze niet langer konden genieten van hun oppermachtig leven, ondersteund en onderhouden door anderen. Daarom werd de Heer Jezus hun tot een doorn in het oog , en werd Hij een gehate vijand waarmee ze onmogelijk konden samenleven. Ze bespraken Jezus dus en zeiden: “Wat moeten we doen? Deze man doet veel wondertekenen, en als we hem zijn gang laten gaan, zal iedereen in hem gaan geloven. Straks grijpen de Romeinen in; dan zullen ze onze ​tempel​ en ons volk vernietigen” (Johannes 11:47-48). Om hun posities te waarborgen dachten ze na over alles wat ze zouden kunnen doen en gebruikten ze allerlei verachtelijke methoden om valse beschuldigingen tegen de Heer Jezus in te brengen. Ze spraken godslasterlijk over het werk van de Heer Jezus en veroordeelden het, ze belasterden de Heer Jezus en spraken kwaad over Hem, waarbij ze zeiden dat Hij op Beëlzebub vertrouwde om demonen uit te drijven (zie 12:24), en gaven vals getuigenis waarbij ze de Heer Jezus in de val lieten lopen en beschuldigden (zie Marcus 14:55-58). Ze zweerden zelfs samen met de Romeinse autoriteiten om Hem meedogenloos aan het kruis te nagelen. Toen de Heer was opgestaan, verscheen Hij veertig dagen lang aan de discipelen en voer toen op naar de hemel. En toen de discipelen het evangelie verkondigden ging dat gepaard met macht en wonderen. Deze feiten waren voldoende om te verifiëren dat de Heer Jezus de ware God was, dat Zijn werk het werk van de Heilige Geest bevatte, dat het werd bevestigd door de Heilige Geest en dat het de ware weg was! Onder deze omstandigheden namen de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeën de situatie niet opnieuw in overweging. Integendeel, ze traden op in naam van de “naleving van de wet en het verdedigen van de ware weg” en gingen door met het misbruiken van hun macht door samen te zweren met de machthebbers om hun verwoede onderdrukking en vervolging van de volgelingen van de Heer Jezus te intensiveren en onder hen een bloedbad aan te richten. Ze deden alles wat in hun macht lag mensen ervan te weerhouden de Heer Jezus te volgen. Ze verboden iedereen zelfs streng de naam van de Heer Jezus te verspreiden... Om hun eigen positie en levensonderhoud te waarborgen, was er werkelijk geen misdaad die ze niet bereid waren te begaan, iets wat hun duivelse natuur van haat jegens de waarheid en het feit dat ze vijanden van Christus waren openbaarde. Dit was de andere reden voor hun verwoede weerstand en veroordeling van de Heer Jezus. Hun kwade daden beledigden Gods gezindheid en riepen de toorn van God op. Uiteindelijk kreeg het gehele Joodse volk de ongeëvenaarde pijn van nationale onderwerping te lijden; de pijnlijke prijs die ze moesten betalen voor hun verzet en veroordeling van God.

Nu leven we in de laatste dagen en heeft God een grotere redding bereid voor degenen die door Hem zijn verlost. Deze redding is God die nogmaals vlees wordt en de waarheid uitdrukt om de mens te oordelen en te reinigen. Hij voert nu het nieuwe werk uit beginnende bij het huis van God. Deze fase van het werk zal de mens grondig ontdoen van zijn satanische, verdorven gezindheid. Zij zal de mens bevrijden van de duistere invloed van Satan en van de mensheid een ras maken dat God kent, met God verenigbaar is en werkelijk God toebehoort. Hierdoor kan de mensheid redding bereiken en door God worden verworven. Dit is de laatste fase van Gods duizendjarige managementplan. Sinds Almachtige God is verschenen en Zijn werk begonnen is, hebben diegenen uit de verschillende denominaties die de waarheid liefhebben en naar het verschijnen van God hebben verlangd de woorden van Almachtige God gelezen en vastgesteld dat de woorden van Almachtige God gezag en macht in zich dragen, dat ze de uitdrukking van de waarheid zijn en waarlijk Gods stem. Zo hebben ze een voor een het werk van de laatste dagen van Almachtige God aanvaard. Het ongekend schouwspel waarbij alle naties naar de berg toestromen is verschenen. Op dit moment verspreidt het koninkrijk evangelie van Almachtige God zich over de hele wereld naar alle naties en in elke richting. In vreemde landen en regio's wordt de een na de andere nieuwe gemeente van De Kerk van Almachtige God opgericht en steeds meer mensen over heel de wereld zijn Gods evangelie van de laatste dagen gaan aanvaarden. Dit openbaart Gods almacht en wijsheid volledig. Maar oog in oog met al deze waarheden, oog in oog met zo'n groot wonder en het getuigenis van het werk van de Heilige Geest, hebben de leiders in de religieuze wereld er echter de ogen voor gesloten en zijn ze er niet in het minst door geraakt. Deze mensen zijn als de farizeeën, ze herkennen niet dat het werk van de Heilige Geest zich continu ontwikkelt en dat Gods werk altijd nieuw en ooit oud is. Ze erkennen slechts één onwrikbaar principe: elke prediking die stelt dat de Heer in het vlees is gekomen, is onjuist; allen die preken over een God die een andere naam heeft dan de Heer Jezus, zijn ketters; alle woorden van de Heer staan in de Bijbel, alles dat verder gaat dan de Bijbel is niet de ware weg, en het niet voldoen aan de vereisten die God in het Tijdperk van Genade voor de mens had, betekent de leer van Christus verlaten. Daarnaast geloven ze zelfs met buitengewoon zelfvertrouwen dat zij de Bijbel heel goed kennen en leven hebben verworven na talloze jaren te hebben gewerkt en gepredikt, dat alleen de dingen die zij aanvaarden, waarvan zij kennis hebben en waaraan zij zich vasthouden, de ware weg vertegenwoordigen, en dat alles dat verder gaat ketterij of boosaardig sektarisme is. Deze mensen hebben God stevig ingeperkt binnen de grenzen van de Bijbel en binnen de grenzen van Gods werk uit het verleden. Hoeveel waarheid het werk dat door Almachtige God wordt gebracht ook bevat, hoeveel werk van de Heilige Geest het ook heeft, hoezeer het ook kan voorzien in de behoeften van de mensen, en hoe veel feiten er ook zijn om het te verifiëren, ze erkennen niet dat het van God is. Niet alleen zoeken en onderzoeken ze Gods werk van de laatste dagen niet, ze staan er ook vijandig tegenover en ontkennen het, zozeer dat ze godslasteringen uiten tegen het geïncarneerde vlees van God en het werk en het woord van Christus in de laatste dagen kleineren en veroordelen. Ze zijn precies hetzelfde als de oude farizeeën – koppig en arrogant, neerkijkend op de waarheid en godslasteringen uitsprekend tegen de Heilige Geest! Het is precies zoals Almachtige God zegt: “Als je God alleen maar leert kennen vanuit één fase van Zijn werk, dan is je kennis veel te beperkt. Je kennis is maar een druppel in de oceaan. Als dat niet zo was, waarom zouden velen van de religieuze oude garde God dan levend aan het kruis nagelen? Is dat niet omdat de mens God afbakent binnen bepaalde parameters? Komen niet juist veel mensen tegen God in opstand en werken zij het werk van de Heilige Geest niet juist tegen omdat ze het gevarieerde en veelzijdige werk van God niet kennen, en bovendien slechts een fractie bezitten aan kennis en doctrine waarmee het werk van de Heilige Geest gemeten kan worden? Hoewel de ervaringen van dergelijke mensen oppervlakkig zijn, zijn ze van nature arrogant en toegeeflijk en kijken zij met minachting naar het werk van de Heilige Geest, negeren ze de disciplines van de Heilige Geest en gebruiken ze bovendien hun onbeduidende, oude argumenten om het werk van de Heilige Geest te bevestigen. Zij spelen ook komedie en zijn helemaal overtuigd van hun eigen geleerdheid en uitgebreide kennis, en dat ze over de hele wereld kunnen reizen. Worden dergelijke mensen niet verafschuwd en verworpen door de Heilige Geest, en zullen ze niet geëlimineerd worden door het nieuwe tijdperk? Zijn zij die voor God komen en zich openlijk tegen Hem verzetten niet onwetende en ongeïnformeerde kleine mensen die alleen maar proberen te laten zien hoe briljant ze zijn? Met slechts weinig kennis van de Bijbel proberen zij zich tegenover de ‘academische wereld’ op te stellen. Met slechts een oppervlakkige doctrine om mensen wat bij te brengen, proberen ze het werk van de Heilige Geest om te keren en het in te passen in hun eigen denkpatroon; en kortzichtig als ze zijn, proberen ze in één vluchtige blik zesduizend jaar van Gods werk te zien. Deze mensen hebben geen enkel verstand van spreken! In feite is het zo dat hoe meer kennis mensen van God hebben, hoe langzamer ze zijn om Zijn werk te beoordelen. Bovendien praten ze maar weinig over hun kennis van Gods werk van vandaag en zijn ze niet lichtvaardig in hun oordeel. Hoe minder ze van God weten, hoe arroganter en overmoediger mensen zijn en hoe willekeuriger ze Gods wezen proclameren. Maar het is slechts theorie en ze bieden geen echt bewijs. Zulke mensen zijn geenszins van waarde. Zij die het werk van de Heilige Geest zien als een spelletje zijn onnozel! Zij die niet opletten als ze worden geconfronteerd met het nieuwe werk van de Heilige Geest, die hun woordje snel klaar hebben, snel zijn om te oordelen, die hun natuurlijke instinct de vrije teugel geven om de juistheid van het werk van de Heilige Geest te ontkennen, en dit ook te beledigen en te belasteren, zouden zulke respectloze mensen het werk van de Heilige Geest kennen? Zijn zij daarnaast niet ook degenen die arrogantie vertonen, die inherent trots en onbestuurbaar zijn?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God).

Wanneer mensen die werkelijk in de Heer geloven in grote aantallen terugkeren naar De Kerk van Almachtige God, bereikt de geleidelijke uitbreiding van Gods werk in de laatste dagen haar hoogtepunt. Maar zelfs nu het werk van de Heilige Geest zo uitbundig bloeit, heeft dit er niet toe geleid dat de religieuze leiders die eraan gewend zijn hoogverheven te zijn en de religieuze deskundigen die anderen rondcommanderen over zichzelf na zijn gaan denken en hun arrogante hoofden hebben gebogen om te zoeken en te onderzoeken. Integendeel, deze mensen beseffen dat hun posities steeds onzekerder worden en dat ze elk moment kunnen worden afgezet. Ze vrezen nog meer dat iedereen zich tot Almachtige God zal wenden en niemand hen meer zal volgen en hun kerken zullen sluiten en failliet gaan. Dit heeft tot gevolg dat voorgangers, ouderlingen, leiders en medewerkers van verschillende denominaties om de situatie te redden handelen in naam van het “waken over de kudde voor de Heer en het bewaren van de ware weg”. Ze hebben propagandamateriaal verzonnen en verspreid waarin Almachtige God lichtzinnig wordt belasterd en aangevallen, en ze hebben dit materiaal op verschillende netwerkplatforms gepost en daarmee mensen opgehitst zich tegen God te verzetten. Ze zeggen zelfs dingen die de feiten verdraaien en verkeerd voorstellen en belasteren De Kerk van Almachtige God als een ketterse sekte. Ze verbieden ook hun gelovigen strikt de boeken van Bliksem uit het oosten te lezen of te luisteren naar de preken van Bliksem uit het oosten. Zijn staan gelovigen niet toe mensen te ontvangen die Gods redding in de laatste dagen prediken, of zelfs om het even welke onbekenden. Ze gaan daarmee volstrekt in tegen de leer van God in het Tijdperk van Genade toen Hij de mens vroeg onbekenden barmhartig te ontvangen. Deze mensen zijn zich er volledig van bewust dat degenen die Almachtige God volgen, goedaardige mensen zijn die echt in God geloven, en ze zijn zich er nog meer van bewust dat deze mensen die over Gods redding in de laatste dagen preken geen kwade bedoelingen hebben. Maar toch beledigen ze hen en verdrijven ze hen op een onbeschaafde en wrede manier, en vallen zelfs broeders en zusters die het evangelie verspreiden fysiek aan. Het meest schokkende is dat, ondanks het feit dat ze in God geloven, deze mensen samenspannen met het satanische regime van de CCP, waarbij ze zich bezighouden met de duistere en kwaadaardige praktijken van het voor geld verraden van de Heer en hun vrienden en van het volgen, monitoren en rapporteren van broeders en zusters die het evangelie van de laatste dagen verspreidden. Ze dienen zelfs als spionnen binnen de kerk om informatie te verzamelen zodat de CCP clandestien christenen gevangen kan nemen. Het lijkt erop dat ze alleen van de haat in hun hart door degenen die van God getuigen in één klap te elimineren en Gods nieuwe werk af te schaffen. Zijn deze religieuze leiders niet de slechte dienaren waar de Heer Jezus het over had? De Heer Jezus sprak: “Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis. Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde. Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: ‘Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zo zijn erfenis opstrijken,’ en ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen? Ze antwoordden: ‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is’(Matteüs 21:33–41). Hieruit blijkt dus dat de onderliggende oorzaak voor het feit dat de voorgangers en ouderlingen van de religieuze wereld Almachtige God in de laatste dagen veroordelen en weerstaan ​​dezelfde is als die van de Joodse farizeeën die zich verzetten tegen de Heer Jezus: ze plannen altijd in het belang van hun eigen posities, zijn druk in de weer voor hun eigen belangen, en geven zich met hart en ziel over aan het bevredigen van hun eigen verlangens. Hun satanische natuur en essentie, waardoor ze ziek worden van de waarheid, de waarheid haten en God weerstaan, is daarmee ontmaskerd. Toen de Heer Jezus kwam, ontmaskerde Hij de hypocriete Joodse farizeeën. Nu, in de laatste dagen, is Almachtige God gekomen en ontmaskert Hij de antichristelijke machten van de wereld van de religie volkomen. Als God niet zou verschijnen en Zijn werk zou doen, zou niemand in staat zijn achter de God-trotserende façade van de voorgangers en ouderlingen van de religieuze wereld te kijken. Het verschijnen en het werk van de geïncarneerde God ontmaskert de mens werkelijk.

Na deze communicatie geloof ik dat iedereen nu enig begrip heeft van de onderliggende oorzaak van het feit dat de religieuze wereld zich altijd verzet tegen Gods nieuwe werk! De gewone Joden in de dagen van Jezus wisten niet wat de essentie was van de farizeeën die zich tegen God verzetten en de waarheid haatten, daarom vereerden en volgden ze hen. Ze zochten en onderzochten Gods nieuwe werk niet, maar verworpen het blindelings en verzetten zich ertegen, en werden uiteindelijk door God gestraft. Dit leidde ertoe dat het volk van Israël tweeduizend jaren werd onderworpen en er ontelbare aantallen Joden werden vermoord. Nu is het oordeelswerk beginnend bij het huis van God dat wordt uitgevoerd door Almachtige God bij een ongekende gebeurtenis aangekomen en het zal spoedig eindigen in glorie wanneer Almachtige God openlijk aan alle naties en volken verschijnt. Luisteren we nu, op dit cruciale moment, naar de woorden van de voorgangers en ouderlingen, of onderzoeken we Gods nieuwe werk? Deze vraag houdt rechtstreeks verband met de vraag of we Gods redding kunnen verwerven of niet. De Heer Jezus sprak: “Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij(Johannes 10:27). Ben jij een van Gods schapen? Waar zou je dus voor moeten kiezen?

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger