Hoe men Gods gezindheid en wezen kent

03 april 2019

Relevante woorden van God:

God is wat Hij is en Hij heeft wat Hij heeft. Alles wat Hij uitdrukt en openbaart is een weergave van Zijn wezen en Zijn identiteit. De mens kan niet vervangen wat Hij is en wat Hij heeft en evenmin Zijn wezen en Zijn identiteit. Zijn gezindheid omvat Zijn liefde voor de mensheid, troost voor de mensheid, haat jegens de mensheid en zelfs een grondig begrip van de mensheid. De persoonlijkheid van de mens kan echter optimistisch, levendig of ongevoelig zijn. De gezindheid van God is een gezindheid die aan de Heerser over alle dingen en levende wezens toebehoort, aan de Heer van de schepping. Zijn gezindheid vertegenwoordigt eer, macht, edelmoedigheid, grandeur en bovenal oppergezag. Zijn gezindheid is het symbool van gezag, het symbool van alles wat rechtvaardig is, het symbool van alles wat mooi en goed is. Sterker nog, deze is een symbool van Hem die niet door de duisternis of een vijandelijke macht overwonnen of binnengedrongen kan worden[a] en is een symbool van Hem die niet door een schepsel beledigd kan worden (maar ook geen belediging tolereert)[b]. Zijn gezindheid is het symbool van de hoogste macht. Geen mens kan of mag Zijn werk of Zijn gezindheid verstoren. De persoonlijkheid van de mens is daarentegen niet meer dan slechts een symbool van de geringe superioriteit van de mens over het dier. De mens heeft in en van zichzelf geen gezag, geen autonomie en geen vermogen zichzelf te overstijgen, maar is in wezen iemand die is overgeleverd aan de genade van allerlei mensen, gebeurtenissen en dingen. De vreugde van God is te danken aan het bestaan en het ontstaan van rechtvaardigheid en licht, vanwege de vernietiging van het duister en het kwaad. Hij schept er behagen in het licht en het goede leven aan de mensheid te geven, Zijn vreugde is een rechtvaardige vreugde, een symbool van het bestaan van alles wat positief is, en meer nog, een symbool van veelbelovendheid. Gods woede komt door de schade die Zijn mensheid wordt toegebracht door het bestaan en de inmenging van onrechtvaardigheid, door het bestaan van het kwaad en de duisternis, door het bestaan van dingen die de waarheid verdringen en meer nog door het bestaan van dingen die het goede en het mooie bestrijden. Zijn woede is er symbool van dat alle negatieve dingen niet meer bestaan. Sterker nog, het is een symbool van Zijn heiligheid. Zijn verdriet komt door de mensheid, voor wie Hij hoop koestert, maar die in duisternis is vervallen, omdat het werk dat Hij aan de mens verricht niet aan Zijn verwachtingen voldoet en omdat de mensheid die Hij liefheeft niet in zijn geheel in het licht kan leven. Hij voelt verdriet voor de onschuldige mensheid, voor de eerlijke maar onwetende mens, en voor de mens die goed is, maar die het aan een eigen visie ontbreekt. Zijn verdriet is een symbool van Zijn goedheid en Zijn genade, en symbool van schoonheid en vriendelijkheid. Zijn geluk haalt Hij uiteraard uit het verslaan van Zijn vijanden en het bereiken van oprechtheid van de mens. Maar meer nog wordt Hij gelukkig van het uitdrijven en de vernietiging van alle vijandelijke krachten en omdat de mensheid dan een goed en vredig leven krijgt. Gods geluk lijkt niet op de vreugde van de mens. Het is eerder het gevoel goede vruchten te oogsten, een gevoel dat vreugde zelfs overstijgt. Zijn geluk staat symbool voor het feit dat de mens van nu af aan ontsnapt aan het lijden en staat symbool voor het feit dat de mensheid de wereld van het licht binnentreedt. De emoties van de mensheid komen daarentegen allemaal op ten behoeve van haar eigenbelang, niet voor rechtvaardigheid, voor licht of voor wat mooi is en allerminst voor de genade die door de hemel is geschonken. De emoties van de mensheid zijn zelfzuchtig en behoren toe aan de wereld van de duisternis. Ze bestaan niet voor de wil, laat staan voor het plan van God. Daarom kunnen de mens en God nooit in één adem worden genoemd. God blijft altijd het hoogst verheven en eerzaam, terwijl de mens voor eeuwig minderwaardig en waardeloos blijft. Dit komt doordat God Zichzelf altijd opoffert en aan de mensheid wijdt, terwijl de mens altijd alleen voor zichzelf neemt en zich alleen voor zichzelf inspant. God doet altijd moeite voor de overleving van de mens, en toch draagt de mens nooit iets bij aan het licht of rechtvaardigheid. Zelfs als de mens enige tijd zijn best doet, is dit nog zo zwak dat het nooit tegen een stootje kan, want de inspanning van de mens is altijd voor zijn eigen belang en nooit voor anderen. De mens is altijd zelfzuchtig, terwijl God altijd onbaatzuchtig is. God is de bron van alles wat rechtvaardig, goed en mooi is, terwijl de mens degene is die alle lelijkheid en kwaad opvolgt en zichtbaar maakt. God zal Zijn wezen van rechtvaardigheid en schoonheid nooit veranderen, maar de mens is heel goed in staat op ieder moment en in iedere situatie de rechtvaardigheid te verraden en ver van God af te dwalen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het is heel belangrijk Gods gezindheid te begrijpen

De drie werkfases vormen een overzicht van het gehele werk van God. Ze zijn een overzicht van Gods redding van de mensheid en ze zijn niet denkbeeldig. Als jullie Gods gezindheid echt helemaal willen kennen, dan moeten jullie de drie werkfases die door God worden uitgevoerd kennen en, wat nog belangrijker is, jullie moeten geen fase weglaten. Dit is het minste dat door hen, die God willen kennen, gedaan moet worden. De mens kan vanuit zichzelf geen ware kennis over God bedenken. Het is niet iets dat de mens zichzelf kan inbeelden. Het is ook niet het gevolg van een speciale voorkeur van de Heilige Geest voor één persoon. Het is daarentegen een kennis die voortkomt uit het ervaren door de mens van het werk van God en het kennen van God dat alleen voortkomt na een ervaring te hebben gehad met de feiten van Gods werk. Een dergelijke kennis kan niet worden bereikt in een opwelling, noch is het iets dat kan worden onderwezen. Het heeft alles te maken met persoonlijke ervaring. Gods redding van de mensheid vormt de kern van deze drie werkfases. Maar het reddingswerk bevat verschillende werkmethoden en middelen die Gods gezindheid uitdrukken. Voor de mens is dit het moeilijkst om te signaleren en moeilijk om te begrijpen. De scheiding van de tijdperken, de veranderingen in Gods werk, de veranderingen in de locatie van het werk, de veranderingen in de ontvangers van dit werk, enzovoort; deze zijn allemaal inbegrepen in de drie werkfases. Met name het verschil in de manier waarop de Heilige Geest werkt, evenals veranderingen in Gods gezindheid, beeld, naam, identiteit en andere veranderingen maken allemaal deel uit van de drie werkfases. Eén werkfase kan maar één deel vertegenwoordigen en is beperkt binnen een bepaalde reikwijdte. Het betreft niet de scheiding van de tijdperken of veranderingen in Gods werk, nog veel minder de andere aspecten. Dit is een duidelijk feit. De drie werkfases zijn het geheel van Gods reddingswerk van de mensheid. Men moet Gods werk en Gods gezindheid in het reddingswerk kennen. Als dit niet het geval is, bestaat je kennis van God alleen maar uit lege woorden en is het niet meer dan belerend optreden van uit een leunstoel.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God

God verricht het werk van oordeel en tuchtiging zodat de mens kennis van Hem kan verkrijgen, en omwille van Zijn getuigenis. Zonder Zijn oordeel over de verdorven gezindheid van de mens, zou de mens Zijn rechtvaardige gezindheid die geen belediging duldt, onmogelijk kunnen kennen en zijn oude kennis van God niet in een nieuwe kunnen veranderen. Omwille van Zijn getuigenis, en omwille van Zijn management, maakt Hij Zijn totaliteit openbaar, en door Zijn publieke verschijning stelt Hij de mens in staat kennis van God te bereiken, veranderd te worden in zijn gezindheid, en een klinkend getuigenis van God af te leggen. De verandering van de gezindheid van de mens wordt bereikt door verschillende soorten van Gods werk; zonder zulke veranderingen in zijn gezindheid zou de mens niet in staat zijn om een getuigenis van God af te leggen en zou hij niet iemand naar Gods hart kunnen zijn. Veranderingen in de menselijke gezindheid betekenen dat de mens zich heeft bevrijd van de slavernij van Satan en van de invloed van duisternis en werkelijk een model en voorbeeld van Gods werk is geworden, een getuige van God en iemand naar Gods hart. Tegenwoordig is de vleesgeworden God gekomen om Zijn werk op aarde te verrichten, en Hij eist dat de mensen kennis over Hem verwerven, gehoorzaamheid aan Hem tonen, een getuigenis van Hem afleggen – Zijn praktische en normale werk kennen, al Zijn woorden en werk gehoorzamen die niet overeenstemmen met de opvattingen van de mens, en getuigen van al het werk dat Hij doet om de mens te redden, en alle daden die Hij verricht om de mens te overwinnen. Degenen die getuigen van God, moeten kennis van God hebben; alleen dit soort getuigenis is accuraat en echt, en alleen dit soort getuigenis kan Satan beschaamd doen staan. God gebruikt degenen die Hem hebben leren kennen door Zijn oordeel en tuchtiging, aanpak en snoei te ondergaan, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij gebruikt degenen die verdorven zijn door Satan om een getuigenis van Hem af te leggen, en zo ook gebruikt Hij degenen wiens gezindheid is veranderd en die aldus Zijn zegeningen hebben verkregen, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij heeft de mens niet nodig om Hem met zijn mond te prijzen, noch heeft Hij de lof en de getuigenis nodig van het soort van Satan, mensen die niet door Hem gered zijn. Alleen degenen die God kennen, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen, en alleen degenen die veranderd zijn in hun gezindheid, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen. God zal niet toestaan dat de mens opzettelijk schande brengt over Zijn naam.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen zij die God kennen, kunnen een getuigenis van God afleggen

Kennis van God moet bereikt worden door het lezen en het begrijpen van Gods woorden. Sommige mensen zeggen: “Ik heb de geïncarneerde God niet gezien, dus hoe zou ik God dan kunnen kennen?” In feite zijn Gods woorden een uitdrukking van Zijn gezindheid. Uit Gods woorden kun je Zijn liefde voor en redding van de mensen opmaken, evenals Zijn manier om hen te redden. … Dit is omdat Zijn woorden door God Zelf worden uitgedrukt en niet door mensen zijn geschreven. Ze zijn persoonlijk door God uitgedrukt; God Zelf drukt Zijn eigen woorden en Zijn innerlijke stem uit. Waarom worden ze dan woorden uit het hart genoemd? Dat komt omdat ze vanuit de diepte komen, en uitdrukking geven aan Zijn gezindheid, Zijn wil, Zijn gedachten, Zijn liefde voor de mensheid, Zijn redding van de mensheid en Zijn verwachtingen van de mensheid. … Onder Gods uitspraken bevinden zich strenge woorden, en vriendelijke en zorgzame woorden, en ook enkele onthullende woorden die niet in lijn zijn met menselijke verlangens. Als je alleen naar de onthullende woorden kijkt, krijg je misschien het gevoel dat God tamelijk streng is. Als je alleen naar de vriendelijke woorden kijkt, krijg je misschien het gevoel dat God niet zo erg gezaghebbend is. Je moet ze daarom niet uit hun verband halen, maar ze vanuit elke hoek beschouwen. Soms spreekt God vanuit een vriendelijk en barmhartig perspectief en dan zien de mensen Zijn liefde voor de mensheid, soms spreekt Hij vanuit een erg streng perspectief en dan zien de mensen de gezindheid van Hem die geen belediging duldt. De mens is ontzettend vuil en het niet waard Gods aangezicht te aanschouwen of voor Hem te verschijnen. Dat mensen nu voor Hem mogen verschijnen, komt louter door Zijn genade. Gods wijsheid kan worden gezien in de manier waarop Hij werkt en in de betekenis van Zijn werk. Zelfs als mensen niet in direct contact met Hem staan, kunnen ze toch deze dingen in Gods woorden zien. Wanneer iemand die God werkelijk kent in contact komt met Christus, kan zijn ontmoeting met Christus overeenkomen met de kennis van God die hij al heeft; maar wanneer iemand die alleen maar theoretisch begrip heeft God ontmoet, kan hij het verband niet zien. Dit aspect van de waarheid is het diepste van alle mysteries, het is moeilijk te doorgronden. Som Gods woorden op over het mysterie van de incarnatie en bekijk ze vanuit alle oogpunten, en bid vervolgens samen, overdenk het en communiceer verder over dit aspect van de waarheid. Daarbij zul je de verlichting van de Heilige Geest kunnen krijgen en tot begrip kunnen komen. Omdat mensen geen kans hebben om in direct contact met God te komen, dienen zij te vertrouwen op dit soort ervaringen om op de tast hun weg te vinden en beetje bij beetje binnen te gaan om werkelijke kennis over God te kunnen bereiken.

uit ‘Hoe de geïncarneerde God leren kennen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’

Gods eigendommen en Zijn wezen, Gods essentie, Gods gezindheid – dit alles is in Zijn woorden aan de mensheid geopenbaard. Wanneer de mens Gods woorden ervaart, zal hij wanneer hij ze uitvoert het doel achter de woorden die God spreekt leren begrijpen. Hij zal de oorsprong en achtergrond van Gods woorden leren begrijpen. Hij zal het beoogde effect van Gods woorden leren begrijpen en op waarde leren schatten. Dit zijn allemaal dingen die de mens moet ervaren, bevatten en in zich opnemen om toegang te krijgen tot de waarheid en het leven, om Gods bedoelingen te bevatten, om een transformatie in zijn gezindheid te krijgen, en om te kunnen gehoorzamen aan de soevereiniteit en de beschikkingen van God. Terwijl de mens deze dingen ervaart, bevat en in zich opneemt, leert hij geleidelijk God te begrijpen, en verkrijgt hij bovendien op verschillende niveaus kennis over Hem. Dit begrip en deze kennis komen niet voort uit iets wat de mens bedacht of samengesteld heeft, maar uit de dingen die hij op waarde schat, ervaart, voelt en die in zijn hart bevestigd worden. Pas wanneer hij deze dingen op waarde schat, ervaart, voelt en bevestigd weet, krijgt zijn kennis van God inhoud. Alleen de kennis die hij nu verwerft, is feitelijk, reëel en nauwkeurig. Dit proces – het verwerven van begrip en ware kennis van God door Zijn woorden op waarde te schatten, te ervaren, te voelen en bevestigd te weten – is niets anders dan ware gemeenschap tussen mens en God. Vanuit dit soort gemeenschap leert de mens Gods bedoelingen werkelijk te begrijpen, leert hij Gods eigendommen en Zijn wezen werkelijk te begrijpen, leert hij Gods essentie werkelijk te begrijpen en te kennen, leert hij geleidelijk Gods gezindheid te begrijpen. Vanuit deze gemeenschap verkrijgt hij echte zekerheid over Gods heerschappij over de hele schepping en leert hij die correct te definiëren. Vanuit deze gemeenschap krijgt hij een wezenlijk perspectief op en kennis van Gods identiteit en positie. Vanuit deze gemeenschap verandert de mens stap voor stap zijn ideeën over God, waarbij hij zich niet langer een voorstelling van Hem maakt die op niets gebaseerd is, zijn wantrouwen tegen Hem de vrije loop laat, Hem verkeerd begrijpt, Hem veroordeelt, een oordeel over Hem velt of aan Hem twijfelt. Als gevolg daarvan zal de mens minder in discussie gaan met God, zal hij minder conflicten hebben met God en zal het minder vaak voorkomen dat hij in opstand komt tegen God. De mens zal zich daarentegen meer om God bekommeren, meer en meer aan Hem gehoorzamen, en zijn eerbied voor God zal reëler en dieper worden. Vanuit deze gemeenschap zal de mens niet alleen de waarheid en de doop des levens ontvangen, maar tegelijkertijd ook ware kennis van God verwerven. Vanuit deze gemeenschap zal de mens in zijn gezindheid worden getransformeerd en redding ontvangen, bovendien zal hij tot de ware godvrezendheid en aanbidding komen als schepsel tegenover God. Als de mens eenmaal deze gemeenschap heeft ervaren, zal zijn geloof in God niet langer als een leeg blad papier zijn, of als een belofte die slechts bij wijze van lippendienst is gedaan, of een vorm van blind streven en verafgoden. Alleen vanuit deze gemeenschap zal het leven van de mens dag aan dag tot wasdom komen, en nu pas zal zijn gezindheid geleidelijk getransformeerd worden en zal zijn geloof in God stap voor stap veranderen van een vaag en onzeker geloof in ware gehoorzaamheid en zorgzaamheid, in ware eerbied. De mens zal zich, tijdens het volgen van God, ook geleidelijk ontwikkelen van iemand met een passieve houding naar iemand met een actieve houding, van het negatieve naar het positieve. Alleen vanuit deze gemeenschap zal de mens tot een waar inzicht in en begrip van God komen, en tot ware kennis van God.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Voorwoord

Toen Petrus Gods woorden las, was hij niet gefocust op het begrijpen van doctrines en nog minder op het verwerven van theologische kennis. In plaats daarvan concentreerde hij zich op het begrijpen van de waarheid, het vatten van Gods wil en het verwerven van begrip over Zijn gezindheid en Zijn beminnelijkheid. Petrus probeerde ook uit Gods woorden de verschillende verdorven gesteldheden van de mens en de verdorven natuur en werkelijke tekortkomingen van de mens te begrijpen, waarmee hij voldeed aan alle aspecten van de eisen die God aan de mens stelt om Hem tevreden te stellen. Petrus had zo veel correcte praktiseringen die trouw bleven aan de woorden van God. Dit kwam het meest overeen met Gods wil en was de beste manier waarop iemand kon samenwerken terwijl hij Gods werk ervoer. Toen hij de honderden beproevingen van God ervoer, onderzocht Petrus zichzelf streng aan de hand van elk woord van Gods oordeel over de mens, elk woord van Gods openbaring van de mens en elk woord van Zijn eisen aan de mens, en trachtte hij de betekenis van deze woorden te doorgronden. Hij probeerde oprecht elk woord dat Jezus tegen hem gezegd had te overdenken en van buiten te leren en behaalde goede resultaten. Door deze manier van oefenen was hij in staat uit Gods woorden tot begrip van hemzelf te komen. Hij begon niet alleen de verschillen verdorven gesteldheden van de mens te begrijpen, maar ook de essentie, de natuur en de verschillende soorten tekortkomingen van de mens. Dit is wat het betekent om werkelijke zelfkennis te hebben. Petrus bereikte niet alleen een waar begrip van zichzelf uit Gods woorden, maar uit de dingen die in Gods worden werden uitgedrukt – Gods rechtvaardige gezindheid, wat Hij heeft en is, Gods wil voor Zijn werk en Zijn eisen aan de mensheid – uit deze woorden leerde hij God volledig kennen. Hij leerde Gods gezindheid en Zijn essentie kennen. Hij leerde en begreep wat God heeft en is, evenals Gods beminnelijkheid en Gods eisen aan de mens. Hoewel God toen niet zoveel sprak als nu, werden er in Petrus in deze aspecten toch resultaten behaald. Dit was iets zeldzaams en kostbaars. Petrus onderging honderden beproevingen maar leed niet voor niets. Hij leerde niet alleen zichzelf begrijpen door de woorden en werken van God, maar hij leerde ook God kennen.

uit ‘Hoe het pad van Petrus te bewandelen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’

Welke fase in je ervaring je ook hebt bereikt, je bent altijd onscheidbaar van Gods woord of de waarheid, en wat je begrijpt van Gods gezindheid en wat je weet van wat God heeft en is, is allemaal uitgedrukt in Gods woorden. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met de waarheid. Gods gezindheid en wat Hij heeft en is vormen zelf de waarheid. De waarheid is een authentieke manifestatie van Gods gezindheid en wat Hij heeft en is. De waarheid maakt wat God heeft en is concreet en drukt het expliciet uit, ze vertelt je rechtstreekser waar God van houdt, waar Hij niet van houdt, wat Hij wil dat je doet en wat Hij je niet toestaat te doen, welk soort mensen Hij veracht en in welk soort mensen Hij zich verheugt. Achter de waarheden die God uitdrukt kunnen mensen Zijn genoegen, woede, verdriet, blijdschap en Zijn essentie zien – dit is de openbaring van Zijn gezindheid. Behalve te weten wat God heeft en is, en vanuit Zijn woord Zijn gezindheid te begrijpen, is het allerbelangrijkste de noodzaak dit begrip te verwerven door middel van praktische ervaring. Als een mens zich uit het echte leven terugtrekt om God te leren kennen, zal dit hem niet lukken. Zelfs als er mensen zijn die enig begrip van het woord van God kunnen verweven, zal het toch beperkt zijn tot theorieën en woorden, en zal er een verschil zijn met hoe God echt is.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III

Kennis van Gods gezag, Gods kracht, Gods eigen identiteit, en Gods wezen kan niet worden bereikt door te vertrouwen op je verbeelding. Aangezien je niet kunt vertrouwen op je verbeeldingskracht om het gezag van God te kennen, hoe kun je dan een ware kennis van Gods gezag bereiken? Door het eten en drinken van de woorden van God, door communicatie en door de woorden van God te ervaren, zul je een geleidelijke ervaring hebben en verificatie van Gods gezag en daardoor zul je een geleidelijk begrip en toenemende kennis ervan verwerven. Dit is de enige manier om de kennis van Gods gezag te verwerven; er is geen kortere weg. Wanneer er aan je gevraagd wordt je geen voorstelling te maken, dan is dat niet hetzelfde als passief blijven zitten en je ondergang af wachten, of niets meer doen. Dat je je brein niet moet gebruiken om over deze dingen te nadenken en je er iets bij voor te stellen, betekent dat je geen logica kunt gebruiken voor het trekken van conclusies, dat je kennis niet kunt gebruiken om te analyseren, niet wetenschap als basis kunt gebruiken, maar in plaats daarvan kun je naar waarde schatten, narekenen en bevestigen dat de God waar jij in gelooft gezag heeft, dat Hij soevereiniteit heeft over je lot, en dat Zijn macht te allen tijde bewijst dat Hij de ware God is, door de woorden van God, de waarheid, door alles wat je in het leven tegenkomt. Dit is de enige manier waarop iemand enig begrip van God kan bereiken. Sommigen zeggen dat ze een eenvoudige manier willen vinden om dit doel te bereiken, maar kunnen jullie zo’n manier bedenken? Ik zeg je dat je niet hoeft na te denken: er is geen andere weg! De enige weg is om gewetensvol en standvastig te weten en na te gaan wat God heeft en is door elk woord dat Hij tot uitdrukking brengt en alles wat Hij doet. Dit is de enige manier om God te kennen. Want wat God heeft en is, en alles wat met God te maken heeft, is niet hol en leeg − maar echt.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke I

Mensen zeggen vaak dat het niet gemakkelijk is om God te leren kennen. Ik zeg echter dat het kennen van God helemaal geen moeilijke zaak is, want God staat de mens vaak toe om getuige te zijn van Zijn daden. God heeft Zijn dialoog met de mensheid nooit beëindigd; Hij heeft Zich nooit voor de mens verborgen gehouden, noch heeft Hij Zich verstopt. Zijn gedachten, Zijn ideeën, Zijn woorden en Zijn daden zijn allemaal onthuld aan de mensheid. Daarom kan de mens, zolang hij God wenst te kennen, Hem door allerlei middelen en methoden leren begrijpen en kennen. De reden waarom de mens blindelings denkt dat God hem opzettelijk heeft gemeden, dat God Zich opzettelijk voor de mensheid heeft verborgen, dat God niet van plan is de mens toe te staan Hem te begrijpen en te kennen, is dat hij niet weet wie God is en God ook niet wenst te begrijpen; erger nog, hij houdt zich niet bezig met de gedachten, woorden of daden van de Schepper. … Eerlijk gezegd, als iemand alleen maar zijn vrije tijd gebruikt om zich op de woorden of daden van de Schepper te concentreren en deze te begrijpen, en wat aandacht schenkt aan de gedachten van de Schepper en de stem van Zijn hart, zal het niet moeilijk voor diegene zijn om zich te realiseren dat de gedachten, woorden en daden van de Schepper zichtbaar en transparant zijn. Op dezelfde manier zal het weinig moeite kosten om te beseffen dat de Schepper te allen tijde onder de mensen is, dat Hij altijd in gesprek is met de mens en met de gehele schepping, en dat Hij elke dag nieuwe daden verricht. Zijn wezen en gezindheid komen tot uitdrukking in Zijn dialoog met de mens; Zijn gedachten en ideeën worden volledig onthuld in Zijn daden; Hij begeleidt en observeert de mensheid te allen tijde. Hij spreekt stil met de mensheid en heel de schepping met Zijn stille woorden: Ik ben in de hemel en ik ben onder mijn schepselen. Ik waak; ik wacht; ik ben aan jullie zijde. … Zijn handen zijn warm en sterk; Zijn voetstappen zijn licht; Zijn stem is zacht en gracieus; Zijn vorm komt voorbij en keert zich om en omhelst de hele mensheid; Zijn gezicht is mooi en zachtaardig. Hij is nooit weggegaan en ook niet verdwenen. Van zonsopgang tot zonsondergang is Hij de constante metgezel van de mensheid die nooit van hun zijde wijkt.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke II

Voetnoten:

a. In de oorspronkelijke tekst staat: “het is een symbool van niet in staat zijn om te worden”.

b. In de oorspronkelijke tekst staat: “evenals een symbool van niet in staat zijn om beledigd te worden (en niet tolereren om beledigd te worden)”.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger