Als de Heer Jezus God Zelf is, waarom bidt de Heer Jezus dan toch tot God de Vader als Hij bidt? Dat is een mysterie dat opgehelderd moet worden. Communiceer met ons.
Antwoord: Het is echt een mysterie dat de Heer Jezus in Zijn gebeden God in de hemel Vader noemt. Als God is geïncarneerd in het vlees, is Gods Geest verborgen in het vlees. Het vlees zelf weet niet van de aanwezigheid van de Geest. Net zoals wij onze geest binnen in ons niet kunnen voelen. Bovendien doet Gods Geest niets bovennatuurlijks in Zijn vlees. Dus hoewel de Heer Jezus de vleesgeworden God was, kon de Heer Jezus, als Gods Geest niet getuigenis had gegeven tegen God Zelf, niet weten dat Hij Gods incarnatie was. In de Bijbel staat: “de Zoon niet, alleen de Vader weet het” (Mar. 13:32) Voor de Heer Jezus Zijn bediening uitvoerde, leefde Hij in een normale menselijkheid. Hij wist echt niet dat Hij de incarnatie van God was, want Gods Geest werkte in het vlees niet op een bovennatuurlijke manier. Hij werkte binnen de normale beperkingen zoals ieder ander mens. Dus natuurlijk bad de Heer Jezus tot de hemelse Vader. Dat wil zeggen, vanuit Zijn normale menselijkheid bad de Heer Jezus tot Gods Geest. Dit is volkomen logisch. Toen de Heer Jezus Zijn bediening formeel uitvoerde, begon de Heilige Geest te spreken en verkondigen dat Hij de geïncarneerde God was. Pas toen besefte de Heer Jezus wat Zijn ware identiteit was en dat Hij was gekomen om het werk van de verlossing te doen. Maar toen Hij aan het kruis genageld werd, bad Hij nog steeds tot God de Vader. Hieruit blijkt dat de essentie van Christus geheel gehoorzaam is aan God.
Laten we nog twee passages uit het woord van Almachtige God lezen om dit alles beter te begrijpen. Almachtige God zegt: “Toen Jezus in Zijn gebeden God in de hemel Vader noemde, deed Hij dit alleen vanuit het perspectief van een geschapen mens, alleen omdat de Geest van God Zich in gewoon en normaal vlees had gehuld en de uiterlijke bedekking van een schepsel had. Ook al had Hij de Geest van God in Zich, toch was Zijn uiterlijke verschijning die van een normaal mens; met andere woorden, Hij was de ‘Mensenzoon’ geworden waar iedereen, inclusief Jezus Zelf, over sprak. Omdat Hij de Mensenzoon genoemd wordt, is Hij een persoon (man of vrouw, in ieder geval iemand met het uiterlijk omhulsel van een mens) die in een normaal gezin van gewone mensen wordt geboren. Daarom was hoe Jezus God in de hemel Vader noemde hetzelfde als hoe jullie Hem aanvankelijk Vader noemden; Hij deed dit vanuit het perspectief van een mens van de schepping. Kennen jullie het Onze Vader nog dat Jezus jullie uit het hoofd heeft laten leren? ‘Onze Vader, die in de hemel zijt …’ Hij heeft alle mensen gevraagd God in de hemel bij de naam Vader te noemen. En omdat Hij Hem ook Vader noemde, deed Hij dat vanuit het perspectief van iemand die op gelijke voet met jullie allemaal staat. Uit het feit dat jullie God in de hemel bij de naam Vader noemen blijkt dat Jezus Zichzelf op gelijke voet met jullie zag staan, en Zichzelf beschouwde als een mens op aarde die door God is gekozen (dat wil zeggen de Zoon van God). Als jullie God ‘Vader’ noemen, is dat dan niet omdat jullie een schepsel zijn? Hoe groot het gezag van Jezus op aarde ook is, vóór de kruisiging was Hij niet meer dan een door de Heilige Geest (dat wil zeggen God) beheerste Mensenzoon en een van de schepselen op aarde, want Hij moest Zijn werk nog afmaken. Dat Hij God in de hemel Vader noemde was daarom slechts Zijn nederigheid en gehoorzaamheid. Dat Hij God (dat wil zeggen de Geest in de hemel) op zo’n manier aansprak is echter nog geen bewijs dat Hij de Zoon van de Geest van God in de hemel is. Het betekent eerder gewoon dat Zijn perspectief anders is, niet dat Hij een ander persoon is. Het bestaan van afzonderlijke personen is een misvatting! Voor Zijn kruisiging was Jezus een Mensenzoon die aan de beperkingen van het vlees was gebonden en had Hij niet het volledige gezag van de Geest. Daarom kon Hij de wil van God de Vader alleen zoeken vanuit het perspectief van een schepsel. Het is zoals Hij in Getsemane driemaal in gebed zei: ‘Niet mijn wil maar uw wil geschiede.’ Voordat Hij op het kruis werd gelegd was Hij slechts de koning van de Joden, Hij was Christus de Mensenzoon en niet een lichaam van glorie. Daarom noemde Hij God Vader vanuit het standpunt van een schepsel.” “Er zijn er nog die zeggen: ‘Heeft God niet uitdrukkelijk gezegd dat Jezus Zijn geliefde Zoon was?’ Jezus is de geliefde Zoon van God, in wie Hij welbehagen heeft gevonden – dit is zekerlijk gezegd door God Zelf. Dat was God die van Zichzelf getuigde maar vanuit een ander perspectief, het perspectief van de Geest in de hemel die van Zijn eigen incarnatie getuigt. Jezus is Zijn incarnatie, niet Zijn Zoon in de hemel. Begrijp je? Wijzen de woorden van Jezus, ‘Ik ben in de Vader en de Vader is in mij’ er niet op dat Zij één Geest zijn? En is het niet voor de incarnatie dat Zij zijn gescheiden tussen hemel en aarde? In werkelijkheid zijn Zij nog steeds één, het is gewoon God die getuigenis geeft voor Zichzelf. Ten gevolge van de veranderende tijdperken, de vereisten van het werk en de verschillende stadia van Zijn managementplan noemt de mens Hem bij verschillende namen. Toen Hij het eerste stadium van het werk kwam uitvoeren kon Hij alleen maar Jehova worden genoemd, de herder van de Israëlieten. In het tweede stadium kon de geïncarneerde God alleen maar Heer en Christus worden genoemd. Maar toen zei de Geest in de hemel alleen maar dat Hij de geliefde Zoon van God was en vermeldde daar niet bij dat Hij de enige Zoon van God was. Dit is gewoon niet gebeurd. Hoe kan God nu maar een enig kind hebben? Zou God dan niet mens geworden zijn? Omdat Hij de incarnatie was, werd Hij de geliefde Zoon van God genoemd en hieruit ontstond de Vader-Zoon relatie. Dit kwam gewoon door de scheiding tussen hemel en aarde” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bestaat de Drie-eenheid?).
Almachtige God heeft alles zo duidelijk uitgedrukt. Toen de Heer Jezus onder de mensen werkte, was Hij eigenlijk Gods Geest gehuld in vlees die als mens werkte en aan de mensen verscheen. Hoe de Heer Jezus Zijn woord ook uitdrukte of tot God de Vader bad, Zijn essentie was goddelijk en niet menselijk. God is de Geest, onzichtbaar voor de mens. Als God gehuld is in vlees, ziet de mens alleen het vlees. Hij kan Gods Geest niet zien. Als de Heilige Geest direct had verkondigd dat de geïncarneerde Heer Jezus God was, zou de mens het niet hebben geaccepteerd. Want toen wist niemand wat het betekende als God geïncarneerd was. Ze kwamen in contact met Gods incarnatie en begrepen daar heel weinig van. Ze hadden geen idee dat deze gewone Mensenzoon de belichaming zou zijn van de Geest van God, dat wil zeggen de verschijning van God in het vlees. Hoewel de Heer Jezus tijdens Zijn werk veel van Zijn woord uitdrukte, tegen de mens zei: “Kom tot inkeer … want het koninkrijk van de hemel is nabij!” en veel wonderen verrichtte, waarmee Hij het gezag en de kracht van God openbaarde, zag de mens door het woord en werk van de Heer Jezus niet dat de Heer Jezus God Zelf was, dat wil zeggen, de verschijning van God. Dus God hield rekening met het bevattingsvermogen van de mensen in die tijd. Hij maakte het ze niet moeilijk. De Heilige Geest kon alleen getuigen wat de mensen toen begrepen. Daarom noemde Hij de Heer Jezus Gods geliefde Zoon, zodat de mens tijdelijk de Heer Jezus zou beschouwen als Gods Zoon. Dat paste beter bij de opvattingen van de mensen en was makkelijker te aanvaarden, want in die tijd deed de Heer Jezus alleen het werk van de verlossing. Hoe de mensen de Heer Jezus ook noemden, hoofdzaak was dat ze accepteerden dat de Heer Jezus de Redder was en hun zonden had vergeven, zodat ze Gods genade verdienden. Dus Gods Geest getuigde op deze manier van de Heer Jezus, omdat het beter paste bij het bevattingsvermogen van de mensen in die tijd. Hiermee wordt het woord van de Heer Jezus helemaal vervuld: “Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat” (Joh. 16:12-13).
Hoewel we Gods Geest niet kunnen zien, zullen, als Gods Geest wordt gehuld in vlees, Gods gezindheid, alles wat Hij heeft en is, Zijn almacht en wijsheid allemaal worden uitgedrukt door Zijn vlees. Op grond van het woord en werk van de Heer Jezus Christus en de gezindheid die Hij uitdrukt, kunnen we er zeker van zijn dat de Heer Jezus God Zelf is. Het woord en werk van de Heer Jezus zijn vol gezag en kracht. Wat Hij zegt, wordt waar. Wat Hij eist, wordt verwezenlijkt. Als Hij spreekt, worden Zijn woorden werkelijkheid. Zoals één woord van de Heer Jezus genoeg was om de mens zijn zondigheid te vergeven en de doden op te wekken, bracht één woord de wind en de zee tot bedaren enzovoort. Kunnen we in het woord en werk van de Heer Jezus niet het gezag en de kracht van God zien die over alle dingen heersen? Hebben we Gods almacht, wijsheid en wonderbaarlijke werken niet gezien? De Heer Jezus wees ons de weg met Zijn woorden: “Kom tot inkeer … want het koninkrijk van de hemel is nabij!” Hij begon het Tijdperk van Genade en sloot het Tijdperk van de Wet af, drukte Gods barmhartige en liefhebbende gezindheid uit en voltooide het werk van de verlossing van de mensheid. Dus ik vraag jullie, deed de Heer Jezus het werk van God Zelf? Het woord en werk van de Heer Jezus zijn de directe uitdrukking van de Geest van God. Bewijst dat niet dat Gods Geest in het vlees kwam om tot de mens te spreken en voor hem te werken en aan hem te verschijnen? Is het mogelijk dat hoe Gods Geest ook spreekt en werkt in het vlees, we niet in staat zijn om Hem te herkennen? Kan dat omhulsel van het vlees echt verhinderen dat we de goddelijke essentie van Christus herkennen? Is het mogelijk dat, als Gods Geest gehuld wordt in vlees om te spreken en te werken, we nog steeds niet in staat zouden zijn om Gods verschijning en werk te herkennen, hoeveel we ook ervaren? Als dat zo is, zijn we veel te koppig in ons geloof. Hoe kunnen we anders Gods lof verkrijgen?
uit het filmscenario van ‘Het mysterie van de goddelijkheid: het vervolg ’
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.