Of Christus de Zoon van God is of God Zelf
Bijbelverzen ter referentie:
“Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’ Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet’” (Joh. 14:6-11).
“En de Vader en ik zijn één” (Joh. 10:30).
Relevante woorden van God:
De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is. Hij bezit zowel normale menselijkheid als volledige goddelijkheid. Geen mens bezit Zijn goddelijkheid. Zijn normale menselijkheid draagt al Zijn normale lijfelijke handelingen, terwijl Zijn goddelijkheid het werk van God Zelf uitvoert. Maar zowel Zijn menselijkheid als Zijn goddelijkheid onderwerpen zich aan de wil van de Vader in de hemel. Het wezen van Christus is de Geest, dat wil zeggen de goddelijkheid. Daarom is Zijn wezen het wezen van God Zelf; dit wezen staat Zijn eigen werk niet in de weg, en Hij zou met geen mogelijkheid ook maar iets kunnen doen dat Zijn eigen werk teniet zal doen of woorden spreken die tegen Zijn wil ingaan. Daarom zou de vleesgeworden God absoluut nooit iets doen dat Zijn eigen management in de weg staat. Dit is wat alle mensen zouden moeten begrijpen. De essentie van het werk van de Heilige Geest is de mens te redden en is in het belang van Gods eigen management. En zo is ook het werk van Christus de mens te redden, wat in het belang is van Gods wil. Omdat God vlees wordt, neemt Hij Zijn wezen aan in Zijn vlees, zodat Zijn vlees volstaat om Zijn werk te ondernemen. Daarom wordt tijdens Zijn incarnatie al het werk van Gods Geest vervangen door het werk van Christus en centraal in het werk gedurende de hele periode van de incarnatie is het werk van Christus. Het kan niet vermengd worden met werk uit welke andere tijd dan ook. En omdat God vlees wordt, werkt Hij in de identiteit van Zijn vlees; omdat Hij in het vlees is gekomen, voltooit Hij het werk dat Hij moet doen in het vlees. Of het nu de Geest van God is, of het is Christus, beiden zijn God Zelf, en Hij verricht het werk dat Hij moet verrichten en voert de bediening uit die Hij uit moet voeren.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader
Hij die de incarnatie van God is, zal de essentie van God hebben. Hij die de incarnatie van God is, zal de uitdrukking van God hebben. Omdat God vlees wordt, zal Hij het werk voortbrengen dat Hij moet doen. En omdat God vlees wordt, zal Hij uitdrukken wat Hij is en zal Hij in staat zijn de waarheid naar de mens te brengen, het leven te schenken en de weg te wijzen. Vlees dat niet de essentie van God bevat, is zeker niet de vleesgeworden God. Dat lijdt geen twijfel. Als de mens wil onderzoeken of dit het geïncarneerde vlees van God is, moet de mens dit vaststellen aan de hand van de gezindheid die Hij uitdrukt en de woorden die Hij spreekt. Dat betekent dat aan de hand van Zijn wezen beoordeeld moet worden of dit al dan niet het geïncarneerde vlees van God is en of dit al dan niet de ware weg is. Bij het vaststellen of dit het geïncarneerde vlees van God is, is het dus het allerbelangrijkste om aandacht te schenken aan Zijn wezen (Zijn werk, Zijn woorden, Zijn gezindheid en nog veel meer dingen) in plaats van aan de uiterlijke schijn. Als de mens alleen Zijn uiterlijk ziet en aan Zijn wezen voorbijgaat, geeft dat blijk van de onwetendheid en naïviteit van de mens.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord
De vleesgeworden Mensenzoon drukte door Zijn menselijkheid Gods goddelijkheid uit en bracht de wil van God over op de mensheid. En door de uitdrukking van Gods wil en gezindheid openbaarde Hij de mensen ook de God in het spirituele rijk die niet gezien of aangeraakt kan worden. Wat mensen zagen was God Zelf, tastbaar en met vlees en botten. De vleesgeworden Mensenzoon maakte dus dingen zoals Gods eigen identiteit, status, beeld, gezindheid en wat Hij heeft en is concreet en vermenselijkt. Hoewel het uiterlijk voorkomen van de Mensenzoon wat betreft het beeld van God enige beperkingen kende, waren Zijn essentie en wat Hij heeft en is geheel in staat Gods eigen identiteit en status te vertegenwoordigen – er waren slechts enkele verschillen in de uitdrukkingsvorm. Het maakt niet uit of het nu de menselijkheid of goddelijkheid van de Mensenzoon is, we kunnen niet ontkennen dat Hij Gods eigen identiteit en status vertegenwoordigde. Tijdens deze periode werkte God echter door het vlees, sprak Hij vanuit het perspectief van het vlees en stond Hij voor de mensheid met de identiteit en status van de Mensenzoon. Dit bood mensen de gelegenheid de ware woorden en het ware werk van God onder de mensheid te ontmoeten en ervaren. Het stelde mensen ook in staat inzicht te verwerven in Zijn goddelijkheid en grootheid te midden van nederigheid en een voorlopig begrip en een voorlopige definitie te vormen van de authenticiteit en de werkelijkheid van God. Hoewel het werk dat door de Heer Jezus werd voltooid, Zijn manier van werken en het perspectief van waaruit Hij sprak verschilde van Gods echte persoon in het spirituele rijk, representeerde alles aan Hem werkelijk God Zelf zoals mensen Hem nog nooit eerder hadden gezien – dit kan niet worden ontkend! Dat wil zeggen, in welke vorm God ook verschijnt, vanuit welk perspectief Hij ook spreekt of in welk beeld Hij de mensheid ook confronteert, God vertegenwoordigt altijd niets anders dan Zichzelf. Hij kan geen mens vertegenwoordigen – Hij kan geen verdorven mens vertegenwoordigen. God is God Zelf, dit kan niet worden ontkend.
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III
Toen Jezus in Zijn gebeden God in de hemel Vader noemde, deed Hij dit alleen vanuit het perspectief van een geschapen mens, alleen omdat de Geest van God Zich in gewoon en normaal vlees had gehuld en de uiterlijke bedekking van een schepsel had. Ook al had Hij de Geest van God in Zich, toch was Zijn uiterlijke verschijning die van een normaal mens; met andere woorden, Hij was de ‘Mensenzoon’ geworden waar iedereen, inclusief Jezus Zelf, over sprak. Omdat Hij de Mensenzoon genoemd wordt, is Hij een persoon (man of vrouw, in ieder geval iemand met het uiterlijk omhulsel van een mens) die in een normaal gezin van gewone mensen wordt geboren. Daarom was hoe Jezus God in de hemel Vader noemde hetzelfde als hoe jullie Hem aanvankelijk Vader noemden; Hij deed dit vanuit het perspectief van een mens van de schepping. Kennen jullie het Onze Vader nog dat Jezus jullie uit het hoofd heeft laten leren? “Onze Vader, die in de hemel zijt …” Hij heeft alle mensen gevraagd God in de hemel bij de naam Vader te noemen. En omdat Hij Hem ook Vader noemde, deed Hij dat vanuit het perspectief van iemand die op gelijke voet met jullie allemaal staat. Uit het feit dat jullie God in de hemel bij de naam Vader noemen blijkt dat Jezus Zichzelf op gelijke voet met jullie zag staan, en Zichzelf beschouwde als een mens op aarde die door God is gekozen (dat wil zeggen de Zoon van God). Als jullie God “Vader” noemen, is dat dan niet omdat jullie een schepsel zijn? Hoe groot het gezag van Jezus op aarde ook is, vóór de kruisiging was Hij niet meer dan een door de Heilige Geest (dat wil zeggen God) beheerste Mensenzoon en een van de schepselen op aarde, want Hij moest Zijn werk nog afmaken. Dat Hij God in de hemel Vader noemde was daarom slechts Zijn nederigheid en gehoorzaamheid. Dat Hij God (dat wil zeggen de Geest in de hemel) op zo’n manier aansprak is echter nog geen bewijs dat Hij de Zoon van de Geest van God in de hemel is. Het betekent eerder gewoon dat Zijn perspectief anders is, niet dat Hij een ander persoon is. Het bestaan van afzonderlijke personen is een misvatting! Voor Zijn kruisiging was Jezus een Mensenzoon die aan de beperkingen van het vlees was gebonden en had Hij niet het volledige gezag van de Geest. Daarom kon Hij de wil van God de Vader alleen zoeken vanuit het perspectief van een schepsel. Het is zoals Hij in Getsemane driemaal in gebed zei: “Niet mijn wil maar uw wil geschiede.” Voordat Hij op het kruis werd gelegd was Hij slechts de koning van de Joden, Hij was Christus de Mensenzoon en niet een lichaam van glorie. Daarom noemde Hij God Vader vanuit het standpunt van een schepsel. Je kunt niet zeggen dat iedereen die God Vader noemt de Zoon is. Als dat zo was, waren jullie dan niet allemaal de Zoon geworden toen Jezus jullie het Onze Vader had geleerd? Als jullie nu nog niet overtuigd zijn, zeg mij dan, wie is de persoon die jullie Vader noemen? Als jullie daarmee Jezus bedoelen, wie is dan de Vader van Jezus voor jullie? Nadat Jezus wegging bestond dit idee van de Vader en de Zoon niet meer. Dit idee was alleen gepast in de jaren dat Jezus vlees was geworden. Onder alle andere omstandigheden is het de relatie tussen de Heer der Schepping en een schepsel wanneer jullie God Vader noemen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bestaat de Drie-eenheid?
Er zijn er nog die zeggen: “Heeft God niet uitdrukkelijk gezegd dat Jezus Zijn geliefde Zoon was?” Jezus is de geliefde Zoon van God, in wie Hij welbehagen heeft gevonden – dit is zekerlijk gezegd door God Zelf. Dat was God die van Zichzelf getuigde maar vanuit een ander perspectief, het perspectief van de Geest in de hemel die van Zijn eigen incarnatie getuigt. Jezus is Zijn incarnatie, niet Zijn Zoon in de hemel. Begrijp je? Wijzen de woorden van Jezus, “Ik ben in de Vader en de Vader is in mij” er niet op dat Zij één Geest zijn? En is het niet voor de incarnatie dat Zij zijn gescheiden tussen hemel en aarde? In werkelijkheid zijn Zij nog steeds één, het is gewoon God die getuigenis geeft voor Zichzelf. Ten gevolge van de veranderende tijdperken, de vereisten van het werk en de verschillende stadia van Zijn managementplan noemt de mens Hem bij verschillende namen. Toen Hij het eerste stadium van het werk kwam uitvoeren kon Hij alleen maar Jehova worden genoemd, de herder van de Israëlieten. In het tweede stadium kon de geïncarneerde God alleen maar Heer en Christus worden genoemd. Maar toen zei de Geest in de hemel alleen maar dat Hij de geliefde Zoon van God was en vermeldde daar niet bij dat Hij de enige Zoon van God was. Dit is gewoon niet gebeurd. Hoe kan God nu maar een enig kind hebben? Zou God dan niet mens geworden zijn? Omdat Hij de incarnatie was, werd Hij de geliefde Zoon van God genoemd en hieruit ontstond de Vader-Zoon relatie. Dit kwam gewoon door de scheiding tussen hemel en aarde. Jezus bad vanuit het perspectief van het vlees. Omdat Hij het vlees van een dergelijke normale menselijkheid had aangenomen, is het vanuit het perspectief van het vlees dat Hij zei: “Mijn omhulsel is het omhulsel van een schepsel. Omdat ik vlees heb aangenomen om op deze aarde te komen, ben ik nu heel ver weg van de hemel.” Daarom kon Hij alleen tot God de Vader bidden vanuit het perspectief van het vlees. Dat was Zijn plicht, dat was waarmee de geïncarneerde Geest van God moest worden uitgerust. Er kan niet gezegd worden dat Hij God niet is, alleen maar omdat Hij vanuit het perspectief van het vlees tot de Vader bidt. Hoewel Hij de geliefde Zoon van God wordt genoemd, is Hij toch God Zelf, want Hij is slechts de incarnatie van de Geest en Zijn wezen is nog steeds de Geest.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bestaat de Drie-eenheid?
Wat de mens als eerste zag was de Heilige Geest die als een duif op Jezus neerdaalde. Dit was niet uitsluitend de Geest van Jezus, maar juist de Heilige Geest. Kan de Geest van Jezus dan van de Heilige Geest afgescheiden worden? Als Jezus Jezus is, de Zoon, en de Heilige Geest de Heilige Geest is, hoe kunnen Zij dan één zijn? Als dit zo was, zou het werk niet gedaan kunnen worden. De Geest in Jezus, de Geest in de hemel en de Geest van Jehova zijn één. Het kan de Heilige Geest genoemd worden, de Geest van God, de zevenmaal geïntensiveerde Geest en de alomvattende Geest. De Geest van God kan veel werk uitvoeren. Hij kan de wereld scheppen en door een vloed vernietigen; Hij kan de hele mensheid verlossen en bovendien de hele mensheid overwinnen en vernietigen. Dit werk wordt helemaal door God Zelf uitgevoerd en kan niet door een van de andere personen van God in Zijn plaats zijn gedaan. Zijn Geest kan Jehova of Jezus worden genoemd, maar ook de Almachtige. Hij is de Heer, en Christus. Hij kan ook de Mensenzoon worden. Hij is in de hemelen en ook op aarde; Hij is hoog boven de universums en onder de menigten. Hij is de enige Heer van de hemelen en de aarde! Vanaf het moment van de schepping tot nu is dit werk door de Geest van God Zelf uitgevoerd. Of het nu het werk in de hemelen of in het vlees betreft, alles is door Zijn eigen Geest uitgevoerd. Alle schepselen zijn in de palm van Zijn almachtige hand, of ze nu in de hemel of op aarde zijn. Dit is allemaal het werk van God Zelf en kan door niemand anders dan door Hem worden gedaan. In de hemelen is Hij de Geest, maar ook God Zelf; onder de mensen is Hij vlees maar blijft Hij God Zelf. Al kan Hij bij honderdduizenden namen worden genoemd, Hij is nog steeds Zichzelf en al het werk is de rechtstreekse uitdrukking van Zijn Geest. De verlossing van de hele mensheid door Zijn kruisiging was het directe werk van Zijn Geest, en dit geldt ook voor de verkondiging aan alle naties en alle landen tijdens de laatste dagen. God kan altijd enkel maar almachtig genoemd worden, en de enige ware God, de alomvattende God Zelf. De afzonderlijke personen bestaan niet, laat staan dit idee van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest! Er is maar één God in de hemel en op aarde!
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bestaat de Drie-eenheid?
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.