Wat het volgen van Gods wil is, en of het volgen van Gods wil alleen maar het prediken en werken voor de Heer is
Bijbelverzen ter referentie:
“Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf” (Mat. 22:37-39).
“Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen. Maar wie mij niet liefheeft, houdt zich niet aan wat ik zeg” (Joh. 14:23-24).
“Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen” (Joh. 8:31).
“Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ‘Heer, Heer, hebben we niet in uw naam geprofeteerd? En in uw naam duivelen uitgeworpen? En in uw naam vele wonderlijke werken gedaan?’ En dan zal ik hun verklaren: ‘Ik heb u nooit gekend. Ga weg van mij, u die zonde begaat’” (Mat. 7:21-23).
Relevante woorden van God:
In elk tijdperk schenkt God een aantal woorden aan de mens wanneer Hij in de wereld werkt en de mens over enkele waarheden vertelt. Deze waarheden dienen als de weg die de mens moet aanhouden, de weg die de mens moet bewandelen, de weg waarlangs de mens God kan vrezen en het kwade kan mijden, en de weg waarlangs mensen zich in hun leven, in de loop van hun levensreis in praktijk moeten brengen en aanhangen. Om deze redenen schenkt God deze woorden aan de mens. Deze woorden die van God komen, moeten door de mens worden nageleefd, om leven te ontvangen. Als een persoon zich er niet aan houdt, ze niet in praktijk brengt en Gods woorden niet naleeft in zijn leven, dan brengt deze persoon de waarheid niet in praktijk. En als ze de waarheid niet in de praktijk brengen, dan vrezen ze God niet en mijden ze het kwade niet en kunnen ze God niet tevreden stellen. Als iemand God niet tevreden kan stellen, dan kunnen ze Gods lof niet ontvangen; zo’n persoon ontvangt geen uitkomst.
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken
Gods wegen bewandelen heeft niets te maken met het in acht nemen van oppervlakkige regels. Het betekent eigenlijk dat wanneer je geconfronteerd wordt met een zaak, je dit in de eerste plaats moet zien als een omstandigheid die is geregeld door God, een verantwoordelijkheid, door Hem aan jou geschonken, door Hem aan jou toevertrouwd en dat wanneer je geconfronteerd wordt met deze zaak, je het zelfs als een beproeving van God zou moeten zien. Wanneer je deze kwestie onder ogen ziet, moet je er een norm voor hebben, je moet eraan denken dat het van God is gekomen. Je moet er over nadenken hoe je met deze zaak om moet gaan, zodat je verantwoordelijkheid kunt nemen en trouw aan God kunt zijn; hoe je het zo kunt doen dat je God niet woedend maakt of Zijn gezindheid niet beledigt.
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken
Een mens kan weliswaar een groot aantal goede werken hebben neergezet sinds hij tot het geloof in God is gekomen , maar toch kunnen vele zaken nog ondoorgrondelijk zijn voor hem en misschien is hij nog wel minder van de waarheid gaan begrijpen. Toch zal hij vanwege zijn vele goede werken het gevoel hebben dat hij al in Gods woordenis gaan leven, zich aan Hem heeft onderworpen en behoorlijk aan Zijn wil heeft voldaan. Dit komt doordat je doet wat je wordt gezegd wanneer er zich geen ongunstige omstandigheden voordoen. Je bent niet onzeker over het uitvoeren van je plicht en je verzet je niet. Als er wordt gezegd dat je het evangelie moet verspreiden, is dat een ongemak dat je wel zonder klagen kunt dragen en als er wordt gezegd dat je van hot naar haar moet lopen of handenarbeid moet verrichten, dan doe je dat. Omdat je dit allemaal laat zien, heb je het gevoel dat je iemand bent die zich aan God onderwerpt en dat je een ware najager van de waarheid bent. Maar als iemand door zou vragen en je zou vragen: “Ben je een eerlijk mens? Ben jij iemand die zich echt aan God onderwerpt? Een persoon met een veranderde gezindheid?”, als je zo zou worden ondervraagd, zo kritisch langs de meetlat van de waarheid zou worden gelegd, dan zou jij – en iedereen, zou men kunnen zeggen – tekortschieten en is niemand in staat echt volgens de waarheid te praktiseren. Wanneer de oorsprong van alle handelingen en daden van de mens en het wezen en de natuur van zijn handelingen naast de waarheid worden gelegd, zijn allen daarom veroordeeld. Wat is hiervoor de reden? Dat is dat de mens zichzelf niet kent. Hij gelooft altijd op zijn eigen manier in God, vervult zijn plicht op zijn eigen manier en dient God op zijn eigen manier. Sterker nog, hij heeft het gevoel dat hij vol geloof en redelijkheid is en uiteindelijk vindt hij dat hij veel heeft gewonnen. Zonder dat hij het doorheeft krijgt hij het gevoel dat hij allang in overeenstemming met Gods wil handelt en daar geheel aan voldoet, dat hij al doet wat God van hem verlangt en Zijn wil volgt. Als dit is wat jij voelt, of als je in de verscheidene jaren van je geloof in God het gevoel hebt gekregen dat je enige winst hebt geoogst, dan zou je des te meer weer voor God moeten verschijnen om over jezelf na te denken en controleren of alles wat je hebt gedaan en heel je gedrag tegenover God in de loop van deze paar jaren geheel met Zijn wil overeenkomt en of wat je hebt gedaan inderdaad aan Zijn vereisten heeft voldaan. Kijk wat Hem tevreden heeft gesteld en wat Hem heeft getart. Dit zijn dingen die je zou moeten ontleden.
uit ‘Alleen door je verkeerde opvattingen in te zien, kun je jezelf kennen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’
De mens verstaat onder werk overal heengaan voor God, in alle plaatsen prediken en zich uitputten voor God. Die opvatting klopt wel, maar is te eenzijdig. God vraagt van de mens namelijk niet alleen overal voor God heen te reizen, het gaat meer om de bediening en zorg in de geest. Veel broeders en zusters hebben zelfs na zoveel jaar ervaring nooit over werken voor God nagedacht. Mensen kijken namelijk heel anders tegen werk aan dan wat God van ze vraagt. De mens heeft dan ook geen enkele interesse in de kwestie van werk. Daarom is de intrede van de mens ook zo eenzijdig. Het binnengaan zou voor jullie allemaal moeten beginnen met werken voor God, zodat jullie alle aspecten ervan beter kunnen ervaren. Daar moeten jullie in opgaan. Werk betekent niet heen en weer rennen voor God, het gaat om de vraag of het leven van de mens en het leven dat hij naleeft God behaagt. Werk verwijst naar de trouw die mensen aan God betonen en de kennis die zij van God hebben om van God te getuigen en anderen te dienen. Dit is de verantwoordelijkheid van de mens en wat alle mensen dienen te beseffen. Met andere woorden: jullie intrede is jullie werk. Jullie proberen binnen te gaan tijdens jullie werk voor God. Gods werk ervaren betekent niet alleen dat je weet hoe je Zijn woord kunt eten en drinken. Wat nog belangrijker is: jullie moeten van God kunnen getuigen, God dienen, anderen dienen en voor hen zorgen. Dit is werk en ook jullie intrede. Dit is wat ieder mens dient te verwezenlijken. Er zijn er velen die zich alleen richten op overal naartoe reizen voor God en prediken op alle plaatsen. Toch zien ze hun persoonlijke ervaring over het hoofd en verwaarlozen ze hun intrede in het geestelijke leven. Daardoor worden zij die God dienen zij die God weerstaan.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Werk en intrede (2)
In zijn geloof in God wilde Petrus God in alles tevredenstellen en wilde hij alles gehoorzamen wat van God kwam. Zonder ook maar de minste klacht kon hij tuchtiging en oordeel accepteren, evenals loutering, rampspoed en ontbering in zijn leven. Niets van dit alles kon zijn liefde voor God veranderen. Was dat niet de ultieme liefde voor God? Was dat niet de vervulling van de plicht van een schepsel van God? Of je nu tuchtiging, oordeel of rampspoed ondergaat, je kunt altijd gehoorzaamheid tot aan de dood bereiken. Dit is wat een schepsel van God zou moeten bereiken, dit is de zuiverheid van de liefde voor God. Als de mens zoveel kan bereiken, dan is hij een geschikt schepsel van God, en is er niets dat beter aan het verlangen van de Schepper voldoet. Stel je eens voor dat je voor God kunt werken, maar dat je Hem niet gehoorzaam bent en niet waarachtig van Hem kunt houden. Je hebt dan niet alleen je plicht als schepsel van God niet vervuld, maar ook zul je door God veroordeeld worden. Je bent immers iemand die de waarheid niet bezit, die niet in staat is God te gehoorzamen, die ongehoorzaam is aan God. Je geeft er alleen maar om dat je voor God kan werken. Maar de waarheid in praktijk brengen of jezelf kennen kan je niet schelen. Je begrijpt en kent de Schepper niet, en je gehoorzaamt Hem niet en hebt Hem niet lief. Jij bent iemand die van nature ongehoorzaam is aan God. De Schepper houdt niet van zulke mensen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt
Veel volgelingen van God maken zich alleen druk over de vraag hoe ze zegeningen kunnen verkrijgen of rampspoed kunnen vermijden. Horen ze van het werk en management van God, dan worden ze stil en haken ze af. Ze zijn van mening dat het kennen van zulke vervelende vragen hun leven niet zal laten groeien of van enige baat zal zijn. Ook al hebben ze berichten over het management van God gehoord, ze gaan er lichtvaardig mee om. Ze beschouwen die niet als iets kostbaars om aan te nemen en doen er al helemaal niets mee in hun leven. Zulke mensen volgen God met één eenvoudig doel: om zegeningen te verkrijgen, en dat doel is om zegeningen te verkrijgen. Dergelijke mensen kunnen niet de moeite nemen om aan iets anders aandacht schenken als het niet rechtstreeks met dat doel te maken heeft. Geloven in God om zegeningen te verkrijgen is voor hen een uiterst legitiem streven, iets wat hun geloof de moeite waard maakt. Ze trekken zich verder niets aan van alles wat dit doel niet volbrengt. Dat is het geval met de meeste mensen die tegenwoordig in God geloven. Hun doel en motivatie lijken legitiem, want ze geloven niet alleen in God, maar zij putten zich ook uit voor God, wijden zich toe aan God en vervullen hun plicht. Ze geven hun jeugd op, laten familie en carrière achter zich en spannen zich zelfs jarenlang weg van huis in. Omwille van hun uiteindelijke doel stellen ze hun interesses bij, veranderen ze hun kijk op het leven en stellen ze zelfs hun koers bij. Toch kunnen ze het doel van hun geloof in God niet bijstellen. Ze maken zich druk om hun eigen idealen na te jagen. Hoe lang de weg ook is, hoeveel moeilijkheden en obstakels er onderweg ook zijn, ze blijven doorzetten en zijn niet bang voor de dood. Waar halen ze de kracht vandaan om zich zo te blijven toewijden? Is het hun geweten? Is het hun grote en edele karakter? Is het hun vastberadenheid om tot het einde toe tegen de machten van het kwaad te strijden? Is het hun geloof waarin ze getuigen van God zonder een beloning te zoeken? Is het hun trouw waarvoor ze bereid zijn alles op te geven om aan de wil van God te voldoen? Of is het hun geest van toewijding waarin ze nooit extravagante eisen voor zichzelf hebben gesteld? Dat mensen die het werk van Gods management nooit hebben gekend toch zoveel geven, is gewoonweg een verbazingwekkend wonder! Laten we nu even niet bespreken hoeveel deze mensen hebben gegeven. Hun gedrag is onze analyse echter wel meer dan waard. Deze mensen begrijpen God niet en geven Hem toch zoveel. Kan er voor hen een andere reden zijn dan de voordelen die eraan kleven? Daarin ontwaren we een niet eerder vastgesteld probleem: de relatie van de mens met God is puur gebaseerd op naakt eigenbelang. Het gaat om de relatie tussen de ontvanger en gever van zegen. Het valt goed te vergelijken met de relatie tussen werknemer en werkgever. De werknemer werkt alleen om de beloningen van de werkgever te ontvangen. In een dergelijke relatie is er geen sprake van affectie, alleen van een deal. Er is geen sprake van liefde geven en liefde ontvangen, alleen van liefdadigheid en barmhartigheid. Er is geen sprake van begrip, alleen van onderdrukte verontwaardiging en bedrog. Er is geen sprake van intimiteit, alleen van een onoverbrugbare kloof. Wie kan het tij keren als men op dit punt is beland? En hoeveel mensen kunnen werkelijk inzien hoe wanhopig deze relatie is geworden? Wanneer mensen zich compleet richten op de vreugde van hun gezegende toestand, kan niemand zich volgens mij indenken hoe beschamend en afzichtelijk een dergelijke relatie met God is.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 3: De mens kan alleen gered worden onder Gods management
Mensen zeggen dat God een rechtvaardige God is en dat zolang de mens Hem tot het einde volgt, Hij zeker onpartijdig zal zijn jegens de mens, want Hij is zeer rechtvaardig. Als de mens Hem tot het einde zou volgen, zou Hij de mens dan terzijde kunnen schuiven? Ik ben onpartijdig jegens alle mensen en beoordeel alle mensen met mijn rechtvaardige gezindheid, maar er zijn gepaste voorwaarden voor de eisen die ik aan de mens stel en wat ik eis moet door alle mensen worden bereikt, ongeacht wie ze zijn. Het maakt mij niet uit hoe uitgebreid of eerbiedwaardig je kwalificaties zijn; het maakt mij alleen uit of je op mijn manier wandelt en of je wel of niet houdt van en dorst naar de waarheid. Als je de waarheid mist en in plaats daarvan mijn naam beschaamt en niet handelt volgens mijn manier, alleen maar zonder zorg of bezorgdheid volgt, dan zal ik je op dat moment slaan en je straffen voor je kwaad en wat heb je dan te zeggen? Zul je kunnen zeggen dat God niet rechtvaardig is? Als je heden hebt voldaan aan de woorden die ik heb gesproken, ben je het soort persoon dat ik goedkeur. Je zegt dat je altijd hebt geleden terwijl je God volgde, dat je Hem volgde door dik en dun en de goede en slechte tijden met Hem hebt gedeeld, maar je hebt niet naar de woorden die door God gesproken zijn geleefd; je wilt alleen maar elke dag voor God rennen en je voor God uitsloven, en hebt nooit gedacht om een leven van betekenis na te leven. Je zegt ook: “In ieder geval geloof ik dat God rechtvaardig is. Ik heb voor Hem geleden, ben druk voor Hem bezig geweest en heb mezelf aan Hem toegewijd en heb hard gewerkt ondanks dat ik geen erkenning ontving; Hij zal me zeker herinneren.” Het is waar dat God rechtvaardig is, maar deze gerechtigheid is niet aangetast door onzuiverheden: het bevat geen menselijke wil en het is niet besmet door het vlees of menselijk handelen. Allen die opstandig zijn en tegenwerken en niet in overeenstemming zijn met Zijn weg, zullen gestraft worden; niemand van hen is vergeven en niemand wordt gespaard! Sommige mensen zeggen: “Vandaag de dag ben ik druk bezig voor u; wanneer het einde komt, kunt u mij dan een kleine zegen geven?” Dus ik vraag jou: “Heb je voldaan aan mijn woorden?” De gerechtigheid waarover je spreekt is gebaseerd op een handeling. Je denkt alleen maar dat ik rechtvaardig en onpartijdig tegenover alle mensen ben en dat allen die mij tot het einde volgen zeker zullen worden gered en mijn zegeningen zullen krijgen. Er is een innerlijke betekenis van mijn woorden die luidt: “Allen die mij tot het einde toe volgen, zijn er zeker van om gered te worden”: zij die mij tot het einde volgen, zijn degenen die volledig door mij zullen worden gewonnen, zij zijn degenen die, nadat ze door mij zijn overwonnen, de waarheid zoeken en volmaakt worden gemaakt. Aan welke voorwaarden heb jij voldaan? Je hebt alleen voor elkaar gekregen dat je mij tot het einde toe hebt gevolgd, maar wat nog meer? Heb je mijn woorden nageleefd? Je hebt een van mijn vijf vereisten bereikt, maar je bent niet van plan om de resterende vier te bereiken. Je hebt simpelweg het eenvoudigste, gemakkelijkste pad gevonden en nagevolgd met een houding waarbij je maar hoopte dat je geluk zou hebben. Betreffende zo’n persoon als jij is mijn rechtschapen gezindheid er een van tuchtiging en oordeel, het is er een van rechtvaardige vergelding en het is de rechtvaardige straf van alle boosdoeners; al diegenen die niet mijn weg bewandelen zullen zeker gestraft worden, zelfs als ze tot het einde volgen. Dit is de gerechtigheid van God.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De ervaringen van Petrus: zijn kennis van tuchtiging en oordeel
Misschien denken jullie dat jullie al die jaren als volgelingen desondanks zo hard hebben gewerkt, dat jullie in Gods huis in elk geval een kom rijst kunnen krijgen als dienstdoener. Ik zeg dat de meesten van jullie zo denken. Jullie hebben er tot nu toe immers altijd naar gestreefd om ergens beter van te worden zonder er zelf minder van te worden. Ik zeg jullie nu dan ook in alle ernst: Het maakt mij niet uit hoe verdienstelijk je harde werk is, hoe indrukwekkend je kwalificaties zijn, hoe nauwgezet je mij volgt, hoe beroemd je bent of hoe je gedrag is verbeterd − zolang je niet hebt gedaan wat ik heb vereist, zul je mijn lof nooit kunnen krijgen. Zet al die ideeën en berekeningen van jullie zo snel mogelijk uit jullie hoofd en neem mijn eisen serieus. Anders maak ik as van alle mensen om een einde te maken aan mijn werk, of in het beste geval mijn jaren werk en lijden op niets te laten uitlopen. Ik kan mijn vijanden en mensen aan wie kwaad kleeft naar het model van Satan immers niet in mijn koninkrijk, in het volgende tijdperk brengen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Door overtredingen gaan mensen naar de hel
Sommige mensen zullen uiteindelijk zeggen: “Ik heb zoveel werk verricht voor u, en al zijn er misschien geen gevierde resultaten geweest, ik ben toch ijverig geweest in mijn inspanningen. Kunt u mij niet gewoon in de hemel binnenlaten om de vrucht van het leven te eten?”. Je moet weten naar wat voor een soort mens ik verlang: de onreinen worden het koninkrijk niet binnengelaten, de onreinen mogen de heilige grond niet besmeuren. Al heb je misschien jarenlang veel werk verricht, als je uiteindelijk nog betreurenswaardig vies bent verdraagt de wet van de hemel jouw wens om binnen te komen in mijn koninkrijk niet! Vanaf de stichting van de wereld tot op heden heb ik nog nooit gemakkelijk toegang verschaft aan hen die bij mij in de gunst proberen te komen. Dit is een regel van de hemel, niemand kan deze regel overtreden! Je moet het leven nastreven. Vandaag de dag zijn diegenen die vervolmaakt worden van hetzelfde soort als Petrus: het zijn diegenen die streven naar veranderingen in hun gezindheid en die getuigenis aan God willen afleggen en hun plicht als schepsel van God wensen uit te voeren. Alleen zulke mensen zullen vervolmaakt worden. Als je alleen naar een beloning op zoek bent, en de gezindheid van je leven niet probeert te veranderen, dan zijn al je inspanningen tevergeefs. Dat is de onveranderlijke waarheid!
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.