Nadat ik het werk van Almachtige God in de laatste dagen heb aanvaard, verkondigde ik het evangelie aan de broeders en zusters in mijn oude kerk, maar ze aanvaarden het niet alleen niet, in plaats daarvan verwierpen en belasterden ze me, waardoor ik me heel pijnlijk voelde en wilde niet meer het evangelie aan hen verkondigen. Hoe moet ik moet deze situatie omgaan om naar Gods hart te zijn?
Relevante woorden van God:
Als leden van het menselijk ras en toegewijde christenen, is het de verantwoordelijkheid en plicht van ons allemaal om onze geest en lichaam op te offeren voor de volbrenging van Gods opdracht, want ons hele wezen kwam van God, en het bestaat dankzij de soevereiniteit van God. Als onze geesten en lichamen niet voor Gods opdracht zijn en niet voor de rechtvaardige zaak van de mensheid, dan zijn onze zielen hen die als martelaren gestorven zijn voor Gods opdracht onwaardig, en te meer God, die ons alles gegeven heeft, onwaardig.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid
Ben je je bewust van de last op je schouders, je opdracht en je verantwoordelijkheid? Waar is je besef van een historische missie? Hoe zul je in het volgende tijdperk naar behoren dienen als een meester? Heb je een sterk gevoel van meesterschap? Hoe zou jij de meester van alle dingen uitleggen? Is het werkelijk de meester van alle levende wezens en van alle fysieke dingen ter wereld? Welke plannen heb je voor de voortgang van de volgende fase van het werk? Hoeveel mensen wachten erop dat jij hun herder wordt? Is je taak zwaar? Zij zijn arm, erbarmelijk, blind, ten einde raad, ze jammeren in de duisternis; waar is de weg? Hoezeer verlangen ze ernaar dat het licht plotseling neerdaalt als een vallende ster en de machten van de duisternis verdrijft die de mens zo veel jaren hebben onderdrukt. Wie kan weten hoezeer zij hier dag en nacht gespannen op hopen en naar smachten? Zelfs op een dag waarop het licht voorbijflitst, blijven deze zwaar lijdende mensen gevangen in een donkere kerker zonder hoop op vrijlating; wanneer zullen zij niet langer wenen? Vreselijk is de tegenspoed van deze broze geesten die het nooit vergund is te rusten, en al lang zijn zij in deze gesteldheid gebonden door meedogenloze ketens en de bevroren geschiedenis. En wie heeft het geluid van hun geweeklaag gehoord? Wie heeft hen aanschouwd in hun ellendige gesteldheid? Is het ooit in je opgekomen hoe gegriefd en ongerust Gods hart is? Hoe kan Hij het verdragen om de onschuldige mensheid, die Hij met Zijn eigen handen geschapen heeft, zulke kwelling te zien ondergaan? Menselijke wezens zijn immers de slachtoffers die vergiftigd zijn. En, al heeft de mens tot de dag van vandaag overleefd, wie zou hebben geweten dat de mensheid al lang vergiftigd is door de boze? Ben je vergeten dat je een van de slachtoffers bent? Ben je niet bereid om, vanwege je liefde voor God, te proberen deze overlevenden te redden? Ben je niet bereid om al je energie eraan te wijden om God terug te betalen, die de mensheid liefheeft als Zijn eigen vlees en bloed? Hoe zou jij, alles in overweging nemend, uitleggen dat je door God gebruikt wordt om je buitengewone leven te leiden? Heb je werkelijk de vastberadenheid en het vertrouwen om het betekenisvolle leven van een vrome, God dienende persoon te leiden?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe hoor je aandacht te besteden aan je toekomstige missie?
Wat is het doel van het evangelie wijd te verspreiden? Zoals voortdurend sinds de aanvang van deze fase van het werk is gezegd, is God deze keer gekomen om Zijn werk te doen van het inluiden van een nieuw tijdperk, om een nieuw tijdperk binnen te brengen en het oude te beëindigen, een feit dat nu gezien kan worden in diegenen onder ons die nu hier zijn en dat reeds is volbracht. Dat wil zeggen, God doet nu nieuw werk en de mensen hier hebben dit al aanvaard en zijn al verrezen uit het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade. Ze lezen de Bijbel niet meer, ze leven niet meer onder het kruis, ze roepen de naam van de Heer Jezus de Redder niet meer uit, maar tegelijkertijd bidden ze tot de naam van de hedendaagse God en aanvaarden ze de woorden die God nu tot uitdrukking brengt en nemen deze aan als overlevingsbeginsel, als methode en doel van menselijk leven. Zijn de mensen hier in deze zin niet al een nieuw tijdperk binnengegaan? In welk tijdperk leven dan de veel meer andere mensen die het evangelie en deze woorden niet hebben aanvaard? Ze leven nog steeds in het Tijdperk van Genade. Het is nu jullie roeping deze mensen uit het Tijdperk van Genade te halen en ze dit nieuwe tijdperk binnen te laten gaan. Kunnen jullie deze opdracht volbrengen door alleen maar te bidden en Gods naam uit te roepen? Volstaat het om slechts een paar woorden van God te prediken? Zeker niet! Jullie moeten allen verantwoordelijk op je te nemen voor de plicht van de verkondiging van het evangelie of de wijde verspreiding van de woorden van God, om ze verder te verspreiden en hun bereik te vergroten. Wat betekent het om 'hun bereik te vergroten'? Dat betekent Gods evangelie verder verkondigen dan aan de mensen die hier zijn; het betekent meer mensen bewust maken van Gods nieuwe werk en dan Gods woorden aan hen prediken. Het betekent jullie ervaring aanwenden om te getuigen van het werk van God en ook hen het nieuwe tijdperk binnen te leiden. Dan zullen ze hetzelfde zijn als jullie. God bedoeling is heel duidelijk: Hij wil niet dat alleen jullie Zijn woorden hebben gehoord en aanvaard en dat alleen jullie zijn begonnen Hem het nieuwe tijdperk binnen te volgen. Hij wil het hele menselijke ras het nieuwe tijdperk binnenleiden. Dat is Gods bedoeling. En dat is een waarheid die iedereen die op dit moment God volgt, zou moeten begrijpen. God leidt geen aantal of een kleine groep mensen het nieuwe tijdperk binnen, maar de hele mensheid. Om dit doel te bereiken is het nodig het evangelie wijd te verspreiden en daarvoor veel methoden en kanalen te gebruiken.
uit ‘Voor leiders en werkers is een pad kiezen van het grootste belang (1)’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’
Iedereen heeft de plicht en is verplicht om het evangelie te verspreiden. We moeten te allen tijde, wat we ook horen, wat we ook zien of hoe we ook behandeld worden, vasthouden aan deze verantwoordelijkheid om het evangelie te verspreiden. We mogen deze plicht in geen geval verzaken vanwege negativiteit of zwakte. De plicht om het evangelie te verspreiden gaat niet van een leien dakje, maar gaat met allerlei gevaar gepaard. Wanneer jullie het evangelie verspreiden, zul je geen engelen, buitenaardse wezens of robots tegenkomen. Jullie zullen alleen maar te maken krijgen met de kwaadaardige en verdorven mensheid, levende demonen, beesten – zij zijn de hele mensheid die voortleeft in deze kwaadaardige ruimte, die diepgaand verdorven is door Satan en zich tegen God verzet. Daarom schuilen er in het proces van verspreiding van het evangelie zeker allerlei gevaren, laat staan kleinzielige laster, sneren en misverstanden, die nog veel vaker voorkomen. Als je het evangelie verspreiden echt beschouwt als een verantwoordelijkheid, als een verplichting en als je plicht, dan zul je deze dingen op de juiste manier kunnen bezien en zelfs correct kunnen afhandelen, en zul je je verantwoordelijkheid en je verplichting niet verzaken. Evenmin zul je afwijken van je oorspronkelijke bedoeling om het evangelie te verspreiden en over God te getuigen vanwege deze dingen, want dit is je plicht. Hoe moet je deze plicht zien? De waarde en de primaire verantwoordelijkheid van dit leven dat je leidt, is het goede nieuws over Gods werk in de laatste dagen verspreiden en het evangelie van Gods werk verspreiden.
uit ‘Alle gelovigen zijn het aan hun eer verplicht om het evangelie te verspreiden’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’
Wat ik jullie geef is meer dan Mozes en beter dan David, daarom vraag ik eveneens dat jullie getuigenis die van Mozes overtreft en dat jullie woorden beter zijn dan die van David. Ik geef jullie het honderdvoudige, dus vraag ik jullie om met gelijke munt terug te betalen. Jullie moeten weten dat ik degene ben die leven schenkt aan de mensheid, en jullie zijn het die leven van mij ontvangen en moeten getuigen van mij. Dit is jullie plicht, die ik jullie opdraag en die jullie voor mij moeten doen. Ik heb al mijn glorie aan jullie geschonken en jullie het leven gegeven dat het uitverkoren volk, de Israëlieten, nooit heeft ontvangen. Eigenlijk moeten jullie voor mij getuigen, jullie jeugd aan mij wijden en jullie leven prijsgeven. Aan wie ik ook mijn glorie schenk, die zal getuigenis van mij afleggen en zijn leven voor mij geven. Dit is al lang voorbestemd. Het is jullie geluk dat ik mijn glorie aan jullie schenk, en jullie plicht is om van mijn glorie te getuigen. Als jullie alleen in mij geloven om geluk te vergaren, dan zou mijn werk niet veel betekenen, en zouden jullie je plicht niet vervullen. De Israëlieten zagen alleen mijn genade, liefde en grootheid en de Joden waren alleen getuige van mijn geduld en verlossing. Ze zagen slechts heel weinig van het werk van mijn Geest; het kan zo zijn dat hun niveau van begrip slechts één tienduizendste was van wat jullie hebben gehoord en gezien. Jullie hebben zelfs meer gezien dan de belangrijkste priesters onder hen. Heden overtreft de waarheid die jullie hebben begrepen die van hen; wat jullie heden hebben gezien is meer dan er in het Tijdperk van de Wet is gezien, en in het Tijdperk van Genade, en jullie hebben zelfs meer meegemaakt dan Mozes en Elia. Want wat de Israëlieten begrepen, was alleen de wet van Jehova en wat zij zagen was slechts de aanblik van Jehova’s rug; wat de Joden begrepen was slechts de verlossing van Jezus, wat zij ontvingen was alleen de genade die door Jezus werd geschonken, en wat zij zagen was slechts het beeld van Jezus in het huis van de Joden. Wat jullie vandaag de dag zien is de glorie van Jehova, de verlossing van Jezus en al mijn daden van tegenwoordig. Jullie hebben ook de woorden van mijn Geest gehoord, mijn wijsheid gewaardeerd, mijn wonder leren kennen en over mijn gezindheid geleerd. Ik heb jullie ook alles over mijn managementplan verteld. Wat jullie hebben gezien, is niet alleen een liefhebbende en genadige God, maar een die vervuld is van gerechtigheid. Jullie hebben mijn wonderbaarlijke werk gezien en geweten dat ik vervuld ben van heftige woede en majesteit. Verder hebben jullie geweten dat ik eens mijn ziedende woede over het huis van Israël bracht en heden is het tot jullie gekomen. Jullie hebben meer van mijn mysteriën in de hemel begrepen dan zowel Jesaja als Johannes; jullie weten meer van mijn liefelijkheid en eerbaarheid dan alle heiligen van vorige generaties. Wat jullie hebben ontvangen, is niet alleen mijn waarheid, mijn weg, mijn leven, maar de visie en openbaring groter dan die van Johannes. Jullie hebben nog veel meer mysteriën begrepen en hebben ook mijn ware gelaat aanschouwd; jullie hebben meer van mijn oordeel aanvaard en meer van mijn rechtvaardige gezindheid gekend. Dus, hoewel jullie werden geboren in de laatste dagen, is jullie begrip dat van het vroegere en het verleden; jullie hebben ook ervaren wat er vandaag de dag is, en dat werd volbracht door mijn hand. Wat ik van jullie vraag is niet onredelijk, want ik heb jullie te veel gegeven en veel hebben jullie van mij gezien. Daarom vraag ik jullie om voor mij te getuigen zoals vroegere heiligen hebben gedaan, en dit is het enige verlangen van mijn hart.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wat weet jij over het geloof?
Jullie moeten gewoon zo goed mogelijk jullie plicht doen met een open en oprecht hart. Wees bereid om al het nodige te doen. Zoals jullie al zeiden, zal God op die dag voor niemand tekortschieten die voor Hem geleden of een prijs betaald heeft. Houdt jullie aan deze waardevolle overtuiging vast en vergeet dit nooit. Alleen op deze manier kan ik gerust over jullie zijn. Anders zal ik nooit gerust over jullie kunnen zijn en zullen jullie mij altijd met afschuw vervullen. Als jullie allemaal jullie geweten kunnen volgen en jullie helemaal voor mij geven, jullie volledig voor mijn werk inzetten en jullie hele leven aan mijn evangeliewerk toewijden, zal mijn hart dan niet van vreugde voor jullie opspringen? Kan ik dan niet volkomen gerust zijn over jullie? Het is betreurenswaardig dat jullie maar een klein beetje kunnen doen van wat ik verwacht. Hoe kunnen jullie in dit geval het lef hebben om van mij te vragen waar jullie op hopen?
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over bestemming
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.