Wat Gods kerk en religieuze groeperingen zijn

04 april 2019

Bijbelverzen ter referentie:

“Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’” (Mat. 21:12-13).

“Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: ‘Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping: Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt’” (Op. 3:14-17).

“Met een krachtige stem riep hij: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad! Ze is een woonplaats voor demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine geest, elke onreine vogel en elk onrein, afschuwelijk dier. Alle volken hebben door haar ontucht de wijn van haar wellust gedronken, de koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd en de handelaars op aarde zijn van haar overvloedige weelde rijk geworden’” (Op. 18:2-3).

Relevante woorden van God:

In elke fase van Gods werk zijn er ook bijbehorende eisen aan de mens. Allen in de stroom van de Heilige Geest bezitten de tegenwoordigheid en discipline van de Heilige Geest; mensen die niet in de stroom van de Heilige Geest zijn, bevinden zich onder het bevel van Satan en zijn van elk werk van de Heilige Geest verstoken. Mensen in de stroom van de Heilige Geest aanvaarden het nieuw werk van God en werken mee in het nieuwe werk van God. Als de mensen in deze stroom niet in staat zijn om mee te werken en de waarheid niet in praktijk kunnen brengen zoals God dat in deze tijd vereist, zullen ze gedisciplineerd worden en in het ergste geval door de Heilige Geest verlaten worden. Mensen die het nieuwe werk van de Heilige Geest aanvaarden, zullen in de stroom van de Heilige Geest leven en de zorg en bescherming van de Heilige Geest genieten. Mensen die bereid zijn om de waarheid in praktijk te brengen, worden door de Heilige Geest verlicht; mensen die niet bereid zijn om de waarheid in praktijk te brengen, worden door de Heilige Geest gedisciplineerd en mogelijk zelfs bestraft. Wat voor persoon ze ook zijn, als ze zich in de stroom van de Heilige Geest bevinden, zal God de verantwoording nemen voor allen die Zijn nieuwe werk aanvaarden omwille van Zijn naam. Mensen die Zijn naam verheerlijken en bereid zijn om Zijn woorden in praktijk te brengen, zullen Zijn zegeningen ontvangen; mensen die Hem ongehoorzaam zijn en Zijn woorden niet in praktijk brengen, zullen Zijn bestraffing ondergaan. Mensen in de stroom van de Heilige Geest aanvaarden het nieuwe werk en omdat ze het nieuwe werk hebben aanvaard, behoren ze op gepaste wijze met God mee te werken en niet opstandig te handelen door hun plicht niet te vervullen. Dit is Gods enige eis aan de mens. Dat geldt niet voor de mensen die het nieuwe werk niet aanvaarden. Zij bevinden zich buiten de stroom van de Heilige Geest en de discipline en terechtwijzing van de Heilige Geest zijn niet op hen van toepassing. Deze mensen leven de hele dag in het vlees, ze leven volgens hun eigen gedachten; alles wat ze doen, is overeenkomstig de leer die voortkomt uit de analyse en het onderzoek van hun eigen brein. Dit zijn niet de eisen van het nieuwe werk van de Heilige Geest en er is al helemaal geen sprake van meewerken met God. Mensen die het nieuwe werk van God niet aanvaarden, ontberen de nabijheid van God en moeten het bovendien zonder de zegeningen en bescherming van God stellen. In hun woorden en daden houden ze veelal vast aan de vroegere eisen van het werk van de Heilige Geest; daarbij gaat het om leerstellingen, niet om waarheid. Zulke leerstellingen en regels bewijzen afdoende dat het samenkomen van deze mensen uitsluitend een kwestie van religie is; ze zijn niet de uitverkorenen of het voorwerp van Gods werk. De vergadering van allen onder hen kan men wel een groot religieus congres, maar geen kerk noemen. Dit is een onveranderlijk feit. Zij hebben het nieuwe werk van de Heilige Geest niet; wat ze doen, riekt naar religie, wat ze in praktijk brengen, lijkt vervuld met religie; ze beschikken niet over de nabijheid en het werk van de Heilige Geest en komen al helemaal niet in aanmerking om de discipline of verlichting van de Heilige Geest te ontvangen. Deze mensen zijn allemaal levenloze lijken en maden zonder enige spiritualiteit. Ze hebben geen weet van de opstandigheid en tegendraadse houding van de mens, geen weet van al het kwaad dat de mens doet en al helemaal geen weet van al Gods werk en Gods huidige wil. Ze zijn allemaal onwetende, barbaarse mensen, ze zijn gespuis dat de titel gelovigen niet verdient! Niets dat ze doen, heeft ook maar iets met het management van God te maken en kan Gods plannen echt niet verstoren. Hun woorden en daden zijn te weerzinwekkend, te zielig en simpelweg niet het noemen waard. Niets dat de mensen buiten de stroom van de Heilige Geest doen, heeft ook maar iets met het nieuwe werk van de Heilige Geest te maken. Daarom zijn ze zonder de discipline van de Heilige Geest, wat ze ook doen, en worden ze bovendien niet door de Heilige Geest verlicht. Want ze zijn allemaal mensen die de waarheid niet liefhebben en door de Heilige Geest zijn verafschuwd en verworpen. Zij worden kwaaddoeners genoemd, omdat ze in het vlees wandelen en naar eigen believen doen wat ze willen onder de vlag van God. Terwijl God werkt, zijn zij bewust vijandig jegens Hem en rennen ze in de tegenovergestelde richting dan Hij. Dat de mens niet met God meewerkt, is op zichzelf al uiterst opstandig, dus zullen deze mensen die opzettelijk van God weg rennen in het bijzonder hun terechte vergelding niet ontvangen?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en de praktijk van de mens

“Maar ik zeg je, dat op deze plek iemand is die belangrijker is dan de tempel. Als u begrepen had wat bedoeld wordt met: ‘Barmhartigheid wil ik, geen offers,’ dan zou u geen onschuldigen hebben veroordeeld. Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat” (Mat. 12:6-8). Waar verwijst hier ‘tempel’ naar? Om het eenvoudig te stellen: ‘tempel’ verwijst hier naar een majestueus, hoog gebouw, waar priesters tijdens het Tijdperk van de Wet God vereerden. Wanneer de Heer Jezus zegt “op deze plek iemand is die belangrijker is dan de tempel”, naar wie verwijst ‘Iemand’ dan? Het is duidelijk dat ‘Iemand’ de Heer Jezus in het vlees is, omdat alleen Hij groter dan de tempel was. Waartoe riepen deze woorden de mensen op? Ze riepen de mensen op de tempel te verlaten – God had de tempel reeds verlaten en werkte er niet meer. De mensen zouden dus Gods voetstappen buiten de tempel moeten zoeken en Zijn stappen in Zijn nieuwe werk moeten volgen. De achtergrond van de woorden van de Heer Jezus was dat onder de wet mensen de tempel waren gaan beschouwen als iets groters dan God Zelf. Dat wil zeggen, de mensen vereerden de tempel in plaats van God. Daarom waarschuwde de Heer Jezus hen geen afgoden te vereren maar God, omdat Hij oppermachtig is. Daarom zei Hij: “Barmhartigheid wil ik, geen offers”. Het is duidelijk dat in de ogen van de Heer Jezus, de meeste mensen onder de wet niet langer Jehova vereerden, maar slechts de stappen van het offerproces afwerkten. De Heer Jezus stelde vast dat dit proces afgodenverering was. Deze afgodendienaars zagen de tempel als iets groters, en hoger dan God. In hun harten was alleen plaats voor de tempel, niet voor God, en als zij de tempel kwijtraakten, raakten ze hun woonplaats kwijt. Zonder de tempel hadden ze geen plek om te aanbidden en konden ze hun offers niet brengen. Hun zogenaamde woonplaats was de plek waar ze opereerden onder het vaandel van het vereren van Jehova God, hierdoor konden ze in de tempel verblijven en hun eigen zaken afhandelen. Hun zogenaamde offerdienst was alleen maar bedoeld om hun eigen persoonlijke, schandelijke transacties uit te voeren onder het mom van hun dienst in de tempel. Dit was de reden dat mensen in die tijd de tempel als groter dan God beschouwden. Omdat ze de tempel als dekmantel gebruikten en offers als voorwendsel om mensen en God te bedriegen, sprak de Heer Jezus deze woorden om de mensen te waarschuwen. Als jullie deze woorden toepassen op het heden zijn ze nog steeds even valide en even relevant. Hoewel de mensen vandaag ander werk van God hebben ervaren dan de mensen in het Tijdperk van de Wet, is de essentie van hun natuur dezelfde.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III

Als mensen, in hun geloof, de waarheid behandelen als een stel voorschriften waar ze zich aan dienen te houden, lopen ze dan niet het risico dat hun geloof verwordt tot religieuze ceremonieën? En wat is het verschil tussen zulke religieuze ceremonieën en het christendom? In hun manier van zeggen gaan ze misschien dieper en zijn ze vooruitstrevender, maar als hun geloof is verworden tot een stel voorschriften en een soort ceremonie, betekent dat dan niet dat het is veranderd in christendom? (Ja, inderdaad,) Er zijn verschillen tussen de oude en de nieuwe leer, maar als die leer niets meer inhoudt dan een soort theorie en enkel maar een vorm is geworden van ceremonie, van een leerstelling voor mensen, en als ze er ook niet de waarheid uit kunnen halen of er de realiteit van de waarheid door binnen kunnen gaan, is hun geloof dan niet hetzelfde als het christendom? Is dit in wezen niet het christendom? (Ja, inderdaad.) Vandaar de vraag: welke opvattingen en gesteldheden houden jullie erop na ten aanzien van jullie gedrag en de vervulling van jullie plichten die hetzelfde zijn als of die gelijksoortig zijn aan die van mensen die in het christendom geloven? (Ten aanzien van je aan de regels houden en het goed voorzien zijn van woorden en doctrines.) (Op het leggen van de nadruk op de uiterlijke schijn van spiritueel zijn en het aan de dag leggen van goed gedrag, en op het devoot en nederig zijn.) Je probeert je naar buiten toe goed te gedragen, je doet je uiterste best om voor jezelf de schijn van spiritualiteit op te houden, je spreekt een spirituele doctrine, je zegt dingen die in spiritueel opzicht juist zijn, doet dingen die volgens de denkbeelden en voorstellingen van mensen betrekkelijk veel goedkeuring wegdragen en doet net alsof je deugdzaam bent. Vanuit de hoogte spreek je woorden en doctrines, leer je tegen mensen dat ze goed moeten doen, goede mensen moeten zijn en de waarheid moeten begrijpen; je probeert de indruk te geven dat je spiritueel bent en je straalt een oppervlakkige spiritualiteit uit in alles wat je zegt en doet. Maar in de praktijk heb je de waarheid nooit gezocht; zodra je een probleem tegenkomt, handel je volledig naar menselijke wil en zet je God aan de kant. Je bent nooit te werk gegaan volgens de principes van de waarheid, je hebt nooit begrepen waar er in de waarheid over gesproken wordt, wat Gods wil is, wat de maatstaven zijn die Hij van de mens vereist – deze zaken heb je nooit serieus genomen en je er nooit mee bezig gehouden. Bevatten dergelijke externe acties en interne gesteldheden van mensen – dat wil zeggen, dit soort geloof – een vrees voor God en het vermijden van kwaad? Als er geen koppeling is tussen het geloof van mensen en hun zoektocht naar de waarheid, geloven ze dan wel of niet in God? Ongeacht hoeveel jaar mensen die geen binding hebben met het nastreven van de waarheid al in Hem geloven, kunnen die wel of kunnen die niet komen tot een waarlijke godvrezende verering en echt het kwaad mijden? (Dat kunnen ze niet.) Wat is dus bij zulke mensen het gedrag naar buiten? Wat voor pad kunnen zij dan bewandelen? (Het pad van de farizeeën.) Waarmee rusten ze zichzelf de hele dag uit? Is het niet met woorden en theorieën? Besteden ze hun dagen niet met het bewapenen van zichzelf, zichzelf opsmukken met woorden en theorieën, om meer op de farizeeën te lijken, meer spiritueel en meer als mensen die God zogenaamd dienen? Wat is de natuur van al die methoden? Is het God aanbidden? Is het werkelijk geloof in Hem? (Nee, dat is het niet.) Waar zijn ze dan mee bezig? Ze misleiden God; ze doorlopen enkel de stappen van een proces en houden zich met religieuze ceremonieën bezig. Ze wapperen met de vlag van geloof en voeren religieuze riten uit, waarmee ze proberen God te misleiden om hun doel van gezegend zijn te bereiken. Ze aanbidden God helemaal niet. Zal zo’n groep mensen niet net zo eindigen als degenen in de kerk die zogenaamd God dienen, die zogenaamd in God geloven en Hem volgen?

uit ‘Alleen als je te allen tijde voor Gods aangezicht leeft, kun je het pad van redding bewandelen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’

Hoe noemt God degenen die in Jehova geloofden? Judaïsme. Ze werden een soort religieuze groepering. En hoe definieert God degenen die in Jezus geloven? (Christendom.) In Gods ogen zijn het Judaïsme en het christendom religieuze groeperingen. Waarom definieert God ze aldus? Zijn er onder alle leden van deze door God gedefinieerde religieuze groeperingen ook mensen die God vrezen en kwaad vermijden, die Gods wil doen en de weg van God volgen? (Nee.) Dit maakt het duidelijk. Kunnen, in Gods ogen, al diegenen die God alleen in naam volgen degenen zijn die God als gelovigen erkent? Hebben zij allemaal een verbinding met God? Kunnen ze allemaal het doel van Gods redding zijn? (Nee.) Zal er dan een dag komen waarop jullie worden teruggebracht tot wat God ziet als een religieuze groepering? (Het is mogelijk.) Wanneer jullie worden teruggebracht tot een religieuze groepering, lijkt zoiets ondenkbaar. Als mensen in Gods ogen deel gaan uitmaken van een religieuze groepering, zullen ze dan door Hem worden gered? Zijn ze van het huis van God? (Nee, dat zijn ze niet). Probeer dat dus maar eens samen te vatten: deze mensen die alleen in naam in de ware God geloven maar van wie God meent dat ze deel uitmaken van een religieuze groepering – wat voor pad bewandelen ze? Kan men zeggen dat deze mensen het pad bewandelen van wapperen met de vlag van geloof zonder Zijn weg ooit te volgen, van in God geloven maar Hem nooit aanbidden, en in plaats daarvan Hem verzaken? Dat wil zeggen: ze bewandelen het pad van geloven in God, maar ze volgen de weg van God niet en verzaken God; het pad dat zij bewandelen is het pad waarbij ze in God geloven maar Satan aanbidden, ze aanbidden de duivel en proberen hun eigen management uit te voeren en hun eigen koninkrijk te vestigen. Is dit de essentie ervan? Hebben zulke mensen enige verbinding met Gods managementplan voor de redding van de mens? (Nee.) Hoeveel mensen er ook in God geloven, zodra God hun geloofsopvattingen definieert als religie of groep, heeft God bepaald dat ze niet gered kunnen worden. Waarom zeg ik dit? Wie aanbidden de mensen als zij in een groep of massa verkeren zonder het werk en de leiding van God, die Hem helemaal niet aanbidt? Wie volgen ze dan? Voor de vorm en in naam volgen ze een persoon, maar wie volgen ze eigenlijk? In hun hart erkennen ze God, maar in feite zijn ze onderworpen aan menselijke manipulatie, regelingen en controle. Zij volgen Satan, de duivel; ze volgen de machten die God vijandig zijn, die vijanden zijn van God. Zou God een dergelijk stel mensen redden? (Nee.) Waarom niet? Zijn ze tot berouw in staat? (Nee.) Ze wapperen met de vlag van geloof, voeren menselijke ondernemingen en hun eigen management uit, en ze gaan in tegen Gods managementplan voor de redding van de mensheid. Hun uiteindelijke uitkomst is dat God ze verafschuwt en verwerpt; God kan deze mensen onmogelijk redden, ze kunnen zich onmogelijk bekeren, ze zijn al gevangen door Satan – ze zijn volkomen in Satans handen. … Als dus de mensen uit deze tijd, die vele waarheden hebben gehoord en Gods wil zijn gaan begrijpen, niet in staat zijn om de weg van God te volgen en niet in staat zijn om het pad van redding te bewandelen, wat zal hun uiteindelijke uitkomst dan zijn? Hun uiteindelijke uitkomst zal hetzelfde zijn als van hen die in het christendom en Judaïsme geloven; er zal geen verschil zijn. Dit is Gods rechtvaardige gezindheid! Hoeveel preken je ook hebt gehoord en hoeveel waarheden je ook hebt begrepen, als je uiteindelijk nog steeds mensen volgt en Satan volgt, en je uiteindelijk nog steeds niet in staat bent om de weg van God te volgen, God te vrezen en kwaad te vermijden, zulke mensen zal God verafschuwen en verwerpen. Deze mensen die God verafschuwt en verwerpt, kunnen kennelijk veel over woorden en leerstellingen praten, zijn vele waarheden gaan begrijpen en toch zijn ze niet in staat om God te aanbidden; ze zijn niet staat om God te vrezen en kwaad te vermijden, en ze zijn niet in staat tot totale gehoorzaamheid aan God. God definieert ze in Zijn ogen als een religie, als gewoon een groep mensen, een troep mensen en als een verblijfplaats voor Satan. Ze worden gezamenlijk de bende van Satan genoemd, volkomen verafschuwd door God.

uit ‘Alleen als je te allen tijde voor Gods aangezicht leeft, kun je het pad van redding bewandelen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Neem contact op via Messenger