Waarom moet de mensheid in God geloven?

13 januari 2021

waarom geloven in God, ik geloof in God, in God geloven, geloof in God, geloof in God

Relevante woorden van God:

God is die Ene die heerst over alle dingen en alle dingen bestuurt. Hij heeft alles wat er is geschapen, Hij bestuurt alles wat er is, heerst over alles wat er is en zorgt voor alles wat er is. Dit is de status van God en de identiteit van God. Voor alle dingen en alles wat er is, is Gods ware identiteit die van de Schepper en de Heerser over alle dingen. Dit is de identiteit die God bezit, en Hij is uniek onder alle dingen. Geen van Gods schepsels – of ze nu onder de mensheid leven of in de spirituele wereld – kan op enige manier Gods identiteit en status imiteren of er de plaats van innemen, noch er enig excuus voor aanvoeren dit te proberen te doen, want er is er slechts één onder alle dingen die deze identiteit, deze kracht, dit gezag en dit vermogen om over alle dingen te heersen bezit: onze unieke God Zelf. Hij leeft en beweegt zich onder alle dingen. Hij kan opstijgen tot de hoogste plaats, boven alle dingen, en Hij kan Zichzelf vernederen door een mens te worden, een van degenen van vlees en bloed te worden, van aangezicht tot aangezicht te komen met mensen en met hen wel en wee te delen. Tegelijkertijd beveelt Hij over alles wat er is, en bepaalt het lot van alles wat er is en in welke richting het beweegt. Bovendien stuurt Hij het lot van de mensheid en de richting van de mensheid. Een God als deze moet worden aanbeden, gehoorzaamd en gekend door alle levende wezens. En dus, ongeacht tot welke groep en welk type onder de mensheid je behoort, is geloven in God, God volgen, God vereren, Gods regering accepteren en Gods regelingen voor je lot aanvaarden, de enige keuze, en de noodzakelijke keuze, voor elk mens, voor elk levend wezen.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke X

In de uitgestrektheid van het universum zijn er talloze schepsels die leven en zich reproduceren, die de cyclische wet van het leven volgen en zich aan één constante regel houden. En wie leeft, herhaalt dezelfde tragische geschiedenis van wie gestorven is. De mensheid kan niet anders dan zich afvragen: Waarom leven we? En waarom moeten we sterven? Wie bestuurt deze wereld? En wie heeft deze mensheid geschapen? Is de mensheid echt door moeder natuur geschapen? Heeft de mensheid haar eigen lot echt in eigen hand? … De mensheid vraagt zich dat al duizenden jaren steeds opnieuw af. Helaas is de mensheid steeds dorstiger geworden naar wetenschap naarmate zij meer geobsedeerd raakte door deze vragen. De wetenschap biedt kortstondige bevrediging en tijdelijke geneugten van het vlees, maar is verre van toereikend om de mens te verlossen van de eenzaamheid en nauwelijks verhulde angst en hulpeloosheid diep in zijn hart. De mens gebruikt uitsluitend wetenschappelijke kennis die hij met het blote oog kan waarnemen en die hij met zijn brein kan begrijpen om zijn hart te verdoven. Toch is dergelijke wetenschappelijke kennis niet voldoende om de mensheid tegen te houden om mysteriën te onderzoeken. De mens weet eenvoudigweg niet wie de Vorst van het universum en alle dingen is. Hij heeft al helemaal geen weet van de oorsprong en toekomst van de mensheid. De mensheid leeft gewoon, noodgedwongen, te midden van deze wet. Niemand kan eraan ontkomen en niemand kan er verandering in aanbrengen. Er is er onder alle dingen en in de hemel namelijk maar Een die van eeuwigheid tot eeuwigheid soevereiniteit over alles heeft. Hij is die Ene die nooit door de mens is aanschouwd, die Ene die nooit door de mensheid is gekend, in Wiens bestaan de mensheid nooit heeft geloofd. Toch is Hij die Ene die de adem in de voorouders van de mens blies en de mensheid leven gaf. Hij is die Ene die de mensheid voorziet en voedt voor haar bestaan. Hij leidt de mensheid tot op de dag van vandaag. Bovendien is de mensheid van Hem en Hem alleen afhankelijk om te kunnen overleven. Hij heeft soevereiniteit over alle dingen en bestuurt alle levende wezens in het universum. Hij beheerst de vier seizoenen en Hij roept wind, vorst, sneeuw en regen op. Hij geeft de mensheid zonneschijn en luidt de nacht in. Hij bereidde de hemelen en de aarde, voorzag de mens van bergen, meren en rivieren met al het leven daarin. Zijn daden zijn overal, Zijn macht is overal, Zijn wijsheid is overal en Zijn gezag is overal. Al deze wetten en regels zijn de belichaming van Zijn daden. Ze geven allemaal blijk van Zijn wijsheid en gezag. Wie kan zich aan Zijn soevereiniteit onttrekken? En wie kan zich buiten Zijn plannen plaatsen? Alle dingen bestaan onder Zijn blik, alle dingen leven bovendien onder Zijn soevereiniteit. Zijn daden en Zijn macht laten de mensheid geen andere keus dan te erkennen dat Hij werkelijk bestaat en soevereiniteit over alle dingen heeft. Niets of niemand anders dan Hij kan het universum gebieden, laat staan onophoudelijk voor deze mensheid zorgen. Of je de daden van God nu wel of niet herkent en of je nu wel of niet in het bestaan van God gelooft, het lijdt geen twijfel dat je lot binnen Gods ordening ligt. Het lijdt ook geen twijfel dat God altijd soevereiniteit over alle dingen zal hebben. Zijn bestaan en gezag zijn niet afhankelijk van het feit of de mens die nu wel of niet herkent en begrijpt. Alleen Hij kent het verleden, het heden en de toekomst van de mens. Alleen Hij kan het lot van de mensheid bepalen. Of je dit feit nu wel of niet kunt aanvaarden, de mensheid zal dit alles binnen afzienbare tijd met eigen ogen aanschouwen. Dit feit zal God spoedig aan het licht brengen. De mens leeft en sterft onder het toeziend oog van God. De mens leeft ter wille van het management van God. Wanneer hij zijn ogen voor het laatst sluit, is dat ook voor datzelfde management. De mens komt en gaat, steeds opnieuw, heen en weer. Dat maakt allemaal zonder uitzondering deel uit van de heerschappij en de plannen van God. Gods management gaat altijd voort en is nooit opgehouden. Hij zal de mensheid bewust maken van Zijn bestaan, in Zijn heerschappij laten vertrouwen, Zijn daden laten aanschouwen en tot Zijn koninkrijk laten terugkeren. Dit is Zijn plan en het werk dat Hij al duizenden jaren uitvoert.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 3: De mens kan alleen gered worden onder Gods management

God schiep deze wereld en bracht daarin de mens, een levend wezen dat Hij leven schonk. Vervolgens kreeg de mens ouders en familie en was niet langer alleen. Vanaf het moment dat de mens voor het eerst zijn ogen richtte op deze materiële wereld, was hij voorbestemd om binnen Gods ordening te bestaan. Het is Gods levensadem die elk levend wezen ondersteunt in zijn hele groei tot volwassenheid. Tijdens dit proces gelooft niemand dat de mens leeft en opgroeit onder de hoede van God. De mens houdt liever vol dat hij opgroeit onder de hoede en met de liefde van zijn ouders en dat zijn groei wordt bepaald door zijn instinct om te leven. Dit is omdat de mens niet weet wie het leven heeft geschonken of waar het vandaan is gekomen, laat staan hoe het instinct om te leven wonderen voortbrengt. Hij weet alleen dat voedsel de basis is waarop zijn leven voortgaat, dat doorzettingsvermogen de bron is van zijn bestaan en dat de overtuigingen in zijn gedachten het vermogen zijn waarvan zijn overleving afhangt. De mens is zich totaal onbewust van de genade en voorziening van God, en zo verspilt hij het leven dat hem door God is geschonken … Niet één van deze mensheid waar God dag en nacht voor zorgt neemt het initiatief om Hem te aanbidden. God blijft zoals gepland werken aan de mens, van wie Hij geen verwachtingen meer heeft. Dat doet Hij in de hoop dat de mens op een dag uit zijn droom zal ontwaken en plotseling de waarde en het doel van het leven zal bevatten en zal begrijpen tegen welke prijs God hem alles heeft gegeven en hoe vurig God verlangt dat de mens terugkeert naar Hem. Niemand heeft ooit nagedacht over de geheimen van de oorsprong en voortzetting van het leven van de mens. Toch doorstaat God, die dit allemaal begrijpt, rustig de aanvallen en kwellingen van de mens, die alles heeft ontvangen van God, maar niet dankbaar is. De mens neemt alles wat het leven brengt voor lief, waardoor God ‘vanzelfsprekend’ wordt verraden, vergeten en afgeperst door de mens. Is Gods plan werkelijk zo belangrijk? Is de mens, het levende wezen dat uit Gods hand is voortgekomen, werkelijk zo belangrijk? Gods plan is absoluut belangrijk; echter, het levende wezen dat is geschapen door Gods hand bestaat voor Zijn plan. Daarom kan God Zijn plan niet tenietdoen uit haat voor deze mensheid. Het is ten behoeve van Zijn plan en de adem die Hij uitademde dat God alle kwelling ondergaat, niet voor het vlees van de mens, maar voor het leven van de mens. Hij wil niet het vlees van de mens terugnemen, maar het leven dat Hij uitademde. Dit is Zijn plan.

Allen die in deze wereld komen moeten leven en dood ervaren en velen hebben de cyclus van dood en hergeboorte ervaren. De levenden zullen spoedig sterven en de doden zullen spoedig terugkeren. Dat is de levensloop die God heeft opgezet voor elk levend wezen. Deze levensloop en cyclus zijn echter de waarheid die God wil dat ieder mens ziet, dat het leven dat de mens wordt geschonken door God oneindig is en niet belemmerd door vlees, tijd of ruimte. Dit is het mysterie van het leven dat door God aan de mens is geschonken en bewijst dat het leven van Hem is gekomen. Hoewel velen misschien niet geloven dat leven van God kwam, geniet de mens onvermijdelijk van alles dat van God komt, of hij Zijn bestaan nou gelooft of ontkent. Mocht God op een dag opeens van mening veranderen en alles dat in de wereld bestaat terugeisen en het leven dat Hij heeft gegeven terugnemen, dan zou alles ophouden te bestaan. God gebruikt Zijn leven om in alle levende en levenloze dingen te voorzien, door alles in orde te brengen met Zijn kracht en gezag. Dit is een waarheid die niemand kan bedenken of gemakkelijk kan bevatten en deze onbegrijpelijke waarheden zijn de manifestatie van en getuigenis voor de levenskracht van God. Nu zal ik je eens een geheim vertellen: de grootheid en kracht van het leven van God kan door geen enkel wezen worden doorgrond. Zo is het nu, zo was het toen en zo zal het in de tijd die komen gaat ook zijn. Het tweede geheim dat ik zal delen is dit: de bron van leven ontspringt in God, voor de hele schepping, ongeacht het verschil in vorm of structuur. Welk soort levend wezen je ook bent, je kan niet tegen de keer ingaan van het levenspad dat God heeft bepaald. Ik wens in ieder geval slechts dat de mens zal begrijpen dat hij zonder de zorg, het onderhoud en de voorziening van God niet alles zal ontvangen zoals bedoeld was, hoe groot zijn inspanning of worsteling ook is. Als God niet in zijn leven voorziet, verliest het leven zijn waarde en zijn betekenis voor de mens. Hoe kan God toestaan dat een mens die de waarde van Zijn leven verspilt zo zorgeloos is? Maar vergeet niet dat God de bron is van jouw leven. Als de mens niet alles koestert wat God hem heeft geschonken, zal God niet alleen alles terugnemen wat Hij in het begin heeft gegeven, maar sterker nog, dan zal de mens dubbel betalen om alles te vergoeden wat God heeft uitgegeven.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de bron van het leven van de mens

God heeft deze wereld geschapen, Hij heeft deze mensheid geschapen, en was ook de architect van de klassieke Griekse cultuur en menselijke beschaving. Alleen God troost deze mensheid, en alleen God zorgt dag en nacht voor deze mensheid. Menselijke ontwikkeling en vooruitgang is onscheidbaar van de soevereiniteit van God, en de geschiedenis en toekomst van de mensheid zijn onlosmakelijk met het ontwerp van God verweven. Als je een ware christen bent dan zul je zeker geloven dat de opkomst en ondergang van elk land of natie volgens het ontwerp van God verloopt. God alleen kent het lot van een land of natie, en God alleen beschikt over het verloop van deze mensheid. Als de mensheid een goed lot wil hebben, als een land een goed lot wil hebben, dan moet de mens in aanbidding naar God toe buigen, zich bekeren en belijden voor God, want anders zal het lot en de bestemming van de mensheid onvermijdelijk in een catastrofe eindigen.

Denk eens terug aan de tijd van de ark van Noach: de mensheid was enorm verdorven, was van Gods zegening afgedwaald, werd niet meer door God verzorgd, en was de beloften van God verloren. Ze leefden in duisternis, zonder het licht van God. En dus werden zij losbandig van aard en verloren ze zichzelf in gruwelijk verderf. Dat soort mensen konden niet langer de belofte van God ontvangen; ze waren ongeschikt om het gezicht van God te zien, of om Gods stem te horen, want zij hadden God verlaten, hadden alles wat Hij hen gegeven had van zich afgeworpen en waren de lessen die Hij hen geleerd had vergeten. Hun hart dwaalde verder en verder van God af, en terwijl dit gebeurde, raakten zij verdorven buiten alle verstand en menselijkheid en werden steeds kwaadaardiger. Zodoende naderden zij de dood steeds meer, en werden onderworpen aan de woede en straf van God. Alleen Noach aanbad God en ging het kwaad uit de weg, en was zo in staat om de stem van God te horen en de instructies van God te horen. Hij bouwde de ark volgens de instructies van Gods woord en verzamelde alle soorten van levende wezens. En op die manier, toen alle voorbereidingen waren getroffen, liet God Zijn vernietiging los op de wereld. Alleen Noach en de zeven leden van zijn gezin overleefden de vernietiging, want Noach aanbad Jehova en ging het kwaad uit de weg.

Kijk nu eens naar de huidige tijd: zulke rechtvaardige mensen zoals Noach, die God konden aanbidden en het kwaad uit de weg konden gaan, bestaan niet meer. Maar God is de mensheid nog steeds genadig, en vergeeft de mensheid in dit laatste tijdperk. God zoekt mensen die naar Zijn verschijning verlangen. Hij zoekt hen die in staat zijn om Zijn woorden te horen, hen die Zijn opdracht niet vergeten zijn en hun hart en hun lichaam aan Hem opofferen. Hij zoekt hen die zo gehoorzaam zijn als jonge kinderen en geen weerstand aan Hem bieden. Als jouw toewijding aan God niet gehinderd of beïnvloed wordt, dan zal God je gunstig beschouwen en zal je Zijn zegeningen geven. Als je een hoge positie hebt of een eerbare reputatie, over veel kennis beschikt, veel bezittingen hebt, en gesteund wordt door veel mensen, maar deze dingen je niet weerhouden om God te benaderen om Zijn roeping en Zijn opdracht te accepteren, om te doen wat God van je vraagt, dan zal alles wat je doet van het grootste belang zijn op aarde en het meest rechtvaardige der mensheid. Als je de roeping van God verwerpt in het belang van status en je eigen doelen, dan zal alles wat je doet vervloekt zijn en zelfs veracht door God. Misschien ben je president, of wetenschapper, een voorganger of een ouderling, maar het maakt niet uit hoe hoog je functie is, als je in je doen en laten op je kennis en vaardigheden rekent dan zul je altijd falen, en zul je altijd verstoken zijn van de zegeningen van God, want God accepteert geen van je daden, en Hij staat niet toe dat je carrière een rechtvaardige is, en accepteert niet dat je werkt ten gunste van de mensheid. Hij zal zeggen dat alles wat je doet bedoeld is om de kennis en macht van de mensheid te gebruiken om de mens de bescherming van God te ontnemen, en om de zegeningen van God te ontkrachten. Hij zal zeggen dat je de mensheid naar de duisternis leidt, richting de dood en naar de aanvang van een bandeloos bestaan waarin de mens God en Zijn zegening verloren is.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid

Sinds de tijd dat de mens voor het eerst sociale wetenschappen had, werd zijn verstand vervuld van kennis en wetenschap. Toen werden kennis en wetenschap gereedschappen om de mens te regeren, en bleef er niet genoeg ruimte over voor de mens om God te aanbidden, waren er geen gunstige omstandigheden meer voor de aanbidding van God. De positie van God zakte steeds verder weg in het hart van de mens. De wereld in het hart van de mens die geen plaats voor God heeft is donker, leeg en hopeloos. En zodoende stonden vele sociale wetenschappers op, en geschiedkundigen en politici om de theorieën van de sociale wetenschap en van de menselijke evolutie tot uitdrukking te brengen en andere theorieën die in strijd zijn met de waarheid dat God de mens geschapen heeft, om het hart en het verstand van de mens te vullen. En zo zijn er steeds minder mensen die geloven dat God alles geschapen heeft en komen er steeds meer die geloven in de evolutietheorie. Steeds meer mensen beschouwen de verslagen van Gods werk en Zijn woorden in het tijdperk van het Oude Testament als mythen en legenden. In hun hart worden mensen onverschillig over de waardigheid en grootsheid van God, over het grondbeginsel dat God bestaat en over alles heerst. Het overleven van de mensheid en het lot van landen en naties zijn niet langer belangrijk voor hen. De mens leeft in een holle wereld en maakt zich alleen maar druk over eten, drinken en het nastreven van plezier. … Weinig mensen nemen het initiatief om uit te zoeken waar God vandaag de dag Zijn werk doet, of om te zien hoe Hij de bestemming van de mens organiseert en daarover beschikt. En zodoende raakt de menselijke beschaving onbewust steeds minder in staat om aan de wensen van de mensen te voldoen, en er zijn zelfs veel mensen van mening dat op aarde levende mensen minder gelukkig zijn dan zij die heengegaan zijn. Zelfs mensen uit landen die ooit een hoge beschaving hadden uiten zulke grieven. Want zonder het leiderschap van God maakt het niet uit hoezeer leiders en sociologen hun hersenen laten kraken om de menselijke beschaving te behouden: het baat niet. Niemand kan de leegte in een mensenhart vullen want niemand kan de plaats innemen van het leven, en geen enkele sociale theorie kan de mens bevrijden van de leegte waaraan hij lijdt. Wetenschap, kennis, vrijheid, democratie, vrije tijd, comfort; deze zijn maar een tijdelijke verademing. Zelfs met deze dingen zal de mens onvermijdelijk zondigen en over de ongerechtigheden van de samenleving klagen. Deze dingen kunnen niet de hunkeringen en verlangens van de mens beperken om onderzoek te doen, omdat de mens door God gemaakt is en de zinloze opofferingen en zoektochten van de mens alleen maar meer onrust kunnen voortbrengen. De mens zal in een constante staat van angst leven, hij zal niet weten hoe hij de toekomst van de mensheid tegemoet kan treden, of hoe hij de weg naar de toekomst aan zal kunnen. De mens zal zelfs angst gaan voelen voor wetenschap en kennis, en nog banger worden van de leegte in zijn binnenste. In deze wereld, ongeacht of je in een vrij land woont of in een land zonder mensenrechten, ben je compleet machteloos om aan het lot van de mensheid te ontsnappen. Of je nu regeert of geregeerd wordt, je kunt echt niet ontsnappen aan het verlangen om het lot, de raadselen en de bestemming van de mensheid te onderzoeken. Nog minder ben je in staat te ontsnappen aan het verwarrende gevoel van leegte. Dit soort fenomenen, die gewoon zijn voor de gehele mensheid, worden door sociologen sociale fenomenen genoemd, maar geen groot mens kan naar voren treden om die problemen op te lossen. De mens is tenslotte maar een mens. De plaats en het leven van God kunnen door geen enkel mens vervangen worden. De mensheid heeft niet alleen behoefte aan een rechtvaardige samenleving waarin iedereen goed gevoed, gelijk en vrij is, maar ook aan de redding van God en Zijn levensvoorzieningen aan hen. Alleen wanneer de mens de redding van God en Zijn levensvoorzieningen ontvangt kunnen de benodigdheden, de drang om te onderzoeken, en de spirituele leegte van de mens worden opgelost. Als de mensen van een land of natie niet in staat zijn om de redding en zorg van God te ontvangen, dan bewandelt zo’n land of natie de weg naar de ondergang, naar de duisternis, en zal door God worden vernietigd.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid

In de omvangrijke wereld hebben steeds weer ontelbaar veel veranderingen plaatsgevonden. Niemand is in staat om deze mensheid te leiden en begeleiden, behalve Hij die regeert over alle dingen in het universum. Er is geen machtige die voor de mensheid werkt of voorbereidingen maakt, laat staan iemand die in staat is om deze mensheid te leiden naar de bestemming van het licht en de bevrijding van aardse ongerechtigheden. God treurt om de toekomst en de val van de mensheid. Hij is verdrietig over de trage mars van de mensheid richting verval en het pad waarvan hij niet kan terugkeren. De mensheid heeft Gods hart gebroken en Hem verloochend om de duivel te zoeken. Heeft iemand ooit weleens nagedacht over de richting waarin een dergelijke mensheid zal gaan? Juist daarom voelt niemand de toorn van God. Niemand zoekt een weg om God te behagen of probeert dichter bij God te komen. Bovendien wil niemand het verdriet en de pijn van God begrijpen. Zelfs na het horen van Gods stem, gaat de mens door op zijn weg die van God weg leidt en ontloopt zo de genade en de zorg van God en mijdt Gods waarheid. De mens zou zichzelf liever aan Satan verkopen, Gods vijand. En wie heeft er ooit nagedacht – mocht de mens koppig blijven – over hoe God de mensheid zal behandelen die Hem zonder achterom te kijken heeft verworpen? Niemand weet dat God de mens herhaaldelijk herinnert en aanspoort omdat Hij een ongekende catastrofe in Zijn handen houdt, die Hij heeft voorbereid. Een catastrofe die ondraaglijk zal zijn voor het vlees en de ziel van de mens. Deze catastrofe is niet alleen een straf voor het vlees, maar ook voor de ziel. Je moet dit weten: wanneer Gods plan niet wordt uitgevoerd en wanneer Zijn herinneringen en aansporingen geen reactie krijgen, in wat voor soort woede zal Hij dan ontsteken? Dit zal nog nooit eerder zijn meegemaakt of gehoord door een schepping. Daarom zeg ik: deze catastrofe is ongekend en zal nooit worden herhaald. Dit is omdat binnen Gods plan maar één schepping en één verlossing past. Dit is de eerste keer en het zal ook de laatste keer zijn. Daarom kan niemand de goede bedoeling en de vurige verwachting van God voor de verlossing van de mensheid ooit bevatten.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de bron van het leven van de mens

De mensheid is afgedwaald van de voorziening voor het leven door de Almachtige, is zich niet bewust van het doel van het bestaan, maar is desalniettemin bang voor de dood. De mensen zijn zonder hulp of steun, toch schromen ze om hun ogen te sluiten, en ze harden zichzelf om zich in deze wereld onwaardig door het bestaan te sleuren, zakken vlees zonder gevoel voor hun eigen ziel. Je leeft op deze manier, zonder hoop, zoals anderen, zonder doel. Alleen de legendarische Heilige zal de mensen redden die, weeklagend in hun lijden, wanhopig verlangen naar Zijn komst. Tot dusver is dergelijk geloof niet verwezenlijkt in hen die bewustzijn ontberen. Toch verlangen de mensen er nog steeds zo naar. De Almachtige is barmhartig voor deze mensen die erg geleden hebben; Hij is deze mensen die bewustzijn ontberen tegelijkertijd zat, daar Hij te lang op antwoord van de mensheid heeft moeten wachten. Hij wil graag zoeken, je hart en je geest zoeken, om je water en voedsel te brengen en je op te wekken, opdat je niet langer zult dorsten en hongeren. Als je vermoeid bent en als je iets begint te voelen van de troosteloze verlatenheid van deze wereld, wees dan niet verloren, huil dan niet. Almachtige God, de Wachter, zal je komst op elk moment omarmen. Hij houdt aan je zijde de wacht, Hij wacht tot je omkeert en terugkeert. Hij wacht op de dag dat je plotseling je geheugen terugkrijgt: wanneer je beseft dat je van God kwam, dat je op een of ander moment je richting kwijtraakte, en op een of ander moment je bewustzijn op de weg verloor, en op een of ander moment een ‘vader’ verkreeg; wanneer je bovendien beseft dat de Almachtige altijd de wacht heeft gehouden en daar heel, heel lang gewacht heeft op je terugkeer. Hij heeft met wanhopig verlangen uitgekeken, gewacht op een reactie zonder antwoord. Zijn vaste wacht gaat elke prijs te boven, en is omwille van het menselijk hart en de menselijke geest. Deze vaste wacht is misschien voor onbepaalde tijd en misschien wel ten einde. Maar je dient precies te weten waar je hart en je geest zich op dit moment bevinden.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het zuchten van de Almachtige

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Wat is een ongelovige?

Relevante woorden van God:Aangezien je gelooft in God, moet je geloof stellen in al de woorden van God en in al Zijn werken. Ik bedoel...

Neem contact op via Messenger