Ik heb weleens Het boek Job gelezen. Job vreesde God en meed het kwaad. Hij overwon Satans verzoeking en aanval, en was standvastig in zijn getuigenis, en daardoor was hij gezegend door God. Graag wil ik zoeken: Hoe moet ik streven om iemand te zijn die God vreest en het kwaad vermijdt?

13 juli 2022

Relevante woorden van God:

Een waar schepsel moet weten wie de Schepper is, waartoe de mens is geschapen, hoe hij de verantwoordelijkheden van een schepsel moet vervullen en hoe hij de Heer van de hele schepping moet aanbidden. Hij moet de bedoelingen, wensen en verlangens van de Schepper begrijpen, bevatten, kennen en zich erom bekommeren, en hij moet handelen zoals de Schepper wil – God vrezen en het kwaad mijden.

Wat is ‘God vrezen’? En hoe kun je het kwaad mijden?

Met ‘God vrezen’ wordt niet een vage angst of schrik bedoeld, noch dat je God uit de weg gaat, noch dat je Hem op afstand houdt en evenmin wordt er verafgoding of bijgeloof mee bedoeld. Integendeel, ‘God vrezen’ betekent bewondering, achting, vertrouwen, begrip, zorg, gehoorzaamheid, toewijding en liefde, alsook onvoorwaardelijke aanbidding, genoegdoening en onderwerping, zonder klagen. Zonder ware kennis van God zal de mensheid geen ware bewondering, waar vertrouwen, waar begrip, ware zorg of gehoorzaamheid hebben, maar slechts bang en onzeker zijn, slechts twijfelen, verkeerd begrijpen, God uit de weg gaan en Hem vermijden. Zonder ware kennis van God zal de mensheid niet in staat zijn tot ware toewijding en genoegdoening. Zonder ware kennis van God zal de mensheid niet in staat zijn tot ware aanbidding en onderwerping, maar slechts tot blinde verafgoding en bijgeloof. Zonder ware kennis van God kan de mensheid hoe dan ook niet handelen in overeenstemming met de wil van God, of God vrezen, of het kwaad mijden. Elke activiteit en gedraging van de mens zal daarentegen vervuld zijn van opstandigheid en openlijk verzet, van lasterlijke beschuldigingen en smadelijke oordelen over Hem, en van kwaadaardig gedrag dat ingaat tegen de waarheid en de ware betekenis van Gods woorden.

Zodra de mensheid werkelijk vertrouwen heeft in God, zal zij God oprecht volgen en zich op Hem verlaten; alleen met echt vertrouwen in en met echte afhankelijkheid van God kan de mensheid tot waar begrip en inzicht komen. Als hij God echt begrijpt, zal de mens zich om Hem gaan bekommeren. Alleen wanneer de mensheid zich oprecht om God bekommert, kan zij oprecht gehoorzamen. Alleen wanneer zij God oprecht gehoorzaamt, kan de mensheid zich oprecht aan Hem toewijden. Alleen met oprechte toewijding aan God kan de mensheid Hem onvoorwaardelijk en zonder klagen genoegdoening schenken. Alleen wanneer zij in alle oprechtheid God vertrouwt en zich op Hem verlaat, Hem begrijpt en zich om Hem bekommert, Hem gehoorzaamt, zich aan Hem toewijdt en Hem genoegdoening schenkt, kan de mensheid Gods gezindheid en Zijn wezen echt leren kennen en de identiteit van de Schepper leren kennen. Alleen wanneer zij de Schepper waarlijk heeft leren kennen, kan de mensheid oprechte aanbidding en onderwerping in zichzelf laten ontstaan. Alleen vanuit oprechte aanbidding van en onderwerping aan de Schepper zal de mensheid haar slechte daden kunnen afleren, met andere woorden: het kwaad kunnen mijden.

Dit tezamen vormt het hele proces van ‘God vrezen en het kwaad mijden’ en is ook wat het in zijn geheel inhoudt om God te vrezen en het kwaad te mijden. Het is eveneens de weg die moet worden bewandeld om te komen tot het vrezen van God en het mijden van het kwaad.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Voorwoord

Allereerst weten we dat Gods gezindheid majesteit is, toorn is. Hij is geen schaap dat door iemand wordt afgeslacht; sterker nog, Hij is geen marionet die door de mensen wordt bestuurd zoals ze willen. Hij is ook geen hoeveelheid lege lucht, waar naar believen de baas over kan worden gespeeld. Als je echt gelooft dat God bestaat, zou je een hart moeten hebben dat God vreest, en zou je moeten weten dat Gods wezen niet boos mag worden gemaakt. Deze boosheid kan worden veroorzaakt door een woord; misschien een gedachte; misschien verachtelijk gedrag; misschien mild gedrag, gedrag dat redelijk is in de ogen en de moraal van de mens; of misschien wordt het veroorzaakt door een doctrine, een theorie. Echter, zodra je God kwaad maakt is je kans verkeken en zijn je dagen geteld. Dit is iets vreselijks! Als je niet begrijpt dat God niet beledigd mag worden, dan ben je misschien niet bang voor God, en misschien beledig je hem dan altijd. Als je niet weet hoe je God moet vrezen, dan ben je niet in staat om God te vrezen, en zul je niet weten hoe je zelf het pad moet volgen om Gods weg te bewandelen, God te vrezen en het kwaad te mijden. Als je je hier eenmaal bewust van wordt, kun je er ook van bewust zijn dat God niet beledigd kan worden, dan zul je weten wat het is om God te vrezen en het kwade te mijden.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken

Hoewel een deel van Gods essentie liefde is, en Hij barmhartigheid verleent aan iedereen, vergeten mensen dat Zijn essentie ook waardigheid is. Dat Hij liefde heeft, betekent niet dat mensen Hem vrijelijk kunnen beledigen en dat Hij helemaal geen gevoelens of reacties heeft. Dat Hij genade heeft betekent niet dat Hij geen principes heeft in hoe Hij mensen behandelt. God leeft; Hij bestaat echt. Hij is geen ingebeelde marionet of iets anders. Aangezien Hij bestaat, moeten we te allen tijde zorgvuldig luisteren naar de stem van Zijn hart, aandacht schenken aan Zijn houding en Zijn gevoelens begrijpen. We moeten de verbeeldingskracht van de mens niet gebruiken om God te definiëren en we moeten de gedachten en wensen van de mens niet aan God opleggen, en daarmee God de stijl van de mens en zijn denken laten gebruiken in hoe Hij de mensheid behandelt. Als je dat doet, dan maak je God boos, dan lok je Gods toorn uit, en je daagt Gods waardigheid uit! Dus, nadat jullie de ernst van deze zaak hebben begrepen, dring ik er bij iedereen hier op aan om heel voorzichtig en verstandig te zijn in jullie daden. Wees heel voorzichtig en verstandig in jullie spreken. En als het gaat om hoe jullie God behandelen, hoe voorzichtiger en verstandiger jullie zijn, hoe beter! Wanneer je niet begrijpt wat Gods houding is, spreek dan niet achteloos, wees niet achteloos in je daden en plak niet achteloos etiketten. Sterker nog, trek geen willekeurige conclusies. In plaats daarvan moet je wachten en zoeken; dit is ook een manier om God te vrezen en het kwaad te mijden. Als je dit punt vooral kunt bereiken en deze houding boven alles kunt aannemen, dan zal God je geen verwijt maken ten aanzien van je domheid, onwetendheid en gebrek aan begrip over de redenen achter dingen. Het is eerder zo dat God, vanwege jouw houding van angst om God te beledigen, jouw respect voor Gods intenties en jouw bereidwillige houding om Hem te gehoorzamen, je niet zal vergeten, je zal leiden en verlichten, of je onvolwassenheid en onwetendheid tolereren. Omgekeerd, als je houding ten opzichte van Hem oneerbiedig zou zijn – het willekeurig beoordelen van God, het willekeurig raden en definiëren van Gods ideeën – dan zal God je een veroordeling, discipline, zelfs straf geven; of Hij zal je een verklaring geven. Misschien zal deze verklaring over jouw uitkomst gaan. Daarom wil ik dit nog een keer benadrukken en iedereen die aanwezig is op het hart drukken heel voorzichtig en verstandig te zijn tegenover alles wat van God komt. Spreek niet achteloos en wees niet onvoorzichtig in je handelingen. Voordat je iets zegt, zou je moeten denken: zou God kwaad worden als ik dit doe? Is dit godvrezend? Zelfs voor eenvoudige zaken, moet je echt proberen om deze vragen aan jezelf te stellen, echt over deze vragen na te denken. Als je overal, in alle dingen, te allen tijde, zaken werkelijk volgens deze beginselen in de praktijk kunt brengen, en zo’n houding ontwikkelt, met name wanneer je iets niet begrijpt, dan zal God je altijd begeleiden, en Hij zal je altijd een pad geven om te volgen.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken

God is een levende God, en omdat mensen zich anders gedragen in verschillende situaties, verschilt Zijn houding ten opzichte van dergelijke gedragingen omdat Hij geen marionet en ook geen hoeveelheid lege lucht is. Het leren kennen van Gods houding is een waardig streven voor de mensheid. Mensen zouden moeten leren hoe ze, door Gods houding te kennen, Gods gezindheid kunnen kennen en Zijn hart, beetje bij beetje, kunnen leren begrijpen. Wanneer je Gods hart, beetje bij beetje, gaat begrijpen, zul je niet vinden dat het vrezen van God en het mijden van kwaad moeilijk is om te volbrengen. Daar komt nog bij, wanneer je God begrijpt, zul je waarschijnlijk geen conclusies over Hem trekken. Wanneer je stopt met het trekken van conclusies over God, zul je Hem waarschijnlijk niet beledigen, en zal God je onbewust leiden om kennis over Hem te verkrijgen, en daardoor zul je God vrezen in je hart. Je zult stoppen met het definiëren van God door middel van de doctrines, de letters en de theorieën die je hebt geleerd. Integendeel, door altijd Gods bedoelingen in alle dingen op te zoeken, word je onbewust een persoon naar Gods hart.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken

In elk tijdperk schenkt God een aantal woorden aan de mens wanneer Hij in de wereld werkt en de mens over enkele waarheden vertelt. Deze waarheden dienen als de weg die de mens moet aanhouden, de weg die de mens moet bewandelen, de weg waarlangs de mens God kan vrezen en het kwade kan mijden, en de weg waarlangs mensen zich in hun leven, in de loop van hun levensreis in praktijk moeten brengen en aanhangen. Om deze redenen schenkt God deze woorden aan de mens. Deze woorden die van God komen, moeten door de mens worden nageleefd, om leven te ontvangen. Als een persoon zich er niet aan houdt, ze niet in praktijk brengt en Gods woorden niet naleeft in zijn leven, dan brengt deze persoon de waarheid niet in praktijk. En als ze de waarheid niet in de praktijk brengen, dan vrezen ze God niet en mijden ze het kwade niet en kunnen ze God niet tevreden stellen. Als iemand God niet tevreden kan stellen, dan kunnen ze Gods lof niet ontvangen; zo’n persoon ontvangt geen uitkomst.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken

Gods wegen bewandelen heeft niets te maken met het in acht nemen van oppervlakkige regels. Het betekent eigenlijk dat wanneer je geconfronteerd wordt met een zaak, je dit in de eerste plaats moet zien als een omstandigheid die is geregeld door God, een verantwoordelijkheid, door Hem aan jou geschonken, door Hem aan jou toevertrouwd en dat wanneer je geconfronteerd wordt met deze zaak, je het zelfs als een beproeving van God zou moeten zien. Wanneer je deze kwestie onder ogen ziet, moet je er een norm voor hebben, je moet eraan denken dat het van God is gekomen. Je moet er over nadenken hoe je met deze zaak om moet gaan, zodat je verantwoordelijkheid kunt nemen en trouw aan God kunt zijn; hoe je het zo kunt doen dat je God niet woedend maakt of Zijn gezindheid niet beledigt. […] Want wanneer we Gods wegen bewandelen, kunnen we niets verwaarlozen wat met onszelf te maken heeft, of met iets dat om ons heen gebeurt, zelfs niet de kleine dingen. Het maakt niet uit of we denken dat we er aandacht aan moeten schenken of niet, wanneer we ermee geconfronteerd worden, moeten we het niet verwaarlozen. Alles moet als Gods test voor ons worden beschouwd. Hoe is deze houding? Als je zo’n houding hebt, dan bevestigt het één feit: je hart vreest God en je hart is bereid om het kwade te mijden. Als je dit verlangen hebt om God tevreden te stellen, dan ligt wat je in praktijk brengt niet ver van de norm om God te vrezen en het kwade te mijden.

Er zijn vaak mensen die geloven dat de zaken die niet veel aandacht krijgen van mensen, de zaken die gewoonlijk niet worden genoemd – slechts onbeduidende kleinigheden zijn en dat ze niets te maken hebben met het in praktijk brengen van de waarheid. Wanneer deze mensen zoiets onder ogen krijgen, besteden ze er niet veel aandacht aan en laten ze het gaan. Maar in feite is deze zaak een les waarvoor je zou moeten leren, een les over hoe je God moet vrezen, hoe je het kwaad kunt mijden. Bovendien, waar je nog meer mee bezig zou moeten zijn, is weten wat God doet wanneer deze zaak zich voordoet die je onder ogen moet zien. God staat aan jouw kant en observeert al je woorden en daden, Hij observeert wat je doet, je geest verandert – dit is Gods werk. Sommige mensen zeggen: “Waarom voel ik het dan niet?” Je hebt het niet gevoeld, omdat de weg om God te vrezen en het kwade te mijden niet het belangrijkste is waar je je aan houdt. Daarom kun je het subtiele werk van God in de mens niet voelen, wat je kunt merken aan de verschillende gedachten en verschillende handelingen van mensen. Je bent een warhoofd! Wat is een grote zaak? Wat is een kleine zaak? Alle zaken die te maken hebben met het bewandelen van Gods weg zijn niet verdeeld in groot of klein. Kunnen jullie dat accepteren? (Ja) In termen van alledaagse zaken zijn er dingen die mensen als heel groot en belangrijk, en andere die als klein en onbetekenend worden beschouwd. Mensen beschouwen deze grote zaken vaak als zeer belangrijk en beschouwen ze als door God gezonden. Echter, in de loop van deze grote zaken die zich voordoen, begrijpen mensen vaak Gods bedoelingen niet, ze hebben er geen inzicht in, en bereiken niet echt wat van waarde is vanwege de onvolwassen gestalte van de mens en vanwege het slechte kaliber van de mens. Wat de kleine zaken betreft, deze worden eenvoudigweg over het hoofd gezien door de mens en glippen beetje bij beetje weg. Daardoor hebben ze veel kansen verloren om door God te worden onderzocht, om door Hem te worden getest. Mocht je altijd de mensen, dingen en zaken over het hoofd zien en de omstandigheden die God voor je regelt, wat zal dit betekenen? Het betekent dat je elke dag, zelfs elk moment altijd afziet van Gods perfectie van jou en Gods leiderschap. Wanneer God een omstandigheid voor je regelt, let Hij in het geheim op, kijkend naar je hart, kijkend naar je gedachten en overwegingen, kijkend naar hoe je denkt, kijkend naar hoe je zal handelen. Als je een zorgeloos persoon bent – een persoon die nooit serieus nagedacht heeft over Gods weg, Gods woord of de waarheid – dan zul je niet oplettend zijn, je zult geen aandacht schenken aan datgene wat God wil voltooien en wat God van je eist wanneer Hij omstandigheden voor je regelt. Je zult ook niet weten hoe de mensen, dingen en zaken die je tegenkomt zich verhouden tot de waarheid of Gods intenties. Hoe zal God verder gaan nadat je geconfronteerd bent met herhaalde omstandigheden en herhaalde beproevingen zoals deze, waarbij God geen enkele verbetering bij je ziet? Na herhaaldelijke beproevingen, maak je God niet groot in je hart, en je behandelt de omstandigheden die God voor je regelt niet zoals zij zijn – als een beproeving of een test van God. Eerder verwerp je een voor een de kansen die God je schenkt, en je laat ze keer op keer wegglippen. Is dit geen enorme ongehoorzaamheid van de mens? (Ja.) Zal God hierdoor bedroefd zijn? (Ja.) God zal niet bedroefd zijn! Jullie zijn weer geschokt als jullie me zo horen praten. Werd er immers niet eerder gezegd dat God altijd verdrietig is? God zal niet bedroefd zijn? Wanneer zal God dan bedroefd zijn? Hoe dan ook, God zal niet bedroefd zijn door deze situatie. Wat is dan Gods houding ten opzichte van het hierboven geschetste gedrag? Wanneer mensen de beproevingen afwijzen, de tests, die God ze zendt, wanneer ze zich eraan onttrekken, is er slechts één houding die God heeft tegenover deze mensen. Welke houding is dit? God wijst zo’n soort persoon af vanuit de grond van Zijn hart. Er zijn twee betekenislagen voor het woord ‘afwijzen’. Hoe leg ik ze uit? Diep van binnen draagt het woord de betekenis van afkeer, van haat. En wat betreft de tweede betekenis? Dat is het deel dat inhoudt dat je iets opgeeft. Jullie weten allemaal wat ‘opgeven’ betekent, correct? Kort gezegd, afwijzen betekent Gods ultieme reactie en houding ten opzichte van die mensen die zich op een dergelijke manier gedragen. Het is extreme haat jegens hen, walging, en dus de beslissing om hen te verlaten. Dit is de uiteindelijke beslissing van God ten opzichte van iemand die nog nooit Gods wegen heeft bewandeld, die nooit God heeft gevreesd en het kwaad heeft gemeden.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Hoe Gods gezindheid te kennen en de resultaten die Zijn werk zal verwezenlijken

We beginnen door naar Jobs leven thuis te kijken en wat zijn normale gedrag was tijdens zijn leven. Dit zal ons iets zeggen over zijn levensprincipes en levensdoelen, maar ook over zijn persoonlijkheid en streven. […] Als de Bijbel het feesten van Jobs zonen en dochters beschrijft, wordt Job niet genoemd. Wel wordt er alleen maar gezegd dat zijn zonen en dochters vaak samen aten en dronken. Met andere woorden, hij was niet degene die feesten hield, en hij deed niet mee aan die extravagantie in eten en drinken van zijn zonen en dochters. Hoewel hij welgesteld was en over vele bezittingen en dienaren beschikte, had Job geen luxe leven. Hij was niet bekoord door zijn excellente levensomgeving en verschranste zich niet aan lichamelijke geneugten en vergat niet door zijn rijkdom om brandoffers te brengen, laat staan dat hij daardoor in zijn hart geleidelijk God ging mijden. Blijkbaar was Job als gevolg van Gods zegeningen, in zijn levensstijl gedisciplineerd, niet hebzuchtig of hedonistisch en richtte hij zich niet op kwaliteit van leven. In plaats daarvan was hij bescheiden en ingetogen, hij was niet praalzuchtig en hij was terughoudend en voorzichtig voor God. Hij dacht vaak na over Gods gunsten en zegeningen en was zonder ophouden godvrezend. In zijn dagelijks leven stond Job vroeg op om brandoffers te brengen voor zijn zonen en dochters. Met andere woorden, Job vreesde niet alleen zelf God, maar hij hoopte ook dat zijn kinderen op dezelfde manier God zouden vrezen en niet tegen God zouden zondigen. Jobs materiële rijkdom nam in zijn hart geen ruimte in, noch nam het Gods plaats in; of het nu voor zijn eigen bestwil was of dat van zijn kinderen, Jobs dagelijkse handelingen waren allemaal verbonden aan zijn godvrezendheid en het mijden van kwaad. Zijn vrees voor Jehova God hield bij zijn mond niet op, maar werd geactiveerd en weerspiegeld in elk facet van zijn dagelijkse leven. Dit daadwerkelijke gedrag van Job laat ons zien dat hij eerlijk was en over een essentie beschikte die rechtvaardigheid en alles wat positief is liefhad. Dat Job vaak offerde om zijn zonen en dochters te heiligen, betekent dat hij het gedrag van zijn kinderen niet goedkeurde; integendeel, diep in zijn hart had hij genoeg van hun gedrag en veroordeelde hij ze. Hij had geconcludeerd dat het gedrag van zijn zonen en dochters Jehova God niet welgevallig was, dus riep hij ze vaak op hun zonden voor Jehova God te belijden. Jobs daden laten ons een andere kant van zijn menselijkheid zien: eentje waarin hij nooit samen opgaat met hen die vaak zondigen en God kwetsen, maar hen juist schuwt en vermijdt. Zelfs als diegenen zijn zonen en dochters waren, zwoer hij zijn eigen principes niet af omdat het nou eenmaal familie was en evenmin ontzag hij hun zonden vanwege zijn eigen gevoelens. Integendeel, hij dringt er bij hen juist op aan om hun zonden op te biechten en Jehova Gods verdraagzaamheid voor zich te winnen. Hij waarschuwde ze God niet te verloochenen omwille van hun eigen wellustige genot. De grondbeginselen van hoe Job anderen behandelde, zijn onlosmakelijk verbonden met de grondbeginselen van zijn godvrezendheid en het mijden van kwaad. Hij hield van datgene wat door God geaccepteerd was, en verafschuwde datgene waar God van walgde, hij hield van hen die God in hun hart vreesden, en verafschuwde hen die kwaad of zonde begingen tegen God. Dat soort liefde en afschuw was zichtbaar in zijn dagelijkse leven en was precies de door Gods ogen waargenomen oprechtheid van Job. Dit is natuurlijk ook de uitdrukking en het uitleven van Jobs ware menszijn in zijn relaties met anderen in zijn dagelijkse leven waar we iets over te weten moeten komen.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf II

Jobs ontzag voor en gehoorzaamheid aan God is een voorbeeld voor de mensheid, en zijn rechtschapenheid en onberispelijkheid waren het hoogtepunt van de menselijkheid die de mens zou moeten bezitten. Al zag hij God niet, hij realiseerde zich dat God waarlijk bestond, omwille van dit besef had hij ontzag voor God en omdat hij ontzag had voor God was hij in staat God te gehoorzamen. Hij liet God de vrije keus om terug te nemen wat hij had, maar zonder klagen, en viel plat op de grond voor God en zei tegen Hem, dat zelfs als God op dit moment zijn leven nam, hij dat met vreugde zou toelaten, zonder klagen. Heel zijn gedrag werd ingegeven door zijn rechtschapen en onberispelijke menselijkheid. Dat wil zeggen, als gevolg van zijn onschuld, eerlijkheid en vriendelijkheid was Job onwrikbaar in zijn besef en ervaring van Gods bestaan, en op dit fundament stelde hij zichzelf eisen en standaardiseerde zijn denken, gedrag, en de grondbeginselen van zijn handelen voor God, in overeenstemming met Gods leiding over hem of de daden van God die hij te midden van alle dingen had gezien. Na verloop van tijd brachten zijn ervaringen een daadwerkelijk ontzag voor God teweeg en zorgden ervoor dat hij het kwaad meed. Dit was de bron van integriteit waar Job sterk aan vast hield. Job bezat een eerlijke, onschuldige en vriendelijke menselijkheid, en hij had een daadwerkelijke ervaring van ontzag voor God, gehoorzaamheid aan God, en het mijden van het kwaad. Hij bezat ook de wetenschap dat “Jehova heeft gegeven en Jehova heeft genomen.” Alleen maar vanwege deze dingen was hij in staat standvastig getuige te zijn te midden van deze kwaadaardige aanvallen van Satan, en alleen vanwege deze dingen was hij in staat God niet teleur te stellen en God een bevredigend antwoord te geven toen Gods beproevingen op hem neerdaalden.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf II

Job had Gods aangezicht niet gezien noch de woorden gehoord door God gesproken, laat staan dat hij het werk van God persoonlijk had ervaren. Maar zijn vrees voor God en zijn getuigenis tijdens zijn beproevingen worden door allen gezien, door God bemind, toegejuicht en geprezen; en mensen benijden en bewonderen hem en zingen hem lof toe. Er was niets groots of bijzonders aan zijn leven: Net als elke gewone persoon, leefde hij een onopvallend leven, ging bij zonsopgang aan het werk en keerde terug naar huis om te rusten bij zonsondergang. Het verschil is dat hij tijdens deze verschillende onopvallende decennia inzicht in de weg van God verwierf en zich de grote macht en soevereiniteit van God realiseerde en begreep, zoals niemand anders dat ooit had gedaan. Hij was niet slimmer dan een gewone mens, zijn leven was niet bijzonder standvastig, noch had hij bovendien onzichtbare speciale vaardigheden. Wat hij echter wel bezat, was een persoonlijkheid die eerlijk, goedhartig en oprecht was, een persoonlijkheid die eerlijkheid en rechtvaardigheid liefhad en die van positieve dingen hield – hetgeen de meeste gewone mensen niet bezaten. Hij maakte onderscheid tussen liefde en haat, had een gevoel van rechtvaardigheid, was onverzettelijk en volhardend en besteedde in zijn gedachten zorgvuldig aandacht aan details. Zo zag hij, tijdens zijn onopvallende tijd op aarde, alle buitengewone dingen die God had gedaan en zag hij de grootheid, heiligheid en rechtvaardigheid van God, zag hij Gods zorg, barmhartigheid en bescherming voor de mens en zag hij de eerbaarheid en het gezag van de allerhoogste God. De belangrijkste reden waarom Job in staat was om deze dingen te bereiken die verder gingen dan bij anderen, was omdat hij een zuiver hart had en zijn hart aan God toebehoorde en geleid werd door de Schepper. De tweede reden was zijn streven: zijn streven om onberispelijk en volmaakt te zijn, iemand die voldoet aan de wil van de Hemel, iemand die door God werd bemind en het kwade meed. Job bezat en streefde naar deze dingen, terwijl hij niet in staat was om God te zien of de woorden van God te horen; hoewel hij God nog nooit gezien had, had hij de middelen leren kennen waarmee God over alle dingen regeert en begreep hij de wijsheid waarmee God dat doet. Hoewel hij nooit God had horen spreken, wist Job dat de daden als het belonen van de mens en het van de mens wegnemen, allemaal van God afkomstig zijn. Hoewel de jaren van zijn leven niet anders waren dan die van een gewoon iemand, stond hij niet toe dat de onopmerkelijkheid van zijn leven invloed had op zijn kennis van Gods soevereiniteit over alle dingen, of invloed had op het volgen van zijn weg van godvrezendheid en het mijden van kwaad. In zijn ogen waren de wetten van alles vol met Gods daden en kon Gods soevereiniteit in elk deel van iemands leven worden gezien. Hij had God niet gezien, maar hij was in staat om te beseffen dat Gods daden overal zijn. Tijdens zijn onopmerkelijke tijd op aarde, in elk onderdeel van zijn leven, zag en realiseerde hij zich de bijzondere en wonderlijke daden van God en kon hij de wonderlijke regelingen van God zien. De verborgenheid en stilte van God belemmerden Jobs besef van Gods daden niet, noch beïnvloedde ze zijn kennis van Gods soevereiniteit over alles. Zijn leven was de verwezenlijking van de soevereiniteit en regelingen van God, die verborgen is in alles in zijn dagelijks leven. In zijn dagelijks leven heeft hij ook de stem van Gods hart gehoord en begrepen en de woorden van God, die in alles stil is maar toch de stem van Zijn hart en Zijn woorden uitdrukt door de wetten van alles te beheersen. Je ziet dan, dat als mensen dezelfde menselijkheid en hetzelfde streven hebben als Job, zij hetzelfde besef en dezelfde kennis kunnen krijgen als Job en hetzelfde inzicht en dezelfde kennis van Gods soevereiniteit over alle dingen. God was niet aan Job verschenen of had met hem gesproken, maar Job was in staat om onberispelijk en oprecht te zijn en God te vrezen en het kwade te mijden. Met andere woorden, zonder aan de mens verschenen te zijn of met de mens gesproken te hebben, zijn Gods daden in alles en Zijn soevereiniteit over alles, voldoende voor een mens om zich bewust te worden van Gods bestaan, macht en gezag. Gods macht en gezag zijn voldoende om deze man de weg van godvrezendheid te laten volgen en het kwaad te mijden.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf II

‘God vrezen en het kwaad mijden’ en God kennen zijn op talloze manieren onlosmakelijk met elkaar verbonden, en het verband tussen de twee spreekt voor zich. Als je het kwaad wilt mijden, moet je eerst ware vrees voor God hebben. Als je ware vrees voor God wilt hebben, moet je eerst ware kennis van God hebben. Als je ware kennis van God wilt hebben, moet je eerst Gods woorden ervaren, de realiteit van Gods woorden binnengaan, en Gods kastijding en discipline, Zijn tuchtiging en oordeel ervaren. Als je Gods woorden wilt ervaren, moet je eerst met Gods woorden geconfronteerd worden, oog in oog met God komen te staan, en God vragen je in de gelegenheid te stellen om Zijn woorden te ervaren in allerlei situaties, mensen, gebeurtenissen en voorwerpen. Als je oog in oog met God wilt komen te staan en met Zijn woorden geconfronteerd wilt worden, moet je eerst een eenvoudig en eerlijk hart hebben, klaar zijn om de waarheid te aanvaarden, bereid zijn om lijden te verdragen, beschikken over de vastberadenheid en de moed om het kwaad te mijden, en ernaar verlangen een waar schepsel te worden … Op die manier ga je stap voor stap vooruit en zul je steeds dichter bij God komen. Je hart zal steeds zuiverder worden, en je leven en de waarde van het feit dat je leeft, zullen net als je kennis van God steeds meer betekenis krijgen en steeds helderder stralen. Totdat je op een dag voelt dat de Schepper niet langer een raadsel is, dat de Schepper nooit voor jou verborgen is geweest, dat de Schepper Zijn gelaat nooit voor jou verborgen heeft, dat de Schepper helemaal niet ver van je verwijderd is, dat de Schepper niet langer de Ene is waarnaar je in je gedachten voortdurend verlangt maar die je niet met je gevoelens kunt bereiken, en dat Hij waarlijk over je linker- en je rechterzijde waakt, in je levensbehoeften voorziet en je lot bepaalt. Hij is niet de verre horizon en evenmin heeft Hij zich hoog in de wolken verscholen. Hij staat vlak naast je en heeft de leiding over alles. Hij is alles wat je hebt en Hij is het enige wat je hebt. Die God maakt mogelijk dat jij Hem vanuit je hart liefhebt, je aan Hem vastklampt, Hem dicht bij je houdt, Hem bewondert, bang bent Hem te verliezen, en dat je Hem niet langer wilt verloochenen, Hem niet langer ongehoorzaam wilt zijn en Hem niet langer uit de weg wilt gaan of op afstand wilt houden. Het enige wat je wilt, is je om Hem bekommeren, Hem gehoorzamen, Alles wat je wil, is voor Hem zorgen, Hem gehoorzamen, alles wat Hij je geeft, terugbetalen en je onderwerpen aan Zijn heerschappij. Je verzet je er niet langer tegen dat Hij je leidt, in je behoeften voorziet, over je waakt en je behoedt. Niet langer weiger je Zijn soevereiniteit en beschikkingen te gehoorzamen. Het enige wat je wilt, is Hem volgen, naast hem lopen aan Zijn linker- of rechterhand, alles wat je wilt is Hem aanvaarden als je enige leven. Hem aanvaarden als je enige Heer, je enige God.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Voorwoord

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie

Neem contact op via Messenger