Waarom is de wereld zo duister en slecht? Moet de mensheid niet worden vernietigd, nu ze op haar allerverdorvenst is?

15 april 2020

1) Waarom is de wereld zo donker en slecht?

Relevante Bijbelverzen:

“De hele wereld ligt in verdorvenheid” (1 Joh. 5:19).

“Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen” (Joh. 1:5).

Relevante woorden van God:

Adam en Eva, door God in het begin geschapen, waren heilige mensen, dat wil zeggen, zij waren heilig terwijl zij in de hof van Eden waren, onaangetast door vuiligheid. Ze waren ook trouw aan Jehova en wisten niets van hoe zij Jehova zouden moeten verraden. Dit komt omdat ze zonder de verstoring van Satans invloed waren, zonder Satans gif en de zuiverste van de gehele mensheid waren. Ze leefden in de hof van Eden, onbesmet door enige vuiligheid, niet door het vlees beheerst en vol eerbied voor Jehova. Later, toen zij door Satan verleid werden, hadden zij het gif van de slang en het verlangen om Jehova te verraden en leefden zij onder de invloed van Satan. In het begin waren zij heilig en vereerden Jehova; alleen zo waren ze menselijk. Later, nadat zij verleid werden door Satan, aten zij de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad en leefden zij onder de invloed van Satan. Ze werden geleidelijk verdorven door Satan en verloren het oorspronkelijke beeld van de mens. In het begin had de mens de adem van Jehova en was er geen enkele ongehoorzaamheid in hem en had hij geen kwaad in zijn hart. In die tijd was de mens echt mens. Na door Satan te zijn verdorven, werd de mens een beest. Zijn gedachten waren vervuld met kwaad en vuil, zonder goed of heiligheid. Is dit niet Satan?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De ervaringen van Petrus: zijn kennis van tuchtiging en oordeel

De mens verloor zijn Godvrezende hart nadat hij verdorven was door Satan en hij verloor de functie die Gods schepselen zouden moeten hebben, en werd dus een ongehoorzame vijand van God. De mens leefde onder Satans domein en volgde Satans bevelen; dus God kreeg geen kans om werk te verrichten onder Zijn schepselen en al zeker niet om vrees van Zijn schepselen te verkrijgen. De mens is door God geschapen en zou God moeten aanbidden, maar de mens keerde juist God de rug toe en aanbad Satan. Satan werd de afgod in het hart van de mens. Zo verloor God Zijn positie in het hart van de mens, wat wil zeggen dat Hij de betekenis van Zijn schepping van de mens heeft verloren. Om dus de betekenis van Zijn schepping van de mens te herstellen, moet Hij de oorspronkelijke gelijkenis van de mens herstellen en de mens van zijn verdorven gezindheid verlossen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God en de mens zullen gezamenlijk de rust ingaan

Na enkele duizenden jaren van verdorvenheid is de mens gevoelloos en stompzinnig geworden, een demon die zich tegen God keert. De opstandigheid van de mens jegens God is zo erg, dat die in de geschiedenisboeken is opgetekend. Zelfs de mens zelf is niet in staat om zijn opstandige gedrag volledig te beschrijven, want de mens is grondig verdorven door Satan. Hij is door Satan op een dwaalspoor gebracht en weet niet meer waar hij het zoeken moet. Ook nu verraadt de mens God nog steeds: wanneer de mens God ziet, verraadt hij Hem en wanneer hij God niet kan zien, verraadt hij Hem ook. Er zijn zelfs mensen die Gods vervloekingen en Gods toorn hebben gezien en Hem dan alsnog verraden. Ik zeg dus dat het verstand van de mens en ook zijn geweten, hun oorspronkelijke functie zijn kwijtgeraakt. […] De mens, geboren in zo’n smerig land, is ernstig aangetast door de maatschappij. Hij is beïnvloed door een feodale ethiek en is geschoold in ‘instituten voor hoger onderwijs’. Het achterlijke denken, de verdorven moraliteit, de minderwaardige kijk op het leven, de verachtelijke levensfilosofie, het uiterst waardeloze bestaan, en de verdorven levensstijl en gewoonten – al die dingen zijn diep het mensenhart binnengedrongen, en hebben zijn geweten ernstig ondermijnd en aangevallen. De mens raakt daardoor steeds verder van God verwijderd en keert zich steeds meer tegen Hem. De gezindheid van de mens wordt met de dag kwaadaardiger, en niemand zal uit zichzelf iets opgeven voor God, niemand zal uit zichzelf God gehoorzamen en niemand zal bovendien uit zichzelf de verschijning van God zoeken. In plaats daarvan doet de mens onder het domein van Satan juist niets anders dan het najagen van plezier, en geeft hij zich over aan de verdorvenheid van het vlees in het land van drek. Ook al horen ze de waarheid, mensen die in duisternis leven denken er niet aan om die in praktijk te brengen, noch zijn ze geneigd om God te zoeken, ook al hebben ze Zijn verschijning gezien. Hoe kan een mensheid die zo verdorven is enige kans op redding hebben? Hoe kan een mensheid die zo decadent is in het licht leven?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een onveranderde gezindheid betekent vijandschap jegens God

De mens is door Satan verdorven, dat is de bron van zijn tegenstand en rebellie jegens God. Doordat de mens dus door Satan is verdorven, is zijn geweten gevoelloos geworden, is hij immoreel, zijn zijn gedachten ontaard en heeft hij een achterlijke mentale kijk. Voordat de mens door Satan was verdorven, volgde hij God van nature en gehoorzaamde hij Zijn woorden na ze gehoord te hebben. Hij had van nature een gezond verstand en geweten, en had een normale menselijkheid. Nadat hij door Satan werd verdorven, raakten zijn oorspronkelijke verstand, geweten en menselijkheid afgestompt en door Satan aangetast. Zo is hij zijn gehoorzaamheid en liefde jegens God kwijtgeraakt. Het verstand van de mens is abnormaal geworden en zijn gezindheid gelijk aan dat van een dier, en zijn rebellie jegens God wordt steeds frequenter en intenser. Toch weet of herkent de mens dit nog steeds niet, en blijft hij zich blind verzetten en rebels opstellen. De openbaring van de gezindheid van de mens is de uiting van zijn verstand, inzicht en geweten en aangezien zijn verstand en inzicht ondeugdelijk zijn en zijn geweten uitermate is afgestompt, is zijn gezindheid opstandig jegens God.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een onveranderde gezindheid betekent vijandschap jegens God

Als de nacht binnensluipt, blijft de mens onwetend, want het hart van de mens kan niet waarnemen hoe de duisternis nadert of waar zij vandaan komt. Als de nacht stilletjes wegglipt, verwelkomt de mens het daglicht, maar het hart van de mens begrijpt nog minder waar het licht vandaan is gekomen en hoe het de duisternis van de nacht heeft verdreven. Deze terugkerende afwisseling van dag en nacht neemt de mens mee van de ene periode naar de volgende, bewegend door de tijd. Tegelijkertijd wordt zo zeker gesteld dat het werk van God en Zijn plan tijdens elke periode en door de tijd heen worden uitgedragen. De mens is met God door de tijd heen gewandeld en toch weet de mens niet dat God regeert over het lot van alle dingen en levende wezens of hoe God alle dingen orkestreert en richting geeft. Dit is iets dat de mens al sinds lang vervlogen tijden is ontgaan. En waarom? Het is niet omdat Gods daden te zeer verborgen zijn, of omdat Gods plan nog moet worden gerealiseerd, maar omdat het hart en de geest van de mens te ver bij God vandaan zijn. Daarom blijft een mens, zelfs als hij God volgt, onbewust in dienst van Satan. Niemand zoekt actief naar Gods voetstappen of verschijning en niemand wil onder de zorg en de hoede van God bestaan. De mens is eerder bereid om te vertrouwen op de aantasting door Satan en de duivel, zodat hij zich aan deze wereld en aan de leefregels van de slechte mensheid kan aanpassen. Op dit punt zijn het hart en de geest van de mens geofferd als een eerbetoon aan Satan en worden ze Satans voedsel. Bovendien worden het hart en de geest van de mens een plek waar Satan kan verblijven, een speeltuin voor hem. De mens begrijpt zo onbewust de principes van het mens-zijn niet meer, net zomin als de waarde en het doel van zijn bestaan. De wetten van God en het verbond tussen God en de mens vervaagt geleidelijk in het hart van de mens en de mens zoekt niet langer naar God en geeft Hem geen gehoor meer. Naarmate de tijd verstrijkt, begrijpt de mens niet meer waarom God de mens heeft geschapen, evenmin begrijpt hij de woorden die uit de mond van God komen, noch realiseert hij zich alles dat van God komt. De mens begint zich te verzetten tegen de wetten en besluiten van God; het hart en de geest van de mens raken afgestompt. … God verliest de mens die Hij oorspronkelijk heeft geschapen en de mens verliest de wortel van zijn oorsprong. Dit is het verdriet van deze mensheid.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de bron van het leven van de mens

Sinds de tijd dat de mens voor het eerst sociale wetenschappen had, werd zijn verstand vervuld van kennis en wetenschap. Toen werden kennis en wetenschap gereedschappen om de mens te regeren, en bleef er niet genoeg ruimte over voor de mens om God te aanbidden, waren er geen gunstige omstandigheden meer voor de aanbidding van God. De positie van God zakte steeds verder weg in het hart van de mens. De wereld in het hart van de mens die geen plaats voor God heeft is donker, leeg en hopeloos. En zodoende stonden vele sociale wetenschappers op, en geschiedkundigen en politici om de theorieën van de sociale wetenschap en van de menselijke evolutie tot uitdrukking te brengen en andere theorieën die in strijd zijn met de waarheid dat God de mens geschapen heeft, om het hart en het verstand van de mens te vullen. En zo zijn er steeds minder mensen die geloven dat God alles geschapen heeft en komen er steeds meer die geloven in de evolutietheorie. Steeds meer mensen beschouwen de verslagen van Gods werk en Zijn woorden in het tijdperk van het Oude Testament als mythen en legenden. In hun hart worden mensen onverschillig over de waardigheid en grootsheid van God, over het grondbeginsel dat God bestaat en over alles heerst. Het overleven van de mensheid en het lot van landen en naties zijn niet langer belangrijk voor hen. De mens leeft in een holle wereld en maakt zich alleen maar druk over eten, drinken en het nastreven van plezier. ... Weinig mensen nemen het initiatief om uit te zoeken waar God vandaag de dag Zijn werk doet, of om te zien hoe Hij de bestemming van de mens organiseert en daarover beschikt. En zodoende raakt de menselijke beschaving onbewust steeds minder in staat om aan de wensen van de mensen te voldoen, en er zijn zelfs veel mensen van mening dat op aarde levende mensen minder gelukkig zijn dan zij die heengegaan zijn. Zelfs mensen uit landen die ooit een hoge beschaving hadden uiten zulke grieven. Want zonder het leiderschap van God maakt het niet uit hoezeer leiders en sociologen hun hersenen laten kraken om de menselijke beschaving te behouden: het baat niet. Niemand kan de leegte in een mensenhart vullen want niemand kan de plaats innemen van het leven, en geen enkele sociale theorie kan de mens bevrijden van de leegte waaraan hij lijdt. Wetenschap, kennis, vrijheid, democratie, vrije tijd, comfort; deze zijn maar een tijdelijke verademing. Zelfs met deze dingen zal de mens onvermijdelijk zondigen en over de ongerechtigheden van de samenleving klagen. Deze dingen kunnen niet de hunkeringen en verlangens van de mens beperken om onderzoek te doen, omdat de mens door God gemaakt is en de zinloze opofferingen en zoektochten van de mens alleen maar meer onrust kunnen voortbrengen. De mens zal in een constante staat van angst leven, hij zal niet weten hoe hij de toekomst van de mensheid tegemoet kan treden, of hoe hij de weg naar de toekomst aan zal kunnen. De mens zal zelfs angst gaan voelen voor wetenschap en kennis, en nog banger worden van de leegte in zijn binnenste. In deze wereld, ongeacht of je in een vrij land woont of in een land zonder mensenrechten, ben je compleet machteloos om aan het lot van de mensheid te ontsnappen. Of je nu regeert of geregeerd wordt, je kunt echt niet ontsnappen aan het verlangen om het lot, de raadselen en de bestemming van de mensheid te onderzoeken. Nog minder ben je in staat te ontsnappen aan het verwarrende gevoel van leegte. Dit soort fenomenen, die gewoon zijn voor de gehele mensheid, worden door sociologen sociale fenomenen genoemd, maar geen groot mens kan naar voren treden om die problemen op te lossen. De mens is tenslotte maar een mens. De plaats en het leven van God kunnen door geen enkel mens vervangen worden. De mensheid heeft niet alleen behoefte aan een rechtvaardige samenleving waarin iedereen goed gevoed, gelijk en vrij is, maar ook aan de redding van God en Zijn levensvoorzieningen aan hen. Alleen wanneer de mens de redding van God en Zijn levensvoorzieningen ontvangt kunnen de benodigdheden, de drang om te onderzoeken, en de spirituele leegte van de mens worden opgelost. Als de mensen van een land of natie niet in staat zijn om de redding en zorg van God te ontvangen, dan bewandelt zo’n land of natie de weg naar de ondergang, naar de duisternis, en zal door God worden vernietigd.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid

2) Moet de mensheid niet worden vernietigd, nu ze op haar allerverdorvenst is?

Relevante Bijbelverzen:

“Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij’” (Gen. 6:12-13).

“En zoals het eraantoe ging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: ze aten, ze dronken, ze huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. Of zoals het eraantoe ging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze plantten, ze bouwden; maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard” (Luc. 17:26-30).

“Dat de wettelozen als onkruid gedijen en de onrechtvaardigen bloeien alleen om te worden verdelgd, voor altijd” (Ps. 92:8).

“En het zal gebeuren,” zegt Jehova, “dat in het hele land twee derde ervan uitgeroeid zal worden en zal sterven, maar een derde ervan zal het overleven. En ik zal dat derde deel in het vuur houden en het louteren zoals zilver wordt gelouterd, ook zal ik hun beproeven zoals goud wordt beproefd: zij zullen mijn naam roepen en ik zal hen horen: ik zal zeggen: dit is mijn volk, en zij zullen zeggen: Jehova is mijn God” (Zach. 13:8-9).

Relevante woorden van God:

Alles wat God doet, wordt precies gepland. Wanneer hij een zaak of situatie waarneemt, beoordeelt Hij deze aan de hand van een bepaalde norm, en het hangt van deze norm af of Hij begint met de opstelling van een plan om deze aan te pakken of om vast te stellen hoe hij met deze zaak en situatie om moet gaan. Hij is niet onverschillig en Hem laat niet alles koud. Het is eigenlijk compleet het tegenovergestelde. God zegt hier in een vers tegen Noach: “Ik ga een einde maken aan alle vlees, want de aarde is door hen vol geweld; en zie, ik ga ze met de aarde erbij vernietigen.” Zei God, ditmaal in Zijn eigen woorden, dat Hij alleen de mensen zou vernietigen? Nee! God zei dat Hij alle vleselijke levende schepsels zou vernietigen. Waarom was God uit op vernietiging? We hebben hier te maken met een andere openbaring van Gods gezindheid: in Gods ogen is er een grens aan Zijn geduld met de verdorvenheid van de mens, met de smerigheid, het geweld en de ongehoorzaamheid van alle vlees. Wat is Zijn grens? Zoals God zei: “God keek naar de aarde en zag dat zij verdorven was, want alle vlees hield er een verdorven levenswandel op na op de aarde.” Wat betekent de frase “want alle vlees hield er een verdorven levenswandel op na op de aarde”? Het betekent het volgende: toen alle levende wezens, ook degenen die God volgden, die de naam van God aanriepen, die God ooit brandoffers hadden gebracht, die met woorden God erkenden en zelfs loofden, compleet verdorven gedrag vertoonden en God dat opmerkte, moest Hij ze vernietigen. Dat was Gods grens. In hoeverre bleef God dan geduld hebben met de mens en met de verdorvenheid van alle vlees? In zoverre dat alle mensen, of ze nu God volgden of ongelovig waren, niet het juiste pad bewandelden. In zoverre dat de mens niet uitsluitend moreel verdorven en vol kwaad was, maar ook dat er niemand was die in het bestaan van God geloofde, laat staan iemand die geloofde dat de wereld door God wordt geregeerd en dat God mensen licht kan brengen en het juiste pad kan wijzen. In zoverre dat de mens het bestaan van God verachtte en niet toeliet dat God bestond. Toen de verdorvenheid van de mens eenmaal dit punt had bereikt, was Gods geduld op. Wat kwam daarvoor in de plaats? Gods toorn en Gods straf. Was dat niet een gedeeltelijke openbaring van Gods gezindheid? Is er in het huidige tijdperk nog een rechtschapen man in de ogen van God? Is er nog een volmaakt man in de ogen van God? Is in dit tijdperk het gedrag van alle vlees op aarde verdorven in de ogen van God? Tarten op deze dag en in dit tijdperk niet alle vleselijke mensen de grens van Gods geduld – afgezien van degenen die God compleet wil maken, die God kunnen volgen en Zijn redding aanvaarden? Is niet alles wat bij jullie gebeurt, wat jullie met jullie ogen zien en met jullie oren horen en elke dag persoonlijk in deze wereld ervaren, vol geweld? Zou in Gods ogen aan zo’n wereld, zo’n tijdperk, niet een eind moeten worden gemaakt? Hoewel de achtergrond van het huidige tijdperk totaal anders is dan de achtergrond van Noachs tijd, zijn de gevoelens en de toorn van God jegens de verdorvenheid van de mens exact dezelfde als destijds. God kan vanwege Zijn werk geduld oefenen, maar gezien allerlei omstandigheden en situaties had deze wereld in Gods ogen lang geleden al vernietigd moeten worden. De situatie is nog veel erger dan in de tijd dat de wereld door de vloed werd vernietigd.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I

Denk eens terug aan de tijd van de ark van Noach: de mensheid was enorm verdorven, was van Gods zegening afgedwaald, werd niet meer door God verzorgd, en was de beloften van God verloren. Ze leefden in duisternis, zonder het licht van God. En dus werden zij losbandig van aard en verloren ze zichzelf in gruwelijk verderf. Dat soort mensen konden niet langer de belofte van God ontvangen; ze waren ongeschikt om het gezicht van God te zien, of om Gods stem te horen, want zij hadden God verlaten, hadden alles wat Hij hen gegeven had van zich afgeworpen en waren de lessen die Hij hen geleerd had vergeten. Hun hart dwaalde verder en verder van God af, en terwijl dit gebeurde, raakten zij verdorven buiten alle verstand en menselijkheid en werden steeds kwaadaardiger. Zodoende naderden zij de dood steeds meer, en werden onderworpen aan de woede en straf van God. Alleen Noach aanbad God en ging het kwaad uit de weg, en was zo in staat om de stem van God te horen en de instructies van God te horen. Hij bouwde de ark volgens de instructies van Gods woord en verzamelde alle soorten van levende wezens. En op die manier, toen alle voorbereidingen waren getroffen, liet God Zijn vernietiging los op de wereld. Alleen Noach en de zeven leden van zijn gezin overleefden de vernietiging, want Noach aanbad Jehova en ging het kwaad uit de weg.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid

De mensen in Noachs tijd waren zo mateloos, ze aten, dronken en trouwden dat God het niet langer kon aanzien en daarom een grote vloed over de aarde zond om de mensheid volledig te vernietigen, met uitzondering van Noachs familie van acht en allerlei soorten dieren en vogels. In de laatste dagen zal God echter alle mensen bewaren die Hem tot het einde toe trouw zijn gebleven. Hoewel beide periodes zozeer verdorven waren dat God het niet meer kon aanzien, en de mens in beide tijdperken zo verdorven was dat hij God als zijn Heer verloochende, vernietigde God heel de mensheid in de tijd van Noach. De mensen in beide tijdperken hebben God veel verdriet gedaan, maar toch is God tot nu toe geduldig gebleven met de mensen in de laatste dagen. Waarom? Hebben jullie hierover nooit nagedacht? Als jullie het werkelijk niet weten, laat mij het dan vertellen. De reden dat God zo welwillend kan zijn tegenover mensen van de laatste dagen is niet dat zij minder verdorven zijn dan in Noachs tijd of berouw aan de dag leggen tegenover God; laat staan dat God het niet zou kunnen verdragen om de mensen van de laatste dagen te vernietigen, waarin de technologie al zo geavanceerd is. De reden is veeleer, dat God in de laatste dagen werk te doen heeft onder een groep mensen, en dat dit werk door de geïncarneerde God Zelf zal worden verricht. Daar komt bij dat God uit deze groep een deel zal kiezen als voorwerp van Zijn reddingswerk. Deze mensen zijn de vrucht van Zijn managementplan en mogen God vergezellen naar een volgend tijdperk.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wist je het al? God heeft iets groots onder de mensen tot stand gebracht

Toen de mensheid vol verdorvenheid en tot op zekere hoogte ongehoorzaam aan God was, moest God vanwege Zijn gezindheid en Zijn wezen en in overeenstemming met Zijn beginselen deze mensheid wel vernietigen. Maar vanwege Gods wezen had Hij nog steeds medelijden met de mensheid en wilde Hij de mensheid zelfs op verschillende manieren verlossen, zodat ze konden blijven leven. In plaats daarvan verzette de mens zich tegen God en bleef hij ongehoorzaam aan God en weigerde Gods redding te aanvaarden, dat wil zeggen dat hij weigerde Zijn goede bedoelingen te aanvaarden. Het maakte niet uit hoe God hem riep, hem op dingen wees, hem van dingen voorzag, hem hielp of Zich verdraagzaam tegenover hem opstelde, de mens begreep of besefte het niet en schonk er geen aandacht aan. In Zijn pijn vergat God nog steeds niet de mens Zijn maximale verdraagzaamheid te tonen, in afwachting van het moment dat de mens zich zou omkeren. Nadat Hij Zijn grens had bereikt, deed Hij zonder aarzeling wat Hij moest doen. Met andere woorden, er was een specifieke tijdsperiode en proces vanaf het moment dat God het plan opvatte om de mensheid te vernietigen, tot het moment dat Hij officieel begon met Zijn werk om de mensheid te vernietigen. Dit proces had tot doel de mens de gelegenheid te bieden om te keren, en dat was de laatste kans die God de mens gaf. Wat deed God in deze periode voordat Hij de mensheid vernietigde? God getroostte zich veel moeite om de mens op dingen te wijzen en hem aan te sporen. Hoeveel pijn en verdriet Gods hart ook ervoer, Hij bleef Zijn zorg, aandacht en overvloedige barmhartigheid aan de mensheid schenken.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I

Er is een grens aan Gods geduld met de verdorvenheid, de smerigheid en het geweld van de mens. Wanneer Hij die grens bereikt, zal Hij niet langer geduldig zijn en begint Hij met zijn nieuwe management en nieuwe plan, start Hij met wat Hij moet doen en openbaart Hij Zijn daden en de andere kant van Zijn gezindheid. Hij wil daarmee niet laten zien dat Hij nooit door de mens beledigd mag worden of dat Hij vol gezag en toorn is en evenmin dat Hij de mensheid kan vernietigen. Het gaat erom dat Zijn gezindheid en Zijn heilige wezen niet langer kunnen toestaan, niet langer kunnen dulden dat dit soort mensheid in Zijn bijzijn, onder Zijn heerschappij leeft. Dat wil zeggen dat wanneer de hele mensheid tegen Hem is, wanneer er op de hele aarde niemand is die Hij kan redden, Hij niet langer geduld heeft met deze mensheid en zonder enige bedenkingen Zijn plan zal uitvoeren – om deze mensheid te vernietigen. Een dergelijke daad van God wordt ingegeven door Zijn gezindheid. Dit is een noodzakelijk gevolg, en een gevolg dat ieder geschapen wezen onder Gods heerschappij moet dragen.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I

Gods omgang met de hele dwaze en onwetende mensheid is voornamelijk gebaseerd op genade en tolerantie. Zijn toorn daarentegen is verborgen in de overgrote meerderheid van tijd en dingen; deze is onbekend voor de mens. Dientengevolge is het moeilijk voor de mens om Gods toorn te zien, en het is ook moeilijk om Zijn toorn te begrijpen. Als zodanig neemt de mens Gods toorn te licht op. Wanneer de mensen oog in oog staan met Gods laatste werk en laatste stap, het tolereren en vergeven van de mens – dat wil zeggen, wanneer Gods laatste voorbeeld van genade en Zijn laatste waarschuwing hen bereiken – wanneer ze dan nog steeds dezelfde methoden gebruiken om God te weerstaan en geen enkele moeite doen om tot inkeer te komen, een andere weg in te slaan of Zijn genade te aanvaarden, dan zal God niet langer tolerant en geduldig tegenover hen zijn. Integendeel, op dat moment zal God Zijn genade intrekken. Hierna zal Hij alleen Zijn toorn uitzenden. Hij kan Zijn toorn op verschillende manieren uiten, net zoals Hij verschillende methoden kan gebruiken om mensen te straffen en te vernietigen.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke II

God treurt om de toekomst en de val van de mensheid. Hij is verdrietig over de trage mars van de mensheid richting verval en het pad waarvan hij niet kan terugkeren. De mensheid heeft Gods hart gebroken en Hem verloochend om de duivel te zoeken. Heeft iemand ooit weleens nagedacht over de richting waarin een dergelijke mensheid zal gaan? Juist daarom voelt niemand de toorn van God. Niemand zoekt een weg om God te behagen of probeert dichter bij God te komen. Bovendien wil niemand het verdriet en de pijn van God begrijpen. Zelfs na het horen van Gods stem, gaat de mens door op zijn weg die van God weg leidt en ontloopt zo de genade en de zorg van God en mijdt Gods waarheid. De mens zou zichzelf liever aan Satan verkopen, Gods vijand. En wie heeft er ooit nagedacht – mocht de mens koppig blijven – over hoe God de mensheid zal behandelen die Hem zonder achterom te kijken heeft verworpen? Niemand weet dat God de mens herhaaldelijk herinnert en aanspoort omdat Hij een ongekende catastrofe in Zijn handen houdt, die Hij heeft voorbereid. Een catastrofe die ondraaglijk zal zijn voor het vlees en de ziel van de mens. Deze catastrofe is niet alleen een straf voor het vlees, maar ook voor de ziel. Je moet dit weten: wanneer Gods plan niet wordt uitgevoerd en wanneer Zijn herinneringen en aansporingen geen reactie krijgen, in wat voor soort woede zal Hij dan ontsteken? Dit zal nog nooit eerder zijn meegemaakt of gehoord door een schepping. Daarom zeg ik: deze catastrofe is ongekend en zal nooit worden herhaald. Dit is omdat binnen Gods plan maar één schepping en één verlossing past. Dit is de eerste keer en het zal ook de laatste keer zijn.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de bron van het leven van de mens

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Neem contact op via Messenger