Dagelijkse woorden van God: God kennen | Fragment 54

04 juli 2020

Job heeft slechts over God gehoord

Job 9:11 Hij gaat mij voorbij en ik zie hem niet, hij glipt langs mij heen en ik merk het niet.

Job 23:8-9 Maar zie, ga ik naar voren, dan is Hij er niet, of naar achteren, dan merk ik Hem niet op. Als Hij aan de linkerkant werkt, aanschouw ik Hem niet; keert Hij Zich naar de rechterkant, dan zie ik Hem niet.

Job 42:2-6 Ik weet dat niets buiten uw macht ligt en geen enkel plan voor u onuitvoerbaar is. Wie was ik dat ik, door mijn onverstand, uw besluit wilde toedekken? Werkelijk, ik sprak zonder enig begrip, over wonderen, te groot voor mij om te bevatten. “Luister,” zei ik, “dan zal ik spreken, ik zal u ondervragen, zeg mij wat u weet.” Eerder had ik slechts over u gehoord, maar nu heb ik u met eigen ogen aanschouwd. Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil.

Alhoewel God Zichzelf niet getoond heeft aan Job, gelooft Job in Gods soevereiniteit

Wat is het hoofdonderwerp van deze woorden? Hebben jullie je gerealiseerd dat er hier een feit is? Allereerst, hoe wist Job dat er een God is? En hoe wist hij dat de hemelen en de aarde en alle dingen door God geregeerd worden? Er is een passage waarin deze beide vragen worden beantwoord: “Eerder had ik slechts over u gehoord, maar nu heb ik u met eigen ogen aanschouwd. Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil” (Job 42:5-6). Uit deze woorden kunnen we opmaken dat in plaats van God met eigen ogen gezien te hebben, Job over God gehoord had via volksoverlevering. Het was in deze omstandigheden dat hij de weg van het navolgen van God begon te bewandelen, waarna hij het bestaan van God in zijn leven en in alle dingen erkende. Er is hier een onmiskenbaar feit te zien – en wat is dat dan? Ondanks dat hij de weg kon volgen van godvrezendheid en het mijden van kwaad, had Job God nog nooit gezien. Was hij hierin niet identiek aan alle mensen van vandaag? Job had nog nooit God gezien, waarvan de implicatie is dat, hoewel hij over God had gehoord, hij niet wist waar God was, of hoe God was, of wat God deed, wat allemaal subjectieve factoren zijn. Objectief gezien, hoewel hij God volgde, was God nog nooit aan hem verschenen en had Hij nooit met hem gesproken. Is dit niet een feit? Hoewel God niet tot Job had gesproken of hem instructies gegeven had, had Job Gods bestaan gezien, en Zijn soevereiniteit in alle dingen en in de volksoverlevering waarin Job over God had horen spreken, aanschouwd. Daarna begon hij een leven van godvrezendheid en het mijden van kwaad. Dat was het eerste begin en de werkwijze waarop Job God ging volgen. Maar hoe hij God ook vreesde en het kwaad meed en hoe stevig hij zich ook aan zijn integriteit hield, verscheen God nooit aan hem. Laten we de volgende passage lezen: Hij zei, “Hij gaat mij voorbij en ik zie hem niet, hij glipt langs mij heen en ik merk het niet” (Job 9:11). Wat deze woorden betekenen is dat Job misschien wel of niet voelde dat God bij hem in de buurt was – maar dat hij nooit in staat was geweest God te zien. Er waren tijden waarop hij zich inbeeldde dat God hem voorging, of handelde, of dat Hij de mens leidde, maar dat had hij nooit geweten. God komt tot de mens wanneer deze het niet verwacht; de mens weet niet wanneer of waar God tot hem komt, want de mens kan God niet zien, en God is daarom voor de mens verborgen.

Jobs geloof in God wankelt niet, omdat God voor hem verborgen is

In de volgende passage van de Bijbel zegt Job vervolgens: “Maar zie, ga ik naar voren, dan is Hij er niet, of naar achteren, dan merk ik Hem niet op. Als Hij aan de linkerkant werkt, aanschouw ik Hem niet; keert Hij Zich naar de rechterkant, dan zie ik Hem niet” (Job 23:8-9). In dit verslag ontdekken we dat God in Jobs ervaringen overal de hele tijd voor hem verborgen was; God was niet openlijk aan hem verschenen, noch had Hij openlijk enige woorden tot hem gesproken, en toch was Job in zijn hart overtuigd van Gods bestaan. Hij had altijd geloofd dat God vóór hem zou lopen, of misschien aan zijn zijde zou handelen, en dat hoewel hij God niet kon zien, God naast hem was en alles regeerde. Job had God nog nooit gezien, maar hij was in staat om trouw te blijven aan zijn geloof, iets waar een ander persoon niet toe in staat zou zijn geweest. En waarom konden zij dat niet? Omdat God niet tegen Job sprak, of aan hem verscheen, en als hij niet echt had geloofd, had hij niet door kunnen gaan, of zou hij niet vast hebben kunnen houden aan de weg van God vrezen en het mijden van kwaad. Waar of niet? Hoe voel jij je als je over Job die deze woorden zegt, leest? Heb je het gevoel dat Jobs volmaaktheid, zijn oprechtheid en zijn rechtvaardigheid voor God echt zijn en niet worden overdreven door God? Ook al behandelde God Job op dezelfde manier als andere mensen, en verscheen Hij niet aan hem en sprak niet met hem, Job hield steeds vast aan zijn integriteit, hij geloofde nog steeds in Gods soevereiniteit en bovendien bood hij Hem vaak brandoffers aan en bad hij tot God uit angst om God te beledigen. In het vermogen van Job om God te vrezen zonder God te hebben gezien, zien we hoe hij van positieve dingen hield en hoe vast en echt zijn geloof was. Hij ontkende het bestaan van God niet omdat God voor hem verborgen was, noch verloor hij zijn geloof en verzaakte hij God omdat hij Hem nooit had gezien. In plaats daarvan had hij, te midden van Gods verborgen werk om alle dingen te regeren, zich het bestaan van God gerealiseerd en de soevereiniteit en macht van God gevoeld. Hij gaf zijn oprechtheid niet op, omdat God verborgen was, en liet ook de weg van God vrezen en het mijden van kwaad niet varen, omdat God nooit aan hem was verschenen. Job had nooit gevraagd of God openlijk aan hem zou verschijnen om Zijn bestaan te bewijzen, want hij had Gods soevereiniteit in alle dingen al aanschouwd en hij geloofde dat hij de zegeningen en genade had gekregen die anderen niet hadden verworven. Hoewel God verborgen bleef voor hem, werd Jobs geloof in God nooit aan het wankelen gebracht. Dus hij oogstte wat niemand anders kreeg: Gods goedkeuring en Gods zegen.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf II

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap. www.debijbel.nl

De Bijbeltekst is ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010-2016

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren

Neem contact op via Messenger