Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt (Deel één)

De meeste mensen geloven in God omwille van hun toekomstige bestemming, of van hun tijdelijk plezier. Voor hen die nog niet behandeld zijn, dient het geloof in God om de hemel binnen te kunnen gaan, om beloningen te verkrijgen. Het dient niet om vervolmaakt te worden, of om de plicht van een schepsel van God te vervullen. Dit betekent dat de meeste mensen niet in God geloven om hun verantwoordelijkheid te kunnen vervullen, of om hun plicht te vervullen. Slechts zelden geloven mensen in God om een zinvol leven te leiden. Evenmin zijn er mensen die geloven dat de mens, omdat hij leeft, van God zou moeten houden, omdat het de wet van de Hemel en het principe van de aarde is om dit te doen, en de natuurlijke roeping van de mens. Hoewel verschillende mensen ieder hun eigen doel najagen, zijn het doel van hun streven en de achterliggende motivatie hetzelfde. Bovendien is voor de meesten van hen het voorwerp van hun verering veelal hetzelfde. De laatste paar duizend jaar zijn er veel gelovigen overleden, en velen zijn overleden en herboren. Het zijn niet slechts één of twee mensen die op zoek zijn naar God, of zelfs niet één – of tweeduizend. Maar de zoektocht van de meeste mensen is toch naar hun eigen vooruitzichten of hun roemrijke hoop voor de toekomst. Er zijn maar heel weinig mensen die Christus toegewijd zijn. Veel godvruchtige gelovigen zijn toch gevangen in hun eigen netten gestorven. Bovendien is het aantal mensen dat succes heeft behaald belachelijk klein. Tot op heden zijn de redenen waarom mensen mislukken of het geheim van hun succes nog onbekend. Zij die door de zoektocht naar Christus zijn geobsedeerd hebben hun moment van plotseling inzicht nog niet gehad, ze hebben deze mysteriën nog niet helemaal doorgrond, omdat ze het simpelweg niet weten. Hoewel ze alle moeite doen bij hun zoektocht, bewandelen ze het pad van de mislukking die hun voorgangers ooit bewandelden, en niet het pad van het succes. Hoe ze ook zoeken, lopen ze zo niet het pad dat naar de duisternis leidt? Is wat zij verkrijgen niet het bittere fruit? Het is moeilijk te voorspellen of de mensen die hun geslaagde voorgangers naar de kroon steken uiteindelijk geluk of ramspoed tegen zullen komen. Hoeveel slechter liggen de kansen dan voor de mensen bij hun zoektocht in de voetsporen te treden van hen die niet slaagden? Is hun kans op mislukking niet nog veel groter? Wat is de waarde van het pad dat zij gaan? Verspillen zij hun tijd niet? Of mensen nu wel of niet slagen in hun zoektocht, daar is kort gezegd een reden voor. Het is niet zo dat hun wel of niet slagen afhangt van een zoektocht zoals zij die zelf willen.

De meest fundamentele vereiste voor het geloof van de mens in God, is dat hij een oprecht hart moet hebben, en dat hij zich helemaal overgeeft, en waarlijk gehoorzaamt. Het moeilijkst is het voor de mens om zijn hele leven te geven in ruil voor het ware geloof, waarmee hij de hele waarheid kan winnen en zijn plicht als schepsel van God kan vervullen. Dat is het onbereikbare voor de mensen die niet slagen, en dat geldt nog sterker voor hen die Christus niet kunnen vinden. Omdat de mens er niet goed in is om zichzelf helemaal aan God te wijden, omdat de mens niet bereid is zijn plicht jegens de Schepper uit te voeren, omdat de mens de waarheid heeft gezien maar haar vermijdt en zijn eigen pad bewandelt, omdat de mens altijd op zoek is door het pad te gaan van hen die gefaald hebben, omdat de mens altijd de Hemel tart, daarom faalt de mens altijd, raakt hij altijd in de valstrik van Satan gevangen en verstrikt in zijn eigen net. Omdat de mens Christus niet kent, omdat de mens niet bedreven is in het begrijpen en ervaren van de waarheid, omdat de mens te zeer Paulus vereert en de hemel begeert, omdat de mens altijd eist dat Christus hem gehoorzaamt en God commandeert, daarom zijn die grote figuren en die mensen die de wisselvalligheid van de wereld hebben ervaren nog steeds sterfelijk en sterven zij nog in Gods tuchtiging. Alles wat ik over zulke mensen kan zeggen is dat zij een tragische dood sterven, en dat de consequentie voor hen – hun dood – niet onrechtvaardig is. Is hun mislukking niet nog ondraaglijker voor de hemelse wet? De waarheid komt uit de wereld van de mens, maar de waarheid onder de mensen is door Christus doorgegeven. Zij komt voort uit Christus, dat wil zeggen uit God Zelf, en is voor de mens onbereikbaar. Toch voorziet Christus alleen in de waarheid, Hij is niet gekomen om te beslissen of de mens in zijn zoektocht naar de waarheid zal slagen. Hieruit blijkt dat het wel of niet slagen in de waarheid afhangt van de zoektocht van de mens. Het succes of falen van de mens in de waarheid heeft nooit iets met Christus te maken gehad, maar wordt daarentegen bepaald door zijn zoektocht. Je kunt de bestemming van de mens en zijn succes of mislukking niet in de schoenen van God schuiven en God er Zelf verantwoordelijk voor maken, want dit is geen kwestie voor God Zelf maar staat rechtstreeks in verband met de plicht die de schepselen van God dienen te vervullen. De meeste mensen hebben wel enige kennis van de zoektocht en bestemming van Paulus en Petrus, maar ze kennen niets anders dan het resultaat voor Petrus en Paulus, en hebben geen idee van het geheim achter succes van Petrus of van de tekortkomingen die tot de mislukking van Paulus hebben geleid. Als jullie dus helemaal niet in staat zijn door de essentie van hun zoektocht heen te kijken, dan zal de zoektocht van de meesten van jullie toch mislukken, en zelfs al zal een klein aantal van jullie wel slagen, dan nog zullen zij niet de gelijken van Petrus zijn. Als je op zoek bent naar het rechte pad, dan kun je op succes hopen; als je op het verkeerde pad op zoek naar de waarheid bent, dan zul je nooit tot succes in staat zijn en eindig je als Paulus.

Petrus was een vervolmaakt mens. Pas nadat hij door tuchtiging en het oordeel een pure liefde voor God had bereikt was hij volledig vervolmaakt; hij ging het pad van de vervolmaking. Dit wil zeggen dat vanaf het allereerste begin het pad dat Petrus bewandelde het rechte pad was en dat zijn motivatie om in God te geloven juist was, en zo werd hij een vervolmaakt persoon. Hij betrad een nieuw pad waar de mens nog nooit eerder was geweest, terwijl het pad dat Paulus bewandelde vanaf het eerste begin het pad van de weerstand tegen Christus was. Alleen omdat de Heilige Geest hem en zijn gaven en al zijn verdiensten voor Zijn werk wenste te gebruiken, heeft hij verscheidene decennia voor Christus gewerkt. Hij was slechts iemand die door de Heilige Geest werd gebruikt. Hij werd niet gebruikt omdat Jezus welwillend naar zijn menselijkheid keek, maar vanwege zijn gaven. Hij werd neergeslagen, en daarom kon hij voor Jezus werken. Niet omdat hij dat graag deed. Hij was in staat dat werk te doen vanwege de verlichting en leiding van de Heilige Geest, en het werk dat hij verrichtte is op geen enkele manier representatief voor zijn zoektocht, of voor zijn menselijkheid. Het werk van Paulus vertegenwoordigt het werk van een dienaar, wat betekent dat hij het werk van een apostel deed. Maar Petrus was anders: Hij heeft ook wel wat werk gedaan, maar zijn werk was niet zo belangrijk als het werk van Paulus. Petrus werkte aan de zoektocht naar zijn eigen intrede, en dit was een heel ander werk dan het werk van Paulus. Petrus werk bestond eruit de plicht van een schepsel van God uit te voeren. Hij deed zijn werk niet in de rol van apostel, maar gedurende zijn zoektocht naar liefde voor God. De loop van het werk van Paulus hield ook een eigen zoektocht in: zijn zoektocht was slechts in dienst van zijn hoop op de toekomst en zijn verlangen naar een goede bestemming. Hij accepteerde geen loutering tijdens zijn werk, noch wilde hij gesnoeid en behandeld worden. Hij dacht dat hij uiteindelijk een beloning tegemoet kon zien zolang zijn werk aan Gods wensen tegemoetkwam en alles wat hij deed God behaagde. Er zaten geen persoonlijke ervaringen in zijn werk, alles draaide om het werk zelf en het werk werd niet op zoek naar verandering uitgevoerd. Alles in zijn werk was een transactie en bevatte niets van de plicht of overgave van een schepsel van God. Tijdens zijn werk trad er geen verandering op in de vroegere gezindheid van Paulus. Zijn werk stond slechts in dienst van anderen en was niet in staat een verandering in zijn gezindheid teweeg te brengen. Paulus voerde zijn werk rechtstreeks uit, zonder vervolmaakt of behandeld te zijn, en beloning was zijn motivatie. Petrus was anders: hij was iemand die snoei, behandeling en loutering had ondergaan. Het doel en de motivatie van het werk van Petrus verschilde fundamenteel van die van Paulus. Hoewel Petrus niet veel werk verzette, onderging zijn gezindheid wel veel veranderingen, en was hij op zoek naar de waarheid en naar echte verandering. Het werk werd niet alleen gedaan omwille van het werk zelf. Hoewel Paulus veel werk verzette was het allemaal werk van de Heilige Geest, en ook al werkte Paulus mee aan dit werk, toch ervoer hij het niet. Dat Petrus veel minder werk verzette, kwam alleen doordat de Heilige Geest niet zoveel werk via hem deed. De hoeveelheid werk bepaalde niet of zij vervolmaakt waren. De ene was op zoek om beloning te ontvangen, de ander om een het toppunt van liefde voor God te bereiken en zijn plicht als schepsel van God te vervullen, zover dat hij een lieflijk beeld kon neerzetten om Gods wens te vervullen. Aan de buitenkant waren zij anders, en dus was ook hun wezen anders. Je kunt niet aan de hand van de hoeveelheid werk die zij verrichtten bepalen wie van hen vervolmaakt was. Petrus wilde graag leven naar het beeld van iemand die God liefheeft, iemand zijn die God gehoorzaamt, iemand zijn die snoei en behandeling aanvaardt en iemand zijn die zijn plicht vervult als schepsel van God. Hij kon zich aan God wijden, zijn gehele zelf in de handen van God leggen, en Hem tot in de dood gehoorzamen. Daartoe had hij besloten en dat is bovendien wat hij had bereikt. Dit is de fundamentele reden waarom hij uiteindelijk anders eindigde dan Paulus. Het werk van de Heilige Geest in Petrus was om hem te vervolmaken en het werk van de Heilige Geest in Paulus was om hem te gebruiken. Dit komt omdat hun aard en opvatting over de zoektocht niet hetzelfde waren. Beiden hadden het werk van de Heilige Geest. Petrus paste dit werk op zichzelf toe en gaf het ook aan anderen; Paulus ondertussen gaf het gehele werk van de Heilige Geest uitsluitend aan anderen en won daarbij niets voor zichzelf. Zo kwam het dat, nadat Paulus het werk van de Heilige Geest zoveel jaren had meegemaakt, de veranderingen in Paulus verwaarloosbaar waren. Hij bleef nog steeds bijna in zijn natuurlijke staat, en was nog steeds dezelfde Paulus als voorheen. Na de ontbering van jarenlang werk had hij alleen maar geleerd hoe hij moest werken en had hij geleerd om vol te houden. Maar zijn oude natuur, zeer prestatiegericht en geldbelust, bleef bestaan. Na zo veel jaren te hebben gewerkt, kende hij zijn verdorven gezindheid niet. Hij was zijn oude gezindheid nog niet kwijt en deze was nog duidelijk zichtbaar in zijn werk. Hij had alleen meer werkervaring in zich verzameld, maar zo weinig ervaring alleen kon hem niet veranderen en kon zijn opvatting over het bestaan of het belang van zijn zoektocht niet veranderen. Hoewel hij jarenlang voor Christus werkte en de Heer Jezus nooit meer heeft vervolgd, was er in zijn hart geen verandering in zijn kennis van God. Dit betekent dat hij niet werkte om zich aan God te wijden, maar eerder moest werken voor zijn toekomstige bestemming. In het begin vervolgde hij Christus immers en onderwierp zich niet aan Hem. Eigenlijk was hij een rebel die zich opzettelijk tegen Christus verzette; iemand die niets van het werk van de Heilige Geest af wist. Toen zijn werk ten einde kwam, wist hij nog steeds niets van het werk van de Heilige Geest en handelde hij gewoon uit eigen beweging zoals zijn aard hem ingaf, zonder ook maar de geringste aandacht te besteden aan de wil van de Heilige Geest. En zo was zijn aard vijandig tegenover Christus en gehoorzaamde hij de waarheid niet. Hoe kan zo iemand, verlaten door het werk van de Heilige Geest, onkundig van het werk van de Heilige Geest, en ook nog opstandig tegen Christus, gered worden? Of een mens al dan niet gered kan worden, hangt niet af van de hoeveelheid werk die hij verzet, of hoe toegewijd hij is, maar wordt veeleer bepaald door of hij het werk van de Heilige Geest kent, of hij al dan niet de waarheid in praktijk weet te brengen, en of zijn opvattingen over de zoektocht al dan niet overeenkomen met de waarheid.

Hoewel zich natuurlijke openbaringen voordeden toen Petrus Jezus begon te volgen, was hij van nature al vanaf het allereerste begin iemand die bereid was zich aan de Heilige Geest te onderwerpen en Christus te zoeken. Zijn gehoorzaamheid aan de Heilige Geest was puur: Hij was niet op zoek naar roem en rijkdom, maar werd in plaats daarvan gemotiveerd door gehoorzaamheid aan de waarheid. Petrus heeft weliswaar drie keer ontkend dat hij Christus kende en de Heer Jezus in verzoeking gebracht, maar dergelijke kleine menselijke zwakheden hadden geen betrekking op zijn aard en beïnvloedden zijn toekomstige zoektocht niet. Ze zijn geen voldoende bewijs dat zijn verzoeking een daad van een antichrist was. Een normale menselijke zwakheid wordt door alle mensen in de wereld gedeeld. Verwacht je dan dat Petrus anders is? Zien de mensen Petrus niet op een bepaalde manier omdat hij een paar domme fouten heeft begaan? En bewonderen de mensen Paulus niet zo vanwege al het werk dat hij heeft verricht en alle brieven die hij heeft geschreven? Hoe kan de mens tot in de essentie van de mens kijken? Zij die echt verstandig zijn kunnen zoiets onbeduidends toch zeker wel zien? Hoewel de jarenlange pijnlijke ervaringen van Petrus niet in de Bijbel zijn vastgelegd, is dit geen bewijs dat Petrus geen echte ervaringen heeft gehad of dat Petrus niet vervolmaakt was. Hoe kan de mens het werk van God helemaal doorgronden? Jezus heeft het verslag in de Bijbel niet persoonlijk uitgezocht, dit is door latere generaties samengesteld. Is zo niet alles wat in de Bijbel is vastgelegd naar de ideeën van de mens gekozen? Bovendien is het einde van Petrus en Paulus niet uitdrukkelijk vernoemd in de brieven. De mens beoordeelt Petrus en Paulus dus naar zijn eigen inzicht en voorkeur. En omdat Paulus zoveel werk heeft verzet, en zijn ‘bijdragen’ zo groot zijn geweest, wist hij het vertrouwen van de massa te verwerven. Concentreert de mens zich niet slechts op oppervlakkigheden? Hoe kan de mens tot in de essentie van de mens kijken? En dan hebben we het er nog niet over gehad dat Paulus duizenden jaren lang het onderwerp van aanbidding is geweest. Wie zou zijn werk dan nog lichtvaardig durven te ontkennen? Petrus was slechts een visser, hoe kon zijn bijdrage dan ooit net zo groot zijn als die van Paulus? Op basis van zijn bijdrage zou Paulus eerder beloond moeten worden dan Petrus en zou hij geschikter moeten zijn geweest om Gods goedkeuring te verwerven. Wie had kunnen bedenken dat, met Zijn behandeling van Paulus, God hem alleen maar heeft laten werken door zijn gaven, terwijl God Petrus vervolmaakte? Het is zeker niet zo dat de Heer Jezus al vanaf het begin plannen had gemaakt voor Petrus en Paulus: Ze werden juist vervolmaakt of aan het werk gezet naar hun intrinsieke aard. Wat de mensen dus zien is slechts de buitenkant van de bijdrage van de mens, terwijl God de essentie van de mens ziet en het pad dat hij vanaf het begin volgt, en de motivatie achter zijn zoektocht. Mensen meten een mens af aan hun eigen noties en naar hun eigen opvattingen, maar het uiteindelijke doel van een mens wordt niet op basis van zijn uiterlijke kenmerken bepaald. Dus als ik zeg dat het pad dat je vanaf het begin neemt het pad van succes is, en jouw standpunt over de zoektocht vanaf het begin klopt, dan ben jij als Petrus. Als je het pad van de mislukking betreedt zul je, welke prijs je ook betaalt, toch eindigen als Paulus. Hoe dan ook, je bestemming en je al dan niet slagen zullen beide bepaald worden door het pad dat je kiest: het goede of het verkeerde. Dat weegt zwaarder dan jullie toewijding of de prijs die jullie betalen. Petrus en Paulus hadden een verschillend wezen en doel waarnaar zij streefden. De mens is niet in staat om dergelijke dingen te ontdekken, alleen God kan die in hun totaliteit kennen. God ziet immers de essentie van de mens, terwijl de mens niets van zijn eigen wezen afweet. De mens is niet in staat het wezen in de mens te zien of zijn eigenlijke gestalte, en daarom kan hij de reden voor de mislukking of het succes van Paulus en Petrus niet vaststellen. De reden waarom de meeste mensen Paulus eren en Petrus niet, is dat Paulus voor openbaar werk werd gebruikt en de mens dit werk kan zien, en dus de ‘prestaties’ van Paulus erkent. Ondertussen zijn de ervaringen van Petrus onzichtbaar voor de mens, en dat wat hij zocht is onbereikbaar voor de mens, en dus is de mens niet geïnteresseerd in Petrus.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Neem contact op via Messenger