Dagelijkse woorden van God: Gods werk kennen | Fragment 167
20 augustus 2020
Zelfs iemand die door de Heilige Geest wordt gebruikt, kan God Zelf niet vertegenwoordigen. Dit wil niet alleen zeggen dat zo iemand God niet kan vertegenwoordigen, maar ook dat het werk dat hij doet God niet rechtstreeks kan vertegenwoordigen. Met andere woorden: de menselijke ervaring kan niet rechtstreeks binnen het management van God worden geplaatst en kan het management van God niet vertegenwoordigen. Het werk dat God Zelf doet, is geheel het werk dat Hij beoogt te doen in Zijn eigen managementplan en heeft betrekking op het grootse management. Het werk van mensen voorziet in hun persoonlijke ervaring. Het bestaat uit het zoeken naar een nieuw ervaringspad buiten de platgetreden paden, en het begeleiden van hun broeders en zusters terwijl ze door de Heilige Geest geleid worden. Deze mensen voorzien in hun persoonlijke ervaring of de geestelijke geschriften van geestelijke mensen. Hoewel deze mensen door de Heilige Geest worden gebruikt, heeft het werk dat ze doen niets te maken met het grote managementwerk in het plan van zesduizend jaar. Het zijn slechts mensen die de Heilige Geest heeft doen opstaan in verschillende perioden om het volk in de stroom van de Heilige Geest te leiden, tot de taken aflopen die ze kunnen uitvoeren of tot hun leven erop zit. Het werk dat ze doen, is alleen om een geschikt pad te bereiden voor God Zelf of om een bepaald aspect van het management van God Zelf op aarde voort te zetten. Deze mensen zijn uit zichzelf niet in staat om het grotere werk in Zijn management te doen, evenmin kunnen ze nieuwe uitwegen openen en echt niemand van hen kan al Gods werk uit het voorgaande tijdperk afronden. Daarom vertegenwoordigt het werk dat ze doen slechts een schepsel dat zijn taak uitvoert en kan het niet God Zelf vertegenwoordigen die Zijn bediening ter hand neemt. Dit komt omdat het werk dat ze doen anders is dan wat God Zelf doet. Het werk om een nieuw tijdperk in te luiden, is niet iets wat de mens in Gods plaats kan doen. Dat kan niemand anders dan alleen God Zelf doen. Al het werk dat de mens doet, bestaat uit het uitvoeren van zijn taak als schepsel en wordt gedaan wanneer de Heilige Geest iemand daartoe aanspoort of verlicht. De leiding die deze mensen verschaffen, bestaat volledig uit het tonen van het pad van de praktijk aan de mens in het dagelijks leven en hoe hij dient te handelen in overeenstemming met Gods wil. Het werk van de mens behelst niet het management van God en vertegenwoordigt evenmin het werk van de Geest. Het werk van Witness Lee en Watchman Nee was bijvoorbeeld om voor te gaan op de weg. Of de weg nu nieuw of oud was, het werk was gericht op het principe om Bijbels te blijven. Of het nu was om de lokale kerk te herstellen of de lokale kerk op te bouwen, hun werk had te maken met het vestigen van kerken. Het werk dat ze deden, was een voortzetting van het werk dat Jezus en Zijn apostelen niet hadden afgemaakt of niet verder hadden ontwikkeld in het Tijdperk van Genade. Wat ze deden in hun werk was herstellen wat Jezus in Zijn vroege werk aan de generaties na Hem had gevraagd te doen, zoals hun hoofd bedekken, de doop ondergaan, brood breken of wijn drinken. Je kunt zeggen dat het hun werk was zich aan de Bijbel te houden en paden binnen de Bijbel te zoeken. Ze zetten geen nieuwe stappen voorwaarts. Men kan in hun werk dan ook alleen de ontdekking van nieuwe wegen in de Bijbel zien, alsmede betere en realistischere praktijken. Maar men kan in hun werk niet de huidige wil van God vinden en al helemaal niet het nieuwe werk dat God in de laatste dagen plant te doen. Het pad dat ze bewandelden was namelijk nog steeds een oud pad; er was geen vernieuwing en geen vooruitgang. Ze bleven zich vasthouden aan het feit van Jezus’ kruisiging, aan de praktijk om mensen tot bekering en het belijden van hun zonden aan te sporen, aan de gezegden dat wie tot het einde volhardt, gered zal worden, dat de man het hoofd van de vrouw is en de vrouw haar man moet gehoorzamen, en nog meer aan de traditionele opvatting dat zusters niet mogen prediken, maar alleen gehoorzamen. Als dergelijk leiderschap was blijven voortbestaan, zou de Heilige Geest nooit in staat zijn geweest om nieuw werk uit te voeren, om mensen van doctrines te verlossen of om ze het domein van vrijheid en schoonheid binnen te leiden. Daarom moet deze fase van het werk, waarmee het tijdperk verandert, door God Zelf worden gedaan en gesproken; geen mens kan dat anders in Zijn plaats doen. Tot dusver is al het werk van de Heilige Geest buiten deze stroom tot stilstand gekomen en zijn mensen die door de Heilige Geest werden gebruikt de kluts kwijtgeraakt. Aangezien het werk van de mens die door de Heilige Geest wordt gebruikt verschilt van het werk dat God Zelf doet, zijn hun identiteit en de personen ten behoeve van wie ze handelen eveneens verschillend. Het werk dat de Heilige Geest voor ogen heeft, is namelijk anders, daarom krijgen mensen die eveneens werk doen, verschillende identiteiten en statussen toegemeten. De mensen die door de Heilige Geest worden gebruikt, kunnen ook wat nieuw werk doen en wat werk uit het voorgaande tijdperk elimineren, maar ze kunnen niet de gezindheid en de wil van God in het nieuwe tijdperk verwoorden. Ze werken alleen om het werk van het voorgaande tijdperk af te danken en niet om het nieuwe werk te doen met het doel de gezindheid van God Zelf rechtstreeks te vertegenwoordigen. Dus, hoeveel achterhaalde praktijken ze ook afschaffen of hoeveel nieuwe praktijken ze ook introduceren, ze vertegenwoordigen nog steeds de mens en schepselen. Wanneer God Zelf echter werk uitvoert, verklaart Hij niet openlijk de afschaffing van de praktijken van het oude tijdperk of kondigt Hij het begin van een nieuw tijdperk niet rechtstreeks aan. Hij is direct en duidelijk in Zijn werk. Hij is openhartig in de uitvoering van het werk dat Hij voor ogen heeft, Hij brengt het werk dat Hij verricht heeft direct tot uiting, doet direct Zijn oorspronkelijk beoogde werk, waardoor Hij Zijn wezen en gezindheid laat zien. In de ogen van de mens verschillen Zijn gezindheid en daarmee ook Zijn werk van die in voorbije tijdperken. Maar vanuit Gods eigen perspectief is dit slechts een voortzetting en verdere ontwikkeling van Zijn werk. Wanneer God Zelf werkt, uit Hij Zijn woord en begint Hij het nieuwe werk direct. Wanneer de mens werkt, daarentegen, is het na overdenking en studie, of is het een voortvloeisel van kennis en systematisering van praktijken op basis van het werk van anderen. Dat wil zeggen: de essentie van het werk dat de mens doet, is het volgen van een gevestigde orde en “oude paden bewandelen in nieuwe schoenen”. Dit betekent dat zelfs het pad dat de mensen bewandelen die door de Heilige Geest worden gebruikt, is gebaseerd op het pad dat God Zelf geopend heeft. De conclusie is dus: de mens blijft mens en God blijft God.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (1)
Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.
Andere video's