Dagelijkse woorden van God: Het blootleggen van de verdorvenheid van de mensheid | Fragment 348

11 augustus 2020

Het beheren van de mens is mijn taak en hem door mij te laten overwinnen is zelfs nog meer iets dat werd verordend toen ik de wereld schiep. Mensen zullen misschien niet weten dat ik hen in de laatste dagen volledig zal overwinnen en ze zijn zich misschien ook niet bewust dat het bewijs van mijn overwinning op Satan is om de rebellerenden onder de mensheid te overwinnen. Maar toen mijn vijand de strijd met mij aanging, had ik het al verteld dat ik de overwinnaar zou worden van diegenen die Satan had gevangengenomen en tot zijn kinderen en zijn loyale dienstknechten had gemaakt die waakten over zijn huis. De oorspronkelijke betekenis van overwinnen is om te verslaan, om te onderwerpen aan vernedering. Geformuleerd in de taal van de Israëlieten betekent dit het volledig verslaan, vernietigen en onbekwaam maken voor verder verzet tegen mij. Maar vandaag de dag betekent het, zoals het onder jullie wordt gebruikt, overwinnen. Jullie zouden moeten weten dat het mijn bedoeling is om de kwaadaardige volledig uit te roeien en te verdrijven uit de mensheid, zodat hij niet langer tegen mij kan rebelleren, laat staan de adem heeft om mijn werk te onderbreken of te verstoren. Dus, wat de mens betreft, is het overwinning gaan betekenen. Wat ook de connotaties van de term zijn, mijn werk is om de mensheid te verslaan. Want ook al is het waar dat de mensheid een aanvulling is op mijn management, is de mensheid, om het preciezer te stellen, niemand anders dan mijn vijand. De mensheid is de kwaadaardige die mij tegenspreekt en ongehoorzaam is. De mensheid is niemand anders dan het nageslacht van de kwaadaardige die door mij is vervloekt. De mensheid is niemand minder dan de afstammeling van de aartsengel die mij verraadde. De mensheid is niets anders dan de erfenis van de duivel die, lang geleden door mij afgewezen, sindsdien mijn onverzoenlijke vijand is. Boven het menselijk ras daalt de lucht neer, duister en somber, zonder een glimp van helderheid, en de menselijke wereld wordt ondergedompeld in donkere duisternis, zodat iemand die erin leeft zelfs zijn uitgestrekte hand niet kan zien voor zijn ogen of de zon wanneer hij zijn hoofd opheft. De weg onder zijn voeten, modderig en vol kuilen, kronkelt bochtig; het hele land is bezaaid met lijken. De donkere hoeken zijn gevuld met de overblijfselen van de doden en in de koele en schaduwrijke hoeken hebben massa’s demonen hun intrek genomen. En overal in de wereld van mensen is het een komen en gaan van hordes demonen. Het nageslacht van alle soorten beesten, bedekt met vuiligheid, is verwikkeld in een veldslag, waarvan het geluid angst in het hart aanjaagt. Waar gaat men dan op zoek naar de gelukzaligheid van het leven, op zulke momenten, in zo’n wereld, zo’n ‘aards paradijs’? Waar zou iemand naartoe gaan om de bestemming van zijn leven te vinden? De mensheid, lang geleden vertrapt onder de voeten van Satan, is vanaf het begin een acteur geweest die het beeld van Satan heeft aangenomen – sterker nog, de belichaming van Satan, die luid en duidelijk als het bewijs dient dat van Satan getuigt. Hoe kan zo’n menselijk ras, zo’n stelletje gedegenereerd uitschot en dergelijke nakomelingen van deze corrupte menselijke familie getuigen van God? Waar komt mijn glorie vandaan? Waar kan iemand beginnen te spreken over mijn getuigenis? Want de vijand, die de mensheid corrupt heeft gemaakt, is tegen mij en heeft de mensheid al genomen – de mensheid die ik lang geleden heb geschapen en die vervuld was met mijn glorie en mijn leven – en heeft hen vervuild. Hij heeft mijn glorie weggenomen, en alles wat de mens doordrenkt heeft is vergif zwaar doorregen met de lelijkheid van Satan, en vruchtensap van de boom van kennis van goed en kwaad. In het begin schiep ik de mensheid, dat wil zeggen, ik schiep Adam de voorouder van de mensheid. Hij was begiftigd met vorm en beeld, bruisend van kracht, bruisend van vitaliteit, en was bovendien in het gezelschap van mijn glorie. Dat was de glorieuze dag toen ik de mens schiep. Daarna werd Eva uit het lichaam van Adam voortgebracht, en zij was ook de voorouder van de mens, en zo werden de mensen die ik schiep vervuld met mijn adem en bruisend van mijn glorie. Adam werd oorspronkelijk geboren uit mijn hand en was de weergave van mijn beeld. Dus de oorspronkelijke betekenis van ‘Adam’ was een door mij geschapen wezen doordrenkt met mijn levensenergie, doordrenkt met mijn glorie, vorm en beeld hebbende, geest en adem hebbende. Hij was het enige geschapen wezen, die een geest bezat, dat in staat was om mij te vertegenwoordigen, om mijn beeld te dragen en mijn adem te ontvangen. In het begin was Eva de tweede mens met adem, wiens schepping ik had ingesteld, dus de oorspronkelijke betekenis van ‘Eva’ was een geschapen wezen dat mijn eer zou voortzetten, vervuld met mijn vitaliteit en verder begiftigd met mijn glorie. Eva kwam uit Adam, dus ook zij droeg mijn beeld, want zij was de tweede mens die naar mijn beeld geschapen werd. De oorspronkelijke betekenis van ‘Eva’ was een levend mens, met geest, vlees en botten, mijn tweede getuigenis evenals mijn tweede beeld onder de mensheid. Zij waren de voorouders van de mensheid, de zuivere en kostbare schat van de mens, en vanaf het begin levende wezens begiftigd met geest. Maar de kwaadaardige nam het nageslacht van de voorouders van de mensheid en vertrapte hen en nam hen gevangen, stortte de menselijke wereld in volledige duisternis en zorgde ervoor dat het nageslacht niet langer in mijn bestaan geloofde. Nog afschuwelijker is dat, terwijl de kwaadaardige de mensen corrumpeert en vertrapt, hij mijn heerlijkheid wreed wegrukt, mijn getuigenis, de vitaliteit die ik aan hen schonk, de adem en het leven dat ik erin blies, al mijn glorie in de menselijke wereld, en al het bloed van het hart dat ik heb besteed aan de mensheid. De mensheid is niet langer in het licht en heeft alles verloren dat ik aan haar heb geschonken, en de glorie die ik heb geschonken opzijgezet. Hoe kan ze erkennen dat ik de Heer ben van alle geschapen wezens? Hoe kan ze blijven geloven in mijn bestaan in de hemel? Hoe kan zij de manifestaties van mijn glorie op aarde ontdekken? Hoe kunnen deze kleinzonen en kleindochters de God aannemen die hun eigen voorouders vereerden als de Heer die hen heeft geschapen? Deze meelijwekkende kleinzonen en kleindochters hebben de glorie, en het beeld, royaal ‘gepresenteerd’ aan de kwaadaardige, evenals de getuigenis die ik aan Adam en Eva schonk, evenals het leven dat ik aan de mensheid schonk en waarvan zij afhankelijk is om te bestaan, en zonder in het geringste bij de aanwezigheid van de kwaadaardige stil te staan, heeft ze al mijn glorie aan hem gegeven. Is dit niet de oorsprong van de benaming ‘uitschot’? Hoe kan zo’n mensheid, kunnen zulke kwade demonen, dergelijke wandelende lijken, zulke beelden van Satan en dergelijke vijanden van mij, vervuld zijn met mijn glorie? Ik zal mijn glorie weer in bezit nemen, mijn getuigenis terugroepen dat bestaat onder de mensen, en alles wat ooit aan mij toebehoorde en dat ik de mensheid lang geleden gaf – ik zal de mensheid volledig overwinnen. Je zou echter moeten weten dat de mensen die ik schiep heilige mensen waren die mijn beeld en mijn glorie droegen. Ze behoorden niet toe aan Satan, noch waren ze onderworpen aan zijn vertrapping, maar waren puur een manifestatie van mij, vrij van het geringste spoor van Satans gif. En dus laat ik de mensheid weten dat ik alleen datgene wil dat is geschapen door mijn hand, de heiligen die ik liefheb en die bij geen enkele andere entiteit horen. Verder zal ik plezier in hen hebben en hen beschouwen als mijn glorie. Maar wat ik wil is niet de mensheid die gecorrumpeerd is door Satan, die vandaag de dag aan Satan toebehoort, en die niet langer mijn oorspronkelijke schepping is. Omdat ik van plan ben mijn glorie die bestaat in de menselijke wereld terug te nemen, zal ik een volledige overwinning behalen over de overblijvende overlevenden onder de mensheid, als bewijs van mijn glorie aangaande het verslaan van Satan. Ik neem alleen mijn getuigenis als een kristallisatie van mijzelf, als het object van mijn plezier. Dit is mijn wil.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wat het betekent om een echt persoon te zijn

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Delen

Annuleren

Neem contact op via Messenger