Gods liefde voor de mensheid

blijkt voornamelijk uit Zijn werk dat Hij in het vlees heeft gedaan,

door mensen persoonlijk te redden,

van aangezicht tot aangezicht met hen te spreken en te leven,

zonder enige afstand, zonder enige valse schijn, maar volkomen waarachtig.

Hij redt mensen in zoverre

dat Hij in staat was om vlees te worden en door jaren van pijn heen te gaan met mensen in de wereld,

allemaal vanwege Zijn liefde en mededogen voor de mensheid,

allemaal vanwege Zijn liefde en mededogen voor de mensheid.

Gods liefde voor mensen is onvoorwaardelijk en stelt geen eisen.

Wat ontvangt Hij in ruil daarvoor van hen?

Mensen zijn koel jegens God. Wie is in staat om God als God te behandelen?

Mensen bieden God niet het minste beetje troost;

tot op de dag van vandaag heeft God nog steeds geen ware liefde van de mensheid gekregen.

God blijft gewoon onzelfzuchtig geven en in alles voorzien.

God blijft gewoon onzelfzuchtig geven en in alles voorzien.

Mensen bieden God niet het minste beetje troost;

tot op de dag van vandaag heeft God nog steeds geen ware liefde van de mensheid gekregen.

God blijft gewoon onzelfzuchtig geven en in alles voorzien.

God blijft gewoon onzelfzuchtig geven en in alles voorzien.

uit ‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’