God Zelf, de unieke II

Gods rechtvaardige gezindheid (Deel één)

Nu jullie hebben geluisterd naar de vorige communicatie over Gods gezag, vertrouw ik erop dat jullie over een heel scala aan woorden beschikken over het onderwerp. Hoeveel jullie kunnen accepteren, bevatten en begrijpen, hangt allemaal af van hoeveel moeite jullie ervoor gaan doen. Ik hoop dat jullie deze kwestie serieus kunnen benaderen; in geen geval zouden jullie daar halfslachtig mee om moeten gaan! Welnu, is Gods gezag kennen gelijk aan het kennen van God als geheel? Je kunt zeggen dat het kennen van Gods gezag het begin is van het kennen van de unieke God Zelf, en je zou ook kunnen zeggen dat het kennen van Gods gezag betekent dat men reeds de poort binnen is gestapt om het wezen van de unieke God Zelf te kennen. Dit begrip is één deel van het kennen van God. Wat is dan het andere deel? Dit is het onderwerp waar ik vandaag over zou willen communiceren – Gods rechtvaardige gezindheid.

Ik heb twee Bijbelgedeeltes geselecteerd om over te communiceren in het onderwerp van vandaag: het eerste gedeelte betreft Gods vernietiging van Sodom, te vinden in Genesis 19:1-11 en Genesis 19:24-25; het tweede gaat over de bevrijding van Nineve door God, te vinden in Jona 1:1-2, in aanvulling op het derde en vierde hoofdstuk van het boek. Ik vermoed dat jullie allemaal graag willen horen wat ik te zeggen heb over deze twee gedeeltes. Wat ik zeg, kan natuurlijk niet afwijken van het thema van God kennen en Zijn wezen kennen, maar wat zal de focus van de communicatie van vandaag zijn? Weet iemand van jullie dat? Welke delen van mijn communicatie over ‘Gods gezag’ hebben jullie aandacht getrokken? Waarom zei ik dat alleen Degene die zulk gezag en zulke macht bezit God Zelf is? Wat wilde ik daarmee uitleggen? Waarvan wilde ik jullie op de hoogte brengen? Zijn Gods gezag en macht een aspect van hoe Zijn wezen wordt weergegeven? Zijn ze een deel van Zijn wezen dat Zijn identiteit en status bewijst? Hebben deze vragen jullie gezegd wat ik ga zeggen? Wat wil ik dat jullie begrijpen? Denk hier goed over na.

Als de mens zich koppig tegen God keert, wordt hij vernietigd door Gods toorn

Laten we allereerst enkele gedeeltes in de Schrift bekijken die ‘Gods vernietiging van Sodom’ beschrijven.

Gen. 19:1-11 De twee engelen kwamen ’s avonds in Sodom aan. Lot zat juist in de stadspoort. Zodra hij hen zag stond hij op, ging hun tegemoet en boog zich diep voor hen neer. ‘Heren,’ zei hij, ‘komt u toch mee. Het huis van uw dienaar staat voor u open; overnacht daar en was er uw voeten. Dan kunt u morgenvroeg uw weg vervolgen.’ ‘Nee, dank u,’ antwoordden ze, ‘we overnachten wel op het plein.’ Omdat hij echter sterk bleef aandringen, gingen ze met hem mee naar zijn huis. Daar maakte hij een maaltijd voor hen klaar; hij bakte brood en ze aten bij hem. Maar nog voordat Lot en zijn gasten konden gaan slapen, liepen alle mannen van Sodom bij Lots huis te hoop, jong en oud, niemand uitgezonderd. ‘Waar zijn die mannen die bij je overnachten?’ riepen ze Lot toe. ‘Breng ze naar buiten, we willen ze nemen!’ Lot ging naar buiten en deed de deur achter zich dicht. ‘Maar vrienden, zoiets kunnen jullie toch niet doen!’ zei hij. ‘Luister, ik heb twee dochters die nog nooit met een man geslapen hebben. Die zal ik bij jullie brengen, doe met hen wat jullie willen. Maar laat die mannen met rust, ik heb hun niet voor niets een veilig onderkomen geboden.’ Maar ze schreeuwden: ‘Uit de weg!’ Ook riepen ze: ‘Dat woont hier als vreemdeling en moet ons zo nodig de wet voorschrijven. Wacht maar, jij zult er ook van lusten, en nog meer dan zij!’ En ze drongen Lot ruw opzij en wilden de deur openbreken. Maar de twee mannen trokken Lot het huis in en deden de deur weer dicht, en ze sloegen alle mannen die bij de ingang van het huis waren, jong en oud, met blindheid, zodat ze tevergeefs probeerden de ingang te vinden.

Gen. 19:24-25 Toen liet Jehova Zijn zwavel en vuur uit de hemel op Sodom en Gomorra neerkomen. Hij keerde die steden en de hele vlakte eromheen om, met alle inwoners van de steden en de gewassen op het land.

Uit deze gedeeltes is het niet moeilijk in te zien dat het met de ongerechtigheid en verdorvenheid van Sodom al zodanig gesteld was dat het zowel de mens als God verafschuwde, en dat in de ogen van God de stad daarom vernietigd moest worden. Maar wat gebeurde er in de stad voordat deze werd vernietigd? Wat kunnen mensen van deze gebeurtenissen leren? Wat laat Gods houding ten opzichte van deze gebeurtenissen mensen zien over Zijn gezindheid? Laten we, om het hele verhaal te begrijpen, zorgvuldig lezen wat er in de Schrift is opgetekend …

De verdorvenheid van Sodom: het maakt de mens woedend en God razend

Die avond ontving Lot twee boodschappers van God en bereidde een feestmaal voor hen. Na het eten, voordat ze gingen slapen, omringden mensen uit de hele stad de woning van Lot en riepen ze Lot. De Schrift vermeldt dat ze zeiden: “Waar zijn die mannen die bij je overnachten? … Breng ze naar buiten, we willen ze nemen!” Wie zei deze woorden? Tot wie werden ze gesproken? Dit waren de woorden van het volk van Sodom, die ze riepen buiten de woning van Lot en ze waren bestemd voor Lot. Hoe voelt het om deze woorden te horen? Ben je woedend? Maken deze woorden je ziek? Kook je van woede? Stinken deze woorden niet naar Satan? Kun je door hun woorden het kwaad en de duisternis in deze stad aanvoelen? Kun je de diepte van de wreedheid en barbaarsheid van het gedrag van deze mensen voelen in hun woorden? Kun je de diepte van hun verdorvenheid voelen in hun gedrag? Uit de inhoud van wat ze zeggen, is het niet moeilijk om te zien dat hun inslechte aard en wilde gezindheid een niveau had bereikt dat ze zichzelf niet meer in de hand hadden. Behalve Lot, was iedereen in deze stad niet anders dan Satan; alleen al het zien van een andere persoon maakte dat deze mensen deze wilden beschadigen en verslinden. … Deze dingen geven niet alleen een idee van de afschuwelijke en angstaanjagende aard van de stad, en van de aura des doods om deze stad; ze geven ook een gevoel van zijn ongerechtigheid en bloeddorstigheid.

Hoe reageerde Lot toen hij oog in oog stond met een bende onmenselijke boeven, mensen die vervuld waren van zielvernietigende eerzucht? Volgens de Schrift: “‘Zoiets kunnen jullie toch niet doen!’ zei hij. ‘Luister, ik heb twee dochters die nog nooit met een man geslapen hebben. Die zal ik bij jullie brengen, doe met hen wat jullie willen. Maar laat die mannen met rust, ik heb hun niet voor niets een veilig onderkomen geboden.’” Lot bedoelde het volgende met zijn woorden: hij was bereid zijn twee dochters op te offeren om de boodschappers te beschermen. Als ze redelijk waren, hadden deze mensen moeten instemmen met de voorwaarden van Lot en de twee boodschappers met rust moeten laten; de boodschappers waren tenslotte volslagen vreemden voor hen, mensen die absoluut niets met hen te maken hadden; deze twee boodschappers hadden hun belangen nooit geschaad. Maar gedreven door hun slechtheid lieten ze de zaak niet rusten. Integendeel, ze versterkten alleen hun pogingen. Hier kan nog een van hun gesprekken zonder meer een nader inzicht verschaffen in de ware boosaardigheid van deze mensen; tegelijkertijd laat het je ook de reden weten en begrijpen waarom God deze stad wilde vernietigen.

Dus wat zeiden ze daarna? Zoals de Bijbel zegt: “‘Uit de weg!’ Ook riepen ze: ‘Dat woont hier als vreemdeling en moet ons zo nodig de wet voorschrijven. Wacht maar, jij zult er ook van lusten, en nog meer dan zij!’ En ze drongen Lot ruw opzij en wilden de deur openbreken.” Waarom wilden ze de deur intrappen? De reden is dat ze maar al te graag die twee boodschappers kwaad wilden doen. Wat deden die boodschappers in Sodom? Hun doel was om Lot en zijn familie te redden; de mensen in de stad dachten echter ten onrechte dat ze officiële ambten wilden innemen. Zonder naar hun doel te vragen, alleen om een vermoeden wilde de stad deze twee boodschappers wreed schade toebrengen; ze wilden twee mensen kwaad doen die helemaal niets met hen te maken hadden. Het is duidelijk dat de mensen in deze stad hun menselijkheid en verstand volkomen verloren hadden. De mate van hun waanzin en wildheid verschilde al niet meer van de wrede aard waarmee Satan mensen verwondt en verslindt.

Wat deed Lot toen deze mensen van hem eisten dat hij ze aan hen overdroeg? Uit de tekst weten we dat Lot ze niet heeft overgedragen. Kende Lot deze twee boodschappers van God? Natuurlijk niet! Maar waarom was hij in staat om deze twee mensen te redden? Wist hij wat ze kwamen doen? Hoewel hij zich niet bewust was van de reden van hun komst, wist hij dat ze Gods dienstknechten waren, en daarom ontving hij ze. Dat hij deze dienaren van God heren kon noemen, laat zien dat Lot gewoonlijk een volgeling van God was, in tegenstelling tot de anderen in Sodom. Daarom riskeerde hij, toen de boodschappers van God tot hem kwamen, zijn eigen leven om deze twee dienaren te ontvangen; bovendien bood hij ook zijn twee dochters in ruil aan om deze twee dienaren te beschermen. Dit is Lots rechtvaardige daad; het is ook een tastbare uitdrukking van Lots aard en wezen, en het is ook de reden waarom God Zijn dienaren stuurde om Lot te redden. Toen hij werd geconfronteerd met gevaar, beschermde Lot deze twee dienaren zonder ergens anders aan te denken; hij probeerde zelfs zijn twee dochters aan te bieden in ruil voor de veiligheid van de dienaren. Was er, behalve Lot, iemand anders in de stad die zoiets had kunnen doen? Nee! Zoals de feiten uitwijzen. Daarom is het vanzelfsprekend dat iedereen in Sodom, behalve Lot, een doelwit voor vernietiging was, en dat ook verdiende.

Sodom wordt vernietigd omdat het Gods toorn over zich heeft afgeroepen

Toen de mensen van Sodom deze twee dienaren zagen, vroegen ze niet waarvoor ze kwamen, noch vroeg iemand of ze gekomen waren om Gods wil te verspreiden. Integendeel, ze vormden een bende en kwamen, zonder een verklaring af te wachten, om deze twee dienaren als wilde honden of wrede wolven te grijpen. Zag God deze dingen op het moment dat ze gebeurden? Wat dacht God in Zijn hart over zulk menselijk gedrag, zulke dingen? God besloot deze stad te vernietigen; Hij zou niet aarzelen of wachten, noch zou Hij geduld blijven tonen. Zijn dag was gekomen en dus deed Hij het werk dat Hij wenste te doen. Genesis 19:24-25 zegt daarom: “Toen liet Jehova Zijn zwavel en vuur uit de hemel op Sodom en Gomorra neerkomen. Hij keerde die steden en de hele vlakte eromheen om, met alle inwoners van de steden en de gewassen op het land.” Deze twee verzen vertellen mensen de manier waarop God deze stad vernietigde; ze vertellen ook aan de mensen wat God heeft vernietigd. Ten eerste vertelt de Bijbel dat God de stad met vuur verbrandde, en dat de omvang van het vuur voldoende was om alle mensen en dat wat op de grond groeide te vernietigen. Dat wil zeggen dat het vuur dat uit de hemel viel niet alleen de stad vernietigde; het vernietigde ook alle mensen en levende dingen in de stad, allemaal zonder een spoor achter te laten. Nadat de stad was verwoest, was het land ontdaan van levende wezens. Er was geen leven meer, noch enig levensteken. De stad was een woestenij geworden, een lege plaats gevuld met doodse stilte. Er zouden geen kwaadaardige daden tegen God meer zijn op deze plaats; er zou geen slachting meer zijn, er zou geen bloed meer vloeien.

Waarom wilde God deze stad zo grondig verbranden? Wat kunnen jullie hieruit opmaken? Zou God het verdragen om de mensheid en de natuur, Zijn eigen scheppingen, zo vernietigd te zien worden? Als je Jehova Gods toorn kunt opmaken uit het vuur dat uit de hemel werd neergeworpen, dan is het niet moeilijk om het peil van Zijn woede af te lezen uit het doelwit van Zijn vernietiging, evenals uit de mate waarin deze stad werd vernietigd. Wanneer God een stad veracht, zal Hij Zijn straf daarover doen gelden. Wanneer God walgt van een stad, zal Hij herhaaldelijk waarschuwingen geven om mensen op de hoogte te stellen van Zijn toorn. Wanneer God echter beslist dat Hij een einde aan een stad zal maken en deze zal vernietigen – dat wil zeggen, wanneer Zijn toorn en majesteit beledigd zijn – dan zal Hij geen verdere straffen of waarschuwingen geven. In plaats daarvan zal Hij de stad gelijk vernietigen. Hij zal de stad volkomen laten verdwijnen. Dit is Gods rechtvaardige gezindheid.

Nadat Sodom herhaalde weerstand en vijandigheid jegens Hem heeft laten zien, roeit God de stad volledig uit

Wanneer we eenmaal een algemeen begrip hebben van Gods rechtvaardige gezindheid, kunnen we onze aandacht weer op de stad Sodom richten – wat God zag als een stad van zonde. Door het wezen van deze stad te begrijpen, kunnen we begrijpen waarom God de stad wilde vernietigen en waarom Hij deze zo volledig vernietigde. Hieruit kunnen we Gods rechtvaardige gezindheid leren kennen.

Vanuit menselijk oogpunt gezien was Sodom een stad die het verlangen van de mens en het kwaad van de mens volledig kon bevredigen. Met haar verleiding en betovering, met muziek en dans, nacht na nacht, dreef de welvaart mensen tot fascinatie en waanzin. Haar kwaad tastte de harten van mensen aan en betoverde hen tot ontaarding. Dit was een stad waar onreine geesten en boze geesten raasden; ze werd omringd door zonde en moord en was gevuld met een bloedige, bedorven geur. Het was een stad die mensen verkilde tot op het bot, een stad waarvan je zou terugdeinzen. Niemand in deze stad – man noch vrouw, jong noch oud – zocht de ware weg; niemand verlangde naar het licht of wilde de zonde uit de weg gaan. Ze leefden onder Satans macht, verdorvenheid en bedrog. Ze hadden hun menselijkheid verloren; ze hadden hun gezonde verstand verloren en ze hadden het oorspronkelijke doel van het bestaan van de mens verloren. Ze zondigden talloze malen in verzet tegen God; ze weigerden Zijn leiding en verzetten zich tegen Zijn wil. Het waren hun slechte daden die deze mensen, de stad en elk levend wezen in de stad, stap voor stap, naar het pad van de vernietiging voerden.

Hoewel deze twee gedeelten niet de details beschrijven van de omvang van de verdorvenheid van het volk van Sodom, maar in plaats daarvan hun gedrag tegenover Gods twee dienaren na hun aankomst in de stad, kan een simpele waarheid onthullen in hoeverre de mensen van Sodom verdorven en slecht waren en God weerstonden. Hiermee worden ook het ware gezicht en het wezen van de mensen van de stad blootgelegd. Ze accepteerden niet alleen Gods waarschuwingen niet, ze vreesden ook Zijn straf niet. Integendeel, ze minachtten Gods woede. Ze weerstonden God blindelings. Wat Hij ook deed of hoe Hij het ook deed, hun wrede aard nam alleen maar toe en zij verzetten zich herhaaldelijk tegen God. De mensen van Sodom stonden vijandig tegenover het bestaan van God, Zijn komst, Zijn straf en, nog meer, Zijn waarschuwingen. Ze zagen niets anders dat de moeite waard was om hen heen. Ze verslonden en kwetsten alle mensen die konden worden verslonden en gekwetst, en ze behandelden Gods dienstknechten niet anders. Als je kijkt naar alle slechte daden van de mensen uit Sodom, dan was het kwaad doen van Gods dienaren slechts het topje van de ijsberg en hun slechte natuur die dit onthulde betekende feitelijk niet veel meer dan een miniem detail. Daarom koos God ervoor om hen met vuur te vernietigen. God heeft geen overstroming gebruikt, noch heeft Hij een orkaan, aardbeving, tsunami of een andere methode gebruikt om de stad te vernietigen. Wat betekende het feit dat God vuur gebruikte om deze stad te vernietigen? Het betekende de totale vernietiging van de stad; het betekende dat de stad volledig van de aardbol verdween en niet meer bestond. Hier verwijst ‘vernietiging’ niet alleen naar het verdwijnen van de vorm en de structuur van de stad of zijn uiterlijk; het betekent ook dat de zielen van de mensen in de stad ophielden te bestaan en volledig uitgeroeid waren. Simpel gezegd: alle mensen, gebeurtenissen en dingen die verband hielden met de stad werden vernietigd. Er zou geen leven na de dood of reïncarnatie voor hen zijn; God had hen voor eens en voor altijd uitgeroeid uit de mensheid, Zijn schepping. Het ‘gebruik van vuur’ riep de zonde een halt toe, en het betekende een einde aan de zonde; deze zonde zou ophouden te bestaan en zich niet meer verspreiden. Het betekende dat het kwaad van Satan zijn voedingsbodem had verloren, evenals het kerkhof waarin het een plek had om te verblijven en te blijven leven. In de oorlog tussen God en Satan is Gods gebruik van vuur het merk van Zijn overwinning waarmee Satan wordt gebrandmerkt. De vernietiging van Sodom is een grote misstap in Satans ambitie om God te weerstaan door mensen te verderven en te verslinden, en het is eveneens een vernederend teken van een periode in de ontwikkeling van de mensheid waarin de mens Gods leiding verwierp en zichzelf overgaf aan zondigheid. Bovendien is het een verslag van een ware openbaring van Gods rechtvaardige gezindheid.

Toen het vuur dat God uit de hemel stuurde Sodom tot niet meer dan as had teruggebracht, betekende het dat de stad met de naam “Sodom” zou ophouden te bestaan, net zoals alles in de stad zelf. De stad werd vernietigd door Gods toorn; ze verdween onder Gods toorn en majesteit. Vanwege Gods rechtvaardige gezindheid ontving Sodom haar rechtvaardige straf; vanwege Gods rechtvaardige gezindheid ontving de stad haar rechtvaardige einde. Het einde van het bestaan van Sodom was te wijten aan haar kwaad, en het was ook terug te voeren op Gods verlangen om deze stad nooit meer te hoeven zien, evenals de mensen die erin woonden of enig leven dat in de stad was ontstaan. Gods “verlangen om de stad nooit meer te zien” is Zijn toorn, evenals Zijn majesteit. God verbrandde de stad omdat haar ongerechtigheid en zonde ervoor zorgde dat Hij woede, afkeer en walging voelde en Hij de stad of de mensen en levende dingen in de stad nooit meer wenste te zien. Toen de stad eenmaal was afgebrand en er alleen as achterbleef, was deze echt opgehouden te bestaan in Gods ogen; zelfs Zijn herinneringen aan de stad waren weg, uitgewist. Dit betekent dat het vuur dat uit de hemel werd gezonden niet alleen de hele stad Sodom en de van ongerechtigheden vervulde mensen in de stad vernietigde, en ook niet alleen alle dingen vernietigde in de stad die door de zonde waren bevlekt; maar meer nog, deze brand vernietigde de herinneringen aan het kwaad en het verzet van de mensheid tegen God. Dit was Gods reden waarom Hij de stad verbrandde.

Een mensheid was tot in het extreme verdorven geworden. Ze wisten niet wie God was of waar ze vandaan kwamen. Als je God noemde, reageerden deze mensen met aanvallen, kwaadsprekerij en godslastering. Zelfs toen Gods dienaren waren gekomen om Zijn waarschuwing te verspreiden, vertoonden deze verdorven mensen niet alleen geen tekenen van berouw; ze gaven hun slechte gedrag niet op. Integendeel, zij berokkenden schaamteloos schade aan Gods dienstknechten. Wat zij uitdrukten en openbaarden, was de extreme vijandschap in hun natuur en wezen jegens God. We kunnen zien dat het verzet van deze verdorven mensen tegen God meer was dan een openbaring van hun verdorven gezindheid, net zoals het meer was dan een geval van laster of spotternij als gevolg van een gebrek aan begrip van de waarheid. Stompzinnigheid noch onwetendheid veroorzaakte hun slechte gedrag; het was niet omdat deze mensen waren bedrogen, en het was zeker niet omdat ze waren misleid. Hun gedrag had het niveau bereikt van schaamteloze, brutale vijandigheid, tegenstand en oproer tegen God. Zonder twijfel zou dit soort menselijk gedrag God woedend maken, en het zou Zijn gezindheid woedend maken – een gezindheid die niet beledigd mag worden. Daarom heeft God direct en openlijk Zijn toorn en Zijn majesteit op de stad losgelaten; dit is een ware openbaring van Zijn rechtvaardige gezindheid. Geconfronteerd met een stad die overliep van zonde, wenste God deze te vernietigen op de snelst mogelijke manier; Hij wenste de mensen in de stad en al hun zonden op de meest volledige manier uit te roeien, om de mensen van deze stad op te laten houden te bestaan en te voorkomen dat de zonde binnen deze plaats zich zou vermenigvuldigen. De snelste en meest volledige manier om dit te doen was om de stad plat te branden. Gods houding ten opzichte van de mensen van Sodom was er niet een van verlating of veronachtzaming; veeleer gebruikte Hij Zijn toorn, majesteit en gezag om deze mensen te straffen, neer te slaan en volledig te vernietigen. Zijn houding tegenover hen was niet alleen fysieke vernietiging, maar ook vernietiging van de ziel, eeuwige uitroeiing. Dit is de ware implicatie van Gods verlangen dat ze zouden ‘ophouden te bestaan’.

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Neem contact op via Messenger