Yang Mingzhen was vroeger een zakenvrouw met een eigen fabriek en haar vrienden en familie vonden haar een supervrouw. Nadat ze gelovig is geworden, zet ze zich vol overtuiging in en vervult ze actief haar plicht in de kerk. Ze vindt dat onderwerping aan God nu in zekere zin werkelijk voor haar is. Wanneer de kerk haar de taak geeft om broeders en zusters bij haar thuis te ontvangen, stemt ze hier met tegenzin mee in. Eigenlijk wil ze dit niet doen en wil ze tegenstribbelen. Ze vindt dat gastvrouw zijn beneden haar waardigheid is en denkt dat anderen op haar zullen neerkijken. Zal ze zich werkelijk kunnen onderwerpen, nu ze een taak krijgt die niet strookt met haar verlangens? En wat voor beloning zal ze uiteindelijk krijgen?