Dagelijkse woorden van God: God kennen | Fragment 29

23 mei 2020

God heeft de mensheid geschapen; ongeacht of zij verdorven zijn geraakt of Hem volgen, God behandelt mensen als Zijn geliefden – of zoals mensen zouden zeggen, degenen die Hem het meest dierbaar zijn – en niet als Zijn speeltjes. God zegt dat Hij de Schepper is en dat de mens Zijn schepping is en dit klinkt misschien alsof er een klein verschil in rang is. In werkelijkheid gaat echter alles wat God voor de mensheid heeft gedaan, dit soort relatie ver te boven. God heeft de mensheid lief, zorgt voor de mensheid en bekommert zich om de mensheid. Ook voorziet hij voortdurend en onophoudelijk in de behoeften van de mensheid. Nooit voelt Hij in Zijn hart dat dit extra werk is of iets wat veel lof verdient. Evenmin heeft Hij het gevoel dat Hij een enorme bijdrage aan de mensheid levert door de mensheid te redden, hun de nodige dingen te verschaffen en hun alles te geven. Hij zorgt eenvoudigweg in alle rust en stilte voor de mensheid, op Zijn eigen manier en via Zijn eigen wezen en wat Hij heeft en is. Hoeveel zorg en hoeveel hulp de mensheid ook van Hem krijgt, God denkt er nooit aan om met de eer te strijken en Hij doet daar ook geen pogingen toe. Dit wordt bepaald door het wezen van God en het is tevens precies een ware uitdrukking van Gods gezindheid. Daarom zien we nooit, ongeacht of dat in de Bijbel of andere boeken is, dat God Zijn gedachten uit, en we zien ook nooit dat God aan mensen beschrijft of verklaart waarom Hij deze dingen doet, of waarom Hij zoveel om de mensheid geeft, om ervoor te zorgen dat de mensheid Hem dankbaar is of Hem prijst. Zelfs wanneer Hij lijdt, wanneer Zijn hart extreme pijn ervaart, vergeet Hij nooit Zijn verantwoordelijkheid jegens de mensheid of Zijn zorg voor de mensheid, terwijl Hij dit lijden en deze pijn alleen in stilte draagt. Integendeel, God blijft in de behoeften van de mensheid voorzien zoals Hij altijd doet. Al komt het vaak voor dat de mensheid God prijst of van Hem getuigt, God vraagt niet om zulk gedrag. De reden hiervoor is dat het nooit Gods bedoeling is dat Hij dankbaarheid ontvangt voor de goede dingen die Hij voor de mensheid doet, of daarvoor wordt terugbetaald. Aan de andere kant ontvangen de mensen die God vrezen en het kwaad mijden, die God werkelijk volgen, naar Hem luisteren en loyaal aan Hem zijn, en degenen die Hem gehoorzamen dikwijls Gods zegeningen, en God zal deze zegeningen zonder voorbehoud schenken. Bovendien gaan de zegeningen die mensen van God ontvangen, vaak hun voorstellingsvermogen te boven en ook alles wat mensen kunnen terugdoen voor wat zij hebben gedaan of de prijs die zij hebben betaald. Wanneer de mensheid Gods zegeningen geniet, geeft iemand dan om wat God doet? Toont iemand belangstelling voor hoe God Zich voelt? Probeert er dan iemand besef van Gods pijn te krijgen? Het precieze antwoord op deze vraag luidt: nee! Kan ook maar iemand van de mensen, inclusief Noach, beseffen welke pijn God op dat moment voelde? Kan iemand bevatten waarom God zo'n verbond sloot? Dat kunnen ze niet! De mensheid heeft geen besef van Gods pijn, niet omdat ze Gods pijn niet kunnen begrijpen en ook niet vanwege de kloof tussen God en mens of het verschil in hun status; de reden is meer dat het de mensheid niets kan schelen wat God voelt. De mensheid denkt dat God onafhankelijk is – God heeft geen mensen nodig die om Hem geven, Hem begrijpen of Hem aandacht geven. God is God, dus heeft Hij geen pijn of emoties; Hij wordt niet verdrietig, Hij ervaart geen smart en Hij huilt zelfs niet. God is God, dus hoeft Hij geen emoties te uiten en heeft Hij geen emotionele troost nodig. Als Hij deze onder bepaalde omstandigheden wel nodig heeft, zal Hij het Zelf oplossen, zonder dat Hij daarbij hulp van de mensheid nodig heeft. Omgekeerd zijn het de zwakke, onvolwassen mensen die Gods troost, zorg, en bemoediging nodig hebben; Hij moet hun zelfs altijd en overal troost bieden in hun emoties. Dat is de gedachte die diep in het hart van de mensheid verscholen zit: de mens is de zwakke partij, zij hebben God nodig om in alles voor hen te zorgen, zij verdienen alle zorg die ze van God ontvangen en ze kunnen God alles vragen wat hen naar hun idee toekomt. God is de sterke partij; Hij heeft alles en Hij behoort de hoeder van de mensheid te zijn en degene die zegeningen schenkt. Omdat Hij reeds God is, is Hij almachtig en heeft Hij nooit iets van de mensheid nodig.

Omdat de mens nooit aandacht aan Gods openbaringen schenkt, heeft hij nooit Gods verdriet, pijn of vreugde gevoeld. Omgekeerd echter kent God alle uitingen van de mens als de palm van Zijn hand. God voorziet altijd en overal in de behoefte van iedereen; Hij neemt de veranderende gedachten van elke persoon waar en kan hen daarom troosten en aansporen en hen leiden en illumineren. Als het gaat om de dingen die God voor de mensheid heeft gedaan en om alles wat Hem dat omwille van hen gekost heeft, kunnen mensen dan een passage in de Bijbel vinden of iets wat God tot nu toe heeft gezegd, waaruit duidelijk blijkt dat God iets van de mens zal vragen? Nee! Integendeel, hoe de mensen ook veronachtzamen wat God denkt, Hij leidt de mensheid nog steeds herhaaldelijk en voorziet herhaaldelijk in hun behoeften en helpt hen, om hen Gods weg te laten volgen, zodat ze de prachtige bestemming die Hij voor hen bereid heeft, kunnen ontvangen. Wat God betreft, wat Hij heeft en is, Zijn genade, Zijn barmhartigheid en al Zijn beloningen zullen zonder voorbehoud worden geschonken aan degenen die Hem liefhebben en volgen. Maar Hij laat nooit iemand de pijn die Hij heeft ervaren of Zijn gemoedstoestand zien, en Hij klaagt er nooit over als iemand geen aandacht voor Hem heeft of Zijn wil niet kent. Hij draagt dit alles in stilte en wacht op de dag dat de mensheid in staat zal zijn het te begrijpen.

Waarom zeg ik deze dingen hier? Wat merken jullie op uit de dingen die ik heb gezegd? Er is iets in Gods wezen en gezindheid dat heel gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien, iets dat alleen God bezit en geen enkele persoon, ook niet degenen die anderen als geweldige mensen, goede mensen beschouwen, of de God van hun verbeelding. Wat is dat? Het is Gods onbaatzuchtigheid. Wanneer we over onbaatzuchtigheid spreken, denk je misschien dat je zelf ook heel onbaatzuchtig bent, want als het gaat om je kinderen, onderhandel je nooit met hen en ben je vrijgevig jegens hen, of je denkt dat je ook heel onbaatzuchtig bent met betrekking tot je ouders. Ongeacht wat je denkt, je hebt ten minste een notie van het woord ‘onbaatzuchtig’; je beschouwt het als een positief woord en meent dat een onbaatzuchtig persoon erg nobel is. Wanneer je onbaatzuchtig bent, denk je dat je geweldig bent. Maar niemand kan Gods onbaatzuchtigheid ontwaren in alle dingen, in mensen, gebeurtenissen en voorwerpen, en via Gods werk. Hoe komt dat? Omdat de mens te egoïstisch is! Waarom zeg ik dat? De mensheid leeft in een materiële wereld. Misschien volg je God, maar je ziet of beseft nooit hoe God in je behoeften voorziet, je liefheeft en Zich om jou bekommert. Wat zie je dan wel? Je ziet je bloedverwanten die je liefhebben of dol op je zijn. Je ziet de dingen die heilzaam zijn voor je vlees, je geeft om de mensen en dingen die je liefhebt. Dit is de zogenaamde onbaatzuchtigheid van de mens. Zulke ‘onbaatzuchtige’ mensen maken zich echter nooit druk om de God die hun leven geeft. De onbaatzuchtigheid van de mens wordt egoïstisch en verfoeilijk in tegenstelling tot die van God. De onbaatzuchtigheid waar de mens in gelooft, is leeg en onrealistisch, onecht en onverenigbaar met God en houdt geen verband met God. De onbaatzuchtigheid van de mens is bestemd voor hemzelf, terwijl Gods onbaatzuchtigheid een ware openbaring van Zijn wezen vormt. Juist dankzij Gods onbaatzuchtigheid voorziet Hij gestaag in de behoeften van de mens. Wellicht maakt dit onderwerp waarover ik vandaag spreek, niet veel indruk op jullie en knikken jullie alleen maar om jullie instemming te laten blijken; maar wanneer je in je hart probeert een besef van Gods hart te krijgen, zul je onbewust het volgende ontdekken: van alle mensen, zaken en dingen die je in dit leven kunt ervaren, is slechts Gods onbaatzuchtigheid reëel en concreet, omdat alleen Gods liefde voor jou onvoorwaardelijk en zuiver is. Behalve van God is de zogenaamde onbaatzuchtigheid van alle anderen geheel namaak, oppervlakkig en onoprecht; ze heeft een oogmerk en bepaalde bedoelingen, weegt alles af en kan geen beproeving verdragen. Jullie zouden zelfs kunnen zeggen dat ze smerig, verachtelijk is. Zijn jullie het daarmee eens?

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren

Neem contact op via Messenger