De hoofdpersoon is een kerkleidster die opmerkt dat broeder Chen een goed kaliber maar een arrogante gezindheid heeft, de neiging heeft om op te scheppen en doet alsof hij heel wat is en anderen kleineert als hij spreekt. Als ze het meerdere keren tegen hem heeft gezegd, maar geen verandering ziet in broeder Chen, wekt hij haar weerzin op. Ze oordeelt over hem in bijzijn van andere broeders en zusters en wil hem zelfs ontheffen van zijn plicht. Als ze het oordeel en de tuchtiging van Gods woorden heeft ondergaan, krijgt ze inzicht in haar eigen arrogante en boosaardige satanische gezindheid en vindt ze het beoefeningspad om mensen op de juiste wijze te behandelen. Ten slotte beseft ze dat ze mensen alleen eerlijk en op een manier die goed voor ze is, kan behandelen als ze dat doet in overeenstemming met de principes van de waarheid.