Dagelijkse woorden van God: Het blootleggen van de verdorvenheid van de mensheid | Fragment 359

30 augustus 2020

Gedrag dat mij niet volledig kan gehoorzamen, is verraad. Gedrag dat mij niet trouw kan zijn, is verraad. Mij oplichten en mij met leugens misleiden is verraad. Veel noties koesteren en deze overal verspreiden is verraad. Mijn getuigenissen en belangen niet kunnen hooghouden is verraad. Onechte glimlachen tonen terwijl je in je hart ver van me bent, is verraad. Dit zijn allemaal daden van verraad waartoe jullie altijd in staat zijn geweest, en ze zijn gangbaar onder jullie. Misschien denkt niemand van jullie dat dit een probleem is, maar dat zie ik anders. Als iemand mij verraadt, kan ik dat niet afdoen als iets onbeduidends en ik kan het al helemaal niet negeren. Nu, wanneer ik onder jullie werk, gedragen jullie je op deze manier – als de dag komt waarop er niemand is om over jullie te waken, zullen jullie dan niet als bandieten zijn die zichzelf tot koningen hebben uitgeroepen? Wanneer dat gebeurt en jullie een catastrofe veroorzaken, wie zal er dan zijn om jullie troep op te ruimen? Jullie denken dat sommige daden van verraad alleen maar sporadische incidenten zijn, niet jullie aanhoudende gedrag, en dat ze het niet verdienen zo streng besproken te worden, op een manier die jullie trots krenkt. Als jullie dat echt denken, dan hebben jullie geen verstand. Wie zoiets denkt, is een voorbeeld en archetype van opstandigheid. De natuur van de mens is zijn leven; het is een principe waar hij op vertrouwt om te overleven en hij kan het niet veranderen. De natuur van verraad is ook zo – als je iets kunt doen om een familielid of vriend te verraden, bewijst dit dat het een onderdeel is van je leven en een natuur waarmee je geboren bent. Dit is iets wat niemand kan ontkennen. Als iemand er bijvoorbeeld plezier aan beleeft van anderen te stelen, is dit ‘plezier aan stelen’ onderdeel van zijn leven, ook al steelt hij soms wel en soms niet. Of hij nu wel of niet steelt: het is geen bewijs dat het stelen alleen maar een soort gedrag is. Eerder bewijst het dat het deel uitmaakt van zijn leven, dat wil zeggen: zijn natuur. Sommigen zullen vragen: aangezien het zijn aard is, waarom steelt hij dan soms niet als hij mooie spullen ziet? Het antwoord is heel eenvoudig. Er zijn veel redenen waarom hij niet steelt. Hij steelt misschien iets niet omdat het te groot is om mee te snaaien als er goed op gepast wordt, of omdat er geen geschikt moment is om toe te slaan, of omdat iets te duur is, te zwaar bewaakt wordt, voor hem niet bijzonder interessant is of geen duidelijk doel dient, enzovoorts. Dit zijn allemaal mogelijke redenen. Maar hoe dan ook, of hij nu iets steelt of niet, het kan niet bewijzen dat deze gedachte alleen bestaat als een tijdelijke, voorbijgaande flits. Integendeel: het is een onderdeel van zijn natuur die moeilijk te verbeteren valt. Zo iemand is niet tevreden met maar één keer stelen; zulke gedachten om andermans bezittingen voor zichzelf op te eisen dienen zich aan telkens wanneer hij iets moois tegenkomt of wanneer een geschikte gelegenheid zich voordoet. Daarom zeg ik dat de oorsprong van deze gedachte niet iets is wat gewoon maar af en toe de kop opsteekt, maar onderdeel is van de natuur van deze persoon.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een heel ernstig probleem: verraad (1)

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren

Neem contact op via Messenger