Dagelijkse woorden van God: Het blootleggen van de verdorvenheid van de mensheid | Fragment 339

07 oktober 2020

Nu kijk ik naar je toegeeflijke vlees dat bereid is mij te vleien, en ik heb alleen maar een kleine waarschuwing voor je, hoewel ik je niet zal ‘dienen’ met tuchtiging. Je moet weten welke rol je speelt in mijn werk; dan zal ik tevreden zijn. Wat betreft zaken die hier buiten staan: als je mij weerstaat of mijn geld uitgeeft, of de offers voor mij, Jehova, opeet, of als jullie, maden, elkaar bijten, of als jullie, hondachtige wezens, conflicten hebben of elkaar schenden – daar houd ik mij allemaal niet mee bezig. Jullie moeten alleen weten wat voor soort dingen jullie zijn, dan zal ik tevreden zijn. Als jullie naast dit alles elkaar met wapens te lijf willen gaan of elkaar met woorden willen bestrijden, is dat prima; ik heb geen behoefte om me in zulke zaken te mengen, en houd me totaal niet bezig met menselijke aangelegenheden. Het is niet zo dat conflicten tussen jullie mij niet kunnen schelen; eerder is het zo dat ik niet één van jullie ben, en mij daarom niet meng in zaken die tussen jullie spelen. Ikzelf ben geen schepsel en ben niet van de wereld, dus ik walg van het drukke leven van mensen en de chaotische, ongepaste relaties tussen hen. In het bijzonder walg ik van de rumoerige menigten. Ik heb echter diepgaande kennis van de onzuiverheden in het hart van elk schepsel, en voordat ik jullie schiep, wist ik al van de onrechtvaardigheid die diep in de mensenharten bestond, en kende ik al het bedrog en de valsheid in de mensenharten. Zelfs al zijn er in het geheel geen sporen wanneer mensen onrechtvaardige dingen doen, weet ik daarom niettemin dat de onrechtvaardigheid die jullie in je hart koesteren de rijkdom overstijgt van alle dingen die ik heb geschapen. Elk van jullie is gestegen tot het hoogste punt van de menigten; jullie zijn opgestegen om de voorouders van de massa’s te zijn. Jullie zijn uiterst arbitrair en jullie schoppen herrie onder alle maden; jullie zoeken een behaaglijke plek en proberen de maden die kleiner dan jezelf zijn te verorberen. Jullie zijn kwaadaardig en sinister in je hart en streven zelfs de geesten voorbij die naar de bodem van de zee zijn gezonken. Jullie leven op de bodem van de mest en verstoren de maden van boven tot onder tot ze geen rust kennen. Ze bevechten elkaar een tijdje en worden dan weer rustig. Jullie kennen je plaats niet en toch blijven jullie elkaar bestrijden in de mest. Wat valt er voor jullie te winnen met zo’n strijd? Hoe zouden jullie elkaar achter mijn rug om kunnen bevechten als jullie werkelijk eerbied voor mij in jullie hart hadden? Hoe hoog je status ook is, ben je niet nog altijd een stinkende kleine worm in de mest? Zul je vleugels kunnen ontwikkelen en een duif in de lucht kunnen worden? Jullie, stinkende kleine wormen, stelen offers van het altaar van mij, Jehova. Kunnen jullie daardoor je verwoeste, mislukte reputatie redden en het uitverkoren volk van Israël worden? Jullie zijn schaamteloze ellendelingen! Die offers op het altaar werden aan mij gebracht door mensen, als een uitdrukking van welwillende gevoelens van hen die mij vereren. Zij zijn er voor mij om te besturen en gebruiken, dus hoe zou je me ooit de tortelduifjes kunnen ontstelen die mensen mij hebben gegeven? Ben je niet bang om een Judas te worden? Ben je niet bang dat je land een veld van bloed zou kunnen worden? Jij schaamteloos ding! Denk je dat de tortelduiven die mensen offeren ervoor zijn om jouw buik te vullen, made? Wat ik je heb gegeven, is wat ik bereid ben je te geven; wat ik je niet heb gegeven, daarover beschik ik. Je mag niet zomaar mijn offers stelen. Degene die werkt, dat ben ik: Jehova – de Heer van de schepping – en mensen brengen offers omwille van mij. Denk je dat dit een tegoeddoening is voor al jouw rondrennen? Je bent werkelijk schaamteloos! Voor wie ren je rond? Is dat niet voor jezelf? Waarom steel je mijn offers? Waarom steel je geld uit mijn geldbuidel? Ben je niet de zoon van Judas Iskariot? De offers aan mij, Jehova, zijn ervoor om door priesters genoten te worden. Ben jij een priester? Je waagt het mijn offers zelfgenoegzaam te eten en je spreidt ze zelfs uit op tafel; je bent niets waard! Jij waardeloze ellendeling! Mijn vuur, het vuur van Jehova, zal je verteren!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Wanneer vallende bladeren terugkeren naar hun wortels, zul je spijt krijgen van al het kwaad dat je hebt gedaan

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren

Neem contact op via Messenger